Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juni 2011
gepubliceerd op 01 september 2011

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2011003235
pub.
01/09/2011
prom.
19/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/19/2011003235/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « 21 », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2002 pub. 04/05/2002 numac 2002014105 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij sluiten tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014272 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, "21" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014268 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Subito » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014271 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Presto » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij sluiten betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij;

Gelet op het advies 49.722/2 van de Raad van State, gegeven op 15 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « 21 ». « 21 » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 1 000 000, hetzij op veelvouden van 1 000 000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 3 euro.

Het aantal uitgiften wordt vastgesteld door de Nationale Loterij.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 1 000 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 364 206, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Nombre de lots Aantal loten

Montant ou nature des lots Bedrag of aard van de loten

Montant total des lots Totale bedrag van de loten

1 chance de gain sur 1 winstkans op

1

100.000 EUR

100.000 EUR

1 000 000

5

3.000 EUR

15.000 EUR

200 000

200

300 EUR

60.000 EUR

5 000

1 500

30 EUR

45.000 EUR

666,67

202 500

6 EUR

1.215.000 EUR

4,94

160 000

1 billet gratuit « 21 » à 3 EUR 1 gratis biljet « 21 » van 3 EUR

480.000 EUR

6,25

TOTAL TOTAAL364 206

TOTAL TOTAAL 1.915.000 EUR

TOTAL TOTAAL2,75


Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten staan er twee duidelijk afgebakende speelzones die respectievelijk « kaartenzone » en « bonuszone » worden genoemd.

Met verwijzing naar de kleuren van de speelkaarten heeft de « kaartenzone » de vorm van een hart, een ruit, een klaver of een schoppen. Deze zone is bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag waarop, louter ter illustratie, een door de Nationale Loterij bepaalde foto, afbeelding of grafische voorstelling kan staan.

De « bonuszone » is bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag waarop de vermelding « BONUS » staat.

De volgende benamingen worden gebruikt : 1° « hartenbiljet » : het biljet waarvan de « kaartenzone » de vorm heeft van een hart;2° « ruitenbiljet » : het biljet waarvan de « kaartenzone » de vorm heeft van een ruit;3° « klaverenbiljet » : het biljet waarvan de « kaartenzone » de vorm heeft van een klaver;4° « schoppenbiljet » : het biljet waarvan de « kaartenzone » de vorm heeft van een schoppen. § 2. Het afkrassen van de ondoorzichtige deklagen van de twee speelzones geeft het volgende te zien : 1° in de « kaartenzone » verschijnt er een afbeelding met 3 speelkaarten.Die speelkaarten werden gekozen uit een geheel van 52 speelkaarten die worden verdeeld in 4 reeksen van telkens 13 kaarten, die respectievelijk worden gekenmerkt door rode harten, rode ruiten, zwarte klaveren of zwarte schoppen. Aan elke kaart wordt er een puntenwaarde toegekend. Die waarde ligt tussen 2 en 11 punten en wordt in Arabische cijfers vermeld in verschillende hoeken van iedere kaart.

De kaarten met de afbeelding van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 harten, ruiten, klaveren of schoppen hebben een respectieve waarde van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 punten; de kaarten met de heer, de dame of de boer van harten, ruiten, klaveren of schoppen tellen elk voor 10 punten; de kaarten met de aas van harten, ruiten, klaveren of schoppen zijn ieder 11 punten waard. Wanneer de som van de aan elke van deze 3 speelkaarten toegekende waarden 17, 18, 19, 20 of 21 punten bedraagt, dan wordt er aan het betrokken biljet een lot toegewezen van respectievelijk 6, 30, 300, 3.000 of 100.000 euro. Geen enkele andere som van puntenwaarden kan enig lot opleveren; 2° in de « bonuszone » verschijnt de afbeelding van een hart, een ruit, een klaver of een schoppen.Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 8, derde lid, wordt het volgende vastgelegd : a) wanneer er in de « bonuszone » van een « hartenbiljet » een hart verschijnt, dan wordt er een lot in natura toegekend in de vorm van een biljet « 21 » ter waarde van 3 euro;b) wanneer er in de « bonuszone » van een « ruitenbiljet » een ruit verschijnt, dan wordt er een lot in natura toegekend in de vorm van een biljet « 21 » ter waarde van 3 euro;c) wanneer er in de « bonuszone » van een « klaverenbiljet » een klaver verschijnt, dan wordt er een lot in natura toegekend in de vorm van een biljet « 21 » ter waarde van 3 euro;d) wanneer er in de « bonuszone » van een « schoppenbiljet » een schoppen verschijnt, dan wordt er een lot in natura toegekend in de vorm van een biljet « 21 » ter waarde van 3 euro. Een « bonuszone » die niet één van de vier overeenkomsten vertoont die worden bedoeld in het eerste lid, 2°, is altijd een niet-winnende « bonuszone ». § 3. Aan een winnend biljet wordt uitsluitend één van de loten toegewezen die worden bedoeld in artikel 3.

Art. 5.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 6.Onder de in artikel 4, § 2, bedoelde ondoorzichtige deklagen kunnen controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm.

De Nationale Loterij heeft als enige het recht om ter controle de in het eerste lid en in artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 7.§ 1. Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.

In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er een procédé worden vastgelegd om te garanderen dat de biljetten, waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. Met kleine lotenbedragen worden loten bedoeld waarvan het bedrag voor één lot niet hoger mag liggen dan 30 euro. De som van de kleine lotenbedragen die worden toegekend aan de biljetten die in eenzelfde cellofaanverpakking zitten, stemt overeen met een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag dat niet lager mag liggen dan 30 euro. § 2. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren.

Art. 8.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, onder de volgende voorwaarden : 1° onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid zijn de loten betaalbaar in de fysieke verkooppunten van de Nationale Loterij gedurende een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren.Met de genoemde fysieke verkooppunten heeft de Nationale Loterij een overeenkomst gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij; 2° de loten zijn betaalbaar gedurende een termijn van tien extra maanden bovenop de in 1° bedoelde termijn, uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.De gegevens van die regionale kantoren staan op de website van de Nationale Loterij of kunnen bij haar worden verkregen.

De loten van 100.000 euro zijn uitsluitend betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij of, indien zij dat opportuun acht, in haar regionale kantoren.

De loten in natura zijn niet inwisselbaar tegen speciën, behalve wanneer de te koop aangeboden biljetten uitgeput zijn.

Art. 9.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 10.De loten die niet binnen de in artikel 8, eerste lid, vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 11.Onder voorbehoud van het aantekenen van beroep bij een rechtbank, moeten klachten over de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 8, eerste lid, bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze moeten hetzij aan de Nationale Loterij worden gericht via een aangetekende postzending, hetzij bij de Nationale Loterij worden afgegeven in ruil voor een ontvangstbewijs.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van dat biljet moet de speler zijn naam, voornaam en adres vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de reclamant zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of in een regionaal kantoor van de Nationale Loterij, dan wordt er ten gunste van die reclamant een bewijs van afgifte opgesteld.

Art. 12.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 13.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit van de houder wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;3° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;4° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 14.Onder voorbehoud van het aantekenen van beroep bij een rechtbank wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

Art. 15.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 16.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 17.Het koninklijk besluit van 15 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014272 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, "21" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014268 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Subito » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij type koninklijk besluit prom. 15/01/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001014271 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « Presto » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij sluiten betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, « 21 » genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juli 2006, 21 april 2007, 31 juli 2009 en 30 juli 2010, wordt opgeheven.

Art. 18.De biljetten uitgegeven in overeenstemming met het in artikel 17 bedoelde koninklijk besluit mogen worden verkocht tot en met 30 september 2011 en blijven onderworpen aan de in dat besluit geformuleerde regels.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 5 september 2011.

Art. 20.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^