Etaamb.openjustice.be
Document van 03 maart 2004
gepubliceerd op 26 maart 2004

Besluit van de Interregionale Bodemsaneringscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk BOFAS, J. Bordetlaan 166, B1, te 1140 Brussel

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap, ministerie van het waalse gewest en ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004035454
pub.
26/03/2004
prom.
03/03/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 MAART 2004. - Besluit van de Interregionale Bodemsaneringscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk BOFAS, J. Bordetlaan 166, B1, te 1140 Brussel


De Interregionale Bodemsaneringscommissie, Gelet op het Samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations d.d. 13 december 2002, aangenomen bij : 1. De ordonnantie van 20 december 2002 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 februari 2003;2. Het decreet van 15 mei 2003 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 2003;3. Het decreet van 18 juli 2003 houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations, gesloten in Brussel op 13 december 2002, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 19 augustus 2003;4. De wet van 26 augustus 2003 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations, afgesloten te Brussel op 13 december 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 september 2003; Gelet op de beslissingen van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 17 juli 2003, van de Vlaamse regering van 19 september 2003 en van de Waalse regering van 27 november 2003 tot samenstelling van de Interregionale Bodemsaneringscommissie;

Gelet op de beslissing van de Interregionale Bodemsaneringscommissie d.d. 26 januari 2004 houdende aanduiding van de Voorzitter en de secretaris;

Gelet op de erkenningsaanvraag van BOFAS, ingediend op 28 januari 2004 en ontvangen op 2 februari 2004; gelet op de ontvankelijkheid ervan;

Gelet op het verzoek van de Interregionale Bodemsaneringscommissie aan BOFAS tot het verstrekken van bijkomende informatie d.d. 6 februari 2004;

Gelet op de bijkomende informatie vanwege BOFAS aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie d.d. 13 februari 2004;

Gelet op de vaststelling dat BOFAS voldoet aan alle in het Samenwerkingsakkoord opgelegde erkenningsvoorwaarden, nl. : - Overwegende dat BOFAS opgericht is als vereniging zonder winstgevend doel overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend en de statuten werden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 26 april 2001, en nadien gewijzigd; - Overwegende dat BOFAS als uitsluitend statutair doel heeft de uitvoering van de opdracht omschreven in artikel 3, § 1, volgens de modaliteiten voorzien in het Samenwerkingsakkoord; - Overwegende dat de beheerders van BOFAS en de personen die BOFAS kunnen verbinden, hun burgerlijke en politieke rechten hebben, en niet bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest van een rechtscollege veroordeeld zijn voor een inbreuk op de milieuwetgeving van de federale Overheid, Gewesten of van een lid-Staat van de Europese Unie; - Overwegende dat BOFAS over de nodige middelen beschikt om, voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 4, § 1, van het Samenwerkingsakkoord, de volbrenging van zijn opdracht voor te bereiden en zijn initiële werkingskosten te dekken; - Overwegende dat BOFAS voldoende representatief is voor de betrokken sector, zoals blijkt uit het aanvraagdossier; - Overwegende dat de aanvraag tot erkenning per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs in 7 exemplaren werd ingediend bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie en aldus ontvankelijk is; dat ze tevens volledig is en de statuten bevat, een omstandig financieel plan, ontwerpen van modelovereenkomsten die door BOFAS, in geval van sluiting, met de exploitant, de feitelijke gebruiker en/of eigenaar van het verontreinigd terrein, en, in geval van voortzetting van de uitbating of in geval van sanering bij wijze van overgangsmaatregel, met de exploitant van het tankstation moet worden afgesloten; die modelovereenkomsten bevatten de verschillende modaliteiten, o.m. op financieel gebied, waaronder BOFAS kan interveniëren; dat ook een business plan is bijgevoegd dat in hoofdstuk III., 3, de uitvoering voorziet van de opgelegde voorwaarden van artikel 10, 7°, 8° en 9°, van het Samenwerkingsakkoord; - Overwegende dat wanneer BOFAS niet langer voldoet aan de voorwaarden voor erkenning, deze kan worden opgeheven; dat conform de voorwaarden van artikel 10 van het Samenwerkingsakkoord aan een bedrijfsrevisor opdracht werd gegeven tot controle van de inning van de verplichte bijdragen, waarbij is gespecificeerd dat dit dient te gebeuren op niet discriminerende noch geïndividualiseerde wijze zodat de accijnsplichtige ondernemingen die de betreffende petroleumproducten op de markt brengen op uniforme wijze onderworpen worden aan de betalingsmodaliteiten en de inning van de bijdragen er niet tot kan leiden dat de leden van BOFAS de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie tussen concurrerende ondernemingen zou organiseren of bevorderen; dat eveneens de controle van de balansen en jaarrekeningen van BOFAS aan de bedrijfsrevisor is opgedragen; dat de bedrijfsrevisor eveneens de opdracht kreeg toevertrouwd voorzien in artikel 10, 6°, van het Samenwerkingsakkoord; - Overwegende dat BOFAS heeft beslist, om voor de organisatie van de inning van de verplichte bijdragen beroep te doen op de diensten van de Federale Administratie tot wiens bevoegdheid Energie behoort en waaronder het Fonds voor de Analyse voor Aardolieproducten ressorteert; - Overwegende dat BOFAS in uitvoering van artikel 10, 3°, van het Samenwerkingsakkoord in een voorgelegd communicatieplan betreffende de modaliteiten van tussenkomst van het Fonds, de strategie heeft vastgelegd, en in zijn werkingskosten de nodige middelen ter uitvoering heeft voorzien, om afdoende en tijdige informatie te verstrekken aan de exploitanten, gebruikers en eigenaars van verontreinigde terreinen; - Overwegende dat ter uitvoering van de voorwaarde voorzien in artikel 10, 4°, van het Samenwerkingsakkoord door BOFAS aan de bedrijfsrevisor opdracht werd gegeven de in het artikel vermelde opdrachten te auditeren; - Overwegende dat BOFAS een verzekeringsovereenkomst zal aangaan voorzien in artikel 10, 5°, van het Samenwerkingsakkoord; - Overwegende dat de erkenningsaanvraag het engagement impliceert van de voorwaarde van artikel 10, 10°, van het Samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat in de drie Gewesten milieunormen werden ingevoerd die in de toekomst moeten vermijden dat de bodem, ten gevolge van de uitbating van tankstations, nog ernstig vervuild zou worden;

Overwegende dat bodemverontreiniging tot stand gekomen ten gevolge van de vroegere uitbating van tankstations op een ogenblik dat preventieve regelgeving nog niet afdoende voorhanden was, een belangrijk deel uitmaakt van de bodemverontreiniging en de sanering van die bodemverontreiniging tot aanzienlijke financiële kosten kan leiden;

Overwegende dat ook de consument een aanzienlijk aandeel heeft in de bodemverontreiniging van tankstations; dat het beginsel « de vervuiler betaalt » voor deze bodemverontreiniging niet onverminderd toepassing kan vinden;

Overwegende dat het derhalve aangewezen is om de bodemsanering van aldus verontreinigde tankstations op alternatieve wijze te financieren, met name door de oprichting van een bodemsaneringsfonds met privaatrechtelijk karakter, evenwel onder het toezicht van het openbaar gezag;

Overwegende dat daartoe een persoon van privaatrecht kan worden opgericht, met als taak, in geval van sluiting van een tankstation, in naam en voor rekening van de exploitanten, feitelijke gebruikers of eigenaars van tankstations, de bodemsanering van tankstations te bewerkstelligen en te financieren en, in geval van verderzetting van de uitbating van het tankstation, de bodemsanering te adviseren, administratief op te volgen, te controleren en de bodemsaneringskosten ervan gedeeltelijk terug te betalen en in geval een sanering bij wijze van overgangsmaatregel over te gaan tot de terugbetaling van de bodemsaneringskosten onverminderd de bepalingen van de artikelen 12 tot en met 17 van het Samenwerkingsakkoord zulks op basis van verplichte bijdragen van alle accijnsplichtige ondernemingen die minerale oliën op de Belgische markt brengen;

Overwegende dat het noodzakelijk is om in de drie Gewesten gezamenlijk maatregelen betreffende de bodemsanering van voornoemde verontreinigde tankstations te nemen teneinde, enerzijds, de milieueffecten van deze verontreinigingsbronnen te voorkomen en te verminderen zodat een hoog niveau van milieubescherming wordt bereikt zonder dat, anderzijds, de Belgische economische unie en monetaire eenheid wordt verstoord;

Overwegende dat de bevoegdheid voor de erkenning van BOFAS krachtens artikel 9, § 3, van het Samenwerkingsakkoord toekomt aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie, Besluit : Vooraf : algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van huidig besluit wordt verstaan onder : 1° Bodemverontreiniging : de verontreiniging van de grond en het grondwater zoals in de wetgeving van de Gewesten gedefinieerd;2° Bodemsanering : het behandelen van bodemverontreiniging zoals in de wetgeving van de Gewesten gedefinieerd;3° Tankstation : elke brandstofverdeelinstallatie voor motorvoertuigen, zijnde een installatie voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en), die als verkooppunt voor het publiek wordt of minstens tot en met 31 december 1992 werd uitgebaat. Vallen niet onder het begrip « tankstation », alle brandstofverdeelinstallaties die voor een ander gebruik (verdeling van brandstoffen voor een ander gebruik dan voor motorvoertuigen; verdeling van brandstoffen voor motorvoertuigen met het oog op andere handelsdoeleinden dan verkoop aan het publiek, zoals de verdeling van brandstoffen voor motorvoertuigen in eigen beheer en/of voor eigen gebruik) worden of werden aangewend; 4° Sluiting : het definitief beëindigen van de uitbating van een tankstation op een verontreinigd terrein;5° Verontreinigde site : één of meerdere kadastrale percelen waarop een tankstation gelegen is of was, alsmede de aanpalende kadastrale percelen waarvan de bodem ten gevolge van de uitbating van het tankstation vóór aanvraag tot tussenkomst bedoeld in de artikelen 14, § 2, en 16, van het Samenwerkingsakkoord, zodanig verontreinigd is dat een bodemsanering zich opdringt op grond van de gewestelijke wetgeving betreffende de bodemsanering;6° Verontreinigd terrein : een of meerdere kadastrale percelen waarop een tankstation gelegen is of was, die, ten gevolge van de uitbating van het tankstation vóór aanvraag tot tussenkomst bedoeld in de artikelen 14, § 2, en 16, van het Samenwerkingsakkoord, zodanig verontreinigd is dat een bodemsanering zich opdringt op grond van de gewestelijke wetgeving betreffende de bodemsanering;7° Accijnsplichtige onderneming : elke natuurlijke of rechtspersoon die motorbrandstoffen in verbruik stelt of bij wie tekorten van motorbrandstoffen worden vastgesteld en in die hoedanigheid overeenkomstig de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, het verkeer daarvan en de controles daarop, gehouden is tot betaling van accijnzen;8° Oriënterend onderzoek : elk bodemonderzoek dat overeenkomstig de gewestelijke wetgeving betreffende de bodemsanering respectievelijk als « oriënterend bodemonderzoek » (Vlaams Gewest), « étude indicative » (Waals Gewest) en « prospectief onderzoek » (Brussels Gewest) wordt gekwalificeerd en niet ouder is dan twee jaar op de datum van de aanvraag tot tussenkomst;9° Afdoende bevonden oriënterend onderzoek : elk oriënterend onderzoek waarvan de resultaten overeenkomstig de gewestelijke wetgeving betreffende de bodemsanering door de bevoegde gewestelijke overheden algemeen aanvaard worden dan wel na individuele beoordeling aanvaard werden;10° Exploitant : de exploitant, zoals bepaald overeenkomstig de milieuvergunningwetgeving van de Gewesten, van een vergunning- en/of meldingplichtige inrichting en/of activiteit ingeplant en/of uitgeoefend op een verontreinigd terrein;11° Eigenaar : de eigenaar van een verontreinigd terrein;12° Feitelijke gebruiker : de persoon, andere dan de exploitant en eigenaar, die voor eigen rekening de feitelijke controle over het verontreinigd terrein heeft;13° Fonds : de overeenkomstig de artikelen 8 en 9 van het samenwerkingsakkoord erkende rechtspersoon;14° Overeenkomst : de overeenkomst betreffende de modaliteiten van tussenkomst van BOFAS, gesloten tussen de exploitant, feitelijke gebruiker en/of eigenaar en BOFAS;15° Interregionale Bodemsaneringscommissie : de commissie bedoeld in artikel 18 van het Samenwerkingsakkoord en belast met de erkenning van en het toezicht op BOFAS;16° Bevoegde Federale Administratie : de Administratie tot wiens bevoegdheid Energie behoort en waaronder het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten ressorteert;17° Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten : het fonds bedoeld in artikel 2 van de wet van 24 december 1993 tot oprichting van begrotingsfondsen en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen;18° Sanering bij wijze van overgangsmaatregel : een sanering van verontreinigde sites of terreinen die volgende elementen bevat : een bodemsaneringsproject of saneringsplan dat overeenkomstig de van toepassing zijnde regionale regelgeving conform verklaard of goedgekeurd werd en waarvoor de effectieve uitvoering van de bodemsaneringswerken conform het bodemsaneringsproject, het goedgekeurd saneringsplan of de milieuvergunning van start gegaan is na 1 januari 2000 doch uiterlijk 6 maanden na de datum van het verschijnen van de erkenning van het bodemsaneringsfonds in het Belgisch Staatsblad ;19° Samenwerkingsakkoord : het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations, afgesloten te Brussel op 13 december 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 september 2003; 20° de V.Z.W. BOFAS : staat voor vereniging zonder winstoogmerk Bodemsaneringsfonds voor Tankstations en « association sans but lucratif Fonds d'Assainissement des Sols des stations-service ». HOOFDSTUK I. - Erkenning

Art. 2.BOFAS wordt erkend als Fonds zoals voorzien in de artikelen 3, 8 en 9 van het Samenwerkingsakkoord en onder de voorwaarden voorzien in dit besluit.

Art. 3.BOFAS heeft als opdracht, in geval van sluiting, in naam en voor rekening van de exploitant, feitelijk gebruiker of eigenaar de bodemsanering van de betrokken verontreinigde site of het verontreinigd terrein te bewerkstelligen en te financieren en, in elk geval van verderzetting van de uitbating van het tankstation, de bodemsanering van de betrokken verontreinigde site of het verontreinigd terrein te adviseren, administratief op te volgen, te controleren en de bodemsaneringskosten ervan gedeeltelijk terug te betalen, dit alles volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 12 tot en met 17 van het Samenwerkingsakkoord.

In het geval van een sanering bij wijze van overgangsmaatregel blijft de opdracht van BOFAS beperkt tot de terugbetaling van de bodemsaneringskosten onverminderd de bepalingen van de artikelen 12 tot en met 17 van het Samenwerkingsakkoord.

Art. 4.BOFAS wordt erkend voor een termijn van 10 jaar. De erkenning kan eventueel voor een hernieuwbare termijn van maximum 5 jaar worden verlengd.

Minimaal 6 maand voorafgaand aan het aflopen van de termijn van erkenning dient een aanvraag tot verlenging van de erkenning te worden ingediend bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie en dit overeenkomstig artikel 9 van het samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK II. - Financiering van BOFAS

Art. 5.§ 1. BOFAS ontvangt van de accijnsplichtige ondernemingen de stortingen die nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht, en voor de dekking van zijn werkingskosten. § 2. De verplichte bijdrage die door BOFAS lastens de accijnsplichtige ondernemingen wordt geheven, bedraagt voor : a) benzines voor motorvoertuigen (GN 2710 11 41 00 tot 2710 11 59 00) : 0.0052 EUR per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld; b) gasolie diesel voor wegvoertuigen (GN 2710 19 41 00 tot 2710 19 49 00) : 0.0032 EUR per liter brandstof die in verbruik wordt gesteld of waarvan een tekort wordt vastgesteld.

De verwijzingen in deze paragraaf naar de codes van de gecombineerde nomenclatuur hebben betrekking op de Gecombineerde Nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschap. § 3. De in artikel 5, § 2, bedoelde bijdrage zal worden verrekend via de Programmaovereenkomst betreffende de regeling van de verkoopprijzen van de aardolieproducten.

Indien voor een of andere reden, de maximumprijzen van de petroleumproducten niet langer door de Programmaovereenkomst worden vastgelegd, zal de Federale Staat de nodige maatregelen treffen opdat de totale bijdragen die voor BOFAS voorzien zijn, beschikbaar zullen blijven onder de aanvankelijke voorwaarden, die resulteren uit artikel 5, § 3, alinea 1, met respect van het principe van de fifty-fifty-verdeling van de lasten tussen de sector en de consument.

Art. 6.§ 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10, 2°, van het Samenwerkingsakkoord en artikel 9, 2°, van huidig besluit, betekent BOFAS de accijnsplichtige ondernemingen, uiterlijk op de laatste werkdag van de derde maand volgend op ieder kwartaal, welke stortingen zij krachtens het Samenwerkingsakkoord verschuldigd zijn en dit op basis van de in de loop van dat kwartaal ter verbruik aangeboden hoeveelheden, zoals deze zijn vastgesteld in het kader van het accijnsstelsel van de minerale oliën.

Daartoe meldt het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten, op basis van de gegevens waarover het beschikt, uiterlijk op de 15de werkdag van de derde maand die volgt op een kwartaal, aan BOFAS, de hoeveelheden die iedere accijnsplichtige onderneming in de loop van dat kwartaal in verbruik heeft gesteld. § 2. De verplichte bijdragen worden betaald uiterlijk op de laatste werkdag van de maand volgend op de betekening bedoeld in § 1.

De accijnsplichtige onderneming beschikt over een termijn van één maand, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de betekening bedoeld in § 1, om per aangetekend schrijven bij de Bevoegde Federale Administratie bezwaar aan te tekenen tegen het betekende bedrag.

Bezwaren die aangetekend worden na het verstrijken van de termijn, bedoeld in het vorig lid, of die betrekking hebben op een verschil kleiner of gelijk aan vijfentwintig euro, zijn niet ontvankelijk.

De Bevoegde Federale Administratie doet over het aangetekende bezwaar uitspraak binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de datum van ontvangst ervan. Bij gebreke van uitspraak binnen de voornoemde termijn, wordt het bezwaar geacht stilzwijgend te zijn afgewezen. § 3. De accijnsplichtige ondernemingen moeten de betekende bedragen aanzuiveren door storting op de ontvangstrekening van BOFAS, binnen de termijn vastgelegd in § 2.

Art. 7.§ 1. Indien BOFAS van oordeel is dat de in artikel 4, § 2, lid 1, van het Samenwerkingsakkoord bedoelde verplichte bijdrage verhoogd moet worden indien zulks noodzakelijk is voor het volbrengen van zijn opdracht en voor de dekking van zijn werkingskosten, dan wel verlaagd kan worden indien zulks de volbrenging van zijn opdracht en de dekking van zijn werkingskosten niet verhindert, dient zij hiertoe een aanvraag in bij de Interregionale Bodemsanerings-commissie. § 2. De aanvraag tot het bekomen van een aanpassing zoals bedoeld in § 1 wordt in 7 exemplaren en per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie ingediend. § 3. Het aanvraagdossier dient een financieel plan en een begroting voor de resterende duur van de erkenning te bevatten waarin onder meer de volgende gegevens zijn opgenomen : - een gemotiveerde nota waaruit de noodzaak tot aanpassing van de verplichte bijdrage blijkt; - de schatting van de vereiste inkomsten; - de wijze waarop de opbrengsten worden toegewezen ten voordele van de werking van BOFAS, onder meer door de samenstelling van de eventuele reserves; - de schatting van de uitgaven, inclusief werkingskosten; - de financieringswijze van de eventuele tekorten. § 4. a) Indien de Interregionale Bodemsaneringscommissie een positief advies geeft over de voorgestelde verhoging of verlaging van de bijdrage, stuurt zij het aanvraagdossier ter goedkeuring naar de gewestregeringen en de federale ministers tot wiens bevoegdheid Economische Zaken en Energie behoren. b) Indien de voorgestelde verhoging of verlaging van de bijdrage aanvaard wordt, wordt die verrekend via de Programmaovereenkomst bedoeld in artikel 4, § 3, van het Samenwerkings-akkoord volgens de modaliteiten die bepaald worden door de ondertekenaars van de Programmaovereenkomst. § 5. Elke wijziging van de bijdrage zal aanleiding geven tot een wijziging van artikel 4, § 2, van het Samenwerkingsakkoord en huidig besluit.

Art. 8.§ 1. Het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten deelt aan BOFAS, op zijn verzoek, alle noodzakelijke gegevens mee waarover het beschikt die moeten toelaten te onderzoeken of de accijnsplichtige ondernemingen aan de verplichting bedoeld in artikel 4 van het Samenwerkingsakkoord en huidig besluit voldoen. § 2. De vergunning waarover een accijnsplichtige onderneming overeenkomstig de bepalingen van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijns-producten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, dient te beschikken teneinde haar activiteiten te kunnen uitoefenen, kan worden opgeheven, al dan niet op verzoek van BOFAS, doch op voorstel van de Interregionale Bodemsaneringscommissie bedoeld in artikel 18 van het Samenwerkingsakkoord, door de federale Minister tot wiens bevoegdheid Financiën behoort of zijn afgevaardigde, indien vastgesteld wordt dat de betrokken accijnsplichtige onderneming op grove wijze tekort schiet aan haar verplichting als bedoeld in artikel 4 van het Samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen ten laste van BOFAS

Art. 9.BOFAS is gehouden tot : 1° het blijven voldoen aan de voorwaarden van de erkenning, zoals voorzien in artikel 8 van het Samenwerkingsakkoord.2° het innen van de bijdragen van de accijnsplichtige ondernemingen op niet discriminerende en niet geïndividualiseerde wijze, teneinde de reële en volledige kosten van de verplichtingen die BOFAS ten laste vallen overeenkomstig het besluit en Samenwerkingsakkoord te dekken. BOFAS kan daartoe beroep doen op de diensten van een daartoe gemandateerde bedrijfsrevisor of de Bevoegde Federale Administratie, die gebruik kan maken van de gegevens van het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.

In dit kader zal door BOFAS een overeenkomst worden afgesloten met de Bevoegde Federale Administratie. Deze overeenkomst dient middels aangetekend schrijven te worden overgemaakt aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie binnen drie maanden na publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad. 3° het verstrekken van afdoende en tijdige informatie aan de exploitanten, feitelijke gebruikers en/of eigenaars van verontreinigde terreinen betreffende de modaliteiten van tussenkomst van BOFAS. In dit kader dienen door BOFAS de volgende verslagen te worden voorgelegd aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie.

Gedurende de eerste 24 maanden na publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad, dient BOFAS trimestriëel aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie een overzicht te bezorgen van de ontvangen aanvragen tot tussenkomst, dit voor de voorbije drie maanden. Dit overzicht dient middels aangetekend schrijven te worden bezorgd aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie binnen één maand die volgt op de voorbije periode.

Voor elke aanvraag dient het overzicht minimaal volgende punten te omvatten; dit per gewest : - referentienummer van de site of terrein; - ontvangstdatum van de aanvraag; - indentiteit en coördinaten van de aanvrager, exploitant, eigenaar en gebruiker; - adres van de site; - kadastrale gegevens van de site; - aard van de aanvraag (sluiting, verderzetting, overgangsmaatregel in het kader van sluiting of verderzetting).

Gedurende de eerste 27 maanden na publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad, dient BOFAS trimestriëel aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie een overzicht te bezorgen met betrekking tot de behandeling van de ontvangen aanvragen tot tussenkomst, dit voor de voorbije drie maanden. Dit overzicht dient middels aangetekend schrijven te worden bezorgd aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie binnen één maand die volgt op de voorbije periode.

Voor elke aanvraag dient het overzicht minimaal volgende punten te omvatten, dit per gewest : - referentienummer van de site of terrein; - gevolggeving aan de aanvraag : aanvaard, onvolledig, geweigerd, in behandeling; - datum van beslissing van de gevolggeving aan de aanvraag; - in voorkomend geval, reden van de weigering of gevraagde aanvullingen; 4° in geval van sluiting, in naam en voor rekening van de exploitanten, feitelijke gebruikers of eigenaars, de bodemsanering van de betrokken verontreinigde sites of terreinen op niet-discriminatoire wijze te bewerkstelligen en te financieren en, in geval van verderzetting van de uitbating van het tankstation door de exploitant, de bodemsanering van de betrokken verontreinigde sites of terreinen op niet discriminatoire wijze administratief op te volgen, te controleren en de bodemsaneringskosten ervan gedeeltelijk terug te betalen, dit alles volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 12 tot en met 17 van het Samenwerkingsakkoord, met dien verstande dat in het geval van een sanering bij wijze van overgangsmaatregel de opdracht van BOFAS beperkt blijft tot de terugbetaling van de bodemsaneringskosten onverminderd de bepalingen van de artikelen 12 tot en met 17 van het Samenwerkingsakkoord, evenals dat deze verplichting slechts werkzaam zal zijn van zodra BOFAS, middels het innen van de in 2° hiervoor bedoelde bijdragen, over een voldoende vermogen beschikt;5° tot het afsluiten, binnen, drie maand na de publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad, van een verzekeringscontract tot dekking van de schade die uit de voorgenomen activiteiten kan voortvloeien, en een kopie van de afgesloten polis middels aangetekend schrijven aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie te versturen;6° het aanstellen van bedrijfsrevisoren voor de controle van de inning van de verplichte bijdragen, alsmede de controle van de balansen en de jaarrekeningen van BOFAS.Het aanvraagdossier bevat een ontwerpovereenkomst opdracht bedrijfsrevisor'; die overeenkomst dient te worden omgezet in een definitieve overeenkomst. Een kopie ervan dient binnen één maand na publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad te worden overgemaakt middels aangetekend schrijven aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie; 7° uiterlijk op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het werkingsjaar, een jaarlijks saneringsprogramma op te maken en ter goedkeuring voor te leggen, middels aangetekend schrijven, aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 21, 3°, van het Samenwerkingsakkoord. Het jaarlijks saneringsprogramma dient minstens te bevatten; dit per gewest : - een lijst van de tijdens het werkingsjaar te saneren sites of terreinen; - een evaluatie van de prioriteit van de tijdens het werkingsjaar te saneren sites of terreinen, gesteund op het risico van de vastgestelde verontreiniging voor mens en milieu; - een raming van de globale kostprijs van de tijdens het werkingsjaar uit te voeren saneringen; - een omstandig verslag betreffende de tenuitvoerlegging van het vorig saneringsprogramma, m.i.v. een toelichting betreffende de eventuele afwijkingen van dit programma.

Bovenvermeld saneringsprogramma dient zowel de voorziene saneringen als de saneringen te omvatten die in het werkingsjaar worden verdergezet.

Dit saneringsprogramma dient tevens zodanig te worden opgebouwd dat minimaal volgende informatie, per gewest, beschikbaar is : - referentienummer van de site of terrein; - datum van sluiting; - aanwezige risico's en saneringsurgentie; - identiteit van de bodemsaneringsdeskundige; - identiteit van de bodemsaneerder; - kostprijs van de sanering; - gekozen saneringstechniek; - begin- en einddatum van de bodemsaneringswerken.

Een ontwerp van jaarlijks saneringsprogramma met alle bovenstaande elementen dient uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het werkingsjaar te worden voorgelegd aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie. Na goedkeuring door de Interregionale Bodemsaneringscommissie kan het jaarlijks saneringsprogramma worden ingediend; 8° het, binnen een termijn van zes maanden na publicatie van onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad, uitwerken van een beslissingsschema om de saneringsurgentie (op basis van de risico's van de verontreiniging voor mens en milieu) te bepalen.Dit beslissingsschema dient, middels aangetekend schrijven, ter goedkeuring aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie te worden voorgelegd. Binnen een termijn van zes maanden verklaart de Interregionale Bodemsaneringscommissie zich akkoord met het beslissingsschema of legt ze binnen een door haar te bepalen termijn aanvullingen of wijzigingen op. BOFAS dient binnen de opgelegde termijn een nieuw voorstel van beslissingsschema aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie te bezorgen, rekening houdend met de geformuleerde opmerkingen. Indien de Interregionale Bodemsaneringscommissie geen beslissing neemt binnen de zes maanden na ontvangst wordt het beslissingsschema geacht stilzwijgend te zijn goedgekeurd; 9° het jaarlijks vóór 15 februari neerleggen middels aangetekend schrijven bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie van de balansen en resultaatrekeningen van het voorbije jaar en de begroting voor het volgend jaar.Voor de vorm van deze in te dienen documenten wordt verwezen naar de vigerende regelgeving terzake. Afhankelijk van de ingediende balansen, resultaatrekeningen en begroting dient door BOFAS op vraag van de Interregionale Bodemsaneringscommissie een voorstel tot aanpassing van de verplichte bijdrage te worden ingediend; 10° het jaarlijks neerleggen vóór 15 februari bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie van het jaarverslag van BOFAS voor het voorbije jaar, dit middels aangetekend schrijven. Dit verslag dient minstens te bevatten : - opvolging van de aanvragen in het kader van voortzetting van de activiteiten.

Een overzicht per gewest van de tankstations, die hun activiteiten verderzetten en het voorbije jaar onderwerp uitmaakten van opvolging, met daarin minimaal volgende elementen : - referentienummer van de site of terrein; - datum ontvangst van het bodemsaneringsproject of saneringsplan; - beslissing van BOFAS betreffende het bodemsaneringsproject of saneringsplan; - datum van betekening van de beslissing aan de aanvrager; - datum ontvangst van de aanvraag tot terugbetaling; - kostprijs van de sanering; - bedrag van de tussenkomst; - datum van uitbetaling van de tussenkomst; - opvolging van de aanvragen in het kader van sluiting van een tankstation.

Een overzicht per gewest van de tankstations die sluiten en het voorbije jaar onderwerp uitmaakten van opvolging, met daarin minimaal volgende elementen : - referentienummer van de site of terrein; - datum van sluiting; - fase van het dossier (bodemonderzoek, bodemsaneringsproject of saneringsplan, bodemsaneringswerken in uitvoering, bodemsaneringswerken afgerond) en datum; - aanwezige risico's en saneringsurgentie; - identiteit van de bodemsaneringsdeskundige; - kostprijs van het bodemonderzoek; - kostprijs van het bodemsaneringsproject; - identiteit van de bodemsaneerder; - kostprijs van de bodemsaneringswerken; - gekozen saneringstechniek; - opvolging van de aanvragen in het kader van sanering bij wijze van overgangsmaatregel in combinatie met voortzetting van de activiteiten.

Een overzicht per gewest van de tankstations die hun activiteiten verderzetten in combinatie met een sanering bij wijze van overgangsmaatregel en het voorbije jaar onderwerp uitmaakten van opvolging, met daarin minimaal volgende elementen : - referentienummer van de site of terrein; - begin- en einddatum van de bodemsaneringswerken; - kostprijs van de sanering; - bedrag van tussenkomst; - datum van uitbetaling van de tussenkomst; - eventuele bemerkingen; - opvolging van de aanvragen in het kader van sanering bij wijze van overgangsmaatregel in combinatie met sluiting van een tankstation.

Een overzicht per gewest van de tankstations die sluiten in combinatie met een sanering bij wijze van overgangsmaatregel en het voorbije jaar onderwerp uitmaakten van opvolging, met daarin minimaal volgende elementen : - referentienummer van de site of terrein; - datum van sluiting; - begin- en einddatum van de bodemsaneringswerken; - kostprijs van de sanering; - datum van uitbetaling van de tussenkomst; - eventuele bemerkingen; - opvolging van het klachtenregister.

Een overzicht van de ingediende klachten het voorbije jaar met minimale vermelding van de gegevens zoals voorzien in artikel 9, 14°, van dit besluit; 11° mededeling aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie middels aangetekend schrijven binnen de vijf werkdagen van elke wijziging van de statuten, samenstelling van de algemene vergadering of raad van beheer;12° het uitvoeren of laten uitvoeren van steekproefsgewijze controles op de gesloten locaties, met name op de naleving van de aangegane verbintenis conform artikel 14, § 2, 1°, 5.en 2°, 1., van het Samenwerkingsakkoord, alsook tot het overmaken middels aangetekend schrijven van een jaarlijks verslag van voornoemde audit aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie; 13° het bij de uitvoering van haar taak te allen tijde respecteren van de verschillende richtlijnen en standaardprocedures aanvaard door de Interregionale Bodemsaneringscommissie en/of de richtlijnen en standaardprocedures aanvaard door de gewestelijke overheden;14° het bijhouden van een klachtenregister dat ter inzage ligt.Dit klachtenregister dient minimaal te omvatten : - identiteit van de klager; - inhoud van de klacht; - datum ontvangst van de klacht; - voorwerp van de klacht; - gevolggeving aan de klacht; 15° het overmaken aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie van alle documenten in het Nederlands en in het Frans;16° het eveneens digitaal overmaken aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie van alle verslagen;17° het voldoen aan de wetgeving inzake het gebruik van de landstalen.

Art. 10.§ 1. De opdrachten van BOFAS worden gegund volgens de principes van de algemene of beperkte offerteaanvraag, met uitzondering van de opdrachten tot een bedrag van 31.000 euro. BOFAS mag de gunning van de opdrachten niet aan derden delegeren.

De opdracht dient te worden toegewezen aan de inschrijver die de voordeligste regelmatige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de gunningscriteria.

BOFAS kan de eventuele varianten in overweging nemen die door de inschrijvers voorgesteld worden. Deze moeten de minimumvoorwaarden vervullen die in het bestek vermeld staan en aan de voor hun indiening gestelde eisen voldoen. § 2. Algemene offerteaanvraag.

BOFAS moet overgaan tot een afdoend kenbaar maken van de aankondiging van de opdracht voor de belanghebbenden en/of betrokken sectoren.

De aankondiging bevat de volgende vermeldingen : 1. naam, adres, telefoon- en faxnummer van BOFAS;2. de aard en omvang van de prestaties, beschrijving van de algemene kenmerken van de opdracht;3. de omschrijving van de inlichtingen en documenten die nodig zijn voor de beoordeling van de financiële, economische of technische minimumeisen die door BOFAS aan de inschrijvers worden gesteld met het oog op hun selectie;4. het adres waar de inschrijvers het bestek kunnen inzien of verkrijgen;5. het adres van de persoon waar bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen worden verkregen;6. de exacte datum, uur en plaats voor de indiening van de offertes, evenals de taal waarin zij moeten opgesteld worden. Het inzien van het bestek is kosteloos. De vergoeding voor het verkrijgen van het bestek mag de kostprijs ervan niet overstijgen.

BOFAS moet het bestek binnen de zes kalenderdagen na de aanvraag verstrekken.

Eventuele bijkomende inlichtingen betreffende het bestek dienen ten laatste zes kalenderdagen vóór het verstrijken van de ontvangsttermijn van de offertes te worden verstrekt.

De inschrijvers hebben veertig kalenderdagen vanaf de datum van de laatste publicatie van de aankondiging van de opdracht om hun offerte in te dienen. Indien de offertes redelijkerwijs pas na raadpleging van een omvangrijke documentatie of na een plaatsbezoek of na inzage ter plaatse van de bij het bestek horende documenten kunnen worden opgemaakt, dient te termijn dienovereenkomstig te worden verlengd.

Elke offerte die buiten de termijn toekomt, wordt uitgesloten. § 3. Beperkte offerteaanvraag.

Wanneer BOFAS overgaat tot een beperkte offerteaanvraag, wordt overgegaan tot een afdoend kenbaar maken van de aankondiging van de opdracht voor de belanghebbenden en/of betrokken sectoren. De aankondiging herneemt de vermeldingen van § 2, alinea 2, punten 1, 2, 3, en 5.

De aankondiging legt de uiterste datum vast voor de ontvangst van de aanvragen tot deelname, dewelke niet korter mag zijn dan vijftien kalenderdagen. Elke aanvraag tot deelname die buiten de termijn toekomt, wordt uitgesloten.

BOFAS moet in de mate van het mogelijke minstens 5 aanvragers uitnodigen om een offerte in te dienen. De aanvragers worden door BOFAS uitgekozen op basis van de selectiecriteria, zoals opgenomen in § 4. Zij worden van hun selectie op de hoogte gesteld bij aangetekende brief.

De geselecteerde aanvragers worden gelijktijdig bij brief uitgenodigd om hun offerte in te dienen in de taal gekozen in de aankondiging van de opdracht. De uitnodiging om deel te nemen herneemt de vermeldingen van § 2, alinea 2.

De offertes moeten uiterlijk binnen veertig kalenderdagen na het verzenden van de uitnodiging tot deelneming bij BOFAS toekomen. Deze termijn wordt verlengd in het geval van § 2, laatste alinea. § 4. Selectiecriteria.

BOFAS gaat op grond van de inlichtingen betreffende de eigen situatie van iedere inschrijver en van de inlichtingen en documenten die nodig zijn voor de beoordeling van de financiële, economische of technische minimumeisen, over tot de selectie van de inschrijvingen.

Kan uitgesloten worden van deelneming aan de opdracht, de inschrijver : 1. Die in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijk akkoord heeft bekomen, of die in een overeenstemmende toestand verkeert;2. Die aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening of van gerechtelijk akkoord aanhangig is, of die in een overeenstemmende toestand verkeert;3. Die, bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast;4. Die bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan, die naar behoren vastgesteld wordt door BOFAS, de IBC, de bevoegde overheid;5. Die niet orde is met de betalingen van zijn bijdragen aan de sociale zekerheid en van zijn belastingen;6. Die zich in ernstige mate heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar op grond van deze paragraaf. De financiële en economische draagkracht van de inschrijver kan aangetoond worden door één of meer van de volgende referenties : 1. Door passende bankverklaringen of het bewijs van een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid;2. Door voorlegging van de balansen, uittreksels uit de balansen of de jaarrekeningen;3. Door een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet betreffende de prestaties die vergelijkbaar zijn met de toe te kennen opdracht over de laatste drie boekjaren;4. Voor vennootschappen, door voorlegging van de statuten en/of andere akten van de vennootschap, door voorlegging van de inschrijving in het handelsregister;voor natuurlijke personen, door voorlegging van een getuigschrift van goed gedrag en zeden en/of een getuigschrift van woonplaats en van nationaliteit.

De aankondiging van de opdracht duidt uit de documenten vermeld in de vorige alinea, de documenten aan die moeten worden overgelegd.

Indien de inschrijver om gegronde redenen niet in staat is de gevraagde referenties over te leggen, kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere documenten die BOFAS geschikt acht.

De technische bekwaamheid van de inschrijver hangt af van zijn vakkundigheid, doeltreffendheid, ervaring en betrouwbaarheid. Zij kan worden aangetoond door één of meer van de volgende referenties, afhankelijk van de aard, de omvang en het gebruik van de gevraagde diensten : 1. Door studie- en beroepskwalificaties van de inschrijver en/of van het ondernemingskader, alsmede van de verantwoordelijken voor de uitvoering van de diensten;2. Door de lijst van de voornaamste opdrachten uitgevoerd tijdens de laatste drie jaar;3. Door opgave van het personeel, de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting, waarover de inschrijver zal beschikken voor de uitvoering van de opdracht;4. Door een beschrijving van de maatregelen die de inschrijver treft om de kwaliteit te waarborgen en van de mogelijkheden die hij biedt ten aanzien van ontwerpen en onderzoek;5. Door opgave van het gedeelte van de opdracht dat de inschrijver desgevallend voornemens is in onderaanneming te geven. De aankondiging van de opdracht geeft aan welke van de bovengenoemde referenties moeten worden verstrekt.

De gevraagde inlichtingen mogen niet verder gaan dan verantwoord is en BOFAS moet met de rechtmatige belangen van de inschrijver met betrekking tot de bescherming van zijn fabrieks- of bedrijfsgeheimen rekening houden. § 5. Opmaken van de offerte.

De inschrijver maakt zijn offerte op op het formulier dat eventueel bij het bestek hoort. Indien hij zijn offerte op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, moet de inschrijver op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bestek is.

De offerte vermeldt : 1. De naam en voornamen, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en de woonplaats van de inschrijver, indien het een natuurlijke persoon betreft;indien het een vennootschap betreft, haar handelsnaam of benaming, haar rechtsvorm, haar nationaliteit en maatschappelijke zetel; 2. Het nummer en de benaming van de rekening die de inschrijver bij een financiële instelling heeft geopend;3. De nationaliteit en de identiteit van de eventuele onderaannemers en van de personeelsleden tewerkgesteld door de inschrijver. De bescheiden, modellen, monsters en alle andere inlichtingen die door het bestek worden vereist, moeten bij de offerte worden gevoegd, tenzij in het bestek anders is bedongen.

Behoudens eventuele varianten, mag elke inschrijver slechts één offerte indienen per opdracht.

De offerte wordt ingediend onder verzegelde omslag en moet bij BOFAS toekomen vóór de zitting van de opening van de offertes geopend is.

De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderdtwintig kalenderdagen, ingaande de dag na de dag van opening van de offertes.

De inschrijvers moeten, voorafgaandelijk aan de gunning van de opdracht, aan BOFAS alle inlichtingen geven die toelaten de prijzen die vermeld staan in hun offerte, te controleren. § 6. De gunning van de opdracht De offertes worden geopend op de plaats, de datum en het uur bepaald in de aankondiging van de opdracht of in het bestek en volgens de modaliteiten die gespecificeerd zijn in het algemeen lastenboek.

De gunning van de opdracht vindt plaats op basis van de gunningscriteria, bepaald in het bestek, nadat de geschiktheid van de inschrijvers die niet zijn uitgesloten, door BOFAS is nagegaan, overeenkomstig de regels in verband met de selectie. BOFAS kan de offertes die niet in overeenstemming zijn met onderhavig artikel of die enig voorbehoud of niet met de realiteit overeenstemmend element bevatten, uitsluiten.

BOFAS kiest de voordeligste offerte, in functie van de voormelde criteria.

De opdracht is toegekend wanneer BOFAS de goedkeuring van de offerte aan de gekozen inschrijver heeft betekend bij aangetekende brief. De andere inschrijvers worden ervan op de hoogte gebracht.

Van elke toegekende opdracht wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat ten minste het volgende vermeldt : 1. de naam en het adres van BOFAS, het voorwerp en de prijs van de opdracht;2. de namen van de niet-uitgesloten inschrijvers en de redenen van de keuze;3. de namen van de uitgesloten inschrijvers en de redenen van deze uitsluiting;4. de naam van de inschrijver die met de opdracht belast wordt en de motivering van de keuze van zijn offerte alsook, indien gekend, het deel van de opdracht dat hij zinnens is in onderaanneming te geven. § 7. BOFAS is gehouden tot het jaarlijks vóór 15 februari neerleggen middels aangetekend schrijven bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie van een verslag met minimaal volgende gegevens : in het voorbije jaar uitgevoerde opdrachten, de verschillende inschrijvers, hun prijzen en de motivatie voor de selecties. HOOFDSTUK IV. - Werking van BOFAS

Art. 11.BOFAS conformeert zich m.b.t. haar werking met : - de bepalingen van artikel 12 van het Samenwerkingsakkoord aangaande de gemeenschappelijke bepalingen in geval van tussenkomst van BOFAS; - de bepalingen van artikel 13 en 14 van het Samenwerkingsakkoord aangaande de tussenkomst van BOFAS in geval van sluiting; - de bepalingen van artikelen 15, 16 en 17 van het Samenwerkingsakkoord aangaande de tussenkomst van BOFAS in geval van voortzetting van de uitbating of de hernieuwing van de uitbating van het tankstation en voor alle saneringen bij wijze van overgangsmaatregel. HOOFDSTUK V. - Controle, toezicht, schorsing en opheffing van de erkenning van BOFAS en administratieve geldboetes

Art. 12.§ 1. De Interregionale Bodemsaneringscommissie kan de bedrijfsrevisoren van BOFAS ondervragen met het oog op het verkrijgen van elke informatie die zij wenst. Indien BOFAS in tegenstelling tot haar verplichting daartoe, geen bedrijfsrevisoren heeft aangeduid, kan de Interregionale Bodemsaneringscommissie de boekhouding laten nazien door een bedrijfsrevisor die zij aanstelt. Deze opdracht wordt alsdan uitgevoerd op kosten van BOFAS. § 2. De vertegenwoordigers van de Interregionale Bodemsaneringscommissie worden, op hun verzoek, gehoord door de raad van beheer van BOFAS. Zij kunnen op elk moment de bedrijfsrevisor ondervragen en kennis nemen van de boeken, de briefwisseling, de processen verbaal en, in het algemeen, van alle documenten en alle geschriften van BOFAS. Zij kunnen van de beheerders en de personeelsleden van BOFAS alle toelichting en elke informatie verzoeken en overgaan tot elk onderzoek dat door hen noodzakelijk wordt geacht bij de uitoefening van hun bevoegdheden als bepaald in de artikelen 21, 22, 23, 24 en 25 van het Samenwerkingsakkoord en de artikelen 13, 14, 15 en 16 van huidig besluit. § 3. De Interregionale Bodemsaneringscommissie : 1° verleent, schorst of heft de erkenning van BOFAS op of wijzigt op elk ogenblik, na de vertegenwoordiger van BOFAS te hebben gehoord, de erkenningsvoorwaarden, om redenen van algemeen belang;2° keurt de door BOFAS voorgestelde wijzigingen van de verplichte bijdrage goed of af;3° evalueert het jaarlijks saneringsprogramma dat haar door BOFAS overeenkomstig artikel 10, 7°, van het Samenwerkingsakkoord en artikel 9, 7°, van huidig besluit wordt voorgelegd, en geeft in voorkomend geval haar goedkeuring of weigering binnen een termijn van 1 maand nadat het programma haar werd voorgelegd.Bij gebrek aan een beslissing binnen deze termijn, wordt het jaarlijks saneringsprogramma geacht stilzwijgend te zijn goedgekeurd. In geval van weigering moet een aangepast saneringsprogramma worden ingediend binnen de termijn bepaald door de Interregionale Bodemsaneringscommissie, dat rekening houdt met de door haar geformuleerde opmerkingen; 4° legt administratieve geldboetes op aan BOFAS overeenkomstig artikel 24 e.v. van het Samenwerkingsakkoord en artikel 15 e.v. van huidig besluit; 5° verifieert : - hoe BOFAS de toevertrouwde taken waarneemt; - de informatie die aan haar moet meegedeeld worden krachtens de artikelen 10, 8°, 9° en 10°, en 11 van het Samenwerkingsakkoord en de bepalingen van huidig besluit; 6° verleent haar goedkeuring aan de modelovereenkomsten zoals opgenomen in bijlage 3 van het aanvraagdossier. De Interregionale Bodemsaneringscommissie beschikt steeds over de bevoegdheid om de modelovereenkomsten eenzijdig te wijzigen, en brengt BOFAS hiervan op de hoogte middels aangetekend schrijven.

BOFAS kan bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie steeds een verzoek indienen tot wijziging van de bestaande modelovereenkomsten.

Dergelijk verzoek dient steeds te gebeuren met een aangetekend schrijven. De Interregionale Bodemsaneringscommissie is verplicht hierover steeds een beslissing te treffen binnen de drie maanden.

Art. 13.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, zijn de leden van de Interregionale Bodemsaneringscommissie belast met het toezicht op de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord en onderhavig besluit. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. § 2. BOFAS is gehouden om, op verzoek van de in de eerste paragraaf vernoemde personen, alle documenten en briefwisseling ter beschikking te stellen en mondeling of schriftelijk alle inlichtingen met betrekking tot de uitvoering van haar verplichtingen krachtens huidig het Samenwerkingsakkoord en onderhavig besluit te verstrekken.

Wanneer de documenten en briefwisseling door middel van een geïnformatiseerd systeem worden gehouden, opgemaakt, uitgereikt, ontvangen of bewaard, hebben de in de eerste paragraaf vernoemde personen het recht zich de op informatiedragers geplaatste gegevens in een leesbare en verstaanbare vorm ter inzage te doen voorleggen. De in de eerste paragraaf vernoemde personen kunnen eveneens BOFAS verzoeken om in hun bijzijn en met hun uitrusting kopieën te maken onder de door hen gewenste vorm van het geheel of een deel van de voormelde gegevens, evenals om de informaticabewerkingen te verrichten die nodig worden geacht om de controle uit te oefenen op de naleving van de verplichtingen van het Samenwerkingsakkoord. § 3. BOFAS is gehouden om op elk tijdstip en zonder voorafgaande verwittiging, vrije toegang te verlenen tot de ruimten waar het zijn activiteit uitoefent teneinde de in de eerste paragraaf vernoemde personen in staat te stellen de naleving van de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord en het besluit te controleren.

Als ruimte waar een activiteit wordt uitgeoefend, moeten onder meer worden beschouwd burelen, fabrieken, werkplaatsen, winkels, garages en terreinen die als bureel, fabriek, werkplaats of opslagplaats gebruikt worden.

Art. 14.§ 1. In geval één van de verplichtingen voorzien in artikel 10 van het Samenwerkingsakkoord of van het huidig besluit niet wordt nagekomen, kan de Interregionale Bodemsaneringscommissie per aangetekend schrijven een waarschuwing richten aan BOFAS. § 2. De Interregionale Bodemsaneringscommissie kan overgaan tot schorsing of opheffing van de erkenning van BOFAS indien : 1° geen voldoende gevolg aan de eerste waarschuwing werd gegeven;2° BOFAS niet of onvoldoende voldoet aan de verplichtingen opgesomd in artikel 10 van het Samenwerkingsakkoord of van het huidig besluit;3° BOFAS niet handelt overeenkomstig de wetten, verordeningen of haar statuten;4° afwending van gelden wordt vastgesteld. De erkenning kan alleen geschorst of opgeheven worden indien de vertegenwoordiger(s) van BOFAS door de Interregionale Bodemsaneringscommissie voorafgaandelijk werd(en) gehoord. § 3. Indien de erkenning van BOFAS wordt opgeheven, kan de Interregionale Bodemsaneringscommissie alle passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de rechten van de accijnsplichtige ondernemingen, de betrokken exploitanten, feitelijke gebruikers en/of eigenaars en de benadeelden.

In geval de erkenning van BOFAS wordt opgeschort, wordt de bijdrageplicht bedoeld in artikel 4, § 1, van het Samenwerkingsakkoord en artikel 5, § 1, van huidig besluit t.a.v. BOFAS opgeschort.

In geval de erkenning van BOFAS wordt opgeheven, wordt de bijdrageplicht bedoeld in artikel 4, § 1, van het Samenwerkingsakkoord en artikel 5, § 1, van huidig besluit opgeheven t.a.v. BOFAS. De opschorting en opheffing wordt onverwijld in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. § 4. De Interregionale Bodemsaneringscommissie benoemt voor de vereffening een bijzonder vereffenaar.

Zolang de vereffening van de verrichtingen van BOFAS duurt, blijft BOFAS aan de controle van de Interregionale Bodemsaneringscommissie onderworpen.

Art. 15.§ 1. Indien BOFAS het jaarlijks saneringsprogramma, bedoeld in artikel 10, 7°, van het Samenwerkingsakkoord en artikel 9, 7°, van huidig besluit, niet binnen de opgelegde termijnen neerlegt of bij herhaling een door de Interregionale Bodemsaneringscommissie onvoldoende geacht saneringsprogramma neerlegt, kan de Interregionale Bodemsaneringscommissie aan het Fonds overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 25 van het Samenwerkingsakkoord en artikel 16 van huidig besluit, een administratieve geldboete opleggen van 25.000 EUR voor elk programma dat niet of niet tijdig werd meegedeeld of bij herhaling kennelijk onvoldoende geacht wordt. § 2. Indien BOFAS de overige verplichtingen bedoeld in artikel 10 van het Samenwerkingsakkoord en van het huidig besluit kennelijk niet of niet tijdig naleeft, kan de Interregionale Bodemsaneringscommissie, op basis van de beschikbare gegevens, overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 25 van het Samenwerkingsakkoord en artikel 16 van huidig besluit, een administratieve geldboete opleggen waarvan het bedrag niet hoger kan zijn dan 25.000 EUR.

Art. 16.§ 1. De administratieve geldboetes bedoeld in artikel 24 van het Samenwerkingsakkoord en artikel 15 van huidig besluit worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 10 en 12ter tot en met 13 van de wet van 30 juni 1971 betreffende de toepasbare administratieve geldboetes bij inbreuk op sommige sociale wetten, met dien verstande dat : a) voor de toepassing van de artikelen 2, 3, 6 tot en met 8 en 13 van de voornoemde wet met « werkgever » BOFAS wordt bedoeld;b) voor de toepassing van de artikelen 5, 7 en 13 van de voornoemde wet met « arbeidsauditeur » de procureur des konings wordt bedoeld;c) de ambtenaar bedoeld in de artikelen 4, 6 en 10 van voornoemde wet, het lid (de leden) van de Interregionale Bodemsaneringscommissie is (zijn);d) voor de toepassing van de artikelen 8 en 9 van de voornoemde wet met « arbeidsrechtbank » en « arbeidsgerecht » » de rechtbank van eerste aanleg wordt bedoeld;e) voor de toepassing van artikel 12ter van de voornoemde wet met « artikel 1 en 1bis » het artikel 24 van het Samenwerkingsakkoord wordt bedoeld. § 2. De administratieve geldboete dient te worden voldaan binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de dag van de betekening van de beslissing die de administratieve geldboete oplegt. De administratieve geldboete is voldaan door storting of overschrijving op rekening van de Interregionale Bodemsaneringscommissie met de referenties uit de beslissing die de administratieve geldboete oplegt. § 3. De opbrengst van de administratieve geldboete komt toe aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie.

Art. 17.Wanneer BOFAS de beslissing van de Interregionale Bodemsaneringscommissie betwist, kan BOFAS bij verzoekschrift beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg overeenkomstig artikel 8 van de wet van 30 juni 1971 betreffende de toepasbare administratieve geldboeten bij inbreuk op sommige sociale wetten. Dit beroep schorst de uitvoering van de beslissing niet. HOOFDSTUK VI. - Strafbepalingen

Art. 18.Hij die de voorschriften van artikel 10 van het Samenwerkingsakkoord en de bepalingen van het huidig besluit overtreedt, wordt, krachtens artikel 27 van het Samenwerkingsakkoord, gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met een geldboete van 25 EUR tot 50.000 EUR of met één van deze straffen alleen.

Hij die op welke manier dan ook het toezicht zoals bepaald in het Samenwerkingsakkoord verhindert, wordt, krachtens artikel 27 ervan, gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot één jaar en met een geldboete van 2,50 EUR tot 25.000 EUR of met één van deze straffen alleen.

De natuurlijke persoon of rechtspersoon is, krachtens artikel 28 van het Samenwerkings-akkoord, burgerrechtelijk aansprakelijk voor de geldboetes en de kosten, met inbegrip van de gerechtskosten, waartoe zijn aangestelden, beheerders, vertegenwoordigers, vereffenaars of lasthebbers veroordeeld zijn. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 19.Alle betwistingen m.b.t. de uitvoering van dit besluit worden ter beslechting voorgelegd aan het Samenwerkingsgerecht zoals opgericht ingevolge de bepaling in artikel 29 van het Samenwerkingsakkoord.

Art. 20.Deze erkenning heeft uitwerking de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 21.Tegen dit erkenningsbesluit kan een annulatieberoep ingesteld worden bij de Raad van State binnen 60 dagen na publicatie ervan. De vormvoorschriften hiervoor zijn bepaald in het meermaals gewijzigd besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de Afdeling Administratie van de Raad van State.

Mechelen, woensdag 3 maart 2004.

Namens de Interregionale Bodemsaneringscommissie : Filip De Naeyer, Secretaris.

Eddy Van Dyck, Voorzitter.

^