Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2011
gepubliceerd op 18 mei 2011

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterijen met biljetten, respectievelijk « Bling Bling 1 euro » en « Bling Bling 3 euro » genaamd

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2011003109
pub.
18/05/2011
prom.
28/04/2011
ELI
eli/besluit/2011/04/28/2011003109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 2011. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterijen met biljetten, respectievelijk « Bling Bling 1 euro » en « Bling Bling 3 euro » genaamd


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2002 pub. 04/05/2002 numac 2002014105 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij sluiten tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 28/05/2009 numac 2009003150 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij sluiten tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij;

Gelet op het advies 49.257/2 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de « Bling Bling 1 euro »

Artikel 1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling 1 euro ». « Bling Bling 1 euro » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 600.000, hetzij op veelvouden van 600.000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 1 euro.

Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 600 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 150 326, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Nombre de lots Aantal loten

Montant des lots Bedrag van de loten

Montant total des lots

Totale bedrag van de loten

1 chance de gain sur 1 winstkans op

1

10.000 EUR

10.000 EUR

600 000

5

500 EUR

2.500 EUR

120 000

20

250 EUR

5.000 EUR

30 000

100

100 EUR

10.000 EUR

6 000

2 000

25 EUR

50.000 EUR

300

5 000

10 EUR

50.000 EUR

120

10 200

5 EUR

51.000 EUR

58,82

50 000

2 EUR

100.000 EUR

12

83 000

1 EUR

83.000 EUR

7,23

TOTAL TOTAAL 150 326

TOTAL TOTAAL 361.500 EUR

TOTAL TOTAAL3,99


Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie voor met als onderwerp, hetzij een ontbloot, mannelijk torso waarop zes vrouwenhanden geplaatst zijn en dat versierd is met sieraden, hetzij een deel van het gezicht van een vrouw die haar hand op een van haar wangen plaatst, hetzij een witte hond met de tong uit zijn muil, hetzij het bovenlijf van een aap met open muil, waarvan de nek versierd is met sieraden;

Wordt genoemd : 1° biljet « man » : het biljet met op de voorzijde de gedeeltelijke afbeelding van een ontbloot, mannelijk torso waarop zes vrouwenhanden geplaatst zijn en dat versierd is met sieraden;2° biljet « vrouw » : het biljet met op de voorzijde de gedeeltelijke afbeelding van het gezicht van een vrouw die haar hand op een van haar wangen plaatst;3° biljet « hond » : het biljet met op de voorzijde de afbeelding van een witte hond met de tong uit zijn muil;4° biljet « aap » : het biljet met op de voorzijde de afbeelding van het bovenlijf van een aap met open muil, waarvan de nek versierd is met sieraden. Op de voorkant van de biljetten komt tevens een duidelijk afgebakende ruimte voor bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag. Op deze deklaag staat een vermelding in de vorm van letters, beelden of grafische elementen, dewelke de betreffende zone aanduidt als een kraszone. Deze ruimte wordt « winstzone » genoemd.

Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de winstzone bedoeld in het derde lid bedekt, verschijnen : 1° een variabel grafisch symbool gekozen uit een reeks van vier verschillende grafische symbolen dewelke hetzij het mannelijk geslachtssymbool, hetzij het vrouwelijk geslachtssymbool, hetzij een hond, hetzij een aap voorstellen;2° een variabel lotenbedrag in Arabische cijfers, gekozen uit de lotenbedragen bedoeld in artikel 3; § 2. Zijn uitsluitend winnend : 1° de biljetten « man » waarvan de winstzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat het mannelijk geslachtssymbool voorstelt, bevatten;2° de biljetten « vrouw » waarvan de winstzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat het vrouwelijk geslachtssymbool voorstelt, bevatten;3° de biljetten « hond » waarvan de winstzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat een hond voorstelt, bevatten;4° de biljetten « aap » waarvan de winstzone bedoeld in § 1, vierde lid, het grafisch symbool dat een aap voorstelt, bevatten; Wanneer een biljet winnend is, stemt het lot waarmee het begunstigd is overeen met het in Arabische cijfers vermelde bedrag in de winstzone bedoeld in § 1, vierde lid.

Elk biljet dat niet overeenstemt met een van de vier gevallen van concordantie bedoeld in het eerste lid, is steeds niet winnend. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de « Bling Bling 3 euro »

Art. 5.Dit hoofdstuk is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling 3 euro ». « Bling Bling 3 euro » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 6.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 600 000, hetzij op veelvouden van 600 000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 3 euro.

Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 7.Voor iedere hoeveelheid van 600 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 162 401, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :

Nombre de lots Aantal loten

Montant des lots Bedrag van de loten

Montant total des lots

Totale bedrag van de loten

1 chance de gain sur 1 winstkans op

1

100.000 EUR

100.000 EUR

600 000

5

5.000 EUR

25.000 EUR

120 000

25

1.000 EUR

25.000 EUR

24 000

50

500 EUR

25.000 EUR

12 000

220

100 EUR

22.000 EUR

2 727,27

600

50 EUR

30.000 EUR

1.000

4 000

25 EUR

100.000 EUR

150

20 000

9 EUR

180.000 EUR

30

71 500

6 EUR

429.000 EUR

8,39

66 000

3 EUR

198.000 EUR

9,09

TOTAL TOTAAL 162 401

TOTAL TOTAAL 1.134.000 EUR

TOTAL TOTAAL3,69


Art. 8.Elk biljet bestaat uit twee luiken die op elkaar geplooid zijn. Deze twee luiken mogen in geen geval gescheiden worden. Eens ontplooid, bevat het biljet op de voorzijde vier duidelijk afgebakende spelzones die respectievelijk « Spel 1 - Jeu 1 - Spiel 1 », « Spel 2 - Jeu 2 - Spiel 2 », « Spel 3 - Jeu 3 - Spiel 3 » en « Spel 4 - Jeu 4 - Spiel 4 » worden genoemd.

Op elk van de in het eerste lid bedoelde spelzones : 1° komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie van een verschillend voorwerp voor;2° komt een duidelijk afgebakende ruimte voor bedekt met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag.Deze deklaag bevat een vermelding in de vorm van letters, beelden of grafische elementen, dewelke de betreffende zone aanduidt als een kraszone. Deze ruimte wordt « winstzone » genoemd.

Binnen eenzelfde uitgifte van 600 000 biljetten worden drie verschillende collecties gebruikt die elk een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie bevatten.

Deze drie collecties worden respectievelijk « collectie 1 », « collectie 2 » en « collectie 3 » genoemd. Het aantal biljetten waaruit elke collectie bestaat, wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 9.Op de voorkant van de vier spelzones van een biljet dat tot de collectie 1 behoort, komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie voor met als onderwerp : 1° voor spel 1 : een ontbloot, mannelijk torso waarop zes vrouwenhanden geplaatst zijn en dat versierd is met sieraden;2° voor spel 2 : een deel van het gezicht van een vrouw die haar hand op een van haar wangen plaatst;3° voor spel 3 : een witte hond met de tong uit zijn muil;4° voor spel 4 : het bovenlijf van een aap met open muil, waarvan de nek versierd is met sieraden. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de winstzone van spel 1, 2, 3 en 4 bedekt, verschijnen : 1° een variabel grafisch symbool gekozen uit een reeks van vier verschillende grafische symbolen dewelke hetzij het mannelijk geslachtssymbool, hetzij het vrouwelijk geslachtssymbool, hetzij een hond, hetzij een aap voorstellen;2° een variabel lotenbedrag in Arabische cijfers, gekozen uit de lotenbedragen bedoeld in artikel 7; Is winnend : 1° het spel 1 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het mannelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;2° het spel 2 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het vrouwelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;3° het spel 3 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat een hond voorstelt, bevat;4° het spel 4 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat een aap voorstelt, bevat. Wanneer een spel winnend is, stemt het lot waarmee het begunstigd is overeen met het in Arabische cijfers vermelde bedrag in de winstzone bedoeld in het tweede lid.

Het spel dat niet overeenstemt met een van de vier gevallen van concordantie bedoeld in het derde lid, is steeds niet winnend.

Art. 10.Op de voorkant van de vier spelzones van een biljet dat tot de collectie 2 behoort, komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie voor met als onderwerp : 1° voor spel 1 : een zanger met ontbloot torso, versierd met sieraden, en met een micro in de hand;2° voor spel 2 : de torso, versierd met sieraden, en een deel van het gezicht van een vrouw;3° voor spel 3 : een witte hond met een zonnebril op;4° voor spel 4 : de kop van een kat die de inhoud van een kommetje aan het verorberen is. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de winstzone van spel 1, 2, 3 en 4 bedekt, verschijnen : 1° een variabel grafisch symbool gekozen uit een reeks van vier verschillende grafische symbolen dewelke hetzij het mannelijk geslachtssymbool, hetzij het vrouwelijk geslachtssymbool, hetzij een hond, hetzij een kat voorstellen;2° een variabel lotenbedrag in Arabische cijfers, gekozen uit de lotenbedragen bedoeld in artikel 7; Is winnend : 1° het spel 1 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het mannelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;2° het spel 2 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het vrouwelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;3° het spel 3 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat een hond voorstelt, bevat;4° het spel 4 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat een kat voorstelt, bevat. Wanneer een spel winnend is, stemt het lot waarmee het begunstigd is overeen met het in Arabische cijfers vermelde bedrag in de winstzone bedoeld in het tweede lid.

Het spel dat niet overeenstemt met een van de vier gevallen van concordantie bedoeld in het derde lid, is steeds niet winnend.

Art. 11.Op de voorkant van de vier spelzones van een biljet dat tot de collectie 3 behoort, komt een fotografische illustratie, een afbeelding of een grafische illustratie voor met als onderwerp : 1° voor spel 1 : een deel van het gezicht van een zanger waarvan de torso gedeeltelijk gekleed is met een witte jack en versierd is met sieraden;2° voor spel 2 : een vrouwelijk achterwerk gekleed met een goudkleurige, korte broek;3° voor spel 3 : een zwarte hond met een zonnebril op en waarvan de nek versierd is met een halsband;4° voor spel 4 : een wit varken waarvan de nek versierd is met een halssnoer met parels en waarvan de kop getooid is met een kroontje met briljanten. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de winstzone van spel 1, 2, 3 en 4 bedekt, verschijnen : 1° een variabel grafisch symbool gekozen uit een reeks van vier verschillende grafische symbolen dewelke hetzij het mannelijk geslachtssymbool, hetzij het vrouwelijk geslachtssymbool, hetzij een hond, hetzij een varken voorstellen;2° een variabel lotenbedrag in Arabische cijfers, gekozen uit de lotenbedragen bedoeld in artikel 7; Is winnend : 1° het spel 1 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het mannelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;2° het spel 2 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat het vrouwelijk geslachtssymbool voorstelt, bevat;3° het spel 3 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat een hond voorstelt, bevat;4° het spel 4 waarvan de winstzone na het afkrassen het grafisch symbool dat de kop van een varken voorstelt, bevat. Wanneer een spel winnend is, stemt het lot waarmee het begunstigd is overeen met het in Arabische cijfers vermelde bedrag in de winstzone bedoeld in het tweede lid.

Het spel dat niet overeenstemt met een van de vier gevallen van concordantie bedoeld in het derde lid, is steeds niet winnend.

Art. 12.Een winnend biljet bevat één, twee of drie winnende spellen.

In voorkomend geval bevat een biljet waaraan een lot toegekend is van : 1° 3, 25, 50, 100, 500, 1.000, 5.000 of 100.000 euro, slechts één winnend spel; 2° 6 euro, hetzij één winnend spel die dit bedrag toewijst, hetzij twee winnende spellen die elk 3 euro toewijzen;3° 9 euro, hetzij één winnend spel die dit bedrag toewijst, hetzij twee winnende spellen die respectievelijk 3 en 6 euro toewijzen, hetzij drie winnende spellen die elk 3 euro toewijzen. HOOFDSTUK III. - Bepalingen gemeen aan de « Bling Bling »-biljetten aan 1 en 3 euro

Art. 13.Dit hoofdstuk is van toepassing op de twee door dit besluit bedoelde loterijen met biljetten.

Art. 14.Op de voor- en/of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer van de biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes. Op de voor- en/of de achterkant van de biljetten worden er tevens cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe de biljetten in kwestie behoren.

Art. 15.Onder de ondoorzichtige deklaag van de winstzones bedoeld in artikel 4, § 1, vierde lid, artikel 9, tweede lid, artikel 10, tweede lid en artikel 11, tweede lid, kunnen controlevermeldingen staan waarvan de aard en de grafische vorm vastgelegd worden door de Nationale Loterij. Wanneer hiervoor gebruik wordt gemaakt van cijfers, zullen deze in een kleiner formaat afgedrukt staan dan de cijfers die betrekking hebben op het bedrag van het eventueel toegekende lot. Deze vermeldingen kennen geen enkel lot toe.

Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in het eerste lid, en in artikel 14, eerste lid, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 16.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten zonder trekking uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.

In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er echter een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. Met kleine lotenbedragen worden loten bedoeld waarvan het bedrag per lot niet hoger mag zijn dan 25 euro. De som van de kleine lotenbedragen die toegekend worden aan de biljetten die tot eenzelfde in cellofaan verpakt pakje behoren, stemt overeen met een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag, dat niet minder kan bedragen dan 35 euro.

Art. 17.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, onder de volgende voorwaarden : 1° onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid zijn de loten betaalbaar in de fysieke verkooppunten waarmee de Nationale Loterij een overeenkomst heeft gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij, en dit gedurende een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren;2° de loten zijn betaalbaar gedurende een termijn van tien extra maanden bovenop de in 1° bedoelde termijn, uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.De gegevens van die regionale kantoren staan op de website van de Nationale Loterij of kunnen bij haar worden verkregen.

De loten van 10.000 en 100.000 euro zijn uitsluitend betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.

Art. 18.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 19.De loten die niet binnen de in artikel 17 vastgelegde termijn van twaalf maanden worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 20.Onder voorbehoud van rechterlijk beroep moeten klachten over de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 17 bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze dienen per aangetekende brief aan de Nationale Loterij te worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij te worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van dat biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de klager zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of bij een van haar Regionale Kantoren, ontvangt de klager een bewijs van afgifte.

Art. 21.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 22.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 23.Onder voorbehoud van rechterlijk beroep wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

Art. 24.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 25.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling

Art. 26.Het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 28/05/2009 numac 2009003150 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij sluiten tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Bling Bling », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 april 2010, wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepaling

Art. 27.De in overeenstemming met het koninklijk besluit, bedoeld in artikel 26, uitgegeven biljetten mogen verkocht worden tot en met 27 augustus 2011 en blijven onderworpen aan de regels opgenomen in dat besluit. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 28.Dit besluit treedt in werking op 23 mei 2011.

Art. 29.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^