Etaamb.openjustice.be
Decreet van 30 maart 1999
gepubliceerd op 11 mei 1999

Decreet houdende wijziging van de artikelen 78 en 79 van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035580
pub.
11/05/1999
prom.
30/03/1999
ELI
eli/decreet/1999/03/30/1999035580/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 MAART 1999. - Decreet houdende wijziging van de artikelen 78 en 79 van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, wordt aan artikel 78, § 1, een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bepalingen van het eerste en het tweede lid van deze paragraaf gelden ook voor aankondigingen van programma's uitgezonden door omroepen van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap. » .

Art. 3.In artikel 78, § 3, van dezelfde decreten wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De Vlaamse regering kan het doorgeven van een programma schorsen hetzij op voorstel van de Vlaamse Kijk- en Luisterraad voor radio en televisie wanneer dit een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk vormt op de bepalingen van § 1, eerste of tweede lid, hetzij op voorstel van de Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie wanneer dit een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk vormt op § 2 en wanneer de betrokken omroep in de voorgaande 12 maanden al ten minste tweemaal een inbreuk gepleegd heeft op dezelfde bepalingen. »

Art. 4.In titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde decreten wordt afdeling 1, bestaande uit artikel 79, gewijzigd door de decreten van 2 april 1996 en 29 april 1997, opgeheven.

Art. 5.In titel IV, hoofdstuk II, afdeling 2, van dezelfde decreten wordt onderafdeling 5bis, bestaande uit artikel 92bis, ingevoerd door het decreet van 17 december 1997, opgeheven.

Art. 6.In titel IV, hoofdstuk II, van dezelfde decreten wordt een afdeling 4bis, bestaande uit een artikel 98bis, ingevoegd, die luidt als volgt : « AFDELING 4bis. - Informatie en medewerking

Artikel 98bis.De leden van het Vlaams Commissariaat voor de Media, de voorzitter van de Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie, de voorzitter van de Vlaamse Kijk- en Luisterraad voor radio en televisie en de daartoe door de Vlaamse regering aangewezen personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn bevoegd inlichtingen en documenten te vragen van omroepen van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap, voorzover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.

Iedere omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap is verplicht om medewerking te verlenen aan het Vlaams Commissariaat voor de Media, de Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie en de Vlaamse Kijk- en Luisterraad voor radio en televisie bij de uitoefening van hun bevoegdheden.

Iedere omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap is verplicht om een kopie van al zijn programma's te bewaren twee maanden te beginnen vanaf de datum van uitzending, en die op de eerste vraag ter beschikking te stellen van het Vlaams Commissariaat voor de Media, de Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie en de Vlaamse Kijk-en Luisterraad voor radio en televisie. ».

Art. 7.In artikel 116ter, § 1, 1°, van dezelfde decreten worden de woorden "en 79" vervangen door ", 116octies decies en 116nonies decies".

Art. 8.In dezelfde decreten wordt een titel Vquater, bestaande uit een artikel 116octies decies, ingevoegd, die luidt als volgt : « TITEL Vquater. - De Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie Artikel 116octies decies. - § 1. Er wordt voor de gehele Vlaamse Gemeenschap een Vlaamse Geschillenraad voor radio en televisie ingesteld, hierna "de Geschillenraad " te noemen, die uitspraak doet over individuele betwistingen gerezen naar aanleiding van de toepassing van de artikelen 23, § 1, 32, 8°, 53, 9° en 14°, 74 en 78, § 2. § 2. Eenieder die blijk geeft van een benadeling of een belang kan op straffe van onontvankelijkheid uiterlijk de vijftiende dag na de datum van de uitzending van het programma, een betwisting aanhangig maken bij de voorzitter van de Geschillenraad via een aangetekend verzonden verzoekschrift. § 3. Na het horen van de partijen, doet de Geschillenraad uitspraak binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoekschrift. De uitspraak wordt onmiddellijk meegedeeld aan het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering. § 4. In geval van gegrondheid van het verzoek kan de Geschillenraad aan een omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap : 1° een vermaning geven;2° de verplichting opleggen de uitspraak uit te zenden in de vorm en op het tijdstip door hem bepaald. § 5. Indien de Geschillenraad een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk vaststelt op de bepalingen van artikel 78, § 2, kan de Geschillenraad ten aanzien van alle omroepen de schorsing voorstellen van het doorgeven van een programma overeenkomstig de bepalingen van artikel 78, § 3. § 6. De Geschillenraad is samengesteld uit 9 leden.

De leden van de Geschillenraad worden, voor de duur van 4 jaar, aangewezen door het Vlaams Parlement. Hun mandaat kan worden verlengd.

Om tot lid van de Geschillenraad te worden aangewezen moet men 35 jaar oud zijn en aan één van de volgende voorwaarden voldoen : 1° ten minste 10 jaar het ambt van magistraat in de rechtbanken en hoven of in de Raad van State hebben bekleed;2° ten minste 10 jaar een wetenschappelijk ambt of onderwijsambt in de Rechtswetenschappen of de Pers- en Communicatiewetenschappen aan een Vlaamse universiteit of aan een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs van het lange type hebben bekleed;3° ten minste 10 jaar werkzaam zijn als beroepsjournalist bij de schrijvende pers. Voor de leden, die behoren tot de categorieën vermeld sub 2° en 3° van het vorige lid, is er onverenigbaarheid tussen het lidmaatschap van de Geschillenraad en een door verkiezing te begeven politiek mandaat of een functie of bestuursmandaat in een omroep, of een bestuursmandaat uitgeoefend in een pers-, advertentie- of reclamebedrijf. § 7. De Geschillenraad bepaalt zelf de nadere regels inzake procedure en werking, nadat hij uit zijn leden een voorzitter heeft verkozen.

De kredieten nodig voor de werking van de Geschillenraad worden bij wijze van dotatie door het Vlaams Parlement ter beschikking gesteld.

De Geschillenraad doet voor het uitvoeren van zijn taken een beroep op de personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die hiertoe door de Vlaamse regering ter beschikking worden gesteld en aangewezen.

De zetel van de Geschillenraad is gevestigd in Brussel. » .

Art. 9.In dezelfde decreten wordt een titel Vquinquies, bestaande uit een artikel 116nonies decies, ingevoegd, die luidt als volgt : « TITEL Vquinquies. - De Vlaamse Kijk- en Luisterraad voor radio en televisie Artikel 116 nonies decies. § 1. Er wordt voor de gehele Vlaamse Gemeenschap een Vlaamse Kijk- en Luisterraad voor radio en televisie ingesteld, hierna "de Kijk- en Luisterraad" te noemen. De Kijk- en Luisterraad doet uitspraak naar aanleiding van de toepassing van artikel 78, § 1, hetzij op eigen initiatief hetzij naar aanleiding van een klacht. § 2. Elke natuurlijke of rechtspersoon kan op straffe van onontvankelijkheid uiterlijk de vijftiende dag na de datum van de uitzending van het programma, bij de Kijk- en Luisterraad een klacht indienen via een aangetekend verzonden verzoekschrift aan haar voorzitter. Indien de klacht kennelijk ongegrond is, geeft de voorzitter hiervan schriftelijk kennis aan de indiener binnen 30 dagen na de indiening van het verzoekschrift. § 3. Na het horen van de partijen doet de Kijk- en Luisterraad uitspraak binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoekschrift of indien de raad handelt op eigen initiatief, binnen 60 dagen na de datum van de uitzending van het programma. De uitspraak wordt onmiddellijk meegedeeld aan het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering. § 4. Indien de Kijk- en Luisterraad een overtreding op de bepalingen van artikel 78, § 1, vaststelt, dan kan de Kijk- en Luisterraad de volgende sancties opleggen aan een omroep van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap : 1° de waarschuwing met de vraag de overtreding stop te zetten;2° de verplichting de uitspraak van de Kijk- en Luisterraad uit te zenden op het tijdstip en de wijze te bepalen door de Kijk- en Luisterraad, op kosten van de in gebreke gestelde overtreder.Indien de uitspraak niet wordt uitgezonden op het tijdstip zoals voorzien, wordt van rechtswege een administratieve geldboete opgelegd zoals voorzien in 4°; 3° de verplichte publicatie van de uitspraak in dag-en/of weekbladen, op kosten van de in gebreke gestelde overtreder; 4° het opleggen van een administratieve geldboete gaande van 50.000 frank tot 5.000.000 frank.

Indien aan de administratieve geldboete niet wordt voldaan, vaardigt de met invordering belaste ambtenaar een dwangbevel uit, dat wordt geviseerd en uitvoerbaar verklaard door de voorzitter van de Kijk- en Luisterraad.

De kennisgeving van het dwangbevel gebeurt met een deurwaardersexploot met bevel tot betaling.

Het uitvoerbaar karakter van het dwangbevel en de tenuitvoerlegging ervan kan slechts worden gestuit met een met redenen omkleed verzet met dagvaarding. Dat verzet wordt bij exploot betekend aan de voorzitter van de Kijk- en Luisterraad.

De tenuitvoerlegging van het dwangbevel geschiedt met inachtneming van de bepaling van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek inzake bewarend beslag en middelen tot tenuitvoerlegging. § 5. Indien de Kijk- en Luisterraad een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk vaststelt op de bepalingen van artikel 78, § 1, eerste en tweede lid kan de raad ten aanzien van alle omroepen de schorsing voorstellen van het doorgeven van een programma overeenkomstig de bepalingen van artikel 78, § 3. § 6. De leden van de Kijk- en Luisterraad worden, voor de duur van vier jaar, aangewezen door het Vlaams Parlement. Hun mandaat kan worden verlengd.

De Kijk- en Luisterraad is samengesteld uit negen leden : 1° drie deskundigen met minstens vijf jaar beroepservaring in de domeinen kinderpsychologie, kinderpsychiatrie of pedagogie;2° drie deskundigen vanuit hun betrokkenheid bij de belangen van gezinnen en kinderen;3° twee magistraten, bij voorkeur gespecialiseerd in mediarecht of jeugdrecht, met minstens vijf jaar ervaring;4° één persoon die minstens vijf jaar een wetenschappelijk ambt of onderwijsambt in de Pers- en Communicatiewetenschappen aan een Vlaamse universiteit of aan een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs van het lange type heeft bekleed. Het lidmaatschap van de Kijk- en Luisterraad is onverenigbaar met een door verkiezing te begeven politiek mandaat of een functie of bestuursmandaat in een omroep, of een bestuursmandaat uitgeoefend in een pers-, advertentie- of reclamebedrijf. § 7. De Kijk- en Luisterraad bepaalt zelf de nadere regels inzake procedure en werking, nadat hij uit zijn leden een voorzitter heeft verkozen.

De kredieten nodig voor de werking van de Kijk- en Luisterraad worden bij wijze van dotatie door het Vlaams Parlement ter beschikking gesteld.

De Kijk- en Luisterraad doet voor het uitvoeren van zijn taken een beroep op personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die hiertoe door de Vlaamse regering ter beschikking worden gesteld en aangewezen.

De zetel van de Kijk- en Luisterraad is gevestigd in Brussel. ».

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 30 maart 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O.'s, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY _______ Nota Zitting 1998-1999 Stukken. - Voorstel van decreet : 828, nr. 1 Stukken. - Amendementen : 828, nrs. 2 en 3. - Amendementen : 828, nr. 4. - Verslag : 828, nr.5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergaderingen van 16 en 17 maart 1999.

^