Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 oktober 2004
gepubliceerd op 29 oktober 2004

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Zeeslag », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003384
pub.
29/10/2004
prom.
21/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/21/2004003384/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Zeeslag », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1ste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij tot de vaststelling heeft gebracht dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, in het bijzonder met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;

Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de spelers te kunnen beantwoorden;

Overwegende dat een verhoogd aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het gedrag van de spelers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico haast onbestaande is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;

Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen bestaat in de lancering van de vorm van loterij die door dit besluit wordt bekrachtigd;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Zeeslag ». « Zeeslag » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door middel van de vermelding op het biljet, dat een lot al of niet verkregen is, en dit volgens een door het toeval bepaalde verdeling. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op één miljoen, hetzij op veelvouden van één miljoen.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2 euro.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van één miljoen uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 249 011, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Het biljet bestaat uit twee verschillende speelzones die bedekt zijn met een ondoorzichtige deklaag die door de deelnemers moet worden afgekrast. Op het biljet wordt zichtbaar vermeld dat deze twee speelzones respectievelijk « Schoten » en « Rooster » worden genoemd.

Art. 5.Op de ondoorzichtige deklaag van de speelzone « Schoten » worden er 12 verschillende vakjes afgedrukt, respectievelijk genummerd van 1 tot 12.

Onder de in het eerste lid bedoelde ondoorzichtige deklaag bevinden zich 12 verschillende en van elkaar gescheiden vermeldingen die enerzijds bestaan uit de letter A, B, C, D, E of F, en anderzijds uit het cijfer 1, 2, 3, 4, 5 of 6. Deze 12 vermeldingen worden « Schietcoördinaten » genoemd; ze worden gekozen uit de volgende 36 mogelijke « Schietcoördinaten » : A1, A2, A3, A4, A5, A6, B1, B2, B3, B4, B5, B6, C1, C2, C3, C4, C5, C6, D1, D2, D3, D4, D5, D6, E1, E2, E3, E4, E5, E6, F1, F2, F3, F4, F5 en F6.

Art. 6.Op de ondoorzichtige deklaag van de speelzone « Rooster » bevindt zich een vierkanten rooster met 36 vakjes. De 6 verticale lijnen die de kolommen van dit rooster vormen, worden telkens met een verschillende letter aangeduid : van links naar rechts is dit de letter A voor de eerste kolom, B voor de tweede, C voor de derde, D voor de vierde, E voor de vijfde en F voor de zesde. De 6 horizontale lijnen die de rijen van het rooster vormen, worden telkens aangeduid met een verschillend cijfer : van boven naar beneden wordt dit het cijfer 1 voor de eerste rij, 2 voor de tweede, 3 voor de derde, 4 voor de vierde, 5 voor de vijfde en 6 voor de zesde. Bovengenoemde letters en cijfers zijn niet bedekt met een ondoorzichtige deklaag.

Wanneer men de in het eerste lid bedoelde letters en cijfers kruiselings samenvoegt, verkrijgt men de plaatscoördinaten van elk van de 36 vakjes van het rooster. Van boven naar beneden wordt de plaats van de 6 vakjes in elke kolom van het rooster dus telkens als volgt bepaald : 1° voor kolom A : door de plaatscoördinaten A1, A2, A3, A4, A5 en A6;2° voor kolom B : door de plaatscoördinaten B1, B2, B3, B4, B5 en B6;3° voor kolom C : door de plaatscoördinaten C1, C2, C3, C4, C5 en C6;4° voor kolom D : door de plaatscoördinaten D1, D2, D3, D4, D5 en D6;5° voor kolom E : door de plaatscoördinaten E1, E2, E3, E4, E5 en E6;6° voor kolom F : door de plaatscoördinaten F1, F2, F3, F4, F5 en F6. Onder de ondoorzichtige deklaag van de speelzone « Rooster » staat een vierkanten rooster met 36 vakjes, dat hetzelfde formaat heeft en op dezelfde plaats staat als de 36 vakjes van het in het eerste lid bedoelde rooster. In het rooster onder de deklaag staan altijd vijf grafische figuren : één ervan stelt een mijn voor, terwijl de vier andere schepen voorstellen van een verschillende grootte en een verschillend type. Dit zijn de kenmerken van deze grafische figuren : 1° de mijn wordt altijd in één enkel vakje afgedrukt en draagt de vermelding « Gratis »;2° het eerste schip, genaamd « Torpedoboot », draagt de vermelding « euro 4 » en beslaat 2 naast elkaar liggende vakjes;het tweede schip, genaamd « Kruiser », draagt de vermelding « euro 20 » en beslaat 3 naast elkaar liggende vakjes; het derde schip, genaamd « Destroyer », draagt de vermelding « euro 1.000 » en beslaat 4 naast elkaar liggende vakjes; het vierde schip, genaamd « Pantserschip », draagt de vermelding « euro 40.000 » en beslaat 5 naast elkaar liggende vakjes.

Deze weergave heeft de volgende eigenschappen : a) de schepen worden altijd afgedrukt hetzij in de kolommen, hetzij in de rijen, d.w.z. hetzij verticaal, hetzij horizontaal. Daarenboven staat minstens één schip altijd in een kolom en minstens één ander schip altijd in een rij; b) in geen enkel geval kan een schip (een) vakje(s) beslaan waarin zich al een ander schip bevindt;c) de vijf grafische symbolen worden op totaal willekeurige wijze in het rooster geplaatst.

Art. 7.Wat betreft de winnende loten, geeft een biljet recht op het volgende : 1° een gratis biljet « Zeeslag », wanneer de in artikel 6, tweede lid, bedoelde plaatscoördinaten ter aanduiding van het vakje in het rooster waarin zich een mijn bevindt, deel uitmaken van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde 12 schietcoördinaten;2° een lot van 4 euro, wanneer de in artikel 6, tweede lid, bedoelde plaatscoördinaten ter aanduiding van de twee vakjes in het rooster waarin zich het schip « Torpedoboot » bevindt, deel uitmaken van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde 12 schietcoördinaten;3° een lot van 20 euro, wanneer de in artikel 6, tweede lid, bedoelde plaatscoördinaten ter aanduiding van de drie vakjes in het rooster waarin zich het schip « Kruiser » bevindt, deel uitmaken van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde 12 schietcoördinaten; 4° een lot van 1.000 euro, wanneer de in artikel 6, tweede lid, bedoelde plaatscoördinaten ter aanduiding van de vier vakjes in het rooster waarin zich het schip « Destroyer » bevindt, deel uitmaken van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde 12 schietcoördinaten; 5° een lot van 40.000 euro, wanneer de in artikel 6, tweede lid, bedoelde plaatscoördinaten ter aanduiding van de vijf vakjes in het rooster waarin zich het schip « Pantserschip » bevindt, deel uitmaken van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde 12 schietcoördinaten.

Een niet-winnend biljet is altijd een biljet waarvan het rooster geen enkele van de vijf gevallen bevat, bedoeld in het eerste lid.

Art. 8.Een winnend biljet levert uitsluitend één van de loten op, bedoeld in artikel 3.

Art. 9.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 10.Onder de ondoorzichtige deklaag van de twee speelzones bedoeld in artikel 4 kunnen controlevermeldingen staan onder elke vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.

Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in artikel 4 en in artikel 9, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 11.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten enkel wordt bepaald door het toeval : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee elementen kunnen worden onthuld met betrekking tot de toewijzing van de loten. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 12.De loten zijn betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. De loten van 40.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij.

De in artikel 7, 1°, bedoelde loten in natura worden enkel vervangen door loten in specie ter waarde van 2 euro wanneer de te koop aangeboden biljetten uitgeput zijn.

Art. 13.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 14.De loten die niet binnen de in artikel 12, eerste lid, vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 15.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 12, eerste lid, bedoelde termijn van twee maanden worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de speler zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 16.Het is alle minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 17.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 18.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 19.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 20.In het kader van promotieacties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in speciën worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 2 november 2004.

Art. 22.Onze Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^