Etaamb.openjustice.be
Document van 14 juli 2006
gepubliceerd op 22 september 2006

Beslissing van de raad van bestuur van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004

bron
gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij voor het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2006031453
pub.
22/09/2006
prom.
14/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2006. - Beslissing van de raad van bestuur van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende wijziging van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004


De raad van bestuur van de GOMB, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op artikel 14 van voormelde ordonnantie;

Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 16 december 1999 houdende goedkeuring van de wijziging van de statuten van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op artikel 10 van deze statuten;

Gelet op het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd op 30 januari 2004;

Gelet op artikel 289 van dit administratief statuut en deze bezoldigingsregeling;

Gelet op protocol nr. 2006/5 waarin de resultaten van de onderhandelingen gevoerd in sector XV zijn vastgelegd;

Gelet op zijn beslissing van 14 juli 2006, Wijzigt zoals volgt het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Artikel 1.In artikel 3, 1°, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB, goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004, worden de woorden « A4 » vervangen door « (A4 uitdovend) ».

Art. 2.In artikel 4, § 1, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « in rang A4 : inspecteur-generaal » vervangen door « in rang A4 : inspecteur-generaal (uitdovend); ».

Art. 3.In artikel 9 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « A4 tot A6 » vervangen door « A5 tot A6 ».

Art. 4.Het eerste lid van artikel 42 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt vervangen door de volgende bepaling : « Er bestaat binnen de GOMB een directieraad van ten minste 6 ambtenaren.

De directieraad omvat de houders van een graad van rangen A6 en A5 (en A4 tot de uitdoving van de betrekking).

De directieraad kan vervolledigd worden met ambtenaren van rang A3 aangewezen door de raad van bestuur. »

Art. 5.In artikel 50 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt paragraaf 4, paragraaf 3 en wordt de huidige paragraaf 3 opgeheven.

Art. 6.Artikel 61 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 61.De betrekking van administrateur-generaal is toegankelijk voor eenieder afkomstig uit de openbare sector of de privésector (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling). De algemene toelatingsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 15, zijn van toepassing.

Deze betrekking is toegankelijk voor personen die ten minste 12 jaar anciënniteit hebben in niveau A (of gelijkwaardig) in de openbare sector of de privésector en die minstens 6 jaar ervaring bezitten in een leidinggevende functie.

Zowel de jaren gepresteerd in de openbare sector als in de privésector worden in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit.

Onder ervaring in een leidinggevende functie verstaat men ervaring in het leiden van een groep in de openbare sector of de privésector.

De raad van bestuur beslist over de evenwaardigheid van de graden op het ogenblik van het beoordelen van de ontvankelijkheid van de kandidaturen. »

Art. 7.In artikel 62, § 2, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « rang en » geschrapt.

In datzelfde artikel 62, § 2, worden de woorden « en hun weging » ingevoegd tussen « de voorwaarden » en « op basis ».

Datzelfde artikel 62 wordt vervolledigd met een paragraaf 3, die als volgt luidt : « § 3. De raad van bestuur stelt een jury van minstens 5 leden samen waaronder de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder. »

Art. 8.In artikel 65 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt het woord « ambtenaren » vervangen door « personen ».

Art. 9.Onderstaand artikel 65bis wordt ingevoegd in het administratief statuut en de bezoldigingsregeling : «

Art. 65bis.Alle kandidaten die beantwoorden aan de voorschriften van artikel 64 moeten een schriftelijke proef afleggen over de kennis die in de functiebeschrijving wordt vereist en in toepassing van artikel 62, § 2.

De jury hoort de kandidaten die voor deze schriftelijke proef geslaagd zijn.

Het betreft een mondelinge proef over de voor de openstaande betrekking vereiste kennis.

De jury maakt een verslag met punten van het examen.

Het slagen voor de schriftelijke en mondelinge proef is noodzakelijk opdat de kandidaat aan de raad van bestuur kan voorgedragen worden. »

Art. 10.In artikel 66 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « het evaluatiedossier van de kandidaat » vervangen door de woorden « het verslag van de jury ».

In datzelfde artikel 66 voorlaatste lid worden de woorden « via dienstnota » vervangen door de woorden « bij aangetekend schrijven ».

Het laatste lid van datzelfde artikel 66 wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 67 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt het woord « ambtenaar » vervangen door « persoon ».

In het tweede lid van datzelfde artikel 67 worden de woorden « hetzij op de dag dat de kandidaat de dienstnota geviseerd heeft, hetzij » en de woorden « met de dienstnota » geschrapt.

Art. 12.Artikel 69 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt opgeheven.

Art. 13.Artikel 70 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 70.De betrekking van directeur-generaal is toegankelijk voor eenieder afkomstig uit de openbare sector of de privésector (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling). De algemene toelatingsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 15, zijn van toepassing.

Deze betrekking is toegankelijk voor personen die ten minste 12 jaar anciënniteit hebben in niveau A (of gelijkwaardig) in de openbare sector of de privésector en die minstens 3 jaar ervaring bezitten in een leidinggevende functie.

Zowel de jaren gepresteerd in de openbare sector als in de privésector worden in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit.

Onder ervaring in een leidinggevende functie verstaat men ervaring in het leiden van een groep in de openbare sector of de privésector.

De raad van bestuur beslist over de evenwaardigheid van de graden op het ogenblik van het beoordelen van de ontvankelijkheid van de kandidaturen. »

Art. 14.In artikel 71, § 2, 1e lid, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « inzake rang en anciënniteit » geschrapt.

In artikel 71, § 2, wordt het onderstaande nieuwe lid ingevoegd tussen het 1e en het 2e lid : « De raad van bestuur bepaalt de beoordelingscriteria en hun weging. » Hetzelfde artikel 71 wordt vervolledigd met een paragraaf 3 die als volgt luidt : « § 3. De raad van bestuur stelt een jury samen van minstens 5 leden waaronder de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder. »

Art. 15.In artikel 72 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « overeenkomstig de bepalingen van artikel 63, §§ 1 en 2, met uitzondering van de verwijzing naar artikel 62, § 2 » vervangen door « via een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. » Ditzelfde artikel 72 wordt vervolledigd met een tweede lid dat als volgt luidt : « Dit bericht van vacante betrekking nodigt uit tot kandidaatstelling en vermeldt : - de datum waarop de raad van bestuur besliste de betrekking vacant te verklaren; - de criteria bepaald door de raad van bestuur overeenkomstig artikel 71; - de termijn waarin de kandidaturen moeten ingediend worden. »

Art. 16.In artikel 74 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt het woord « ambtenaren » vervangen door « personen ».

Art. 17.Onderstaand artikel 74bis wordt ingevoegd in het administratief statuut en de bezoldigingsregeling : «

Art. 74bis.Alle kandidaten die beantwoorden aan de voorschriften van artikel 73 moeten een schriftelijke proef afleggen over de kennis die in de functiebeschrijving wordt vereist en in toepassing van artikel 71, § 2.

De jury hoort de kandidaten die voor deze schriftelijke proef geslaagd zijn.

Het betreft een mondelinge proef over de voor de openstaande betrekking vereiste kennis.

De jury maakt een verslag met punten van het examen.

Het slagen voor de schriftelijke en mondelinge proef is noodzakelijk opdat de kandidaat aan de raad van bestuur kan voorgedragen worden. »

Art. 18.In artikel 75 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « het evaluatiedossier van de kandidaat » vervangen door de woorden « het verslag met punten van de jury ».

In datzelfde artikel 75 voorlaatste lid worden de woorden « via dienstnota » vervangen door de woorden « bij aangetekend schrijven ».

Het laatste lid van datzelfde artikel 75 wordt opgeheven.

Art. 19.In artikel 76 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt het woord « ambtenaar » vervangen door « persoon ».

In het tweede lid van datzelfde artikel 76 worden de woorden « hetzij op de dag dat de kandidaat de dienstnota geviseerd heeft, hetzij » en de woorden « met de dienstnota » geschrapt.

Art. 20.Artikel 78 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt opgeheven.

Art. 21.De naam van Afdeling 3, Hoofdstuk I, Titel 1, Deel IX van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt vervangen door de volgende titel : « Afdeling 3. - Bevordering tot de graad van directeur. » Artikelen 79 tot 86 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 79.De betrekkingen van directeur zijn toegankelijk voor eenieder afkomstig uit de openbare sector of de privésector (in afwijking van artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling). De algemene toelatingsvoorwaarden, zoals bepaald in artikel 15, zijn van toepassing.

Deze betrekking is toegankelijk voor personen die ten minste 9 jaar anciënniteit hebben in niveau A (of gelijkwaardig) in de openbare sector of de privésector.

Zowel de jaren gepresteerd in de openbare sector als in de privésector worden in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit.

De raad van bestuur beslist over de evenwaardigheid van de graden op het ogenblik van het beoordelen van de ontvankelijkheid van de kandidaturen.

Art. 80.§ 1. Vóór elke bevordering tot de graad van directeur moet de raad van bestuur deze betrekking vacant verklaren. § 2. Onverminderd de voorwaarden inzake rang en anciënniteit, opgenomen in artikel 79, kan de raad van bestuur eventueel bijkomende en bijzondere voorwaarden inzake beroepsbekwaamheid bepalen vereist door de aard van de betrekking die overeenstemt met de graad van directeur.

De raad van bestuur bepaalt de beoordelingscriteria en hun weging.

De raad van bestuur bepaalt eveneens de termijn waarin de kandidaturen moeten ingediend worden. Deze termijn bedraagt minstens 10 werkdagen.

Art. 81.De vacante betrekking wordt ter kennis gebracht van de personen die in aanmerking komen om benoemd te worden via een bericht gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Dit bericht van vacante betrekking nodigt uit tot kandidaatstelling en vermeldt : - de datum waarop de raad van bestuur besliste de betrekking vacant te verklaren; - de criteria die de raad van bestuur opstelde overeenkomstig artikel 80 § 2; - de termijn waarin de kandidaturen moeten worden ingediend.

Art. 82.§ 1. Om ontvankelijk te zijn moet de kandidatuur ingediend worden : - hetzij per aangetekend schrijven via de post gericht aan de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder; - hetzij door persoonlijke overhandiging aan de voorzitter of de afgevaardigd bestuurder tegen ondertekening van een ontvangstbewijs; en uiterlijk toekomen op de laatste dag van de termijn bepaald in het bericht van vacante betrekking. § 2. Bovendien moet elke kandidatuur voldoen aan de volgende voorwaarden : a) ze moet gedateerd en ondertekend zijn door de kandidaat;b) ze moet de naam, de voornaam en de graad van de kandidaat vermelden;c) ze moet, indien het bericht van vacante betrekking dit vraagt, een curriculum vitae bevatten;d) ze moet uitdrukkelijk vermelden hoe de kandidaat denkt te beantwoorden aan de criteria die de raad van bestuur in artikel 80, § 2, oplegt.

Art. 83.Enkel de titels van de personen die hun kandidatuur indienden overeenkomstig de vorm en termijn bepaald in artikel 82 komen in aanmerking.

Alle kandidaten die beantwoorden aan de voorschriften van artikel 82 moeten een schriftelijke proef afleggen over de kennis die in de functiebeschrijving wordt vereist en in toepassing van artikel 80, § 2.

De directieraad hoort de kandidaten die voor deze schriftelijke proef geslaagd zijn.

Het betreft een mondelinge proef over de voor de openstaande betrekking vereiste kennis.

Er wordt een verslag met punten opgemaakt van het examen.

Het slagen voor de schriftelijke en mondelinge proef is noodzakelijk opdat de kandidaat aan de raad van bestuur kan voorgedragen worden.

Art. 84.De directieraad geeft een met redenen omkleed advies over elke kandidaat die voldoet aan de voorwaarden.

Hij neemt daarvoor in overweging : - de functiebeschrijving en de eventueel in toepassing van artikel 80, § 2 bepaalde bijkomende en bijzondere voorwaarden; - de titels en ervaring die de kandidaat voorlegt om zijn kandidatuur voor de betrekking te staven; - het verslag met punten van het examen.

De directieraad formuleert een voorstel van toewijzing dat maximum 6 kandidaten bevat. De kandidaten worden gerangschikt in de volgorde waarin ze in aanmerking komen.

Alle kandidaten worden per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht van het voorstel.

Art. 85.De persoon die zich benadeeld voelt kan binnen de 10 werkdagen een bezwaar indienen bij de voorzitter van de directieraad.

Op verzoek van de kandidaat wordt hij gehoord door de directieraad.

Hij mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.

De 10 werkdagen beginnen te lopen op de dag dat het aangetekend schrijven door de post op de woonplaats van de kandidaat is aangeboden.

Art. 86.Indien de raad van bestuur het voorstel van rangschikking niet volgt, moet hij deze beslissing uitgebreid motiveren.

Art. 22.Artikel 87 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt opgeheven.

Art. 23.De eerste paragraaf van artikel 100 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt opgeheven. Paragrafen 2 en 3 worden respectievelijk paragrafen 1 en 2.

Art. 24.In artikel 101 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « A3 en » geschrapt.

Art. 25.In artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « inspecteur-generaal » vervangen door « inspecteur-generaal (uitdovend) ».

Art. 26.In artikel 121, § 1, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt het woord "(uitdovend) » ingevoegd tussen « rang A4 » en ", A5 of A6".

Art. 27.In artikel 265 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt « (uitdovend) » toegevoegd na de woorden inspecteur-generaal alsook de lijn « A320 (vroeger 400) » tussen « A310" en "A200".

Art. 28.In artikel 268 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1) het eerste lid wordt opgeheven;2) het 2e lid wordt het 1e lid;3) na dat lid wordt onderstaande tekst toegevoegd : « Onverminderd artikel 56 genieten de titularissen van de graad van directeur met weddeschaal A310 die de evaluatie 'voldoende' kregen, die met succes de vorming volgden bedoeld in artikel 252 en die minstens 9 jaar anciënniteit tellen in deze schaal weddeschaal A320 (voorheen A400).»

Art. 29.In artikel 270bis, § 1, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « behalve zij die weddeschaal A320 genieten » ingevoegd tussen « A1, A2 en A3 » en « die titularis zijn van een diploma ».

Art. 30.Artikel 274, § 1, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling wordt vervolledigd met het volgende lid : « Het advies van de directieraad is niet vereist voor de directiepremie die toe te kennen is aan de ambtenaren van rang A4 (uitdovend), A5 en A6. » In artikel 274, § 2, van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling worden de woorden « - 3.000,00 EUR voor de ambtenaren van rang A4, » geschrapt.

Art. 31.Onderstaand artikel 276bis wordt in het administratief statuut en de bezoldigingsregeling ingevoegd : «

Art. 276bis.De voorzitter en de afgevaardigd bestuurder kunnen op voorstel van de directieraad een bijkomende toelage, waarvan het forfaitair maandelijks bedrag op 250 EUR bepaald is, toekennen aan de ambtenaren van rang A1 en A2 die effectief een departement leiden.

Deze toelage is gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Ze kan enkel toegekend worden voor zover de ambtenaar de evaluatie 'voldoende' heeft gekregen en zijn jaarlijkse doelstellingen heeft bereikt.

Zij is facultatief in die zin dat zij het voorwerp uitmaakt van een jaarlijkse beslissing.

De toekenning ervan, zelfs gedurende opeenvolgende jaren, schept geen verworven recht.

Zij kan niet gecumuleerd worden met de premie voorzien in artikel 270bis. »

Art. 32.In Deel XIX, Titel II, worden onderstaande Hoofdstukken III en IV toegevoegd : « HOOFDSTUK III. - Maatregelen voor werving en bevordering

Art. 33.De contractuele personeelsleden die in dienst zijn op 1 januari 2004 en toegelaten worden tot de stage voor 31 december 2007 behouden bij de toelating tot de stage de weddeschaal die zij genoten voor de toelating tot de stage. Komen voor deze bepaling niet in aanmerking de contractuele personeelsleden aangeworven met weddeschaal A200, A300 of hoger.

Indien de wedde bepaald op basis van deze bezoldigingsregeling lager ligt dan de wedde die het personeelslid ontving als contractueel, wordt de hoogste wedde behouden en geplafonneerd tot de ambtenaar een gelijke wedde bereikt.

Art. 34.De contractuele personeelsleden die sinds 1 januari 2004 in dienst zijn bij de GOMB en benoemd op het ministerie of in een openbare instelling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen zich aanbieden voor het examen voor overgang naar het hoger niveau binnen de GOMB tot 31 december 2007 op voorwaarde dat zij voldoen aan de voorwaarden inzake anciënniteit.

De anciënniteit wordt berekend op basis van artikel 285 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling. HOOFDSTUK IV. - Uitdoven van de graad van inspecteur-generaal (rang A4)

Art. 35.De graad van inspecteur-generaal dooft uit. De betrekkingen voorzien in de personeelsformatie doven uit bij de oppensioenstelling of de bevordering van de personen die de betrekkingen innemen.

Het administratief statuut en de bezoldigingsregeling zijn op deze graad van toepassing tot de uitdoving van de graad.

Art. 36.De inspecteurs-generaal zijn lid van de directieraad tot uitdoving van hun betrekking.

Art. 37.De evaluatie van de inspecteurs-generaal van rang A4 gebeurt tot uitdoving van de betrekkingen door de raad van bestuur op voorstel van de administrateur-generaal en de directeur-generaal onder wiens bevoegdheid de ambtenaar van rang A4 valt.

Art. 38.De weddeschalen van niveau A400 en A410 zijn van toepassing tot uitdoving van de betrekking van inspecteur-generaal.

Art. 39.Tot de uitdoving van de graad van inspecteur-generaal en onverminderd artikel 56 genieten de titularissen van de graad van inspecteur-generaal die de evaluatie 'voldoende' kregen, die met succes de vorming volgden bedoeld in artikel 252 en die minstens 9 jaar anciënniteit tellen in rang A4, de weddeschaal A410.

Art. 40.De inspecteurs-generaal kunnen een directiepremie ontvangen volgens de regels bepaald in artikelen 274 en 275 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling.

Het jaarlijks maximumbedrag van deze directiepremie bedraagt 3.000 EUR.

Art. 41.Deze beslissing treedt in werking op 14 juli 2006.

^