Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 januari 2004
gepubliceerd op 17 februari 2004

Decreet houdende organisatie binnen de « Université de Liège » van een afdeling Milieuwetenschappen en -beheer in de Provincie Luxemburg en tot toelating van de overdracht van het personeel en het patrimonium van de v.z.w. « Fondation universitaire luxembourgeoise » naar het patrimonium van de « Université de Liège »

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004029053
pub.
17/02/2004
prom.
28/01/2004
ELI
eli/decreet/2004/01/28/2004029053/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2004. - Decreet houdende organisatie binnen de « Université de Liège » van een afdeling Milieuwetenschappen en -beheer in de Provincie Luxemburg en tot toelating van de overdracht van het personeel en het patrimonium van de v.z.w. « Fondation universitaire luxembourgeoise » naar het patrimonium van de « Université de Liège »(1)


Het Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I Wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat

Artikel 1.§ 1. In artikel 4 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat wordt de volgende bepaling toegevoegd : « § 5. Op 1 januari 2004 richt de « Université de Liège » in het kanton Aarlen de afdeling voor onderwijs, onderzoek en diensten inzake milieuwetenschappen en -beheer op.

Deze afdeling ontwikkelt partnerschappen met de universitaire instellingen die inzonderheid ressorteren onder de Europese grensoverschrijdende gebieden.

De organen voor bestuur, onderwijs, onderzoek en de diensten van deze afdeling ontwikkelen in het kanton Aarlen hun activiteiten in de gebouwen die vroeger het eigendom waren van de « Fondation universitaire luxembourgeoise », vereniging zonder winstoogmerk, hierna de « FUL », v.z.w. genoemd.

Er wordt een strategisch comité van deze afdeling opgericht dat een adviesorgaan is, belast met het oriënteren in het algemeen van de onderzoeksprogramma's in synergie met de lokale projecten, met hun herwaardering alsmede algemener met de uitstraling van de afdeling.

Buiten de Gouverneur van de Provincie Luxemburg of de persoon die door hem wordt afgevaardigd en die er de voorzitter van is, zijn vier vertegenwoordigers stemgerechtigd die aangesteld worden door elke groep provincieraadsleden op dezelfde lijst verkozen bij de provincieraadsverkiezingen in de Provincie Luxemburg en drie vertegenwoordigers van het economische en sociale leven van deze provincie, die door hun respectievelijke instanties aangesteld worden.

De Regeringscommissaris en de afgevaardigde van de Minister van Begroting bij de « Université de Liège » aangesteld krachtens de artikelen 1 en 7 van het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen, wonen de vergaderingen van het strategisch comité bij. » § 2. In artikel 8, lid 1, 8°, van voornoemde wet van 28 april 1953 worden de woorden « , alsmede de voorzitter van het strategisch comité van de universitaire afdeling milieuwetenschappen en -beheer bedoeld in artikel 4, § 5 of de persoon die door dat comité aangesteld wordt, » ingevoegd voor de woorden « raadgevende stem ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen

Art. 2.In artikel 46 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen : 1° in lid 1, dat § 1 van het artikel wordt, wordt d) opgeheven vanaf het begrotingsjaar 2004;2° worden de leden 2 en 3 geschrapt;3° wordt het artikel aangevuld met de volgende paragrafen : « § 2.Vanaf het begrotingsjaar 2004 wordt een subsidie aangerekend op een afzonderlijk artikel van de begroting van het patrimonium van de « Université de Liège » en exclusief bestemd voor de financiering van de in artikel 1 bedoeld afdeling.

Het deel van de subsidie betreffende de lasten van het personeel bedoeld in artikel 3, lid 1, wordt als ontvangst aangerekend op afdeling I van de begroting van de « Université de Liège » zoals bepaald op 12 april 1999 in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opmaken en de vorm van de begrotingen en rekeningen van de universitaire instellingen.

Voor het begrotingsjaar 2004 is deze subsidie gelijk aan de geïndexeerde jaarlijkse subsidie van de « Fondation universitaire luxembourgeoise » voor 2003. § 3. Voor de volgende begrotingsjaren wordt deze subsidie verminderd met : - 100.000 euro voor 2005; - 200.000 euro voor 2006; - 300.000 euro voor 2007; - 400.000 euro voor 2008 tot 2014. § 4. Voor de begrotingsjaren 2015 tot 2018 is het bedrag van de subsidie gelijk aan dat van het vorig begrotingsjaar, verminderd met een kwart van het bedrag toegekend voor 2014.

Vanaf 2019 wordt geen subsidie meer toegekend. § 5. De verminderingen bepaald in de §§ 3 en 4 worden bijgerekend bij het basisbedrag van de jaarlijkse werkingstoelagen vastgesteld in artikel 29, § 1, lid 1. § 6. De bedragen bepaald in de §§ 2 tot 5 worden op dezelfde wijze geïndexeerd als de werkingstoelagen voor de universiteiten. » HOOFDSTUK III. - Overgangs- en opheffingsbepalingen

Art. 3.De leden van het academisch personeel en de leden van het vastbenoemd wetenschappelijk personeel die behoren tot de « FUL », v.z.w., tot de inwerkingtreding van dit decreet, worden overgeheveld naar de « Université de Liège » en opgenomen bij het vastbenoemd academisch en wetenschappelijk personeel ten laste van afdeling I van de begroting van de instelling.

De leden van het tijdelijk wetenschappelijk personeel en de leden van het administratief en technisch personeel die door de « FUL », v.z.w., zijn aangeworven, tot de inwerkingtreding van dit decreet, worden overgeheveld naar de « Université de Liège » en door een arbeidsovereenkomst gebonden aan het patrimonium van deze universiteit.

Ze worden aangesteld op de afdeling bedoeld in artikel 1.

Zij bewaren hun bezoldiging, hun hoedanigheid, hun graad, hun academische, wetenschappelijke of administratieve anciënniteit alsmede hun geldelijke anciënniteit.

Art. 4.Na beslissing van de provincieraad van de Provincie Luxemburg worden de roerende of onroerende goederen, waar de « FUL », v.z.w., eigenaar van was tot de datum van ontbinding, na inventaris die binnen de zes maanden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet wordt opgemaakt, overgebracht naar het patrimonium van de « Université de Liège ».

Art. 5.Na beslissing van de algemene vergadering van de « FUL », v.z.w., volgt de « Université de Liège » in het actief en het passief op alsmede in het geheel van de gerepertorieerde rechten en verplichtingen, waar de « FUL », v.z.w., titularis van was op de datum van inwerkingtreding van dit decreet. De schuldvorderingen en verplichtingen die zich baseren op de onderzoekscontracten en op de contracten die handelen over prestaties tegenover derden, die voordien gesloten zijn door de « FUL », v.z.w., en die in uitvoering zijn op de datum van inwerkingtreding van dit decreet, worden afgestaan en overgedragen aan het patrimonium van de « Université de Liège ». Deze afstanden en overdrachten kunnen van rechtswege worden ingeroepen tegen de medecontractanten en derden, zonder andere formaliteit. Zij bevatten alle rechten en verplichtingen gebonden aan de hangende en toekomstige procedures.

Art. 6.De studenten ingeschreven op de « FUL » op de datum van inwerkingtreding van dit decreet worden geacht ingeschreven te zijn op de « Université de Liège ».

Voor de toepassing van artikel 48quater van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, worden de gespecialiseerde studieprogramma's, die door de FUL georganiseerd worden, geacht georganiseerd te zijn door de « Université de Liège » en in acht te zijn genomen voor de financiering ervan.

Art. 7.De volgende artikelen worden opgeheven : 1° de artikelen 1, § 2, 8, § 4, van het decreet van 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden;2° artikel 5 van het programma-decreet van 27 oktober 1997 houdende diverse maatregelen inzake onderwijs;3° artikel 22 van de wet van 28 mei 1971 houdende nieuwe maatregelen voor de universitaire expansie. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 8.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 9.De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 januari 2004.

De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Lasten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Kunsten, Letteren en de Audiovisuele Sector, D. DUCARME De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad . - Decreetsontwerp, nr. 476-1. - Commissie-amendementen, nr. 476-2. - Verslag, nr. 476-3.

Integraal verslag . - Bespreking en aanneming. Vergadering van 20 januari 2004.

^