Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 februari 2014
gepubliceerd op 25 maart 2014

Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur

bron
vlaamse overheid
numac
2014035336
pub.
25/03/2014
prom.
28/02/2014
ELI
eli/decreet/2014/02/28/2014035336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2014. - Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wet betreffende de wateringen

Art. 2.In artikel 51 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 3.Artikel 61 van dezelfde wet wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wet betreffende de polders

Art. 4.In artikel 51 van de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 5.Artikel 61 van dezelfde wet wordt opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

Art. 6.In de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging wordt een hoofdstuk IIter ingevoegd, dat luidt als volgt: "HOOFDSTUK IIter. - Grachten".

Art. 7.In dezelfde wet wordt in hoofdstuk IIter, ingevoegd bij artikel 6, een artikel 32quaterdecies ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 32quaterdecies.§ 1. De gemeente kan het beheer van grachten overnemen van de eigenaars en gebruikers wanneer dit nuttig is voor het watersysteem zoals bedoeld in artikel 3, § 2, 16°, van het decreet van 18 juli 2003 houdende het integraal waterbeleid. De overname van het beheer van de grachten omvat het onderhouden ervan alsook het vernieuwen ervan.

Dergelijke gracht wordt aangeduid als een gracht van algemeen belang.

Onder gracht van algemeen belang wordt begrepen een kunstmatige afvoerweg tot afscheiding, tot afwatering of tot ontwatering van hemelwater, drainagewater, bemalingswater en in voorkomend geval ook effluentwater uit een waterzuiveringsinstallatie, of water afkomstig uit een overstort, die niet bij de waterwegen, en ook niet bij de onbevaarbare waterlopen is ingedeeld en die door de gemeente beheerd wordt. § 2. De gemeente kan ten behoeve van het beheer van de grachten van algemeen belang enkel een erfdienstbaarheid opleggen met betrekking tot het recht van doorgang dat kan worden voorzien voor personeelsleden van het bestuur en de aangestelden die met de uitvoering van werken zijn belast. Er kan maximum een erfdienstbaarheidszone van drie meter landinwaarts van de rand van de gracht bepaald worden. Andere erfdienstbaarheden of gebruiksbeperkingen kunnen niet opgelegd worden. Deze erfdienstbaarheden kunnen niet gezien worden als gebruiksbeperkingen die aanleiding kunnen geven tot financiële compensatie vanwege de overheid.

De erfdienstbaarheden die niet langer noodzakelijk zijn voor het onderhoud van het grachtenstelsel worden opgeheven door de gemeente.

De eigenaar of gebruiker van het bezwaarde perceel kan om de opheffing van de nutteloos geworden erfdienstbaarheden verzoeken.

De Vlaamse Regering zal voor het opleggen en opheffen van deze erfdienstbaarheden nadere regels bepalen. § 3. De beslissing om het beheer over te nemen, zoals bedoeld in paragraaf 1, en de beslissing om erfdienstbaarheden op te leggen die nuttig zijn voor het beheer, zoals bedoeld in paragraaf 2, worden voorafgegaan door een openbaar onderzoek. De Vlaamse Regering zal hiervoor nadere regels bepalen.

Tegen de beslissingen, bedoeld in het eerste lid, kan beroep worden ingesteld bij de gouverneur binnen dertig dagen na de kennisname ervan door elke belanghebbende. De gouverneur doet uitspraak binnen zestig dagen na ontvangst van het beroepschrift. De Vlaamse Regering kan hiervoor nadere regels bepalen.".

Art. 8.In artikel 35ter, § 4, van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 22 december 1993 en vervangen bij het decreet van 18 december 2009, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° Als de Maatschappij beschikt over gegevens over enige onvergunde lozing uit dat productieproces, wordt de heffing op de vuilvracht, veroorzaakt door die lozing, bepaald conform paragraaf 10.".

Art. 9.In artikel 35quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 1990 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zin "Qdv: het gemiddeld volume afvalwater, uitgedrukt in liter, geloosd in een etmaal tijdens de maand van grootste bedrijvigheid in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar." vervangen door de zin "Qdv: het gemiddelde volume afvalwater, uitgedrukt in liter, geloosd in een etmaal in het jaar dat voorafgaat aan het heffingsjaar."; 2° aan paragraaf 1 wordt de volgende zin toegevoegd: "In afwijking van de voorgaande bepalingen wordt de component Nv bij toepassing van de 30 %-regel, vermeld in paragraaf 4, tweede lid, uitsluitend berekend op basis van de resultaten van de Maatschappij voor zover dat resulteert in een hogere vuilvracht."; 3° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt: " § 2.De bemonstering en de analyses van de parameters, vermeld in paragraaf 1, worden uitgevoerd door een erkend laboratorium in de discipline water, deeldomein afvalwater als vermeld in artikel 6, 5°, a), van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu."; 4° in paragraaf 12 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De systemen voor registratie van het debiet, vermeld in deze paragraaf, die vóór 1 januari 2004 in gebruik zijn genomen, worden verzegeld door de Maatschappij.De overige debietmeetsystemen worden bij de indienstneming verzegeld door de leverancier, de externe installateur of een laboratorium als vermeld in paragraaf 2. Deze verplichting geldt niet voor de meetsystemen waarmee het geloosde debiet wordt gemeten.".

Art. 10.In artikel 35sexies van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 1990, vervangen bij het decreet van 25 juni 1992 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 december 1994, wordt paragraaf 4 vervangen door dat wat volgt: " § 4. De bemonstering en de analyses van de parameters, vermeld in paragraaf 1, worden uitgevoerd door een erkend laboratorium in de discipline water, deeldomein afvalwater en oppervlaktewater als vermeld in artikel 6, 5°, a), van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu.".

Art. 11.In artikel 35septies, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2003, vervangen bij het decreet van 23 december 2010 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, worden de zinnen "De in de vorige paragrafen bedoelde systemen voor registratie van het debiet die voor 1 januari 2004 in gebruik zijn genomen, worden verzegeld door de Maatschappij. De overige debietmeetsystemen moeten bij de indienstname worden verzegeld door de leverancier, de externe installateur of een laboratorium in de discipline water dat volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu voor het pakket W.1.8. is erkend." vervangen door de zinnen "De systemen voor registratie van het debiet, vermeld in deze paragraaf, die vóór 1 januari 2004 in gebruik zijn genomen, worden verzegeld door de Maatschappij. De overige debietmeetsystemen worden bij de indienstneming verzegeld door de leverancier, de externe installateur of een laboratorium als vermeld in artikel 35quinquies, § 2.".

Art. 12.Aan artikel 35terdecies van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet 25 juni 1992 en laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 8. Op schriftelijk verzoek van een persoon die niet is opgenomen in het kohier, vermeld in paragraaf 6, kan de Maatschappij de naam op het heffingsbiljet, vermeld in paragraaf 7, wijzigen. Die persoon ontvangt dan een heffingsbiljet op zijn naam, met de vermelding dat dit nieuw exemplaar met toepassing van die paragraaf wordt uitgereikt.

In voorkomend geval is het oorspronkelijke kohier uitvoerbaar tegen de persoon die er niet in opgenomen is en die de naamswijziging heeft aangevraagd.".

Art. 13.In artikel 35vicies, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 27 juni 2003 en vervangen bij het decreet van 21 december 2007, wordt de zin "Het bedrag van de heffing, zoals bepaald in artikel 35ter, wordt voor de sectoren 45.a, 45.b, 45.c, 45.d, 51.a en 51.b, zoals omschreven in de bijlage bij deze wet, vermenigvuldigd met volgende coëfficiënten:" vervangen door de zin "Het bedrag van de heffing, vermeld in artikel 35ter, wordt voor de sectoren 45, 51.a en 51.b, vermeld in de bijlage bij deze wet, vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënten:".

Art. 14.Artikel 37, 38 en 40 van dezelfde wet worden opgeheven.

Art. 15.Artikel 41 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 21 december 2007, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 41.§ 1. Voor deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan verlopen het toezicht, het onderzoek, de vaststelling en de bestraffing van de milieu-inbreuken en milieumisdrijven, alsook het nemen van bestuurlijke maatregelen en veiligheidsmaatregelen, volgens de regels, vermeld in titel XVI, hoofdstuk III tot en met VII, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tenzij het uitdrukkelijk anders wordt bepaald in paragraaf 2. § 2. Voor hoofdstuk IIIbis en de uitvoeringsbesluiten ervan geldt in afwijking van paragraaf 1 het volgende: 1° onverminderd de bevoegdheden van andere toezichthoudende ambtenaren die zijn aangewezen krachtens paragraaf 1, oefenen de ambtenaren van de Maatschappij, bevoegd voor de controle of het onderzoek, vermeld in artikel 35novies van deze wet, voor de toepassing van de heffing, hun toezichtsopdrachten uit volgens de regels, vermeld in dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan;2° de bepalingen van titel XVI, hoofdstuk IV, afdeling IV, en hoofdstuk VI, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid zijn niet van toepassing op de overtredingen van dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan.Die overtredingen worden bestraft conform artikel 35quaterdecies van deze wet.". HOOFDSTUK 5. - Wet houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne

Art. 16.Artikel 3 van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 3.De bepalingen van deze wet zijn alleen van toepassing op de landeigendommen die gelegen zijn in gebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen en ressorteren onder de subcategorie of categorie van gebiedsaanduiding "gebied voor wonen en voor landbouw", "landbouw", "bos", "overig groen" of "reservaat en natuur".

Voor de toepassing van het eerste lid geldt dat een bestemmingsvoorschrift van een plan van aanleg alleszins vergelijkbaar is met een subcategorie of categorie van gebiedsaanduiding, indien deze concordantie vermeld wordt in de tabel, opgenomen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel 7.4.13, eerste lid, of in de concordantielijst, bepaald krachtens voornoemde Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel 7.4.13, tweede lid.". HOOFDSTUK 6. - Decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer

Art. 17.Artikel 11 van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, vervangen bij het decreet van 21 december 2007, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 11.Voor dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan verlopen het toezicht, het onderzoek, de vaststelling en de bestraffing van de milieu-inbreuken en milieumisdrijven, alsook het nemen van bestuurlijke maatregelen en veiligheidsmaatregelen, volgens de regels, vermeld in titel XVI, hoofdstuk III tot en met VII, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, tenzij het uitdrukkelijk anders wordt bepaald in artikel 29 van dit decreet.".

Art. 18.In artikel 28ter, § 2, 7°, a), van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 december 1997 en vervangen bij het decreet van 22 december 1999, worden de woorden "een milieudeskundige die overeenkomstig titel II van het Vlarem is erkend in de discipline grondwater" vervangen door de woorden "een erkende MER-deskundige in de discipline water, deeldomein geohydrologie als vermeld in artikel 6, 1°, d), van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu".

Art. 19.In artikel 28quater, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996, vervangen bij het decreet van 24 december 2004 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt de zin "De index is de verhouding van twee indexcijfers van de consumptieprijzen met in de teller het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar en in de noemer het indexcijfer van de maand december 2001, basis 1988, met name 134,46." vervangen door de zin "De index is de verhouding van twee indexcijfers van de consumptieprijzen met in de teller het indexcijfer van de maand november van het jaar dat voorafgaat aan het heffingsjaar en in de noemer het indexcijfer van de maand november 2001, basis 1988, namelijk 134,75.".

Art. 20.Aan artikel 28decies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 december 1996, vervangen bij het decreet van 22 december 1999 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 23 december 2011, wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 8. Op schriftelijk verzoek van een persoon die niet is opgenomen in het kohier, vermeld in paragraaf 6, kan de Maatschappij de naam op het heffingsbiljet, vermeld in paragraaf 7, wijzigen. Die persoon ontvangt dan een heffingsbiljet op zijn naam, met de vermelding dat dit nieuwe exemplaar met toepassing van deze paragraaf wordt uitgereikt. In voorkomend geval is het oorspronkelijke kohier uitvoerbaar tegen de persoon die er niet in opgenomen is en die de naamswijziging heeft aangevraagd.".

Art. 21.Artikel 29 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 21 december 2007, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 29.In afwijking van artikel 11 geldt voor hoofdstuk IVbis en de uitvoeringsbesluiten ervan het volgende: 1° onverminderd de bevoegdheden van andere toezichthoudende ambtenaren die aangewezen zijn krachtens artikel 11 van dit decreet, oefenen de ambtenaren van de Maatschappij, bevoegd voor de controle of het onderzoek, vermeld in artikel 28septies van dit decreet, voor de toepassing van de heffing hun toezichtsopdrachten uit volgens de regels, vermeld in dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan;2° de bepalingen van titel XVI, hoofdstuk IV, afdeling IV, en hoofdstuk VI, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid zijn niet van toepassing op de overtredingen van dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan.Die overtredingen worden bestraft conform artikel 28undecies van dit decreet.". HOOFDSTUK 7. - Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij

Art. 22.In hoofdstuk X van het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004, wordt het opschrift van afdeling II vervangen door wat volgt: "Afdeling II. - Commissaris".

Art. 23.In artikel 18quinquies van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 21 april 2006, worden het eerste tot en met het vierde lid vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, wordt de controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid, ten aanzien van de wetten, decreten en de statuten van de vennootschap, van de in de jaarrekening weergegeven verrichtingen opgedragen aan een commissaris, natuurlijke of rechtspersoon, ingeschreven in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.

Met behoud van de toepassing van het decreet, vermeld in het eerste lid, heeft de commissaris de rechten, verplichtingen, taken en bevoegdheden die in het Wetboek van Vennootschappen zijn bepaald.

Als de publiekrechtelijke aard van de VLM dat vereist, kan de Vlaamse Regering de opdracht en de actiemiddelen van de commissaris uitbreiden.

Met behoud van de toepassing van het decreet, vermeld in het eerste lid, wordt de commissaris benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar door de algemene vergadering die ook de bezoldiging van de commissaris bepaalt. Deze bezoldiging is ten laste van de vennootschap.

Met behoud van de toepassing van andere onverenigbaarheden die op de functie van commissaris toepassing vinden, gelden voor de commissaris dezelfde onverenigbaarheden als voor het mandaat van regeringsafgevaardigde bij het agentschap. Daarenboven is de functie van commissaris onverenigbaar met het mandaat van regeringsafgevaardigde bij het agentschap.". HOOFDSTUK 8. - Het Bosdecreet

Art. 24.In artikel 48, tweede lid, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, hersteld bij het decreet van 12 december 2008, wordt de zin "Voor zover het gaat om kapitaalsubsidies gericht op de uitbreiding of ontwikkeling van het bosareaal, worden deze toegekend met het oog op bebossingen of herbebossingen op percelen die op grond van de wetgeving op de ruimtelijke ordening bestemd worden als bosgebieden." vervangen door de zin: "Voor zover het gaat om kapitaalsubsidies gericht op uitbreiding of ontwikkeling van het bosareaal, worden deze toegekend met het oog op bebossingen: 1° op percelen die gelegen zijn in gebieden aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen en sorterend onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos", "overig groen" of "reservaat en natuur".Een bestemmingsvoorschrift van een plan van aanleg is alleszins vergelijkbaar met een categorie van gebiedsaanduiding, indien deze concordantie vermeld wordt in de tabel, opgenomen in artikel 7.4.13, eerste lid, van het Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening of in de concordantielijst, bepaald krachtens voornoemd artikel 7.4.13, tweede lid, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 2° op percelen gelegen in een speciale beschermingszone zoals vermeld in artikel 2, 43°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, voor zover de bebossing nodig is voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen.".

Art. 25.In artikel 87 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zin "Deze subsidies kunnen evenwel geen betrekking hebben op de aankoop van percelen." vervangen door de zin "Ingeval de subsidie betrekking heeft op de aankoop van percelen, kan deze maximaal 60 % van de aankoopsom bedragen met een maximum van 2,5 EUR/m2. Deze subsidie kan gecumuleerd worden met subsidies van andere overheden maar mag samen 60 % van de aankoopsom niet overschrijden."; 2° in het tweede lid wordt de zin "Voor zover het gaat om kapitaalsubsidies gericht op andere uitbreiding of ontwikkeling van het bosareaal, worden deze toegekend met het oog op bebossingen of herbebossingen op percelen die op grond van de wetgeving op de ruimtelijke ordening bestemd worden als bosgebieden." vervangen door "Voor zover het gaat om kapitaalsubsidies gericht op uitbreiding of ontwikkeling van het bosareaal, worden deze toegekend met het oog op bebossingen: 1° op percelen die gelegen zijn in gebieden aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen en sorterend onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos", "overig groen" of "reservaat en natuur".Een bestemmingsvoorschrift van een plan van aanleg is alleszins vergelijkbaar met een categorie van gebiedsaanduiding, indien deze concordantie vermeld wordt in de tabel, opgenomen in artikel 7.4.13, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening of in de concordantielijst, bepaald krachtens voornoemd artikel 7.4.13, tweede lid, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Deze bebossingen of herbebossingen gebeuren bij voorkeur in het kader van de te realiseren instandhoudingsdoelstellingen; 2° op percelen gelegen in een speciale beschermingszone zoals vermeld in artikel 2, 43°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, voor zover de bebossing nodig is voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen.".

Art. 26.Aan artikel 90bis, § 1, eerste lid, 5°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 12 december 2008, wordt de volgende zinsnede toegevoegd: ", op voorwaarde dat die ontbossing opgenomen is in een beheerplan dat is goedgekeurd op grond van artikel 25, 43, § 1, 43, § 2, of 43, § 3, van dit decreet of van artikel 34, § 1, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.". HOOFDSTUK 9. - Het Jachtdecreet

Art. 27.In artikel 4 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2004, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 28.Aan artikel 22 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2004, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering stelt een code van goede praktijk vast met het oog op specificering van andere bevredigende oplossingen ter voorkoming van schade door wild.". HOOFDSTUK 1 0. - Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Art. 29.In artikel 4.1.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002 en gewijzigd bij de decreten van 27 april 2007, 12 december 2010, 23 december 2010 en 1 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 15° wordt de zinsnede ", met bericht van ontvangst" vervangen door de woorden "of per elektronische post";2° in punt 16° wordt de zinsnede "de schriftelijke bevestiging van ontvangst van een zending, getekend door de geadresseerde of zijn gemachtigde" vervangen door de woorden "de schriftelijke of elektronische bevestiging van ontvangst van een zending"; 3° er wordt een punt 20° toegevoegd, dat luidt als volgt: "20° afschrift: de op schriftelijke of elektronische wijze ter beschikking gestelde informatie.".

Art. 30.In artikel 4.1.2, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, worden de woorden "dag na de datum van de poststempel" vervangen door de woorden "derde werkdag na de dag van de verzending".

Art. 31.Artikel 4.1.3 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, wordt opgeheven.

Art. 32.In artikel 4.2.3, § 3quater, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen de woorden "hiervan schriftelijk" en de woorden "op de hoogte binnen" de woorden "of per elektronische post" ingevoegd;2° in het tweede lid worden de woorden "of tegen ontvangstbewijs" opgeheven.

Art. 33.In artikel 4.2.11, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2007, wordt de zin "Indien reeds op basis van andere toepasselijke wetgeving een openbaar onderzoek moet worden georganiseerd, dan wordt de organisatie van deze raadpleging hierop afgestemd." uitgelegd als volgt: "Indien reeds op basis van andere toepasselijke wetgeving een openbaar onderzoek moet worden georganiseerd, dan gelden de procedureregels van die wetgeving voor de vereisten vermeld in deze paragraaf.".

Art. 34.In artikel 4.2.11, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "aan de SERV en/of MINA-Raad en" ingetrokken.

Art. 35.In artikel 4.2.4, § 1, 5°, c), en artikel 4.2.11, § 4, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2007, wordt de zinsnede "artikel 4.6.3" vervangen door de zinsnede "artikel 4.6.3bis".

Art. 36.In artikel 4.2.6 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, vervangen bij het decreet van 27 april 2007 en gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden tussen de woorden "door betekening of " en de woorden "tegen ontvangstbewijs" telkens de woorden "door afgifte" ingevoegd;2° in paragraaf 4 worden de woorden "of tegen ontvangstbewijs" telkens opgeheven.

Art. 37.In artikel 4.2.8 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, vervangen bij het decreet van 27 april 2007 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen de woorden "door betekening of" en de woorden "tegen ontvangstbewijs" de woorden "door afgifte" ingevoegd;2° in paragraaf 5, tweede lid, worden de woorden "of tegen ontvangstbewijs" opgeheven.

Art. 38.In artikel 4.2.10 van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2007 en gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1bis worden tussen de woorden "door betekening of " en de woorden "tegen ontvangstbewijs" de woorden "door afgifte" ingevoegd;2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "of tegen ontvangstbewijs" opgeheven.

Art. 39.In artikel 4.2.11, § 4, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 27 april 2007, wordt de zinsnede "artikel 4.6.3" vervangen door de zinsnede "artikel 4.6.3bis".

Art. 40.In artikel 4.3.2, § 3bis, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 23 maart 2012, wordt tussen de woorden "vermeld in paragrafen" en de woorden "2 en 2bis" het cijfer "1," ingevoegd.

Art. 41.In artikel 4.3.3, § 4, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, worden tussen de woorden "door betekening of " en de woorden "tegen ontvangstbewijs" de woorden "door afgifte" ingevoegd.

Art. 42.In de artikelen 4.3.4, § 1, 4.3.8, § 1, 4.5.2, § 1, en 4.5.7, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, wordt tussen de woorden "door betekening of " en de woorden "tegen ontvangstbewijs" telkens de woorden "door afgifte" ingevoegd.

Art. 43.In artikel 4.4.4, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 december 2002, worden tussen de woorden "door betekening of " en de woorden "tegen ontvangstbewijs" de woorden "door afgifte" ingevoegd.

Art. 44.Aan artikel 15.3.2 van hetzelfde decreet worden een tweede en een derde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "Als de maatregelen in het vorige lid handelingen, inrichtingen of activiteiten omvatten die meldings- of vergunningsplichtig zijn krachtens het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning of krachtens artikel 4.2.2 en artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, geldt het besluit waarbij de inperkingsmaatregelen of herstelmaatregelen worden opgelegd als melding of milieuvergunning, respectievelijk als stedenbouwkundige melding of -vergunning.

De Vlaamse Regering bepaalt welke instanties ter zake voorafgaandelijk advies moeten verlenen.".

Art. 45.In hetzelfde decreet wordt een artikel 15.8.3bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 15.8.3bis. Met uitzondering van artikelen 15.8.2, 15.8.3 en 15.8.8 kan de Vlaamse Regering de gevallen bepalen waarin de bevoegde instantie de uitvoering van de noodzakelijke maatregelen aan derden kan delegeren of opdragen.".

Art. 46.Artikel 15.8.21 en 15.8.22 van hetzelfde decreet worden opgeheven.

Art. 47.In artikel 15.8.1 van hetzelfde decreet wordt het getal "15.8.22" vervangen door het getal "15.8.20".

Art. 48.In artikel 16.1.1, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007 en het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 6° wordt vervangen door wat volgt: "6° de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, met uitsluiting van hoofdstuk IV, afdeling IV, en hoofdstuk VI, van deze titel voor wat de overtredingen van hoofdstuk IIIbis en de uitvoeringsbesluiten ervan betreft;"; 2° punt 12° wordt vervangen door wat volgt: "12° het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, met uitsluiting van hoofdstuk IV, afdeling IV, en hoofdstuk VI, van deze titel voor wat de overtredingen van hoofdstuk IVbis en de uitvoeringsbesluiten ervan betreft;".

Art. 49.In artikel 16.6.1, tweede lid, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake het milieubeleid, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2009 en 23 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° en 4° worden opgeheven; 2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° de overtreding van de verplichting tot aangifte en betaling van de milieuheffingen, vermeld in artikel 50 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en de verplichting tot betaling van de administratieve geldboete, vermeld in artikel 58 van voormeld decreet;". HOOFDSTUK 1 1. - Decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Art. 50.In artikel 48, § 3, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wordt tussen het woord "herziening" en de woorden "of opheffing ervan" het woord ", ontheffing" ingevoegd. HOOFDSTUK 1 2. - Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006

Art. 51.In artikel 31 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. De beheerscommissie is samengesteld uit: 1° de leidend ambtenaar van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek, die de commissie voorzit;2° drie personeelsleden van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek;3° een ambtenaar, deskundig in financiën en begroting, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen;4° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het natuurbehoud;5° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het wetenschapsbeleid; 6° de leidend ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos of zijn afgevaardigde.". HOOFDSTUK 1 3. - Mestdecreet

Art. 52.In artikel 3 van het Mestdecreet van 22 december 2006, het laatst gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 56° wordt opgeheven;2° in punt 69° worden in de tabel na het woord "Kunstmest" de woorden "en spuistroom" toegevoegd;3° in punt 69° wordt in de tabel tussen de woorden "en groencompost" en de woorden "en uitgezonderd" de zinsnede ", uitgezonderd spuistroom" ingevoegd;4° in punt 86° wordt tussen het woord "zomerhaver" en het woord "of " de zinsnede ", soedangras" toegevoegd;5° in punt 87° worden de woorden "erkende telersvereniging" telkens vervangen door het woord "producentenorganisatie";6° in punt 89° wordt het woord "fruitbomen" vervangen door het woord "fruit";7° er wordt een punt 95° toegevoegd, dat luidt als volgt: "95° verordening nr.1069/2009: de verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten).".

Art. 53.In artikel 4 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 23 december 2010 en 6 mei 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 2°, f), wordt de zinsnede "(EG) nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten" vervangen door de zinsnede "nr. 1069/2009"; 2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "(EG) nr.1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten" vervangen door de zinsnede "nr. 1069/2009".

Art. 54.In artikel 12, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2008, 23 december 2010, 6 mei 2011 en 1 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid, 5°, wordt de zinsnede "dezelfde Verordening (EG) nr.1774/2002" vervangen door de zinsnede "verordening nr. 1069/2009"; 2° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid is bemesting toegestaan op bermen en andere percelen die geen landbouwgrond zijn, op voorwaarde dat bemesting beperkt wordt tot bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing, waarbij maximaal twee GVE per hectare op jaarbasis worden toegestaan."; 3° er wordt een zesde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De Vlaamse Regering kan extra voorwaarden verbinden aan de afwijkingen, vermeld in het tweede, derde en vijfde lid.De Vlaamse Regering kan nader bepalen welke meststoffen bedoeld zijn in het tweede lid, 3°, en het derde lid, 4° en 5°. De Vlaamse Regering kan nader bepalen op welke wijze landbouwers die gebruikmaken van de afwijking, vermeld in het vijfde lid, dat aan de Mestbank moeten melden.".

Art. 55.In artikel 13 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2008, 23 december 2010, 6 mei 2011 en 1 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste en vijfde lid, paragraaf 2, eerste lid, paragraaf 3, eerste lid, en paragraaf 4, eerste lid, wordt het woord "beweiding" vervangen door het woord "begrazing";2° in paragraaf 14, eerste lid, worden de woorden "erkende telersvereniging" vervangen door het woord "producentenorganisatie".

Art. 56.In artikel 14, § 5, eerste lid, 4°, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, worden de woorden "erkende telersvereniging" telkens vervangen door het woord "producentenorganisatie".

Art. 57.In artikel 19, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, wordt het woord "beweiding" vervangen door het woord "begrazing".

Art. 58.In artikel 21 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "beweiding" vervangen door het woord "begrazing";2° in het eerste lid, 1°, worden tussen de woorden "bovenste rand" en de woorden "van een" de woorden "van het talud" ingevoegd.

Art. 59.In artikel 22 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 19 december 2008, 23 december 2010 en 1 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.Bij bemesting mogen de opgebrachte meststoffen niet afspoelen.

Bij bemesting worden dierlijke mest en andere meststoffen emissiearm als volgt opgebracht: 1° op grasland met zode-injectie, sleepslangtechniek of sleufkouter;2° op beteelde landbouwgronden die geen grasland zijn, met mestinjectie of sleepslangtechniek;3° op niet-beteelde landbouwgrond met mestinjectie of met het in twee opeenvolgende werkgangen uitspreiden en inwerken van de mest, waarbij de mest binnen twee uur na het uitspreiden moet zijn ingewerkt op het perceel in kwestie.Op zaterdagen is het verplicht om de dierlijke mest onmiddellijk in te werken.

In afwijking van het tweede lid, worden de volgende meststoffen niet-emissiearm opgebracht: 1° spuistroom, gft-compost of groencompost;2° effluenten, afkomstig van de bewerking of verwerking van dierlijke mest of andere meststoffen, die een lager gehalte hebben aan ammoniakale stikstof dan 1 kg NH4-N per 1000 L of 1 kg NH4-N per 1000 kg;3° stalmest of champost die: a) op grasland opgebracht wordt;b) gebruikt wordt voor bepaalde houtige teelten;c) in het voorjaar opgebracht wordt op landbouwgronden waarop wintergranen geteeld worden. In afwijking van het tweede lid, 3°, worden de volgende meststoffen binnen 24 uur na de opbrenging ingewerkt: 1° andere meststoffen die arm zijn aan ammoniakale stikstof;2° de champost die arm is aan ammoniakale stikstof;3° de stalmest die arm is aan ammoniakale stikstof. Om gebruik te maken van de afwijking, vermeld in het derde lid, 2°, moet de Mestbank voor het effluent een attest hebben afgegeven dat bij de toediening van het effluent aanwezig is. Het attest wordt alleen afgegeven voor effluent waarvan het gehalte aan ammoniakale stikstof, vermeld in het derde lid, 2°, bewezen is volgens een analyse, uitgevoerd door een erkend laboratorium. De kosten van de analyse zijn voor rekening van de aanvrager.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen ter uitvoering van dit artikel."; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven.

Art. 60.In artikel 23 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 23 december 2010 en 6 mei 2011, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De volgende personen doen elk jaar, met toepassing van dit decreet, een aangifte: 1° de landbouwer die een van de volgende bedrijven heeft: a) een bedrijf met een productie aan dierlijke mest groter dan of gelijk aan 300 kg P2O5;b) een bedrijf waarvan de verschillende exploitaties die deel uitmaken van het bedrijf, in het kalenderjaar in kwestie op een bepaald ogenblik gezamenlijk een oppervlakte landbouwgrond groter dan of gelijk aan 2 ha in gebruik hebben;c) een bedrijf met een effectieve oppervlakte groeimedium voor het telen van gewassen groter dan of gelijk aan 50 a;2° de uitbater van een mestverzamelpunt met een opslagcapaciteit groter dan of gelijk aan 300 kg P2O5;3° de uitbater van een bewerkings- of verwerkingseenheid, met een bewerkings- of verwerkingscapaciteit voor dierlijke mest of andere meststoffen groter dan of gelijk aan 300 kg P2O5 per jaar;4° eenieder die andere meststoffen produceert, verdeelt, importeert of exporteert, en die minstens 300 kg P2O5 laat afzetten op landbouwgrond in het Vlaamse Gewest; 5° eenieder die minstens 10.000 kg N per jaar uit kunstmest produceert, verdeelt, importeert of exporteert en die levert aan verdelers of aan landbouwers als vermeld in punt 1° ; 6° eenieder die diervoeders produceert, invoert of verkoopt;7° eenieder die het vorige jaar, ter uitvoering van punt 1° tot en met 7°, een aangifte heeft ingediend bij de Mestbank en niet aan de Mestbank heeft gemeld dat hij zijn bedrijf of uitbating heeft stopgezet, of die geen verklaring heeft afgelegd als vermeld in paragraaf 3;8° de erkende mestvoerder, vermeld in artikel 48, die op een of meer documenten, opgesteld ter uitvoering van artikel 47 tot en met 60, als aanbieder of afnemer van meststoffen vermeld is. De productie aan dierlijke mest van een bedrijf als vermeld in het eerste lid, 1°, a), wordt berekend als de som van de productie aan dierlijke mest van elke exploitatie van het bedrijf. De productie aan dierlijke mest van een exploitatie wordt berekend als het product, uitgedrukt in kg P2O5, van de gemiddelde veebezetting in de exploitatie gedurende het voorbije kalenderjaar, met de overeenkomstige productie per dier, vermeld in artikel 27, § 1.

Voor de berekening in een bepaald kalenderjaar van de effectieve oppervlakte groeimedium voor het telen van gewassen, vermeld in het eerste lid, 1°, c), worden de rijpaden en de ruimtes tussen de teelten meegerekend. Als er verschillende teeltlagen zijn, wordt de oppervlakte van elke teeltlaag opgeteld voor het verkrijgen van de effectieve oppervlakte. Als het maximum aantal lagen dat op enig moment in het kalenderjaar in kwestie in de desbetreffende bedrijfsruimte of op het desbetreffende perceel aanwezig was, groter is dan 1, wordt het resultaat van de optelling met 10 percent verminderd.".

Art. 61.In artikel 24 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 december 2008 en 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het register, vermeld in het eerste lid, wordt gebruikt voor het bepalen van de gemiddelde veebezetting.Voor dieren van de diersoort 1° RUNDVEE wordt de gemiddelde veebezetting bepaald op basis van de cijfergegevens over de dierenaantallen, vermeld in de databank van Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw."; 2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 62.In artikel 27, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008, 19 december 2008 en 6 mei 2011, en het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009, worden de woorden "oor het" vervangen door de woorden "voor het".

Art. 63.In artikel 28 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, wordt punt 2° opgeheven;2° in paragraaf 1, derde lid, 4°, wordt de zinsnede "en § 2" vervangen door de zinsnede ", § 1bis en § 2";3° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede " § 1, derde lid" vervangen door de zinsnede " § 1, derde lid, of § 1bis, derde lid".

Art. 64.In artikel 34 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 1 maart 2013 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, worden aan punt a) de volgende zinnen toegevoegd: "Als de nutriëntenemissierechten worden overgenomen door een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, moeten de bij de vennootschap betrokken personen samen minstens 51 % van de aandelen van die rechtspersoon bezitten.Als binnen de drie jaar na de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, de aandelen van de vennootschap met rechtspersoonlijkheid geheel of gedeeltelijk worden overgedragen, waardoor na de overdracht van die aandelen, niet minstens 51 % van de aandelen van die vennootschap nog eigendom zijn van de bij de vennootschap betrokken personen, of als de functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder wordt toegewezen aan een derde die niet jonger is dan 40 jaar of aan een derde die beschikt of beschikt heeft over een eigen bedrijf, dan wordt alsnog ambtshalve een annulering van 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten doorgevoerd. De annulering gaat in op de eerste dag van de derde maand die volgt op de aangetekende kennisgevingsbrief van de Mestbank. Als de nutriëntenemissierechten tijdens die tijdsspanne verder worden overgedragen, dan gaat, in afwijking van de bepalingen van de vorige zin, de annulering in op de dag van de verdere overdracht. De annulering van de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten die gepaard gaat met de annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten, wordt bepaald op grond van de invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de laatste drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van de overname van de nutriëntenemissierechten."; 2° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, b), 5°, wordt de zinsnede "in 1° tot en met 4° " telkens vervangen door de zinsnede "in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6° "; 3° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, b), 5°, wordt de zin "Indien de aandelen van de personenvennootschap geheel of gedeeltelijk, of de personenvennootschap, die beschikt over nutriëntenemissierechten, overgedragen wordt aan een derde die niet vermeld is in 1° tot en met 4°, wordt deze overdracht beschouwd als een overdracht met annulering van de 25 % nutriëntenemissierechten die toebehoren aan de personenvennootschap." vervangen door de zinnen "Deze nutriëntenemissierechten zijn gedurende de periode van vijf jaar die volgt op de overnamedatum, alleen verder overdraagbaar op grond van punt 1° of op grond van punt 2°, a) of e), of op grond van een inbreng als vermeld in het derde lid. Als binnen vijf jaar na de datum waarop de overdracht van de nutriëntenemissierechten ingaat, de aandelen van de personenvennootschap geheel of gedeeltelijk worden overgedragen, waardoor, na de overdracht van die aandelen niet minstens 80 % van de aandelen van de personenvennootschap nog eigendom zijn van een of meer personen als vermeld in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6°, of als na de datum waarop de overdracht van de nutriëntenemissierechten ingaat, een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder van de overnemende personenvennootschap toch wordt toegewezen aan een derde die niet vermeld is in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6°, dan wordt alsnog ambtshalve een annulering van 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten doorgevoerd. De annulering gaat in op de eerste dag van de derde maand die volgt op de aangetekende kennisgevingsbrief van de Mestbank. Als deze nutriëntenemissierechten tijdens die tijdsspanne verder worden overgedragen, dan gaat, in afwijking van de bepalingen van de vorige zin, de annulering in op de dag van de verdere overdracht. De annulering van de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten die gepaard gaat met de annulering met 25 % van de nutriëntenemissierechten, wordt bepaald op grond van de invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de laatste drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van de overname van de nutriëntenemissierechten."; 4° in paragraaf 1, 2°, f), 5°, wordt de zin "Als na de overdracht in de overnemende personenvennootschap een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder wordt toegewezen aan een persoon die niet vermeld is in 1° tot en met 4° of 6°, wordt dit gelijkgesteld met een overdracht met annulering van de 25 % nutriëntenemissierechten die toebehoren aan de personenvennootschap." vervangen door de zinnen "De nutrientenemissierechten zijn gedurende de periode van vijf jaar die volgt op de overnamedatum, alleen verder overdraagbaar op grond van punt 1° of op grond van punt 2°, a) of e). Als binnen de vijf jaar na de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, toch een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder wordt toegewezen aan een derde die niet vermeld is in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6°, dan wordt alsnog een ambtshalve annulering van 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten doorgevoerd. De annulering gaat in op de eerste dag van de derde maand die volgt op de aangetekende kennisgevingsbrief van de Mestbank. Als de nutriëntenemissierechten tijdens die tijdsspanne verder worden overgedragen, dan gaat, in afwijking van de bepalingen van de vorige zin, de annulering in op de dag van de verdere overdracht. De annulering van de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten die gepaard gaat met de annulering met 25 % van de nutriëntenemissierechten, wordt bepaald op grond van de invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de laatste drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van de overname van de nutriëntenemissierechten."; 5° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, f), 11°, wordt de zin "Als na de overdracht de aandelen van de overnemende personenvennootschap geheel of gedeeltelijk of de personenvennootschap die beschikt over de nutriëntenemissierechten worden overgedragen aan een derde die niet vermeld is in 7° tot en met 10° of 12°, wordt deze overdracht beschouwd als een overdracht met annulering van de 25 % nutriëntenemissierechten die toebehoren aan de personenvennootschap." vervangen door de zinnen "De nutriëntenemissierechten zijn gedurende de periode van vijf jaar die volgt op de overnamedatum, alleen verder overdraagbaar op grond van punt 1° of op grond van punt 2°, a) of e).

Als binnen de vijf jaar na de datum waarop de overdracht van de nutriëntenemissierechten ingaat, de aandelen van de personenvennootschap toch geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan een derde die niet vermeld is in punt 7° tot en met punt 10° of punt 12°, dan wordt alsnog een ambtshalve annulering van 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten doorgevoerd. De annulering gaat in op de eerste dag van de derde maand die volgt op de aangetekende kennisgevingsbrief van de Mestbank. Als deze nutriëntenemissierechten tijdens die tijdsspanne verder worden overgedragen, dan gaat, in afwijking van de bepalingen van de vorige zin, de annulering in op de dag van de verdere overdracht. De annulering van de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten die gepaard gaat met de annulering met 25 % van de nutriëntenemissierechten, wordt bepaald op grond van de invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de laatste drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum van de overname van de nutriëntenemissierechten."; 6° in paragraaf 1 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, die luiden als volgt: "Een aanvraag op grond van dit artikel wordt ongegrond verklaard als blijkt dat op de overdrachtsdatum of in de tijdsspanne tussen de overdrachtsdatum en de datum van de definitieve akteneming van de overdracht, niet voldaan is aan een van de voorwaarden, vermeld in dit artikel. De landbouwer brengt met een aangetekende brief de Mestbank op de hoogte van de toewijzing van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder, of van een aandelenoverdracht, waarvoor in het eerste lid, 2°, a), b), 5°, f), 5° of 11°, een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten is opgenomen. De melding kan alleen geldig worden gedaan binnen de negentig dagen na de toewijzing van de functie en binnen de negentig dagen na de overdracht van de aandelen.

In het eerste lid, 2°, a), wordt verstaan onder bij de vennootschap betrokken personen: de zaakvoerders, beherende vennoten of bestuurders van de vennootschap.".

Art. 65.Aan artikel 37 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° op vraag van de landbouwer in kwestie. De mestverwerkingsplicht met betrekking tot de nutriëntenemissierechten-MVW blijft gelden tot op het ogenblik dat de annulatie van de nutriëntenemissierechten-MVW ingaat. De Vlaamse Regering kan nadere regels stellen.".

Art. 66.In artikel 41bis van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "bosgebieden, natuurgebieden, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden en daarmee vergelijkbare gebieden zoals aangeduid in de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen" worden vervangen door de woorden "gebieden, aangewezen op gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en sorterend onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur"";b) de woorden "als bosgebied, natuurgebied, natuurreservaat, natuurontwikkelingsgebied of daarmee vergelijkbaar gebied" worden vervangen door de woorden "die sorteert onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur"";2° in paragraaf 2, tweede lid, en paragraaf 5, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 19 december 2008, wordt de zinsnede ", §§ 1 tot en met 10" opgeheven;3° in paragraaf 8 wordt de zinsnede "Als een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een gebied als bosgebied, natuurgebied, natuurreservaat, natuurontwikkelingsgebied of daarmee vergelijkbaar gebied, aanduidt, terwijl dat gebied reeds als bosgebied, natuurgebied, natuurreservaat, natuurontwikkelingsgebied of daarmee vergelijkbare gebied, aangeduid was in het gewestplan of in een vorig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, dan:" vervangen door de zinsnede "Als een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een gebied aanduidt binnen de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur", terwijl dat gebied reeds sorteerde onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur" in het gewestplan of in een vorig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, dan:";4° in paragraaf 9, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de zinsnede "als bosgebied, natuurgebied, natuurreservaat, natuurontwikkelingsgebied of daarmee vergelijkbaar gebied, is aangeduid" wordt vervangen door de zinsnede "sorteert onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur"";b) de zinsnede "niet was aangeduid als bosgebied, natuurgebied, natuurreservaat, natuurontwikkelingsgebied of daarmee vergelijkbaar gebied" wordt vervangen door de zinsnede "niet sorteerde onder de categorie van gebiedsaanduiding "bos" of "reservaat en natuur"".

Art. 67.In artikel 49, § 1, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 2011 en gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of spuistroom" vervangen door de woorden "of andere meststoffen";2° in het eerste lid, 3°, a) en b), worden tussen de woorden "dierlijke mest" en de woorden "vanuit een" de woorden "of andere meststoffen" ingevoegd;3° in het tweede lid, 6°, wordt de zinsnede "24 uur" vervangen door de woorden "de dag".

Art. 68.Aan artikel 60bis, § 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 30 april 2009 en gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, wordt een punt 27° toegevoegd, dat luidt als volgt: "27° de landbouwer die het nalaat tijdig een melding te doen van de toewijzing van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder, of van een aandelenoverdracht, waarvoor met toepassing van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten wordt opgelegd.".

Art. 69.Aan artikel 63 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, wordt een paragraaf 33 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 33. Onverminderd artikel 71 en 72, wordt aan iedere landbouwer aan wie een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten wordt opgelegd en die geen geldige melding doet als vermeld in artikel 34, § 1, derde lid, een administratieve geldboete opgelegd.

De administratieve geldboete, vermeld in het eerste lid, wordt berekend volgens de volgende formule: "X: [(het aantal NER-Dred vermenigvuldigd met 2) vermenigvuldigd met M] en gedeeld door 365, waarbij: X = het bedrag van de administratieve geldboete, uitgedrukt in euro;

NER-Dred: het aantal NER-D dat met toepassing van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, door de Mestbank werd gereduceerd;

M: het aantal kalenderdagen tussen de datum van de toewijzing van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder, of van een aandelenoverdracht, waarvoor met toepassing van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten wordt opgelegd en de datum waarop de Mestbank de overgenomen nutriëntenemissierechten effectief heeft geannuleerd met toepassing van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°. ".".

Art. 70.Aan artikel 84 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 2011, worden een paragraaf 5 en een paragraaf 6 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 5. Voor overdrachten van nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 34, gelden de volgende bepalingen: 1° in afwijking van de annulering met 25 %, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, a), wordt geen annulering van de nutriëntenemissierechten toegepast als de toewijzing van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder, of de aandelenoverdracht, waarvoor anders een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten door die bepaling is vastgesteld, wordt gedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur;2° in afwijking van de annulering met 25 %, vermeld in artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, b), 5°, wordt geen annulering van de nutriëntenemissierechten toegepast als de toewijzing van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder waarvoor anders een annulering met 25 % van de overgenomen nutriëntenemissierechten door die bepaling is vastgesteld, wordt gedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur;3° in afwijking van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, b), 5°, tweede lid, eerste zin, § 1, eerste lid, 2°, f), 5°, tweede zin, en § 1, eerste lid, 2°, f), 11°, tweede zin, zijn de nutriëntenemissierechten op grond van alle overdrachtsmogelijkheden, vermeld in artikel 34, overdraagbaar, als de akteneming van de overgenomen nutriëntenemissierechten is gedaan vóór de inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur. § 6. Voor alle overdrachten van nutriëntenemissierechten, vermeld in artikel 34, waarvan de datum van overname van de nutriëntenemissierechten is vastgesteld vóór de datum van de inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, waarbij de overname werd goedgekeurd op grond van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, b), 5°, of § 1, eerste lid, 2°, f), en waarbij de datum van de aandelenoverdrachten of de toewijzingen van een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder, vermeld in punt 2°, zich situeert vóór de datum van inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, gelden volgende overgangsregelingen: 1° in afwijking van artikel 34, § 1, derde lid, kan tot zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van artikel 61 van het decreet van 28 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur, een geldige melding worden gedaan;2° in afwijking van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, b), 5°, laatste zin, § 1, eerste lid, 2°, f), 5°, laatste zin, en § 1, eerste lid, 2°, f), 11°, laatste zin, worden de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten bepaald op grond van de invulling van de nutriëntenemissierechten gedurende de laatste drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum waarop: a) een aandelenoverdracht werd gedaan waardoor niet meer voldaan is aan de voorwaarde dat minstens 80 % van de aandelen van de personenvennootschap nog eigendom moet zijn van een of meer personen als vermeld in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6° van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, b), 5° ;b) de functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder is toegewezen aan een derde die niet vermeld is in punt 1° tot en met punt 4° of punt 6° van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, f), 5°, of een aandelenoverdracht is gedaan aan een of meer personen die niet vermeld zijn in punt 7° tot en met punt 10° of punt 12° van artikel 34, § 1, eerste lid, 2°, f), 11° ; 3° in afwijking van artikel 31, § 2, wordt, als een annulering wordt toegepast op grond van artikel 34, § 1, 2°, b), 5°, of § 1, eerste lid, 2°, f), de niet correct afgezette mestproductie bepaald op grond van de mestafzet op het bedrijf gedurende de drie gekende kalenderjaren die voorafgaan aan de datum waarop een functie van zaakvoerder, beherende vennoot of bestuurder is toegewezen of waarop een aandelenoverdracht, als vermeld in punt 2°, a) of b), is gedaan.". HOOFDSTUK 1 4. - Decreet betreffende de diepe ondergrond

Art. 71.In artikel 38 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden een paragraaf 1/1 en een paragraaf 1/2 ingevoegd, die luiden als volgt: " § 1/1. Een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag wordt uitsluitend verleend als uit de ingediende aanvraag en uit alle andere relevante informatie blijkt dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de aanvraag voldoet aan alle vereisten, vermeld in dit hoofdstuk, en aan alle andere toepasselijke regelgeving;2° de aanvrager is financieel solide en technisch bekwaam en betrouwbaar om de opsporingswerkzaamheden uit te voeren, en er is gezorgd voor professionele en technische ontwikkeling en training van de aanvrager en van alle personeel. Een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag wordt niet verleend in de volgende gevallen: 1° als de aanvraag betrekking heeft op een gebied waarvoor een ander nog over een geldige opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag of opslagvergunning in het kader van dit hoofdstuk beschikt;2° als de aanvraag betrekking heeft op een gebied dat de Vlaamse Regering niet wil openstellen voor de geologische opslag van koolstofdioxide. § 1/2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1/1 worden de vergunningsaanvragen beoordeeld op basis van de volgende criteria: 1° de technische bekwaamheid van de aanvrager;2° de manier waarop de aanvrager zich voorneemt de opsporingswerkzaamheden te verrichten;3° in voorkomend geval, het eventuele gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin waarvan de aanvrager in het kader van een andere vergunning blijk heeft gegeven;4° in voorkomend geval, de eventuele interferentie met andere al vergunde activiteiten in de ondergrond. De criteria, vermeld in het eerste lid, kunnen ook een grond tot weigering van de opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag uitmaken.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de vergunningscriteria.".

Art. 72.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 8°, wordt de zinsnede "artikel 52, § 3" vervangen door de zinsnede "artikel 52, § 2";2° in het derde lid worden de woorden "bepaalt nadere regels" vervangen door de woorden "kan nadere regels bepalen".

Art. 73.In artikel 46, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt de zinsnede "overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto" vervangen door de zinsnede "overeenkomstig de relevante bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan".

Art. 74.In artikel 48, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt de zinsnede "overeenkomstig artikel 20, § 2, van het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto" vervangen door de zinsnede "overeenkomstig de relevante bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan".

Art. 75.In artikel 52, § 2, eerste lid, en § 3, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt de zinsnede "overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto" vervangen door de zinsnede "overeenkomstig de relevante bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan".

Art. 76.In artikel 53 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden in het eerste lid de woorden "overeenkomstig artikel 20 van het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto" vervangen door de woorden "overeenkomstig de relevante bepalingen van het Energiedecreet en zijn uitvoeringsbesluiten".

Art. 77.In artikel 57, § 1, eerste en tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, wordt de zinsnede "ingevolge de opname van de opslaglocatie binnen de werkingssfeer van artikel 20 van het decreet van 2 april 2004 tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest door het bevorderen van het rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en de toepassing van flexibiliteitsmechanismen uit het Protocol van Kyoto" vervangen door de zinsnede "inzake het inleveren van rechten in geval van lekkage ingevolge de opname van de opslaglocatie binnen de werkingssfeer van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en de uitvoeringsbesluiten ervan".

Art. 78.In artikel 58, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, worden tussen het woord "parameters" en het woord "inzake" de woorden "en elementen" ingevoegd.

Art. 79.In artikel 62, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden tussen het woord "houder" en het woord "van" de woorden "of laatste houder" ingevoegd;2° in het tweede lid worden de woorden "de houder van een opsporingsvergunning" telkens vervangen door de woorden "de houder of laatste houder van een opsporingsvergunning".

Art. 80.In artikel 76, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "Om de drie jaar, te beginnen vanaf 2011" wordt vervangen door de woorden "Zodra minstens een opslagvergunning verleend is in het Vlaamse Gewest";2° tussen het woord "Parlement" en het woord "verslag" wordt het woord "driejaarlijks" ingevoegd. HOOFDSTUK 1 5. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

Art. 81.In het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013, wordt een artikel 13/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 13/1.De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen betreffende het beheer, de verwerking en het gebruik van materialen afkomstig van bouw- en infrastructuurwerken en van sloop-, ontmantelings-, en renovatiewerken bij bouwen infrastructuurwerken.

De Vlaamse Regering kan sloopbeheerorganisaties erkennen. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden en de procedure tot erkenning. Ze bepaalt ook de voorwaarden voor het gebruik van de erkenning.".

Art. 82.Aan artikel 68 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt de controle op en de bestuurlijke handhaving van de naleving van de verplichtingen inzake de milieuheffingen uitgevoerd volgens de regels, vermeld in hoofdstuk 5, afdeling 2.".

Art. 83.In artikel 69 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt de overtreding van de verplichting tot aangifte en betaling van milieuheffingen, vermeld in artikel 50, en de verplichting tot betaling van de administratieve geldboete, vermeld in artikel 58, uitsluitend bestraft op de wijze, vermeld in hoofdstuk 5, afdeling 2.". HOOFDSTUK 1 6. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 22 oktober 2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap

Art. 84.In het opschrift van het decreet van 8 november 2013 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 22 oktober 2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap wordt de datum "22 oktober 2012" vervangen door de datum "2 september 2013". HOOFDSTUK 1 7. - Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

Art. 85.In het decreet van 21 december 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 wordt een nieuw artikel 81 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 81.Bij wijze van overgangsmaatregel bij artikel 63 tot en met 70 wordt eenmalig het bedrag van de heffing voor de heffingsplichtigen zoals bedoeld in de artikelen 35quinquies en 35septies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging voor zover een bovengemeentelijke vergoeding zoals bedoeld in artikel 16quinquies, § 2, van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, aangerekend wordt door de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk op het waterverbruik 2014, voor het heffingsjaar 2014 verminderd met: m® eigenwaterwinning x vrijgestelde vervuiling x T waarin: m® eigenwaterwinning = het waterverbruik berekend als de som van de gedurende 2013 ontvangen hoeveelheid grondwater, oppervlaktewater, hemelwater en ander water, uitgedrukt in m®, zoals bepaald in overeenstemming met artikel 35septies, § 2, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; vrijgestelde vervuiling = de vuilvracht N - Nk, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 35quinquies, § 1, en artikel 35septies, § 1, voor de heffing 2014 gedeeld door Q, zoals bepaald in artikel 35septies, § 2, van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;

T = 44,25 euro/VE. De heffing kan in geen geval negatief worden.". HOOFDSTUK 1 8. - Slotbepalingen

Art. 86.De artikelen 8 en 9, 11 tot en met 15, 17 tot en met 21, 48, 1° en 2°, en artikel 49, 1°, treden in werking op 1 januari 2014. Artikel 10 treedt in werking één jaar na de dag van de bekendmaking van dit decreet.

Artikelen 22 en 23 hebben uitwerking met ingang van 1 oktober 2013.

Art. 87.Artikel 64 is van toepassing op alle op grond van artikel 34 van het Mestdecreet ingediende overnamedossiers, zowel geakteerde, lopende of nog in te dienen aanvragen tot overname van nutriëntenemissierechten.

Voor wat betreft aanvragen tot overname van nutriëntenemissierechten die op het moment van inwerkingtreding van artikel 64 reeds geakteerd zijn, zijn, naast de bepalingen van artikel 64, ook de overgangsbepalingen opgenomen in artikel 70 van toepassing.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 februari 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken. - Ontwerp van decreet, 2322, nr. 1. - Amendementen, 2322, nr. 2. - Verslag, 2322, nr.3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2322, nr. 4.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 februari 2014.

^