Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2004
gepubliceerd op 16 maart 2004

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Fun For Life », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003039
pub.
16/03/2004
prom.
03/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/03/2004003039/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Fun For Life », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij tot de vaststelling heeft gebracht dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, in het bijzonder met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;

Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de spelers te beantwoorden;

Overwegende dat een verhoogd aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het spelgedrag te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico haast onbestaande is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;

Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen bestaat in de lancering van de vorm van loterij die door dit besluit wordt bekrachtigd;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven openbare loterij, genaamd « Fun For Life ».

De « Fun For Life » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door middel van de vermelding op het biljet dat een lot al of niet verkregen is, en dit volgens een door het toeval bepaalde verdeling.

Art. 2.Een uitgifte omvat een aantal biljetten dat is vastgesteld hetzij op één miljoen, hetzij op een veelvoud van één miljoen. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 3 euro.

Art. 3.Per hoeveelheid van één miljoen uitgegeven biljetten is het aantal loten vastgesteld op 242.771, verdeeld over 1 lot, genaamd « Fun For Life » met een jaarlijkse rente van 25.000 euro, en over 20 loten van 2.000 euro, 200 loten van 200 euro, 10.000 loten van 20 euro, 20.000 loten van 10 euro, 90.000 loten van 5 euro en 122.550 loten van 3 euro.

Art. 4.In een afgebakende zone van de biljetten staat een combinatie van negen bedragen in Arabische cijfers. Dergelijke combinaties wijzen de winnende en de niet-winnende biljetten aan. Zij verschillen naargelang het aantal en het bedrag van de toegekende loten alsook naargelang de volgende gegevens : 1° elk van de in de combinaties afgebeelde bedragen vertegenwoordigt een bepaald lotenbedrag;2° naargelang het geval wordt een bepaald lotenbedrag hetzij één, twee of drie keer in een bepaalde combinatie afgebeeld, hetzij helemaal niet afgebeeld;3° een combinatie bestaat ten hoogste uit één keer drie identieke bedragen;4° de schikking van de bedragen van een combinatie beantwoordt niet aan een bepaalde volgorde.Deze schikking speelt trouwens evenmin een rol bij de aanwijzing van de winnende en de niet-winnende biljetten.

De biljetten met een combinatie waarin een lotenbedrag drie keer voorkomt, winnen eenmaal dat bedrag, met dien verstande dat het bedrag van 25.000 euro, wanneer het driemaal wordt afgebeeld, overeenkomt met het bedrag van de jaarlijkse rente. De andere biljetten winnen niets.

De zone bedoeld in het eerste lid is bedekt met een ondoorzichtige deklaag die de deelnemers moeten afkrassen.

Art. 5.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige laag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 6.In de zone bedoeld in artikel 4, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan onder elke vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.

Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in artikel 4, laatste lid, en artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 7.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten enkel wordt bepaald door het toeval : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen met betrekking tot de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee elementen kunnen worden onthuld met betrekking tot de toewijzing van de loten. Op de voor- of de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren.

Artikel 17, § 1, 4°, en artikel 20 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zijn niet toepasselijk op de « Fun For Life »-loten.

Art. 8.§ 1. De biljetten die de « Fun For Life »-loten winnen, mogen uitsluitend ter inning worden aangeboden in de hoofdzetel van de Nationale Loterij, Belliardstraat 25-33, 1040 Brussel. § 2. Onder voorbehoud van de §§ 3 tot 5, zijn de in § 1 bedoelde loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, en dit vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de sluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren.

De houder is verplicht op de achterkant van het winnende biljet en in drukletters zijn naam, voornaam, adres en geboortedatum te schrijven.

Die gegevens dienen om de Nationale Loterij alle maatregelen te laten treffen met het oog op de toekenning van de rente waarop de houder recht heeft. Overigens verbindt de houder zich ertoe alle andere gegevens mee te delen die de Nationale Loterij nodig vindt, ongeacht of laatstgenoemde voor de uitbetaling van de rente al of niet een beroep doet op de diensten van een derde. § 3. Het bedrag van het « Fun For Life »-lot vormt een vast bedrag, dat op geen enkele manier kan worden aangepast. § 4. Onder voorbehoud van artikel 11, begint de rente te lopen op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het winnende biljet ter inning werd aangeboden. De betaling van de rente wordt stopgezet zodra de begunstigde overlijdt. § 5. De rente is onoverdraagbaar en, bij overlijden van de begunstigde, onomkeerbaar.

Art. 9.De andere loten dan de « Fun For Life »-loten zijn betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten aan de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren.

Art. 10.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 11.De loten die niet binnen de in artikel 8, § 2 en artikel 9 vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 12.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 8, § 2 en artikel 9 bedoelde termijn worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 13.Het is alle minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 14.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan.

De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet. De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken. Niettemin deelt zij de gegevens van de begunstigden van de rente mee aan derden, waarop zij een beroep kan doen voor de betaling daarvan.

Art. 15.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 16.In het kader van promotie-acties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in speciën worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.

Art. 17.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 15 maart 2004.

Art. 19.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^