Etaamb.openjustice.be
Decreet van 29 maart 2017
gepubliceerd op 14 april 2017

Decreet betreffende de studie geneeskunde en de studie tandheelkunde

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017011629
pub.
14/04/2017
prom.
29/03/2017
ELI
eli/decreet/2017/03/29/2017011629/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 MAART 2017. - Decreet betreffende de studie geneeskunde en de studie tandheelkunde (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen, en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de studie geneeskunde en de studie tandheelkunde

Artikel 1.§ 1 Hebben alleen toegang tot de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en tot de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde met het oog op het behalen van de graad die ze bekrachtigt, de studenten die voldoen aan de algemene voorwaarden voor de toegang tot de studies van de eerste cyclus bedoeld in artikel 107 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, en die houder zijn van een slaagattest, uitgereikt na een ingangs- en toelatingsexamen voor de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde, hierna "ingangs- en toelatingsexamen" genoemd. § 2. Vanaf het academiejaar 2017-2018, organiseert de Regering een ingangs- en toelatingsexamen.

Voor het academiejaar 2017-2018, wordt het ingangs- en toelatingsexamen op gecentraliseerde wijze op 8 september 2017 georganiseerd. De uiterste inschrijvingsdatum wordt op 1 augustus 2017 vastgesteld. Wegens behoorlijk met redenen omklede overmacht, kan de Regering van die datums afwijken.

Vanaf het academiejaar 2018-2019, op de voordracht van de ARES ("Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur") (Academie Onderzoek en Hoger Onderwijs), kan de Regering het ingangs- en toelatingsexamen organiseren op gecentraliseerde wijze of binnen elke universitaire instelling die ertoe wordt gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseert.

Vanaf het academiejaar 2018-2019, op de voordracht van de ARES, kan de Regering het ingangs- en toelatingsexamen een eerste keer gedurende de eerste veertien dagen van juli en een tweede keer gedurende de periode van 15 augustus tot 15 september organiseren.

Vanaf het academiejaar 2018-2019, op de voordracht van de ARES, stelt de Regering de uiterste inschrijvingsdatum(s) en de examendatum(s) vast. § 3. Om aan dat ingangs- en toelatingsexamen deel te nemen, schrijft de kandidaat zich in op een computerplatform dat door de ARES wordt gecentraliseerd.

Het inschrijvingsrecht voor dat examen wordt op 30,00 euro vastgesteld. Indien het examen twee keer per academiejaar wordt georganiseerd, wordt het inschrijvingsrecht bij elke inschrijving voor het examen gevorderd. Het inschrijvingsgeld wordt aan de ARES betaald en wordt door de ARES aan de kandidaat terugbetaald op voorwaarde dat deze aan het ingangs- en toelatingsexamen werkelijk deelneemt.

Bij die inschrijving vermeldt de kandidaat : 1° de keuze van de studierichting (geneeskunde of tandheelkunde);2° of hij als verblijvende student kan worden beschouwd in de zin van artikel 1 van het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 06/07/2006 numac 2006029091 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs sluiten tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs.De student bezorgt de gegevens waardoor zijn hoedanigheid van verblijvende student kan worden bewezen.

Samen met de universitaire instellingen die ertoe worden gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseren, kijkt de ARES na of de student als verblijvende student kan worden beschouwd. De ARES zendt de lijst van verblijvende studenten en niet verblijvende studenten die voor het ingangs- en toelatingsexamen ingeschreven zijn naar de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen uiterlijk de dag waarop het ingangs- en toelatingsexamen wordt georganiseerd.

Indien het examen op gecentraliseerde wijze wordt georganiseerd, vermeldt de kandidaat de universitaire instelling die ertoe wordt gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseert, waarin hij zijn studie wenst voort te zetten als hij slaagt.

Indien het examen wordt georganiseerd binnen elke universitaire instelling die ertoe wordt gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseert, vermeldt de kandidaat de universitaire instelling waarin hij het ingangs- en toelatingsexamen wenst af te leggen. Als hij slaagt, zet de kandidaat zijn studie voort bij dezelfde universitaire instelling.

De kandidaat kan zijn inschrijving vóór het ingangs- en toelatingsexamen intrekken tot uiterlijk drie werkdagen vóór de datum van het examen. Het in het tweede lid bedoelde inschrijvingsgeld wordt hem dan door de ARES terugbetaald. § 4. Indien het examen wordt georganiseerd in alle universitaire instellingen die ertoe worden gemachtigd de studie van de eerste cyclus inde geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseren, zendt de ARES, na de uiterste inschrijvingsdatum en vóór de organisatie van het examen, naar die instellingen de lijst van de kandidaten die voor het examen ingeschreven zijn. § 5. In afwijking van § 1, worden ook tot de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en tot de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde toegelaten, de studenten die, om een bijzondere beroepstitel te behalen, in het kader van hun cursus master specialisatie in de geneeskunde of in de tandheelkunde, het onderwijs van de eerste cyclus of de tweede cyclus respectief in de tandheelkunde of in de geneeskunde moeten volgen. § 6. De studenten die zich voor de studie van de eerste cyclus en de tweede cyclus in de geneeskunde en in de tandheelkunde wensen in te schrijven, met uitzondering van de master specialisatie, en die studiepunten hebben verworven of opgeteld op grond van een academische graad voor de verwerving waarvan de in § 1 vermelde bijkomende voorwaarde niet van toepassing is, leggen het ingangs- en toelatingsexamen af.

Art. 2.§ 1. Voor alle universitaire instellingen die ertoe worden gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseren, wordt een examencommissie opgericht voor het ingangs- en toelatingsexamen voor de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde van de Franse Gemeenschap, hierna "examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen" genoemd.

De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen staat onder toezicht van één van de commissarissen of afgevaardigden van de Regering die bij een universiteit worden aangewezen. De Regering wijst, op de voordracht van die commissarissen en afgevaardigden, de commissaris of afgevaardigde belast met dat toezicht aan. § 2. De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen bepaalt de vragen van het examen en de nadere regels voor de evaluatie ervan, alsook de redelijke aanpassingen bedoeld bij het decreet van 30 januari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/01/2014 pub. 09/04/2014 numac 2014029210 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het inclusief hoger onderwijs sluiten betreffende het inclusief hoger onderwijs. § 3. De Regering wijst de leden van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen aan, op de voordracht van de in § 1 bedoelde universitaire instellingen. Ze worden aangewezen uit de werkende of emeritus leden van het academisch corps van de universitaire instellingen die ertoe worden gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseren. Hun aantal is 10; dit is 2 per universitaire instelling. De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen heeft een voorzitter en een ondervoorzitter. De ondervoorzitter van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen kan de voorzitter vervangen. De ARES neemt het secretariaat van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen waar.

De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen kan zich, in het kader van haar opdrachten, laten bijstaan door deskundigen die onder haar verantwoordelijkheid worden aangewezen. De inspecteurs van het gewoon secundair onderwijs die de functies uitoefenen die bedoeld zijn in artikel 28, 8°, 17°, 19° en 20°, van het decreet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/03/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007029052 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs sluiten betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs nemen deel aan de werkzaamheden van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen. Ze worden, op de voordracht van de coördinerende inspecteur-generaal, gezamenlijk door de minister van leerplichtonderwijs en de minister van hoger onderwijs aangewezen.

Op verzoek van de examencommissie, kunnen de deskundigen de beraadslaging van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen met adviserende stem bijwonen. De inspecteurs nemen geen deel aan de beraadslaging van die examencommissie.

Het mandaat van de leden van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen duurt één jaar en wordt stilzwijgend hernieuwd.

De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen stelt haar huishoudelijk reglement vast en legt dit aan de Regering ter goedkeuring voor.

Art. 3.Het ingangs- en toelatingsexamen voor de studie geneeskunde en/of de studie tandheelkunde wordt in de vorm van een schriftelijke proef georganiseerd, bestaande uit twee delen, en heeft betrekking op de volgende vakken : Deel 1 : kennis en begrip van wetenschappelijke vakken : a) biologie;b) scheikunde;c) natuurkunde;d) wiskunde. Deel 2 : communicatie en kritische analyse van informatie : a) evaluatie van de bekwaamheid op het vlak van redenering, analyse, integratie, synthese, argumentatie, kritische zin en conceptualisering;b) evaluatie van de bekwaamheid om te communiceren en om de conflictueuze of potentieel conflictueuze situaties gewaar te worden;c) evaluatie van de bekwaamheid om de ethische dimensie van de te nemen beslissingen en de gevolgen ervan voor de individuele personen en de samenleving gewaar te worden;d) evaluatie van de bekwaamheid tot empathie, medelijden, rechtvaardigheid en respect. Op de voordracht van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen, stelt de Regering het gedetailleerde programma van het examen vast.

Om voor het ingangs- en toelatingsexamen te slagen, moet de kandidaat een gemiddelde van minstens 10/20 voor elk deel behalen, met minstens 8/20 voor elk onderwerp van beide delen van het examen. Om het globale cijfer te krijgen, telt de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen de voor elk deel gekregen gemiddelden op.

Art. 4.§ 1. De ARES zorgt voor het beheer en de materiële en administratieve organisatie van het in artikel 1 bedoelde ingangsexamen, overeenkomstig de opdrachten die bepaald zijn in artikel 21, 5°, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies. § 2. De examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen neemt de academische verantwoordelijkheid voor het examen op.

Art. 5.Vanaf het begrotingsjaar 2017 wordt elk jaar een globale subsidie van achthonderdduizend euro (800.000 euro) aan de ARES toegekend, met het oog op het beheer en de administratieve en materiële organisatie van het ingangsexamen en de oriëntatietest voor de gezondheidssector. Ze wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de formule die bepaald is in artikel 29, § 4, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling. De ARES kan een deel van dat bedrag aan de betrokken instellingen toekennen met het oog op de materiële en logistieke organisatie van het ingangs- en toelatingsexamen.

Art. 6.§ 1. Uiterlijk binnen de 3 dagen volgend op de beraadslaging, deelt de voorzitter van de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen de kandidaten de resultaten van het examen door toedoen van de ARES mee, en zendt de lijst van de geslaagden naar de universitaire instellingen die ertoe worden gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of de studie van de eerste cyclus in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseren.

Uiterlijk binnen de 10 dagen volgend op de organisatie van het examen, reikt de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen door toedoen van de ARES aan de kandidaten die geslaagd zijn een attest uit dat het bewijs levert dat ze voor het ingangs- en toelatingsexamen geslaagd zijn. Onverminderd de andere toelatingsvoorwaarden, wordt de student die houder is van dat attest ingeschreven bij de universitaire instelling die werd vastgesteld bij zijn inschrijving voor het examen overeenkomstig artikel 1, § 3.

Dat attest van slagen voor het examen geldt alleen voor het onmiddellijk hierop volgende academiejaar. Het is persoonlijk en niet overdraagbaar. Bij overmacht, behoorlijk vastgesteld door de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen, kan dat attest geldig worden gemaakt voor de twee volgende academiejaren. § 2. Wanneer de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen beraadslaagt, past ze het volgende stelsel toe : voor elke studierichting wordt een T-aantal bepaald, gelijk aan het totale aantal kandidaten die voor het in artikel 1 bedoelde ingangs- en toelatingsexamen geslaagd zijn alsook een NV-aantal voor elke studierichting, gelijk aan het aantal kandidaten die voor het ingangs- en toelatingsexamen geslaagd zijn en die niet beschouwd worden als verblijvende studenten in de zin van artikel 1 van het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 06/07/2006 numac 2006029091 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs sluiten tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs.

Wanneer de verhouding tussen dat NV-aantal en het T-aantal een percentage bereikt dat hoger is dan 30 %, wordt een rangschikking door de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen uitgevoerd onder de kandidaten die voor het ingangsexamen geslaagd zijn en die niet als verblijvende studenten kunnen worden beschouwd, om de kandidaten aan te wijzen aan wie een slaagattest zal worden uitgereikt. De examencommissie rangschikt die kandidaten in dalende volgorde van de globale cijfers die worden behaald door elk van de kandidaten voor het ingangs- en toelatingsexamen. Ze kent de slaagattesten toe aan de kandidaten die voor het ingangsexamen geslaagd zijn en die batig gerangschikt zijn, totdat het percentage van kandidaten die niet als verblijvende studenten kunnen worden beschouwd 30 % uitmaakt van het totaal aantal geslaagden.

Op het einde van die procedure, wordt voor elke studierichting een G-aantal vastgesteld, gelijk aan het aantal studenten die houder zijn van een attest van slagen voor het examen.

Art. 7.De kandidaat kan het ingangs- en toelatingsexamen alleen afleggen gedurende een academiejaar binnen de 5 academiejaren volgend op de datum waarop het examen voor de eerste keer werd afgelegd, behoudens overmacht die door de examencommissie voor het ingangs- en toelatingsexamen behoorlijk wordt vastgesteld.

Art. 8.Voor de academiejaren 2017-2018 en 2018-2019, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep B, bedoeld in artikel 28 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, aangepast, door het totale aantal studenten in de geneeskunde die ingeschreven zijn voor een studieprogramma houdende de eerste 60 studiepunten van de eerste cyclus van de studie in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 25, a), b), c) en f), over die zelfde instellingen te verdelen volgens de volgende formule : het G-aantal betreffende de studierichting geneeskunde, vastgesteld in artikel 6, § 2, wordt vermenigvuldig met de volgende verdelingspercentages : 1. Université de Liège : 20,88 %;2. Université catholique de Louvain : 27,06 %;3. Université libre de Bruxelles : 18,94 %;4. Université de Mons : 11,15 %;5. Université de Namur : 21,97 %. Voor het academiejaar 2018-2019, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep B van elke instelling aangepast, door de in het eerste lid bedoelde verdeling toe te passen op de studenten van de eerste cyclus in de geneeskunde die minstens 45 studiepunten hebben verworven en zich niet op het einde van de cyclus bevinden.

Vanaf het academiejaar 2019-2020, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep B van elke instelling aangepast, door de in het eerste lid bedoelde verdeling toe te passen op alle studenten van de eerste cyclus in de geneeskunde.

Voor de academiejaren 2020-2021 en 2021-2022, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep C, bedoeld in artikel 28 van die zelfde wet, aangepast, door het totale aantal studenten in de geneeskunde die ingeschreven zijn voor een studieprogramma houdende de 60 eerste studiepunten van de tweede studiecyclus in de in artikel 25, a), b), c) bedoelde universitaire instellingen te verdelen over die zelfde instellingen volgens de volgende percentages : 1° Université de Liège : 22,55 %;2° Université catholique de Louvain : 49,97 %;3° Université libre de Bruxelles : 27,48 %. Voor het academiejaar 2021-2022, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep C van elke instelling aangepast, door de in het vierde lid bedoelde verdeling toe te passen op de studenten van de tweede cyclus in de geneeskunde die minstens 45 studiepunten hebben verworven maar die zich niet op het einde van de cyclus bevinden.

Vanaf het academiejaar 2022-2023, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep C van elke instelling aangepast, door de in het vierde lid bedoelde verdeling toe te passen op alle studenten van de tweede cyclus in de geneeskunde.

Art. 9.Voor de academiejaren 2017-2018 en 2018-2019, wordt de berekening van het aantal studenten van groep B, bedoeld in artikel 28 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, eveneens aangepast, door het totale aantal studenten in de tandheelkunde die ingeschreven zijn voor een studieprogramma houdende de eerste 60 studiepunten van de eerste cyclus van de studie in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 25, a), b), c), over die zelfde instellingen te verdelen volgens de volgende formule : het G-aantal betreffende de studierichting tandheelkunde, vastgesteld in artikel 6, § 2, wordt vermenigvuldig met de volgende verdelingspercentages : 1° Université de Liège : 25,96 %;2° Université catholique de Louvain : 38,69 %;3° Université libre de Bruxelles : 35,35 %. Voor het academiejaar 2018-2019, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep B van elke instelling eveneens aangepast, door de in het eerste lid bedoelde verdeling toe te passen op de studenten van de eerste cyclus in de tandheelkunde die minstens 45 studiepunten hebben verworven en die zich niet op het einde van de cyclus bevinden.

Vanaf het academiejaar 2019-2020, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep B van elke instelling eveneens aangepast, door de in het eerste lid bedoelde verdeling toe te passen op alle studenten van de eerste cyclus in de tandheelkunde.

Voor het academiejaar 2020-2021, wordt de berekening van het aantal studenten van groep C, bedoeld in artikel 28 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, verricht, door het totale aantal studenten in de tandheelkunde die ingeschreven zijn voor een studieprogramma houdende de eerste 60 studiepunten van de tweede cyclus van de studie in de universitaire instellingen bedoeld in artikel 25, a), b) en c), over die zelfde instellingen te verdelen volgens de volgende verdelingspercentages : 1° Université de Liège : 22,41 %;2° Université catholique de Louvain : 38,58 %;3° Université libre de Bruxelles : 39,01 %. Vanaf het academiejaar 2021-2022, wordt de berekening van het aantal studenten van de groep C van elke instelling eveneens aangepast, door de in het vierde lid bedoelde verdeling toe te passen op alle studenten van de tweede cyclus in de tandheelkunde.

Art. 10.De in de artikelen 8 en 9 bedoelde financieringsstelsels zijn van toepassing tot 2026. HOOFDSTUK II. - Wijzigings- en overgangsbepalingen

Art. 11.Artikel 110/3, § 2, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : "In afwijking van het eerste lid, voor het academiejaar 2016-2017, wordt het aantal attesten voor toelating tot het vervolg van het programma van de cyclus in de geneeskunde verdeeld als volgt : 135 attesten voor de "Université de Liège", 176 attesten voor de "Université catholique de Louvain", 123 attesten voor de "Université libre de Bruxelles", 72 attesten voor de "Université de Mons" en 143 attesten voor de "Université de Namur".

In afwijking van het eerste lid, voor het academiejaar 2016-2017, wordt het aantal attesten voor toelating tot het vervolg van het programma van de cyclus in de tandheelkunde verdeeld als volgt : 23 attesten voor de "Université de Liège", 34 attesten voor de "Université catholique de Louvain", en 32 attesten voor de "Université libre de Bruxelles.".

Art. 12.In afwijking van artikel 110/2 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, kunnen de studenten die ingeschreven zijn voor een programma houdende de eerste 60 studiepunten van de eerste cyclus in de geneeskunde en in de tandheelkunde gedurende het academiejaar 2015-2016 en die minstens 45 studiepunten van de eerste 60 studiepunten van het studieprogramma van de eerste cyclus hebben verworven en die de proef van het vergelijkend examen bedoeld in artikel 110/4 van het voormelde decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten hebben afgelegd, in hun studieprogramma de onderwijseenheden van het vervolg van het programma van de eerste cyclus in de geneeskunde en de tandheelkunde opnemen.

Art. 13.De studenten die ingeschreven zijn voor de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en in de tandheelkunde vóór de inwerkingtreding van dit decreet en die geen attest voor toelating tot het vervolg van het programma van de cyclus, uitgereikt op het einde van het vergelijkend examen, hebben bekomen, moeten het in artikel 1 bedoelde ingangs- en toelatingsexamen afleggen om in hun studieprogramma de onderwijseenheden van het vervolg van het programma van de eerste cyclus in de geneeskunde en in de tandheelkunde op te kunnen nemen.

Met het oog op de inschrijving van die studenten voor het ingangs- en toelatingsexamen, zendt elke universitaire instelling die ertoe wordt gemachtigd de studie van de eerste cyclus in de geneeskunde en/of in de tandheelkunde te organiseren en deze organiseert, voor uiterlijk 31 juli 2017, de lijst van de studenten die gedurende het academiejaar 2016-2017 ingeschreven waren in de geneeskunde en in de tandheelkunde, naar de ARES. Ze worden geacht ingeschreven te zijn voor het ingangs- en toelatingsexamen. In afwijking van artikel 1, § 3, worden ze vrijgesteld van de betaling van het geld van de inschrijving voor het examen.

Art. 14.Voor het academiejaar 2016-2017, worden de attesten bedoeld in artikel 110/4, § 2, van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten door de examencommissie uiterlijk op 5 september 2017 uitgereikt. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 15.In artikel 4, eerste lid, van het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 06/07/2006 numac 2006029091 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs sluiten tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs, worden de woorden "met uitzondering van 4° en 5° " ingevoegd tussen de woorden "voor iedere cursus bedoeld bij artikel 3"," en de woorden " wordt een aantal T bepaald".

Art. 16.In artikel 5 van het decreet van 16 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/06/2006 pub. 06/07/2006 numac 2006029091 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs sluiten tot regeling van het aantal studenten in sommige cursussen van de eerste cyclus van het hoger onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste lid en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidend als volgt : "Bij afwijking daarvan, dienen de studenten die een aanvraag om inschrijving in een cursus bedoeld in artikel 3, 4° en 5° indienen, hun aanvraag om inschrijving in volgens de regels die door de universitaire instellingen nader bepaald worden."; 2° in het vierde lid worden de woorden "met uitzondering van 4° en 5° " ingevoegd tussen de woorden "voor een van de cursussen bedoeld bij artikel 3" en de woorden "ten laatste".

Art. 17.In het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° afdeling I/1 "Bijzondere bepalingen betreffende de studies medische wetenschappen en tandheelkundige wetenschappen" bestaande uit de artikelen 110/1 tot 110/7 wordt opgeheven, met uitzondering van het eerste tot zevende lid van artikel 110/1, § 1, en artikel 110/2, dat voor het academiejaar 2017-2018 geldig blijft; 2° in artikel 110/1, § 1, tweede lid, worden de woorden "Die test wordt in de vorm van een schriftelijke proef georganiseerd" vervangen door de woorden "Er wordt een oriëntatietest in de gezondheidssector in de diergeneeskunde georganiseerd in de vorm van een schriftelijke proef."; 3° artikel 150, § 2, wordt opgeheven.

Art. 18.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van de artikelen 11, 12 en 14, die voor het academiejaar 2016-2017 uitwerking hebben, en van de artikelen 15 tot 17, die voor het academiejaar 2017-2018 in werking treden.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 maart 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Media en Wetenschappelijk Onderzoek, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, I. SIMONIS _______ Nota (1) Zitting 2016-2017. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 410-1.- Commissieamendementen, nr. 410-2. - Verslag, nr. 410-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 29 maart 2017.

^