16 MAART 2004. - Beslissing van de Directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid betreffende de voorwaarden voor het in de handel brengen van lichtgevende imitatie-fopspenen

De Directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 5, §§ 1 en 2, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 augustus 2001 waarbij de Minister van Consumentenzaken volmacht geeft aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid;

Overwegende dat lichtgevende imitatie-fopspenen, zonder de nodige waarschuwingen, niet voldoen aan de vereisten van de Europese norm EN 71, en aldus een ernstig risico op verstikking, wurging of beschadiging van de bovenste luchtwegen van baby's vertonen, Beslist :

Artikel 1.Voor de toepassing van deze beslissing wordt verstaan onder : lichtgevende imitatie-fopspeen : elk product dat dezelfde vorm en grootte heeft als een normale fopspeen, niet bedoeld is voor gebruik door baby's en voorzien is van lichtjes.

Art. 2.Lichtgevende imitatie-fopspenen mogen slechts op de markt worden gebracht als ze voorzien zijn van volgende waarschuwingen, in de taal en/of talen van het gebied : « Niet geschikt voor kinderen jonger dan drie jaar. Gevaar voor verstikking door de aanwezigheid van kleine deeltjes. Gevaar voor wurging door het halssnoer. »

Art. 3.Lichtgevende imitatie-fopspenen die niet voldoen aan de bepalingen van artikel 2 van deze beslissing worden uit de handel genomen en vernietigd.

Art. 4.Deze beslissing treedt in werking op de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking een jaar na deze datum.

Brussel, 16 maart 2004.

V. MERKEN