Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 januari 2006
gepubliceerd op 12 april 2006

Decreet ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2006033028
pub.
12/04/2006
prom.
30/01/2006
ELI
eli/decreet/2006/01/30/2006033028/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JANUARI 2006. - Decreet ter voorkoming van de gezondheidsschaden bij sportbeoefening (1)


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Toepassingsgebied

Artikel 1.Voorliggend decreet is van toepassing op de sportfederaties en sportclubs gevestigd in het Duitse taalgebied en op de sportbeoefenaars die aan een sportoefening in het Duitse taalgebied deelnemen of zich erop voorbereiden.

Begripsbepalingen

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder : 1° sportbeoefenaar : een persoon die zich hetzij eigenhandig, hetzij in groepsverband voorbereidt op een vrije sportactiviteit of een sportactiviteit die wordt georganiseerd in competitieverband of als vrijetijdsbesteding, ofwel een persoon die eraan deelneemt;2° begeleider : een persoon die permanent of sporadisch één of meerdere sportbeoefenaars met raad en daad bijstaat bij de deelneming aan of de voorbereiding op sportoefeningen;3° sportoefening : een sportactiviteit van welke aard dan ook, de trainingen inbegrepen;4° sportfederatie : een krachtens het sportdecreet van 19 april 2004 erkende sportfederatie;5° sportclub : een krachtens het sportdecreet van 19 april 2004 erkende sportclub;6° Sportraad : de Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap vermeld in hoofdstuk IV van het sportdecreet van 19 april 2004;7° Sportcommissie : de Sportcommissie van de Duitstalige Gemeenschap vermeld in hoofdstuk V van het sportdecreet van 19 april 2004;8° vechtsport : een vechtsport waarbij het toegelaten is vrijwillig slagen en stoten, inzonderheid aan het hoofd, toe te brengen;9° vechtsportmanifestatie : elke sportoefening georganiseerd met het oog op de beoefening van een vechtsport, met inbegrip van de trainingen;10° wielerwedstrijd : georganiseerde wielermanifestatie met een uitsluitend competitief karakter;11° wielerproef : georganiseerde wielermanifestatie met een lerend en niet-uitsluitend competitief karakter;12° Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;13° Coördinatieraad inzake medisch verantwoorden sportbeoefening : de raad vermeld in het samenwerkingsakkoord van 19 juni 2001 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening. Informatieplicht

Art. 3.Elke sportfederatie of sportclub moet de Regering of de door haar gemachtigde dienst van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap alle gevraagde inlichtingen m.b.t. de sportoefeningen ter beschikking stellen.

Controles

Art. 4.De door de Regering aangewezen beambten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap voeren de controles uit die noodzakelijk zijn voor de toepassing van dit decreet en van de uitvoeringsbepalingen ervan. HOOFDSTUK II. - Dopingbestrijding Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Afbakening van het begrip « doping »

Art. 5.In de zin van dit hoofdstuk verstaat men onder doping het gebruik van stoffen of methodes ter verhoging van het prestatievermogen die op de door de Regering overeenkomstig artikel 7 opgestelde lijst verboden zijn.

Dopingverbod

Art. 6.Het is elke sportbeoefenaar verboden dopingstoffen en -methodes te gebruiken, dopingcontroles of monsternemingen te weigeren of te vermijden.

Het is verboden derden aan te zetten tot dopinggebruik, de doping te verhullen, het gebruik van dopingstoffen en -methodes te vergemakkelijken of te organiseren, alsmede aan de bevoorrading erin deel te nemen.

Deze verbodsbepalingen gelden zowel gedurende als buiten een sportoefening.

Lijst met de verboden stoffen

Art. 7.De Regering stelt de lijst met de verboden stoffen en methodes op en zorgt voor de bijwerking ervan. Zij kan naar een bestaande lijst verwijzen als deze ofwel door de Coördinatieraad inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, door een internationale organisatie of krachtens een volkenrechtelijk verdrag opgesteld is. Afdeling 2. - Voorkoming

Samenwerking met de sportorganisaties

Art. 8.Op advies van de Sportraad kan de Regering samenwerkingsakkoorden sluiten met internationale sportfederaties en sportorganisaties. Deze akkoorden behandelen de voorkoming van de gezondheidsschaden bij de sportbeoefening alsmede de dopingbestrijding.

Voorlichting

Art. 9.Op advies van de Sportcommissie organiseert de Regering educatieve, voorlichtings- en preventiecampagnes. Afdeling 3. - Controles

Officieren van gerechtelijke politie

Art. 10.Onverminderd andere officieren van gerechtelijke politie die krachtens andere rechtsgrondslagen aangewezen worden, mag de Regering aan de beambten van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap aangewezen met toepassing van artikel 4 de hoedanigheid van officieren van gerechtelijke politie erkennen met het oog op de uitoefening van de in hoofdstuk II vermelde bevoegdheden en opdrachten.

Officieren van gerechtelijke politie en controleartsen

Art. 11.Onverminderd de door de sportfederaties en andere organisaties uitgevoerde controles zorgen de officieren van gerechtelijke politie voor de toepassing van voorliggend hoofdstuk en de uitvoeringsbepalingen ervan.

Zo nodig handelen de officieren van gerechtelijke politie samen met de overeenkomstig artikel 16 erkende controleartsen, die een beroep kunnen doen op paramedisch personeel.

Bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie

Art. 12.In het kader van hun opdrachten mogen de officieren van gerechtelijke politie, vóór, tijdens en na de sportoefening, inzonderheid : 1° met de hulp van de erkende controleartsen monsters van secreties, haar en bloed van de sportbeoefenaar alsmede van suspecte stoffen nemen of laten nemen met het oog op een analyse in een erkend laboratorium;2° toezicht uitoefenen over de voertuigen, de kledij, de drank, het voedsel, de uitrusting en de bagage van de sportbeoefenaar en van zijn begeleiders;3° de kleedkamers, de sanitaire inrichtingen, de bureau's, de sportterreinen en -installaties fouilleren;4° alle inlichtingen inwinnen;5° inzage en afschrift nemen of laten nemen van alle documenten. Proces-verbaal

Art. 13.§ 1. De officieren van gerechtelijke politie stellen proces-verbaal op m.b.t. de dopingcontrole. § 2. Binnen de tien werkdagen na de controle wordt een afschrift van het proces-verbaal aan de sportbeoefenaar toegezonden.

Bovendien wordt er binnen dezelfde termijn een afschrift van het proces-verbaal aan de volgende geadresseerden toegezonden : 1° de sportclub van de sportbeoefenaar alsmede, desgevallend, de betrokken sportfederatie, indien de sportclub van de sportbeoefenaar bij een sportfederatie aangesloten is;2° de bevoegde overheid van de betrokken Gemeenschap, als de sportbeoefenaar lid is van een sportfederatie of sportclub gevestigd buiten het Duitse taalgebied;3° de bevoegde overheid van het betrokken land, als de sportbeoefenaar lid is van een sportfederatie of sportclub gevestigd buiten België. Kennisgeving van de resultaten

Art. 14.§ 1. Een erkend laboratorium onderzoekt of de monsters een verboden stof bevatten en of een verboden methode toegepast werd, en deelt de resultaten aan de bevoegde dienst van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap mede.

De resultaten van controles die in andere Gemeenschappen van België op sportbeoefenaars uitgevoerd werden overeenkomstig de daar terzake vigerende wetgeving, worden eveneens bij de bevoegde dienst van het Ministerie verzameld. § 2. Binnen tien werkdagen deelt de bevoegde dienst van het Ministerie de analyseresultaten per aangetekende brief aan de sportbeoefenaar mede.

Bovendien deelt hij binnen dezelfde termijn de resultaten mede aan de in artikel 13, § 2, lid 2, vermelde geadresseerden.

Betwisting van de resultaten

Art. 15.Bij een positief analyseresultaat mag de sportbeoefenaar binnen een door de Regering vast te leggen termijn een tegenexpertise overeenkomstig de internationale voorschriften eisen. Wordt de termijn niet in acht genomen, geldt het resultaat van de oorspronkelijke analyse als erkend.

Uitvoeringsmaatregelen

Art. 16.De Regering legt inzonderheid de regelgeving vast voor : 1° de erkenning, de bezoldiging alsmede de reiskostenvergoeding van de controleartsen en van het paramedisch personeel;2° de modaliteiten voor de uitvoering van de controles; 3° de vorm van het proces-verbaal m.b.t. de dopingcontroles; 4° de erkenning van de controlelaboratoria. De modaliteiten voor de uitvoering van de controles nemen de waardigheid van de sportbeoefenaar in acht.

De controleartsen en de controlelaboratoria kunnen ofwel door de Regering ofwel krachtens een samenwerkingsakkoord erkend worden.

Controlekosten

Art. 17.De kosten voortvloeiend uit de controles die namens de Regering uitgevoerd worden, worden door de Duitstalige Gemeenschap gedragen, behalve als : 1° de controle door een rechter werd bevolen.In dit geval worden de algemene regels inzake gerechtskosten toegepast; 2° de tegenexpertise, geëist door de sportbeoefenaar overeenkomstig artikel 15, een positief analyseresultaat heeft gegeven. Afdeling 4. - Sancties

Minimale voorschriften m.b.t. de procedurevereisten inzake disciplinaire maatregelen

Art. 18.§ 1. Op advies van de Sportraad bepaalt de Regering, overeenkomstig de internationale normen, minimale voorschriften m.b.t. de procedurevereisten inzake disciplinaire straffen die een sportfederatie of sportclub bij de uitvoering van disciplinaire maatregelen moeten naleven, en dit met inachtneming van de beginselen van een rechtstaat, waarbij de betrokkene in het bijzonder een wettelijk verhoor en de rechten van de verdediging moet worden gegarandeerd.

Leeft de sportfederatie of de sportclub de in het eerste lid vermelde minimale voorschriften niet na, dan worden de uitgesproken straffen als nietig beschouwd.

Beslissingen waardoor disciplinaire straffen worden uitgesproken, moeten door de bevoegde sportfederatie of sportclub op de door de Regering vastgelegde wijze worden bekendgemaakt. § 2. De interne voorschriften van de sportfederaties of sportclubs ter voorkoming en bestraffing van dopingpraktijken moeten ten minste met de in § 1 vermelde minimale voorschriften m.b.t. de procedurevereisten inzake disciplinaire straffen overeenstemmen.

Beschikt een sportfederatie of een sportclub die niet bij een sportfederatie aangesloten is, niet over interne voorschriften terzake, dan gelden in ieder geval de in § 1 vermelde minimale voorschriften. § 3. Een sportfederatie of sportclub voldoet aan § 2, indien zij/hij over interne voorschriften beschikt die krachtens de regels van een andere Gemeenschap geldig zijn, voor zover deze sportfederatie of sportclub bij een sportfederatie aangesloten is die onder deze Gemeenschap ressorteert.

Straffen

Art. 19.Onverminderd de toepassing van de disciplinaire straffen besloten door de sportfederaties en sportclubs en van de andere straffen bepaald bij het Strafwetboek of bij andere strafwetten, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van tweehonderd tot tweeduizend euro of met één van die straffen alleen, degene die het in artikel 6, lid 2, bedoeld verbod overtreedt.

Bij herhaling binnen de twee jaar na een veroordeling wegens voormelde overtreding, die kracht van gewijsde heeft, kunnen de straffen worden verdubbeld.

De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, inzonderheid van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde straffen.

Uitwisseling van informatie tussen de gemeenschappen

Art. 20.De Regering kan met de andere gemeenschappen van België informatie uitwisselen m.b.t. de straffen bepaald bij artikel 19, de disciplinaire of administratieve straffen die t.o.v. sportbeoefenaars of hun begeleiders uitgesproken werden.

Erkenning van de sancties opgelegd in andere gemeenschappen

Art. 21.De disciplinaire straffen wegens overtreding van het dopingverbod die in andere gemeenschappen van België of in het buitenland met toepassing van de terzake vigerende wetgeving zijn uitgesproken, worden erkend, wat de herhalingsvoorwaarden, de schorsing voor wedstrijden en de uitsluiting van deelname aan manifestaties in het Duitse taalgebied betreft, op voorwaarde dat het om een wederzijdse erkenning gaat. HOOFDSTUK III. - Vechtsporten Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 22.Toepassingsgebied van dit hoofdstuk Dit hoofdstuk is van toepassing op de vechtsporten die in het Duitse taalgebied georganiseerd of beoefend worden.

Principes

Art. 23.Niemand mag vechtsportmanifestaties organiseren zonder daartoe door de Regering krachtens de bepalingen van dit hoofdstuk erkend te zijn.

Niemand mag aan vechtsportmanifestaties deelnemen of zich ertoe voorbereiden of vechtsport beoefenen, indien hij niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarden en geneeskundige geschiktheidscriteria vermeld in dit hoofdstuk. Afdeling 2. - Organisatie van vechtsporten

Erkenning

Art. 24.Op advies van de Sportcommissie beslist de Regering over de erkenning van de organisator van vechtsportmanifestaties.

Om als organisator van vechtsportmanifestaties erkend te worden, moet de aanvrager voor de betrokken vechtsport bepalingen vastleggen inzake veiligheid en bescherming van de gezondheid van de sportbeoefenaars.

Deze bepalingen omvatten tenminste een nauwkeurige beschrijving van de : 1° toereikende vakbekwaamheden van de oefenmeester of trainer;2° regelmatige sport uitrusting;3° veiligheidsmaatregelen;4° beschermkledij;5° sanitaire maatregelen;6° wedstrijdvoorschriften, met inbegrip van de na een wedstrijd na te leven rusttijden. Erkende artsen

Art. 25.Geen wedstrijd mag plaatsvinden, tenzij in aanwezigheid van een door de Regering erkende arts. De Regering mag bepaalde vechtsporten van deze verplichting ontheven.

Het ereloon en de kosten aangegaan voor de dienstdoende arts vallen ten laste van de organisatoren.

De Regering legt de erkenningsprocedure vast.

Intrekking van de erkenning

Art. 26.Worden de bepalingen van dit hoofdstuk of van de uitvoeringsbesluiten ervan niet of niet meer nageleefd, dan kan de Regering de in artikel 24 vermelde erkenning intrekken.

Erkenningsmodaliteiten

Art. 27.De Regering legt de procedure vast voor de toekenning en de intrekking van de in artikel 24 vermelde erkenning. Afdeling 3. - Minimumleeftijd

Principes

Art. 28.§ 1er. Niemand jonger dan negen jaar mag aan vechtsportmanifestaties deelnemen.

Niemand jonger dan achttien jaar mag aan vechtsportmanifestaties deelnemen waarvoor een vergunning als beroepssportbeoefenaar, afgegeven door de betrokken sportfederatie, wordt vereist. § 2. Minderjarigen mogen slechts met de schriftelijke toestemming van hun ouders of van hun wettelijke voogd vechtsport beoefenen.

Afwijkingen

Art. 29.In gerechtvaardigde uitzonderlijke gevallen en voor specifieke vechtsporten mag de Regering op advies van de sportcommissie andere leeftijdsvoorwaarden vastleggen. Afdeling 4. - Medische onderzoeken

Geneeskundig geschiktheidsattest, wedstrijdpaspoort

Art. 30.Om een vechtsport te beoefenen, moet de sportbeoefenaar een geneeskundig geschiktheidsattest bezitten dat sinds minder dan twaalf maanden afgegeven werd. Bovendien moet de sportbeoefenaar een geldig wedstrijdpaspoort bezitten om aan wedstrijden deel te nemen.

De Regering legt de nadere voorschriften vast waaronder het geneeskundig geschiktheidsattest en het wedstrijdpaspoort verkregen worden.

Het wedstrijdpaspoort omvat tenminste : 1° het geneeskundig geschiktheidsattest;2° de in artikel 28, § 2, bedoelde toestemming, wat de minderjarigen betreft;3° de door de organisator te vermelden gegevens qua plaats, datum, aard en duur van de wedstrijden waaraan de sportbeoefenaar heeft deelgenomen, alsmede 4° hoe de wedstrijden verliepen en de naleving van de desgevallend opgelegde rusttijden. Erkenning van andere vergunningen

Art. 31.Onverminderd de leeftijdsvoorwaarden mag de sportbeoefenaar die geen geldig wedstrijdpaspoort bezit aan wedstrijden deelnemen, voor zover hij het bewijs levert dat hij ofwel aan de voorwaarden voldoet die door de bevoegde overheid van een andere gemeenschap opgelegd worden inzake geneeskundige geschiktheid en desgevallend inzake bezit van een vergunning. Dezelfde bepaling geldt ook voor de sportbeoefenaars die kunnen bewijzen dat zij de in hun woonplaatsland vigerende voorschriften naleven. Afdeling 5. - Sancties

Sancties

Art. 32.Onverminderd de toepassing van andere strafbepalingen wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd tot éénduizend euro of met één van die straffen alleen, degene die als sportbeoefenaar, organisator, oefenmeester of trainer aan vechtsportmanifestaties heeft deelgenomen zonder de in dit hoofdstuk of de uitvoeringsbepalingen ervan na te leven.

Bij herhaling binnen de twee jaar na de veroordeling wegens voormelde schending, die kracht van gewijsde heeft, kunnen de straffen worden verdubbeld.

De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde straffen. HOOFDSTUK IV. - Wielersport Toepassingsgebied van dit hoofdstuk

Art. 33.Dit hoofdstuk is van toepassing op wielerwedstrijden en -proeven die in het Duitse taalgebied plaatsvinden. Het is niet van toepassing op beroepswielrenners.

Veiligheidsbepalingen

Art. 34.De organisatoren van wielerwedstrijden of -proeven moeten regelingen ter beveiliging van wielrenners aannemen. Deze regelingen hangen van het geslacht van de wielrenner af. Ze worden door de Minister bevoegd inzake Sport goedgekeurd en betreffen tenminste : 1° de verplichting tot het dragen van een helm;2° de af te leggen afstand;3° de te gebruiken versnellingsapparaten;4° de beschermkledij;5° de uitrusting van de fiets. De Regering kan andere verplichtingen ter beveiliging van de wielrenners opleggen.

Minimumleeftijd

Art. 35.§ 1. Vanaf 1 januari van het jaar waar zij 7 jaar oud worden, mogen de kinderen aan wielerproeven deelnemen.

Vanaf 1 januari van het jaar waar zij 9 jaar oud worden, mogen de kinderen aan wielerwedstrijden deelnemen. § 2. Minderjarigen mogen slechts aan wielerwedstrijden en -proeven deelnemen als zij de schriftelijke toestemming van hun ouders, hun voogd of hun wettelijke vertegenwoordiger hebben verkregen.

Modaliteiten

Art. 36.Vóór 1 januari van het jaar waar zij 15 jaar oud worden, mogen de kinderen en jongelui slechts aan wielerwedstrijden deelnemen, indien zij door een erkende opleider voorbereid en begeleid zijn.

Wielerwedstrijden en -proeven mogen onder de leiding van een erkende opleider of van een daartoe erkende organisatie worden georganiseerd overeenkomstig de door de Regering vastgelegde voorwaarden.

Geschiktheidsattest, wielerwedstrijdboekje

Art. 37.§ 1. Om aan wielerwedstrijden en -proven te kunnen deelnemen, moet de wielrenner een geneeskundig geschiktheidsattest bezitten dat sinds minder dan twaalf maanden afgegeven werd. § 2. De wielrenner die aan wielerwedstrijden deelneemt, moet tot en met de leeftijd van negentien jaar een geldig wielerwedstrijdboekje bezitten. § 3. De Regering legt de nadere voorschriften vast.

Sancties

Art. 38.Onverminderd de toepassing van verdere strafbepalingen wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd tot éénduizend euro of met één van die straffen alleen, degene die als opleider artikel 36 overtreedt. Wordt met dezelfde straffen gestraft, degene die als organisator artikel 35 overtreedt.

Bij herhaling binnen de twee jaar na een veroordeling wegens voormelde overtreding, die kracht van gewijsde heeft, kunnen de straffen worden verdubbeld.

De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde straffen. HOOFDSTUK V. - Overige sporttakken Veiligheidsbepalingen

Art. 39.Elke organisator moet regelingen ter beveiliging van de deelnemers aan de door hem georganiseerde of onder zijn verantwoordelijkheid geplaatste sportmanifestaties aannemen.

Principes

Art. 40.De Regering kan minimumleeftijdscategorieën en andere veiligheidsmaatregelen bepalen voor de beoefening van sporttakken die in de hoofdstukken III en IV niet worden vermeld. De Regering houdt rekening met de bijzonderheden van de betrokken sporttakken. Als ze een medische sportkeuring of de aflevering van een geschiktheidsattest oplegt, dan bepaalt ze de inhoud en de frequentie ervan.

Onverminderd de toepassing van verdere strafbepalingen wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd tot éénduizend euro of met één van die straffen alleen, degene die het eerste lid overtreedt.

Bij herhaling binnen de twee jaar na een veroordeling wegens voormelde overtreding, die kracht van gewijsde heeft, kunnen de straffen worden verdubbeld. HOOFDSTUK VI. - Slotbepaling Opheffingsbepalingen

Art. 41.Worden opgeheven : 1° de wet van 2 april 1965 waarbij de dopingpraktijk verboden wordt bij sportcompetities;2° de wet van 31 mei 1958 tot reglementering van de bokswedstrijden en exhibities;de uitvoeringsbesluiten ervan blijven van toepassing zolang ze niet door de Regering worden opgeheven; 3° het decreet van 21 december 1987 houdende bepaling van de minimumleeftijd voor deelnemers aan wielerwedstrijden. Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, 30 januari 2006.

K.-H. LAMBERTZ, Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Lokale Besturen B. GENTGES, Vice-Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme O. PAASCH, Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Mevr. I. WEYKMANS, Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport _______ Nota (1) Zitting 2004-2005 : Bescheiden van het Parlement.- Ontwerp van decreet, 32 - Nr. 1. - Voorstellen tot wijziging, 32 - Nrs. 2-3.

Zitting 2005-2006 : Bescheiden van het Parlement. - Voorstellen tot wijziging, 32 - Nrs. 4-6. - Verslag, 32 - Nr. 7.

Integraal verslag. - Discussie en aanneming. Zitting van 30 januari 2006.

^