Etaamb.openjustice.be
Document van 20 december 2018
gepubliceerd op 01 februari 2019

Besluit van de Interregionale Verpakkingscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk Fost Plus, Olympiadenlaan 2, 1140 Evere als organisme voor verpakkingsafval

bron
interregionale verpakkingscommissie
numac
2019010262
pub.
01/02/2019
prom.
20/12/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2018. - Besluit van de Interregionale Verpakkingscommissie tot erkenning van de vereniging zonder winstoogmerk Fost Plus, Olympiadenlaan 2, 1140 Evere als organisme voor verpakkingsafval


De Interregionale Verpakkingscommissie, Gelet op de richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;

Gelet op de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad 94/62/EG van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verder aangeduid met de term `samenwerkingsakkoord';

Gelet op de gewestelijke afvalstoffenplannen;

Gelet op de beslissingen van de Interregionale Verpakkingscommissie van 1 maart 2018, houdende aanduiding van de voorzitter en de ondervoorzitters van het Beslissingsorgaan van de Interregionale Verpakkingscommissie;

Gelet op de erkenningsaanvraag van Fost Plus, ingediend op 29 juni 2018; gelet op de ontvankelijkheid ervan;

Gelet op de aanvullingen op het dossier die via elektronische weg werden meegedeeld op datum van 10 augustus 2018 en via schrijven de dato 2 oktober 2018, ontvangen op 4 oktober 2018;

Gelet op de hoorzittingen met Fost Plus op 18 oktober 2018 en op 6 december 2018; gelet op de schriftelijke consultatie van Fost Plus op 10 december 2018;

Gelet op de hoorzitting met Interafval, Copidec en Go4Circle op 18 oktober 2018; gelet op de schriftelijke consultatie van Interafval, Copidec en Go4Circle op 10 december 2018;

Gelet op de schriftelijke en mondelinge opmerkingen die door de verschillende partijen werden naar voren gebracht in het kader van de hoorzittingen en de consultaties;

Overwegende dat de persoon van privaatrecht aan wie de uitvoering van de verplichtingen van de verpakkingsverantwoordelijken met betrekking tot huishoudelijk verpakkingsafval wordt toevertrouwd een taak als openbare dienst vervult, onder controle van de overheid;

Overwegende dat Fost Plus voldoet aan alle vereisten van artikel 9 van het samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat krachtens de statuten van Fost Plus, gecoördineerd op 25 juni 2018 en opgestuurd voor publicatie in het Belgisch Staatsblad, Fost Plus is opgericht als vereniging zonder winstgevend doel en als uitsluitend statutair doel heeft het voor rekening van de leden ten laste nemen van de terugnameplicht krachtens artikel 6 van het samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat de beheerders van Fost Plus en de personen die Fost Plus kunnen verbinden, hun burgerlijke en politieke rechten bezitten en niet zijn veroordeeld voor een inbreuk op de milieuwetgeving van de gewesten of van een lidstaat van de Europese Unie;

Overwegende dat Fost Plus over de nodige middelen beschikt om de terugnameplicht te vervullen;

Overwegende dat huidige erkenning de voorwaarden bepaalt waaraan het erkende organisme zich moet houden;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie het werkingsgebied van het erkende organisme bepaalt;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een voorbeeldenlijst op te stellen om te bepalen welke verpakkingen doorgaans bestemd zijn voor gebruik door de huishoudens;

Overwegende dat deze lijst moet kunnen aangepast worden aan de technologische vooruitgang en de wijzigende verpakkingstechnieken, waarbij evenwel moet opgelet worden geen rechtsonzekerheid te creëren;

Overwegende dat artikel 13, § 1, 1° en 3°, van het samenwerkingsakkoord bepaalt dat het erkende organisme voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong het gehele grondgebied op homogene wijze moet bestrijken en dat het in elk gewest een gelijkwaardig percentage van de bevolking moet bedienen;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie door middel van haar besluit van 4 mei 2017 de vorige erkenning van Fost Plus, de dato 19 december 2013, tussentijds gewijzigd heeft; dat deze wijziging in de eerste plaats tot doel had om aan Fost Plus de opdracht te geven om tegen 1 januari 2018 bij de Interregionale Verpakkingscommissie een implementatieplan in te dienen, teneinde tegen 31 december 2019 te komen tot een verruiming van de selectieve inzameling van huishoudelijk plastic verpakkingen;

Overwegende dat Fost Plus dit implementatieplan heeft ingediend en dat hierover een ruime dialoog heeft plaatsgevonden tussen Fost Plus en de Interregionale Verpakkingscommissie, die geleid heeft tot de goedkeuring door de Interregionale Verpakkingscommissie van een bijgestuurd implementatieplan op 7 juni 2018;

Overwegende dat het bijgestuurde implementatieplan en de goedkeuring door de Interregionale Verpakkingscommissie integraal werden opgenomen in de erkenningsaanvraag van Fost Plus, maar dat het, omwille van de duidelijkheid, aangewezen is om de timing en sommige essentiële bestanddelen van het implementatieplan in de erkenning op te nemen;

Overwegende dat de verruiming van de selectieve inzameling van huishoudelijk plastic verpakkingen, zoals opgenomen in het goedgekeurde implementatieplan, ook inhoudt dat er een nieuwe sorteerboodschap moet ontwikkeld worden voor de consument; dat dit van groot maatschappelijk belang is en dat er daarom een zo ruim mogelijke consensus over moet worden gezocht tussen de betrokken partijen;

Overwegende dat de sorteerboodschap zo eenvoudig en eenduidig mogelijk moet zijn, om het maatschappelijk draagvlak te maximaliseren en om een efficiënte nationale communicatie mogelijk te maken; dat in dat kader ook de toevoeging van beperkte hoeveelheden niet-verpakkingsafval moet onderzocht worden;

Overwegende dat het erkende organisme voor elk van de materialen die in de berekening van het globale recyclagepercentage worden meegerekend en die een relevant deel uitmaken van het huishoudelijke verpakkingsafval, het in het samenwerkingsakkoord bepaalde minimum recyclagepercentage moet bereiken;

Overwegende dat het, rekening houdend met de grote diversiteit van samengestelde verpakkingen, moeilijk is om voor de `samengestelde verpakkingen' specifieke percentages te voorzien; dat men de "drankkartons" evenwel kan identificeren als een apart verpakkingsmateriaal vanwege de grote omvang van deze fractie, haar homogeniteit en het bestaan van een specifieke recyclageketen;

Overwegende dat de Europese Richtlijn 2018/852 van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval een aparte doelstelling opneemt voor aluminium (of non-ferro-metalen) en voor ferro-metalen; dat deze Richtlijn nog moet omgezet worden in Belgisch recht door een wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008; dat het aangewezen is om te anticiperen op deze wijziging, die reeds in voorbereiding is;

Overwegende dat de geplande wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 ook een nieuwe doelstelling zal bevatten inzake inzameling en recyclage van drankverpakkingen; dat het aangewezen is ook hierop te anticiperen;

Overwegende dat, overeenkomstig het samenwerkingsakkoord, de Interregionale Verpakkingscommissie binnen de grenzen van het Europees recht autonoom de berekeningsmethodes van de recyclagepercentages bepaalt, met inbegrip van de modaliteiten betreffende eventuele correcties, en dat zij moet kunnen verifiëren hoe de recyclagepercentages in de praktijk worden bereikt;

Overwegende dat het in de berekening van het voor recyclage ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval mogelijk moet zijn om ook niet selectieve en/of niet-huishoudelijke afvalstromen in rekening te brengen, voor zover het afval dat niet van huishoudelijke verpakkingen afkomstig is of dat verloren gaat voor de recyclage, volledig kan worden uitgesloten, dit alles met het doel het systeem zo dicht mogelijk met de realiteit op het terrein te doen overeenstemmen;

Overwegende dat vele niet-huishoudens de facto gebruik maken van de huishoudelijke inzamelingen; dat het voor de rechtspersonen van publiekrecht en de privé-operatoren die instaan voor de huishoudelijke afvalophalingen, niet altijd gemakkelijk is om de lijn te trekken tussen wat huishoudelijk en wat bedrijfsmatig is, bijvoorbeeld in het geval van een broodjeszaak die in aaneengesloten bebouwing tussen privé-woningen staat;

Overwegende dat de afvalstoffen die bij de binnenscheepvaart ingezameld worden, onder de noemer "huishoudelijke afval" vallen, aangezien de binnenschippers in de regel op hun boten wonen;

Overwegende dat de Europese Richtlijn 2018/852 van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval toelaat om metalen die gerecupereerd worden uit verbrandingsassen in rekening te brengen voor het recyclageresultaat, maar dat dit in verhouding moet staan tot het aandeel verbrand verpakkingsafval;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie bij de berekening van de werkelijk gerecycleerde hoeveelheden de Europese beslissingen zal opvolgen omtrent de materiaalverliezen die zich in de loop van elk recyclageproces voordoen en omtrent de in het verpakkingsafval aanwezige onzuiverheden en vocht;

Overwegende dat de sorteerresidu's van de nieuwe P+MD-zak, waarbij de P staat voor alle huishoudelijke plastic verpakkingen, in de regel niet zullen bestaan uit huishoudelijk verpakkingsafval;

Overwegende dat lidstaten volgens het Europese recht de verplichting hebben een circulaire economie te promoten; dat in het kader van circulariteit niet enkel de rendementen van recyclage van belang zijn, maar ook de kwaliteit van de recyclage; dat Fost Plus een belangrijke rol kan en moet spelen door via de modelbestekken circulaire toepassingen te promoten, zoals de recyclage van PET-flessen tot nieuwe PET-flessen;

Overwegende dat de Europese Richtlijn 2018/852 van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval zeer duidelijk stelt dat, wanneer het gewicht van het gerecycleerde verpakkingsafval aan de output van een sorteerproces worden gemeten, enkel mag rekening gehouden worden met de stromen die effectief worden gerecycleerd en dat dus niet mag rekening gehouden worden met het gewicht van materialen of stoffen die worden verwijderd bij verdere processen voorafgaand aan het recyclageproces en die daarna niet worden gerecycleerd;

Overwegende dat de vergoeding van de kosten van inzameling en sortering van verpakkingsafval met het oog op recyclage moet gebeuren volgens modaliteiten die zijn geïnspireerd op het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van de vergoeding aan de reële en volledige kosten, zoals uitgedrukt in de artikelen 3, 10 en 13 van het samenwerkingsakkoord;

Overwegende dat het erkende organisme moet streven naar optimalisatie door een zo efficiënt mogelijke dienstverlening, teneinde de kosten te minimaliseren die voor de consument voortvloeien uit de terugnameplicht, hierbij rekening houdend met de maatschappelijke behoeften;

Overwegende dat voor de rechtspersonen van publiekrecht die in regie werken, dit wil zeggen met eigen personeel en materieel, een kostenvergoeding zich opdringt die in overstemming is met de totale en reële kosten van de rechtspersonen; dat gedurende de onderhandelingen omtrent de vernieuwing van het contract met Fost Plus de rechtspersoon van publiekrecht niet zonder betaling kan blijven voor de aangetoonde kosten; dat het logisch is om de in het verleden overeengekomen tarieven voor een beperkte periode voort te zetten, aangezien deze tarieven bij het sluiten van het vorige contract een ontegensprekelijke weerspiegeling van de totale en reële kost waren; dat evenwel de mogelijkheden tot indexering van deze prijzen moeten beperkt worden in de tijd;

Overwegende dat de verruiming van de selectieve inzameling van huishoudelijk plastic verpakkingen, zoals opgenomen in het goedgekeurde implementatieplan, belangrijke investeringen in de sorteerinfrastructuur noodzakelijk maakt; dat het op voorhand moeilijk in te schatten is wat de eigenlijke sorteerkosten in de nieuwe of vernieuwde sorteercentra zullen zijn, omdat het gaat om een nieuw type sortering, dat fundamenteel anders is dan de klassieke PMD-sortering en dat ook sterk afwijkt van de sorteerprocessen voor gemengde plastics die in de buurlanden bestaan;

Overwegende dat voor de private sorteercentra deze onduidelijkheid kan weggenomen worden door het gebruik van een nieuw modelbestek voor de sortering van het P+MD, waarin de nodige flexibiliteit en met name prijsherzieningen worden opgenomen; dat dit modelbestek zich nog niet in de erkenningsaanvraag bevond, waardoor een procedure voor de goedkeuring ervan door de Interregionale Verpakkingscommissie in de erkenning moet voorzien worden;

Overwegende dat de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht de mogelijkheid hebben om zelf een nieuwe sorteerinstallatie te bouwen en te exploiteren of om hun bestaande installatie aan te passen; dat voor deze sortering in regie bijzondere bepalingen moeten opgenomen worden in de erkenning; dat het daarbij van belang is om de principes inzake de kostendekking door Fost Plus vast te leggen, maar dat de concrete modaliteiten in het contract tussen Fost Plus en elke rechtspersoon van publiekrecht moeten worden bepaald;

Overwegende dat de eigenlijke sorteerkosten in de erkenning voorlopig worden vastgelegd, maar dat de partijen hiervan contractueel kunnen afwijken; dat deze kosten jaarlijks moeten geëvalueerd worden, teneinde ze met de totale en reële kost te laten overeenstemmen;

Overwegende dat door de gedetailleerde beschrijving in de erkenning van een basisscenario dat vergoed wordt aan de reële en volledige kosten, tevens de referentie wordt bepaald op het vlak van de kostenvergoeding, voor wanneer het erkende organisme de inzamel- en sorteerkosten vergoedt van de rechtspersonen van publiekrecht die andere en duurdere scenario's hebben opgezet; dat in deze gevallen een vergoeding aan de referentiekost zich opdringt;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie instaat voor de objectiviteit van de jaarlijks berekende referentiekosten en -waarden; dat zij zich hiervoor baseert op de concrete voorstellen die Fost Plus uitwerkt; dat ook de rechtspersonen van publiekrecht hun inbreng moeten kunnen doen;

Overwegende dat aan het begin van de nieuwe erkenningsperiode een grondig debat moet kunnen plaatsvinden tussen de betrokken partijen over de methode voor het bepalen van de referentiekosten, waarbij de basisgegevens in alle transparantie worden gedeeld;

Overwegende dat huidige erkenning tot doel heeft om te komen tot een zo hoog mogelijk inzamel- en recyclagepercentage, door middel van efficiënte en effectieve basisscenario's, gelet op het maatschappelijk belang om de kosten te minimaliseren die voor de consument voortvloeien uit de terugnameplicht;

Overwegende dat de basisscenario's naar redelijkheid moeten kunnen worden aangepast aan bepaalde plaatselijke bijzonderheden;

Overwegende dat in het kader van het goedgekeurde implementatieplan betreffende de verruiming van de selectieve inzameling van huishoudelijk plastic verpakkingen, ook overgangsscenario's waren afgesproken; dat hiervoor de vergoedingsmodaliteiten moeten vastgelegd worden;

Overwegende dat, wanneer de inzamelfrequentie "om de 4 weken", respectievelijk "om de 2 weken" vergoed wordt aan de totale en reële kost, dit impliceert dat ook de inzameling "maandelijks", respectievelijk "2 keer per maand" is toegelaten en vergoed wordt aan de totale en reële kost;

Overwegende dat de huis-aan-huis inzameling van papier/karton in de meeste gevallen zonder containers gebeurt; dat de burgers hun papier/karton bijeengebonden of in een kartonnen doos aanbieden; dat evenwel deze inzamelmethode fysiek belastend is voor de ophalers en niet toelaat om de inzameling effectief te beperken tot de huisgezinnen; dat daarom sommige rechtspersonen van publiekrecht kiezen voor een inzameling door middel van individuele containers; dat deze keuze principieel moet aanvaard worden en dat deze inzameling dus moet vergoed worden aan de totale en reële kost;

Overwegende dat de kosten voor de aankoop van de individuele papier/karton-containers principieel ook onder de plicht tot vergoeding van de totale en reële kosten vallen, voor wat het gedeelte verpakkingen in de gemengde stroom betreft; dat het aangewezen is om de vergoedingsplicht voor de containers in de erkenning te begrenzen, teneinde aan Fost Plus budgetmatige stabiliteit te bieden; dat de Gewesten een uitbreiding tot maximum 20% van het deel van de bevolking dat het papier/karton aanbiedt voor huis-aan-huis inzameling in individuele containers, aanvaardbaar achten; dat moet gewaakt worden over de gelijke behandeling van de verschillende rechtspersonen van publiekrecht;

Overwegende dat een duo-inzameling van papier/karton en P(+)MD vanuit economisch, ecologisch en maatschappelijk oogpunt gelijkwaardig kan zijn aan een afzonderlijke inzameling van deze fracties;

Overwegende dat de densiteit van het (bovengrondse) glasbollennetwerk aangepast moet zijn aan de bevolkingsdichtheid en de geografische omstandigheden; dat ook met de kwaliteit van het netwerk rekening moet worden gehouden;

Overwegende dat "deelgemeente" in de laatste zin van artikel 6, G verwijst naar de gemeenten voor de fusies van 1976;

Overwegende dat ingegraven glasbollen soms de meest geschikte oplossing zijn voor een bepaalde omgeving en dat men in dat geval een billijke vergoeding hiervoor moet voorzien, waarbij met name rekening wordt gehouden met de hoge investeringskosten; dat ingegraven glasbollen kaderen binnen de optimalisering van het glasbollennetwerk, die van prioritair belang is;

Overwegende dat de Gewesten tegen het einde van de erkenningsperiode willen komen tot een verhoging van het aantal ingegraven glasbollen in het totale glasbollennetwerk; dat de Gewesten het billijk achten dat de investeringskosten verbonden aan de ingegraven glasbollen voor de helft door Fost Plus en voor de andere helft door de rechtspersonen van publiekrecht gedragen worden; dat deze laatsten hiervoor mogen gebruik maken van de 0,12 EUR per inwoner die Fost Plus als aanvullende tussenkomst voor glas betaalt, maar dat de bijdrage van Fost Plus niet uit deze aanvullende tussenkomst kan genomen worden;

Overwegende dat het aangewezen is om de vergoedingsplicht voor Fost Plus in de erkenning te begrenzen, teneinde aan Fost Plus budgetmatige stabiliteit te bieden; dat de Gewesten een uitbreiding met maximum 600 bijkomende ondergrondse glasbolsites aanvaardbaar achten;

Overwegende dat ingegraven glasbollen in het gebruik niet noodzakelijk veel duurder zijn dan bovengrondse glasbollen; dat de ingegraven glasbollen zo goed als mogelijk moeten geïntegreerd worden in het normale ledigingsschema van het glasbollennetwerk;

Overwegende dat bijzondere maatregelen inzake de frequentie van de selectieve inzamelingen wenselijk zijn voor de grootsteden en dichtbevolkte gebieden; dat de financiering door Fost Plus van deze verhoging van de inzamelfrequentie moet verantwoord worden door redenen van verbeteren van de selectieve inzameling of door redenen van openbare netheid, waarbij de selectieve inzameling op hetzelfde niveau blijft;

Overwegende dat in sommige toeristische zones, waarbij met name wordt gedacht aan de Belgische Kust, de bevolkingsdichtheid tijdens het toeristische seizoen stijgt tot boven de drempel die werd bepaald voor de dichtbevolkte gebieden, namelijk 1.000 inwoners per km2; dat dit niet noodzakelijk in de hele gemeente het geval zal zijn; dat in deze delen van gemeenten tijdens het toeristische seizoen eenzelfde verhoging van inzamelfrequentie moet kunnen voorzien worden als voor de dichtbevolkte gebieden;

Overwegende dat verschillende rechtspersonen van publiekrecht ervoor gekozen hebben om diverse brengsystemen op korte afstand in te stellen; dat deze door Fost Plus moeten vergoed worden aan de totale en reële kost, voor zover deze brengsystemen in de plaats komen van de basisinzameling huis-aan-huis;

Overwegende dat in sommige grote steden en toeristische zones er ernstige problemen van mobiliteit zijn; dat deze problemen de huis-aan-huis inzameling van het verpakkingsafval sterk kunnen hinderen; dat avond- of weekendinzamelingen in bepaalde gevallen de aangewezen oplossing zijn, maar dat de noodzaak hiervan moet kunnen aangetoond worden door de rechtspersonen van publiekrecht;

Overwegende dat, wanneer een rechtspersoon van publiekrecht aantoont dat avond- of weekendinzamelingen nodig zijn om ernstige problemen van mobiliteit te vermijden, Fost Plus de eventuele meerkosten die hieraan verbonden zijn, niet principieel mag weigeren op grond van een vergelijking met gemiddelde inzamelkosten; dat de Gewesten van oordeel zijn dat Fost Plus en de rechtspersoon van publiekrecht elk hun deel van de verantwoordelijkheid moeten dragen voor de eventuele meerkosten;

Overwegende dat het basisscenario voor de inzameling van de stromen huishoudelijk verpakkingsafval de huis-aan-huis inzameling is, behoudens uitzondering; dat Fost Plus daarvoor de totale en reële kosten moet betalen; dat Fost Plus voorstelt in zijn erkenningsaanvraag om de inzameling op de recyclageparken van de stromen huishoudelijk verpakkingsafval stop te zetten, hetgeen niet aanvaardbaar is, maar dat de inzameling op de recyclageparken aanvullend is;

Overwegende dat voor de aanvullende inzameling op de recyclageparken Fost Plus moet instaan voor de directe kosten van huur en lediging van de containers, omdat de ingezamelde hoeveelheden door Fost Plus worden uitgesorteerd, gerecycleerd en in rekening gebracht;

Overwegende dat voor de indirecte kosten verbonden aan het gebruik van de recyclageparken Fost Plus moet verantwoordelijk gesteld worden, wanneer op de recyclageparken een significant deel van de afvalstroom (bijvoorbeeld 25%) wordt ingezameld; dat het hier in de praktijk enkel gaat over de stromen P(+)MD en papier/karton;

Overwegende dat de inzamelgraden van verpakkingsafval op de containerparken sterk verschillen van de ene tot de andere rechtspersoon van publiekrecht;

Overwegende dat, om praktische redenen en teneinde betwistingen en het risico op onbillijke behandeling tussen rechtspersonen van publiekrecht te vermijden, het gepast is om in de erkenning deze vergoedingsplicht om te zetten naar een forfaitaire vergoeding per recyclagepark;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 10, § 2, 6°, van het samenwerkingsakkoord, de financiële verantwoordelijkheid van het erkende organisme zich eveneens uitstrekt tot andere materiaalstromen dan deze voorzien in de basisscenario's, die soms via een huis-aan-huis inzameling, soms via de recyclageparken, ingezameld worden door de rechtspersonen van publiekrecht, voor zover het afval afkomstig is van huishoudelijke verpakkingen en de recyclage ervan kan aangetoond worden;

Overwegende dat het hier in het verleden ging over niet onbelangrijke hoeveelheden, hoofdzakelijk van huishoudelijke plastic verpakkingen; dat het grootste deel van deze hoeveelheden in de toekomst ingezameld zullen worden in de uitgebreide P+MD-fractie, die alle huishoudelijke plastic verpakkingsafvalstoffen zal omvatten, met slechts beperkte uitzonderingen;

Overwegende evenwel dat in de voorziene overgangsfase, in aanloop naar de uitgebreide P+MD-fractie, sommige huishoudelijke plastic verpakkingen nog steeds selectief ingezameld worden op een andere wijze; dat bijvoorbeeld verschillende rechtspersonen van publiekrecht in het verleden gekozen hebben voor een inzameling van restplastics als aanvulling op de klassieke PMD-zak, hetzij op de recyclageparken, hetzij huis-aan-huis; dat hiervoor in de erkenning de modaliteiten van vergoeding van de totale en reële kosten door Fost Plus moeten bepaald worden;

Overwegende dat de kosten die Fost Plus voor deze stromen betaalt, in het kader van het door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurde implementatieplan, niet enkel de kosten van inzameling, maar ook deze van verwerking moeten dekken; dat het gepast is deze vergoedingen forfaitair vast te leggen in de erkenning, teneinde betwistingen te vermijden;

Overwegende dat het aangewezen is om eenzelfde forfaitair tarief te voorzien voor de inzameling op de recyclageparken van restplastics, plastic folies, bloempotjes en marginale stromen, zoals kurken van wijnflessen; dat evenwel dit tarief vanaf het jaar 2021 niet van toepassing zal zijn voor de KGA-stroom, waarvoor in deze erkenning vanaf dat jaar een ander regime van vergoedingen wordt voorzien;

Overwegende dat pilootprojecten wenselijk zijn, om op zoek te gaan naar alternatieve scenario's die efficiënt zijn inzake kosten en inzake resultaten; dat alle partijen hierbij gebaat zijn; dat de pilootprojecten ook tot doel kunnen hebben om een beter evenwicht te vinden tussen de preventie en het beheer van verpakkingsafval;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de pilootprojecten en hun evaluatie te omgeven met randvoorwaarden die garanties geven inzake de budgettaire stabiliteit van het erkende organisme en de principiële gelijke behandeling van de rechtspersonen van publiekrecht;

Overwegende dat de pilootprojecten moeten begeleid en geëvalueerd worden; dat de evaluatie op een objectieve en tegenstelbare wijze moet verlopen;

Overwegende dat de keuze door de rechtspersoon van publiekrecht van het inzamelscenario de verkoopwaarde van de materialen, die in principe aan Fost Plus toekomt, op ongunstige wijze kan beïnvloeden; dat moet worden vermeden dat de aan de rechtspersonen van publiekrecht gelaten vrijheid Fost Plus onverantwoorde financiële schade zou toebrengen;

Overwegende dat het erkende organisme, samen met de rechtspersoon van publiekrecht, de huis-aan-huisinzameling van de gemengde fractie papier/karton organiseert; dat bijgevolg het aandeel verpakkingsafval in deze stroom moet vastgelegd worden, waarbij voor de vergoeding van deze stroom, naast het gewicht, ook rekening moet gehouden worden met het densiteitverschil tussen papier en karton;

Overwegende dat in het recente verleden door de Interregionale Verpakkingscommissie studies werden uitgevoerd betreffende de samenstelling van de gemengde fractie papier/karton; dat de Interregionale Verpakkingscommissie in de loop van 2018 een aanvullende studie heeft uitgevoerd inzake de kostentoewijzing aan het deel verpakkingen van de stroom papier/karton; dat in het kader van deze studie ook de samenstelling van de stroom opnieuw geanalyseerd werd; dat Fost Plus bij de opvolging van deze studie betrokken werd; dat deze studie de resultaten van de voorgaande studies in grote lijnen bevestigt;

Overwegende dat de studie van de Interregionale Verpakkingscommissie van 2018 het aandeel in gewicht van de verpakkingen in de stroom papier/karton voor een exclusief huishoudelijk staal bevestigt en het te vergoeden kostenaandeel, in relatie tot dit exclusief huishoudelijk staal, rekening houdend met het gewicht van respectievelijk de huis-aan-huis inzameling en de inzameling op de recyclageparken van papier/karton en in gelijke mate rekening houdend met de beide in de studie onderzochte methodes voor het bepalen van de niet-gecompacteerde volumes van de fracties verpakkingen en niet-verpakkingen, vastlegt op 44 percent;

Overwegende dat het noodzakelijk is om nader te bepalen welke stromen verpakkingsafval in de eerste plaats in rekening worden gebracht voor het bereiken door het erkende organisme van het in het samenwerkingsakkoord voorziene percentage van nuttige toepassing, en dit op een wijze die ertoe strekt de verschillende partijen te responsabiliseren;

Overwegende, in het geval Fost Plus de bijkomende tonnages verpakkingsafval verbrand via restafval nodig heeft voor het halen van de doelstelling voor nuttige toepassing, dat het op basis van artikel 13, § 1, 1° en 3°, van het samenwerkingsakkoord noodzakelijk is dat het erkende organisme op het vlak van de kosten voor de inzameling, het transport en de verbranding met energierecuperatie van niet-selectieve stromen voor elk gewest op dezelfde manier in de kosten bijdraagt; dat hiertoe een vaste verdeelsleutel tussen de gewesten noodzakelijk is; dat de hoogte van de vergoedingen bepaald worden op basis van het geheel van de gegevens waarover de Interregionale Verpakkingscommissie beschikt;

Overwegende, voor de vergoeding van metalen verpakkingsafval uit schroot, dat het op basis van artikel 13, § 1, 1° en 3°, van het samenwerkingsakkoord noodzakelijk is dat het erkende organisme op het vlak van de kosten voor de inzameling, het transport en de verbranding met energierecuperatie van niet-selectieve stromen voor elke rechtspersoon van publiekrecht op dezelfde manier in de kosten bijdraagt; dat hiertoe een vaste verdeelsleutel noodzakelijk is; dat de hoogte van de vergoedingen bepaald worden op basis van het geheel van de gegevens waarover de Interregionale Verpakkingscommissie beschikt;

Overwegende dat de quasi onvermijdelijke vervuiling van bovengrondse glasbolsites met achtergelaten zwerfvuil een maatschappelijk storend fenomeen is; dat Fost Plus kan meehelpen aan de oplossing van dit fenomeen, door bijzondere acties ter preventie van zwerfvuil, door het plaatsen van ingegraven bollen te ondersteunen, door een strenge controle op de naleving van de contracten en bestekken en door een beperkte financiële tussenkomst in de kosten van de aanvullende reinigingen van de bovengrondse glasbolsites door de rechtspersonen van publiekrecht;

Overwegende dat in functie van de lokale omstandigheden moet kunnen geopteerd worden voor verschillende modaliteiten voor de glasinzameling, maar dat geen ongelijke behandeling van de rechtspersonen van publiekrecht kan worden aanvaard; dat een globale oplossing voor de glasinzameling zich opdringt; dat ook het plaatsen van ingegraven glasbollen past binnen deze globale oplossing;

Overwegende dat het wenselijk is om tegen het einde van de erkenningsperiode te komen tot een verhoging van het aantal ingegraven glasbollen; dat de financiële verantwoordelijkheid van Fost Plus inzake het plaatsen van ingegraven glasbollen moet worden vastgelegd, zonder de rechtspersonen van publiekrecht te beperken in hun keuze van de aangewezen inzamelrecipiënten voor glas;

Overwegende dat een billijke forfaitaire vergoeding, in het licht van het geheel van de financiële gegevens waarover de Interregionale Verpakkingscommissie beschikt, dit gelijkheidsbeginsel kan garanderen; dat evenwel duidelijk moet zijn dat deze vergoeding uitsluitend kan dienen voor reële investeringen; dat de Interregionale Verpakkingscommissie hierop moet toezien;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 10, § 2, 6°, van het samenwerkingsakkoord, de vergoeding van de reële en volledige kosten van de door de rechtspersoon van publiekrecht uitgevoerde activiteiten, zich uitstrekt tot de kosten die veroorzaakt worden door de opvolging van de projecten van selectieve inzameling; dat er met het oog op een volledige gelijkheid tussen de rechtspersoon van publiekrecht een gemeenschappelijke basis moet worden vastgelegd met betrekking tot de berekening van deze vergoeding;

Overwegende dat de toepassing van de principes voor de berekening van de kosten van de projectopvolging, zoals die in vorige erkenningen waren opgenomen, ingevolge de invoering van de P+MD inzameling, tot een sterke toename van de vergoedingen zou leiden en dat deze toename niet in verhouding zou staan tot de werkelijke kosten van de projectopvolging;

Overwegende dat de forfaitarisering van de vergoeding van de opvolgingskosten wenselijk is vanuit het gelijkheidsbeginsel; dat er immers geen direct verband is tussen de gemaakte kosten voor de opvolging van het project en kosten van het project zelf; dat evenwel een correctie dient te worden gemaakt voor de rechtspersonen van publiekrecht met een lage bevolkingsdichtheid, die in de praktijk wel met verhoogde projectopvolgingskosten geconfronteerd worden;

Overwegende dat de hoogte van de forfaitaire vergoeding van de projectopvolgingskosten dient bepaald te worden op basis van de vergoedingen die in het verleden betaald werden door Fost Plus voor deze dienstverlening en die kostendekkend waren; dat noch een verhoging, noch een verlaging aan de orde is;

Overwegende dat in de geest van de gelijke behandeling van de rechtspersonen van publiekrecht de berekening van de zogenaamde "winst" op de verkoop van de blauwe zakken hetzelfde moet zijn voor alle rechtspersonen van publiekrecht; dat, met het oog op een strikte gelijkheid tussen de consumenten de bestemming van deze "winst" voor elke rechtspersoon van publiekrecht op dezelfde wijze moet worden geregeld;

Overwegende dat de intercommunale kan eisen dat de PMD-zakken door Fost Plus zouden worden verdeeld;

Overwegende dat de communicatie op lokaal vlak, of de projectgebonden communicatie, tot doel heeft om praktische informatie ter beschikking van de burgers te stellen, die bestemd is om de kwaliteit van de inzameling, de sortering en de recyclage te garanderen en te verbeteren; dat de hiermee verband houdende kosten door het erkende organisme moeten worden gedekt; dat per rechtspersoon van publiekrecht de aangewezen acties verschillend kunnen zijn;

Overwegende dat de strategie voor lokale communicatie in alle geval bepaald moet worden in een geest van dialoog en overleg tussen het erkende organisme en de rechtspersoon van publiekrecht;

Overwegende dat bijzondere aandacht moet gegeven worden aan de invoering van de P+MD-inzameling, waarvoor bijzondere acties moeten voorzien worden;

Overwegende dat de rechtspersonen van publiekrecht het residupercentage van de PMD-sortering op een positieve wijze kunnen beïnvloeden, dankzij diverse acties bij de burgers en bij de sorteercentra;

Overwegende dat het aangewezen is dat het erkende organisme dit soort acties, die bijdragen tot het bereiken van de gewenste recyclagepercentages, aanmoedigt door middel van een financiële beloning;

Overwegende dat het te vroeg is om een dergelijke regeling ook te voorzien voor de nieuwe P+MD-inzameling;

Overwegende dat het Europees recht en met name de Europese richtlijn 2018/851 van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen aan de Lidstaten oplegt om aan beheersorganismen in het kader van een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid minimale werkingsvoorwaarden op te leggen; dat deze minimale vereisten onder meer tot doel moeten hebben om de kosten van de verwerking van, om redenen van verontreiniging, niet recycleerbare stromen te dragen;

Overwegende dat voor het jaar 2017 het totale tonnage dat wordt ingezameld in de stroom "Klein Gevaarlijk Afval (KGA)" in het Vlaamse Gewest, in de stroom "Déchets Spéciaux des Ménages (DSM)" in het Waalse Gewest en in de stroom "Huishoudelijk Chemisch Afval (HCA)" in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, na correctie voor de vergoedingen die reeds betaald worden door Fost Plus voor het gerecycleerde verpakkingsafval, ingeschat wordt op 6.145 ton;

Overwegende dat de gewogen gemiddelde verwerkingskost voor deze stroom voor het jaar 2017 ingeschat wordt op 600 EUR per ton;

Overwegende dat deze bijkomende kostenpost voor Fost Plus een gevoelige impact zal hebben op de berekeningswijze van de tarieven voor zijn leden en dat daarom een redelijke termijn moet worden opgelegd aan het erkende organisme om deze kosten op te nemen; dat deze termijn ook moet toelaten om tot een meer precieze inschatting van de tonnages en van de gewogen gemiddelde kosten per ton te komen; dat deze termijn daarenboven aan Fost Plus moet toelaten om de nodige voorstellen te doen om tot een kostenoptimalisatie te komen, in overleg met de rechtspersonen van publiekrecht;

Overwegende dat overeenkomstig de artikelen 10, § 2, 6°, en 13, § 1, 7°, van het samenwerkingsakkoord het modelcontract zoals goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie als model dient voor de relaties tussen het erkende organisme en elke rechtspersoon van publiekrecht;

Overwegende dat het modelcontract niet op definitieve manier kan worden goedgekeurd in deze erkenningstekst, vermits de erkenning een aantal belangrijke wijzigingen aan het modelcontract oplegt; dat een navolgende goedkeuringsprocedure moet worden voorzien, die redelijke termijnen bevat;

Overwegende dat het modelcontract ook de modelbestekken voor de inzameling, de sortering en de verwerving omvat, aangezien deze formeel een bijlage zijn bij het modelcontract;

Overwegende dat het van het allergrootste belang is, omwille van de uniformiteit van de verschillende lopende, te sluiten of te onderhandelen overeenkomsten, dat er voorzien wordt in een procedure ter aanpassing van de overeenkomsten; dat er met name redelijke termijnen vereist zijn;

Overwegende dat het noodzakelijk is om in de huidige erkenning de principes te voorzien die door het erkende organisme nageleefd moeten worden in het geval voornoemde zelf de markten voor selectieve inzameling, sortering en/of recyclage toewijst, teneinde enerzijds alle hierbij betrokken actoren te verenigen en anderzijds de naleving van de regels van transparantie, gelijkheid en vrije concurrentie te waarborgen;

Overwegende dat in toepassing van het samenwerkingsakkoord het erkende organisme slechts een markt voor de selectieve inzameling of sortering zal toewijzen in het geval dat de rechtspersoon van publiekrecht hiervan afziet;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie in het kader van haar controleopdracht ten aanzien van Fost Plus geïnformeerd moet worden over de prijzen van de gegunde markten; dat de gunningsverslagen strikt genomen deel uitmaken van het contract tussen Fost Plus en de rechtspersoon van publiekrecht;

Overwegende dat het systematisch overmaken van de prijzen van de nieuw toegewezen markten, alsook van een samenvattend document, noodzakelijk is om de Interregionale Verpakkingscommissie toe te laten haar taken op een efficiënte manier te vervullen;

Overwegende dat, met het oog op het verenigen van alle betrokken actoren in elke fase van de gunningsprocedure van de opdrachten, voorzien moet worden in de tussenkomst van een gemengd comité, waarin ook de Interregionale Verpakkingscommissie als waarnemer aanwezig is; dat de samenstelling van dit comité kan variëren naar gelang van de taken die het gevraagd wordt uit te voeren; dat ook de aanwezigheid in het gemengd comité van een federatie die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen vertegenwoordigt, duidelijk een toegevoegde waarde heeft, maar dat deze federatie geen stemrecht kan hebben en dat zij niet kan deelnemen aan een vergadering, wanneer er mogelijks een belangenconflict is, zoals wanneer er kennis wordt genomen van concrete offertes; dat het huishoudelijk reglement van het gemengd comité de gevallen kan omschrijven waarin er een risico op belangenvermenging is;

Overwegende dat het van groot belang is dat er een controle gebeurt van de recyclage van de ingezamelde, gesorteerde en verworven hoeveelheden, volgens regels die efficiëntie, onpartijdigheid, vertrouwelijkheid verzekeren; dat deze controle tot doel heeft een volledige en onbetwistbare opvolging van de recyclageketen te verzekeren, ook wanneer de effectieve recyclage in het buitenland plaatsvindt;

Overwegende dat in toepassing van de artikelen 10, § 2, 6°, en 13, § 1, 5°, van het samenwerkingsakkoord het erkende organisme de verplichting heeft om tewerkstelling te ontwikkelen in verenigingen of vennootschappen met een sociaal oogmerk die als maatschappelijk doel de recyclage en de nuttige toepassing van verpakkingsafval hebben;

Overwegende dat de reeds bestaande maatregelen voor de bevordering van de sociale tewerkstelling kunnen bestendigd worden;

Overwegende dat Fost Plus in zijn erkenningsaanvraag een gevoelige wijziging van de principes voor de berekening van de "Groene Punt"-tarieven voorstelt, met als doel de introductie van het principe van eco-modulatie;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie dit principe van eco-modulatie onderschrijft en erkent dat hiervoor de nodige tijd moet worden voorzien; dat pas vanaf de tarieven voor het jaar 2021 deze principes ten volle in uitvoering kunnen worden gebracht;

Overwegende evenwel dat de Interregionale Verpakkingscommissie bijkomende principes wil opleggen, waarmee het erkende organisme dient rekening te houden bij het tot stand brengen van de nieuwe berekeningsmethode voor de "Groene Punt"-tarieven; dat deze principes gekoppeld zijn aan de geplande uitbreiding van de selectieve inzameling van de huishoudelijke plastic verpakkingsafvalstoffen en aan de mogelijke problemen die bepaalde verpakkingen zullen opleveren voor de sortering van de nieuwe P+MD-fractie;

Overwegende dat het principe van eco-modulatie van de tarieven opgelegd wordt door het Europese recht en met name door de Europese richtlijn 2018/851 van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen;

Overwegende dat een sterk ontradend tarief aangewezen is voor sommige zwaar problematische verpakkingstypes, maar dat tegelijk de mogelijkheid moet geboden worden aan het erkende organisme om zelf de nodige remediërende maatregelen te nemen;

Overwegende dat, zonder de principes van de berekening van het "Groene Punt" uit te hollen en met respect voor de doelstelling om een zo hoog mogelijk inzamel- en recyclagepercentage te halen door middel van efficiënte en effectieve (basis)scenario's, grenzen moeten worden gesteld aan de mogelijkheden voor het erkende organisme om bepaalde specifieke kosten te mutualiseren over alle verpakkingen;

Overwegende dat een ruim maatschappelijk debat aangewezen is om de problematische verpakkingstypes te identificeren en om mogelijke oplossingen te zoeken; dat het nuttig is om hiervoor een werkgroep samen te stellen, die een aantal duidelijke onderzoeksthema's kan worden meegegeven;

Overwegende dat deze werkgroep een belangrijke rol speelt in de identificatie van de zwaar problematische verpakkingstypes; dat het de bedoeling is om tegen het midden van elk jaar in de schoot van deze werkgroep een oplijsting van deze verpakkingstypes te maken;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de Interregionale Verpakkingscommissie tijdig op de hoogte wordt gesteld van de berekeningsmethode van de bijdragen van de leden en van de hoogte van de tarieven van het "Groene Punt";

Overwegende dat het Samenwerkingsakkoord in zijn artikel 10, § 2, 5° bepaalt dat de erkenningsaanvraag van een kandidaat erkend organisme een ontwerp van modelcontract met de leden dient te bevatten; dat het modelcontract in de erkenningsaanvraag een groot aantal lacunes bevat, waarvoor Fost Plus in het kader van de besprekingen in voorbereiding van de erkenning heeft aangegeven nieuwe voorstellen te willen doen; dat het daarom aangewezen is om aan Fost Plus toe te laten om binnen een bepaalde termijn een aangepast voorstel in te dienen, waarover de Interregionale Verpakkingscommissie zich vervolgens moet kunnen uitspreken;

Overwegende dat het erkende organisme zich in een feitelijk monopolie bevindt; dat dit de verantwoordelijkheid van de Interregionale Verpakkingscommissie om de belangen van de leden van het organisme te beschermen, vergroot; dat de Interregionale Verpakkingscommissie daarom elke wijziging van het modelcontract tussen Fost Plus en zijn leden moet kunnen goed- of afkeuren; dat een duidelijke communicatie van de contractsvoorwaarden van essentieel belang is;

Overwegende dat volgens artikel 12, 3°, van het samenwerkingsakkoord elk erkend organisme gehouden is tot het sluiten van een verzekeringscontract tot dekking van de schade die uit zijn activiteiten kan voortvloeien; dat deze bepaling hoofdzakelijk betrekking heeft op de burgerlijke aansprakelijkheid;

Overwegende dat ook het risico van inkomensverlies door het verloren gaan van tonnages bij overmacht, bijvoorbeeld een brand in het sorteercentrum, moet gedekt worden;

Overwegende dat de verantwoordelijkheid voor de ingezamelde afvalstoffen moet verduidelijkt worden in de contracten die Fost Plus met de rechtspersonen van publiekrecht en met derden binden, mede in het licht van de eigendom van de materialen;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 11 van het samenwerkingsakkoord het globale bedrag van de financiële zekerheid moet bepaald worden als de totale door Fost Plus geraamde kosten voor de inzameling en sortering van huishoudelijk verpakkingsafval in het laatste jaar van de erkenning, evenwel verminderd met de verkoopwaarde van de materialen in dit jaar; dat, wanneer Fost Plus zijn activiteiten zou stopzetten, de verkoopwaarde van de materialen immers opnieuw aan de rechtspersonen van publiekrecht moet toekomen; dat Fost Plus hiertoe sluitende garanties moet geven;

Overwegende dat het stellen van 30 miljoen EUR aan financiële zekerheden een maximaal aanvaardbare immobilisering van financiële middelen van het erkende organisme uitmaakt;

Overwegende dat, hoewel de bankgarantie in principe de meest zekere vorm van garantie biedt, ook een pand op bankrekeningen gelijkaardige gevolgen kan sorteren; dat dit veronderstelt dat de nodige contractuele bepalingen worden opgenomen, die de Interregionale Verpakkingscommissie het recht verlenen toezicht uit te oefenen over de stand van de bankrekeningen en te allen tijde haar het recht verlenen de controle over de bankrekeningen uit te oefenen, met name door de banken te verbieden nog gevolg te geven aan eventuele instructies van Fost Plus waardoor het beschikbaar saldo zou verminderen tot beneden een in de erkenning vastgelegde drempel; dat om deze reden een pand op bankrekeningen kan toegelaten worden als een alternatief voor de klassieke bankgarantie, voor zover volkomen gelijkwaardige garanties kunnen geboden worden aan de rechtspersonen van publiekrecht; dat een expliciete goedkeuring van de modaliteiten van het pandrecht door de Interregionale Verpakkingscommissie absoluut noodzakelijk is om de gelijkwaardigheid van de geboden garanties te kunnen verzekeren;

Overwegende evenwel dat de Interregionale Verpakkingscommissie, gelet op de bepalingen van het samenwerkingsakkoord, slechts een financiële zekerheid van 30 miljoen EUR als voldoende kan aanvaarden, indien er waterdichte garanties zijn dat in de eerste 4 maanden na de aankondiging door Fost Plus van de stopzetting van zijn activiteiten, de betalingen door de leden zullen worden verdergezet, zonder enige praktische of juridische belemmering die zou zijn te wijten aan de ontbinding van de vzw Fost Plus;

Overwegende dat Fost Plus zich wenst te engageren op het vlak van de preventie van verpakkingsafval; dat het erkende organisme een cruciale rol kan vervullen om zijn leden te motiveren en te engageren op dat vlak;

Overwegende dat Fost Plus de vrijheid moet krijgen om de nodige initiatieven tot stand te brengen; dat het wel vereist is om de controlerende overheid, zijnde de Interregionale Verpakkingscommissie, van deze initiatieven op de hoogte te brengen en dat een overlegstructuur moet tot stand gebracht worden, teneinde eventuele conflicten met andere bevoegde overheden, zoals de Gewesten, te vermijden;

Overwegende dat Fost Plus als enig statutair doel de terugname van verpakkingsafval heeft conform artikel 6 van het samenwerkingsakkoord en dat hij bijgevolg niet als een rechtspersoon in de zin van artikel 4, § 2 van het samenwerkingsakkoord kan aanzien worden;

Overwegende dat Fost Plus volgens artikel 18 van het Samenwerkingsakkoord in naam van zijn leden een informatieplicht moet vervullen voor de herbruikbare verpakkingen die door zijn leden op de markt worden gebracht; dat Fost Plus moet instaan voor de betrouwbaarheid en controleerbaarheid van deze gegevens;

Overwegende dat de doelstellingen van het Samenwerkingsakkoord, zoals bepaald in het artikel 3, § 1, na de preventie van verpakkingsafval, de voorrang geven aan het waarborgen van het aandeel herbruikbare verpakkingen; dat de mogelijkheden van Fost Plus om hieraan bij te dragen, niet onbeperkt zijn, maar dat wel een duidelijk engagement kan geëist worden vanwege het erkende organisme om zijn leden te sensibiliseren en te mobiliseren; dat de resultaten van dit engagement door het erkende organisme moeten gecommuniceerd worden;

Overwegende dat de eerste doelstelling van het Samenwerkingsakkoord, zoals bepaald in het artikel 3, § 1, de preventie van verpakkingsafval is; dat de mogelijkheden van Fost Plus om aan deze doelstelling bij te dragen, niet onbeperkt zijn, maar dat het erkende organisme een cruciale rol kan spelen om zijn leden te sensibiliseren en te mobiliseren; dat aan Fost Plus concreet kan gevraagd worden om een centrale rol te spelen als meldpunt voor storende gevallen van oververpakking en om als doorgeefluik van de probleemgevallen naar zijn leden te fungeren; dat het erkende organisme een proactieve rol moet spelen;

Overwegende dat Fost Plus, binnen zijn normale activiteiten, de taak heeft om zo veel als mogelijk bij te dragen aan het verwezenlijken van de circulaire economie;

Overwegende dat de reeds bestaande mogelijkheid voor Fost Plus om P(+)MD-afval dat vrijkomt bij bedrijven, in rekening te brengen, zal behouden blijven; dat Fost Plus in zijn erkenningsaanvraag voorstelt om de inzameling van P(+)MD bij bedrijven verder te gaan ontwikkelen, mede in het licht van de wetgevingen van de Gewesten die de bedrijven verplichten om P(+)MD-afval gescheiden in te zamelen met het oog op recyclage;

Overwegende dat Fost Plus zich in zijn erkenningsaanvraag concrete doelstellingen oplegt inzake de out-of-home inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval; dat deze voorstellen in de erkenning worden overgenomen; dat de wijze waarop Fost Plus deze doelstellingen wenst te bereiken, in de erkenningsaanvraag wordt open gelaten; dat Fost Plus in zijn erkenningsaanvraag voorstelt om dit samen met de Interregionale Verpakkingscommissie, met het erkende organisme Val-I-Pac en met de andere stakeholders verder te ontwikkelen; dat daarom in de erkenning wordt opgelegd aan Fost Plus om, na overleg met de stakeholders, de nodige voorstellen te doen aan de Interregionale Verpakkingscommissie;

Overwegende dat in dit kader ook de modaliteiten moeten worden afgesproken voor de monitoring van de doelstellingen die Fost Plus wenst te bereiken;

Overwegende dat een "out-of-home"-project een ruimer voorwerp kan hebben dan enkel de inzameling van P(+)MD-afval; dat ook bijvoorbeeld communicatieacties er kunnen van deel uitmaken;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie de jaarlijkse evolutie van de begroting van Fost Plus opvolgt; dat sinds de wijziging van het samenwerkingsakkoord in 2008 een structurele daling van sommige begrotingsposten werd vastgesteld; dat het met name ging om de begrotingsposten « horizontale projecten » en « basiscommunicatie »;

Overwegende dat om deze reden een voor de drie Gewesten gemeenschappelijk basisprogramma werd opgelegd in de vorige erkenning van Fost Plus; dat dit basisprogramma in stand moet worden gehouden;

Overwegende dat aan Fost Plus bijzondere aandacht wordt gevraagd voor twee specifieke onderwerpen, namelijk enerzijds voor de inzameling van verpakkingsafval van huishoudelijke verpakkingen bij bedrijven en met name de inzameling van huishoudelijke EPS-verpakkingen bij elektrozaken, en anderzijds voor communicatieacties inzake afvalpreventie gericht naar KMO's;

Overwegende dat Fost Plus overeenkomstig artikel 13, § 1, 12° van het Samenwerkingsakkoord bijdraagt aan het beleid van de Gewesten en, op vrijwillige basis, een bijkomende bijdrage levert inzake het beleid van de Gewesten inzake openbare netheid; dat Fost Plus hierover moet rapporteren aan de Interregionale Verpakkingscommissie, zodat deze, als controlerende overheid, van de initiatieven van Fost Plus op de hoogte wordt gebracht; dat een overlegstructuur moet tot stand gebracht worden, teneinde eventuele conflicten met andere bevoegde overheden, zoals de Gewesten, te vermijden;

Overwegende dat voor alle communicatie die niet onder voornoemd artikel van het samenwerkingsakkoord valt, maar die wel door Fost Plus wordt georganiseerd of geheel of gedeeltelijk gefinancierd, de noodzaak zich opdringt om de Interregionale Verpakkingscommissie te informeren, teneinde de controletaken van de Interregionale Verpakkingscommissie niet in het gedrang te brengen, met name inzake de naleving van het samenwerkingsakkoord en inzake de budgettaire controle;

Overwegende dat het erkende organisme moet beschikken over een registratiesysteem voor de gegevens betreffende de inzameling, sortering en verwerving van het verpakkingsafval; dat dit systeem het erkende organisme in staat moet stellen om aan de Interregionale Verpakkingscommissie alle informatie voor te leggen die het gehouden is mee te delen krachtens artikel 17 van het samenwerkingsakkoord, alsook de gegevens en rapporten te verstrekken die door de Interregionale Verpakkingscommissie benodigd zijn vanuit het geheel van de taken die haar zijn toebedeeld, waaronder in het bijzonder het voorbereiden van de Belgische rapporteringen betreffende verpakkingsafval aan de Europese Commissie;

Overwegende dat de Interregionale Verpakkingscommissie, om haar de in de artikelen 26, § 2, en 29 van het samenwerkingsakkoord beschreven taken inzake nazicht en controle tot een goed einde te laten brengen, vrije toegang moet hebben tot de databanken van Fost Plus, zowel betreffende de aangiftes van de leden als betreffende de selectieve inzameling, de sortering en de recyclage van verpakkingsafval;

Overwegende dat, teneinde de uitvoering van de aan Fost Plus opgelegde erkenningsvoorwaarden op te volgen, het noodzakelijk is een opvolgingscommissie in te stellen;

Overwegende dat Fost Plus beschikt over veel informatie betreffende de verpakkingsmarkt; dat het aangewezen is om de sleutelelementen aan de Interregionale Verpakkingscommissie te bezorgen; dat in dat kader ook over andere elementen, die van belang zijn voor het beleid van de Gewesten inzake circulariteit, dient gerapporteerd te worden;

Overwegende dat een rapporteringsplicht over lichte en zeer lichte plastic draagtassen moet worden ingesteld om de Gewesten toe te laten zelf aan hun rapporteringsplicht aan de Europese Commissie te voldoen;

Overwegende dat een verpakkingsverantwoordelijke voor serviceverpakkingen in de regel niet individueel aan de terugnameplicht voldoet, maar dat hij de terugnameplicht via Fost Plus vervult;

Overwegende dat de bedrijven die, al dan niet gratis, lichte en zeer lichte plastic draagtassen ter beschikking stellen van de consument, wanneer zij geen kleinhandelaar zijn, in overwegende mate ook verpakkingsverantwoordelijke zijn, zowel omdat zij huishoudelijke producten laten verpakken of huishoudelijke verpakte producten importeren, als omdat zij transportverpakkingen ontpakken;

Overwegende dat deze verpakkingsverantwoordelijken, hoewel zij vaak niet de verpakkingsverantwoordelijkheid voor de serviceverpakkingen dragen doordat deze bij de producent of de importeur van de lege verpakkingen ligt, niettemin als enige de zeggingskracht hebben over de lichte en zeer lichte plastic draagtassen die op de markt worden gebracht;

Overwegende dat het daarom aangewezen is om deze verpakkingsverantwoordelijken te confronteren met hun verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Samenwerkingsakkoord en met name van zijn eerste doelstelling, deze inzake de preventie van verpakkingsafval, die hier specifiek wordt toegepast op de lichte en zeer lichte plastic draagtassen;

Overwegende dat Fost Plus ook moet rapporteren aan de Interregionale Verpakkingscommissie over elementen die een invloed kunnen hebben op het behalen van de resultaten;

Overwegende dat van een erkend organisme inzake het beheer van verpakkingsafval, dat tevens een functionele openbare dienst is, een volledig respect van de taalwetgeving en een tweetaligheid van elke officiële communicatie mag verwacht worden; dat deze tweetaligheid van de officiële communicatie noodzakelijk is om de Interregionale Verpakkingscommissie toe te laten haar taken op een efficiënte wijze uit te oefenen;

Overwegende dat artikel 10, § 4, van het samenwerkingsakkoord voorziet dat de normale duur van een erkenning vijf jaar bedraagt;

Overwegende dat een maximale transparantie moet worden opgelegd aan het erkende organisme voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong, gelet op de functie van openbaar nut die het vervult, Besluit : Afdeling 1. - Werkingsgebied

Artikel 1.§ 1. Fost Plus wordt erkend als organisme zoals voorzien in artikel 9 van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval, onder de voorwaarden vermeld in dit besluit. § 2. Deze erkenning wordt verleend voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong.

Fost Plus werkt, samen met de Interregionale Verpakkingscommissie en het bedrijfsleven, per productfamilie een gedetailleerde lijst uit van verpakkingen die doorgaans bestemd zijn voor gebruik door huishoudens.

De finaal door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurde lijst wordt door Fost Plus gebruikt als enig criterium om te bepalen of voor de verpakkingen moet aangesloten worden bij Fost Plus. Wanneer de goedgekeurde lijst voor een bepaalde verpakking niet eenduidig kan worden toegepast, wordt de lijst vervolledigd.

De lijst kan jaarlijks worden geactualiseerd door de Interregionale Verpakkingscommissie, in samenspraak met Fost Plus en het bedrijfsleven. De goedgekeurde lijst is in zijn officiële versie beschikbaar bij de Interregionale Verpakkingscommissie. Fost Plus stelt aan elk van zijn leden die daarom verzoekt, een kopie van de lijst ter beschikking.

Art. 2.§ 1. Fost Plus moet het geheel van het Belgische grondgebied bestrijken met projecten op basis van een contract in de zin van artikel 13, § 1, 7° van het samenwerkingsakkoord. Afwijking kan worden verleend door de Interregionale Verpakkingscommissie, wanneer het niet afdekken van het Belgische grondgebied niet aan Fost Plus kan worden aangerekend. § 2. De projecten op basis van een contract in de zin van artikel 13, § 1, 7° van het samenwerkingsakkoord kunnen, voor wat betreft de verruimde inzameling van plastics, zoals beschreven in het implementatieplan dat door de Interregionale Verpakkingscommissie werd goedgekeurd op 7 juni 2018, bestaan uit de volgende scenario's: a. tot uiterlijk 31 december 2019: inzameling van "klassiek" PMD, waarbij de P staat voor "plastic flessen en flacons", zonder inzameling van restplastics van huishoudelijke verpakkingen (d.i. de som van enerzijds huishoudelijke plastic folies van verpakkingen en anderzijds harde plastics van huishoudelijke verpakkingen, andere dan flessen en flacons); b. tot 31 december 2020, maar verlengbaar, mits goedkeuring door de betrokken gewestelijke overheid na bespreking binnen de Interregionale Verpakkingscommissie: inzameling van "klassiek" PMD, waarbij de P staat voor "plastic flessen en flacons", aangevuld met een inzameling van restplastics van huishoudelijke verpakkingen (d.i. de som van enerzijds huishoudelijke plastic folies van verpakkingen en anderzijds harde plastics van huishoudelijke verpakkingen, andere dan flessen en flacons), desgevallend samen ingezameld met andere plastics, of aangevuld met een inzameling van enkel huishoudelijke plastic folies van verpakkingen op de recyclageparken; c. tot 31 december 2020, maar verlengbaar, mits goedkeuring door de betrokken gewestelijke overheid na bespreking binnen de Interregionale Verpakkingscommissie: inzameling van P+MD "harde plastics", waarbij de P+ staat voor "alle harde plastics van huishoudelijke verpakkingen", aangevuld met een inzameling van huishoudelijke plastic folies van verpakkingen;d. inzameling van P+MD "alle plastics", waarbij de P+ staat voor "alle plastics van huishoudelijke verpakkingen, met uitzondering van KGA-afval en EPS (non food)". § 3. De sorteerboodschap voor de burgers in het scenario P+MD "alle plastics", zoals beschreven in § 2, punt d, zal jaarlijks worden geëvalueerd door een werkgroep "sorteerboodschap" bestaande uit Fost Plus, de Interregionale Verpakkingscommissie, de Gewesten, de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht en de federaties die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen vertegenwoordigen.

In dat kader zal onderzocht worden of de sorteerboodschap verder kan verduidelijkt worden en of zij moet uitgebreid worden met kleine huishoudelijke plastic voorwerpen andere dan verpakkingen. Het is niet de bedoeling de sorteerboodschap moeilijker te maken, door nieuwe uitzonderingen toe te voegen. De financiering van de kosten voor deze kleine plastic voorwerpen is principieel niet ten laste van Fost Plus.

Geen P+MD-zakken zullen bij de inzameling geweigerd worden omwille van de aanwezigheid van voorwerpen die door de consument als verpakking kunnen worden beschouwd of van beperkte hoeveelheden kleine plastic voorwerpen die de sortering of recyclage niet hinderen; enkel voor elementen die de sortering of recyclage hinderen, kan een P+MD-zak geweigerd worden. Afdeling 2. - Verhouding met de rechtspersonen van publiekrecht

Onderafdeling 1. - Recyclagepercentages

Art. 3.Zonder afbreuk te doen aan de beslissingen die op Europees niveau genomen worden met betrekking tot de richtlijn 94/62/EG, gebeurt de berekening van de recyclagebreuk, zoals voorzien in artikel 4, voor de volgende materialen: - papier/karton; - glas; - plastic; - ferro-metalen; - aluminium; - drankkartons.

Zolang het samenwerkingsakkoord geen onderscheid maakt tussen ferro-metalen en aluminium, moet de doelstelling voor metalen gehaald worden, maar moet wel apart gerapporteerd worden over aluminium.

Voor elk van deze materialen moet het minimum recyclagepercentage zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord behaald worden.

Voor de berekening van de recyclagebreuk behoren de samengestelde verpakkingen, andere dan drankkartons, tot het overwegende verpakkingsmateriaal. Voor wat betreft de rapportering aan de Europese Commissie, worden de drankkartons zowel apart vermeld als opgenomen onder het `papier/karton'.

Fost Plus rapporteert per materiaal over de drankverpakkingen die door de leden worden op de markt gebracht en over hun selectieve inzameling en recyclage. De praktische afspraken omtrent deze rapportering worden gemaakt in de opvolgingscommissie.

Art. 4.Fost Plus moet zich aanpassen aan de berekeningsmodaliteiten voor de recyclagebreuk, zoals uitgewerkt door de Interregionale Verpakkingscommissie. Deze modaliteiten worden hieronder gedetailleerd omschreven. a) Worden in rekening gebracht voor de berekening van de hoeveelheden selectief ingezameld verpakkingsafval en in deze volgorde: 1) alle verpakkingsafval dat selectief ingezameld wordt bij de huishoudens.De inzamelingen bij de binnenscheepvaart passen in dit kader. 2) verpakkingsafval zoals bedoeld in artikel 1, § 2 van deze erkenning, dat zich elders bevindt dan bij de huishoudens, maar dat samen met het afval van de huishoudens wordt ingezameld door of voor rekening van de rechtspersonen van publiekrecht.3) Verpakkingsafval van ferro-metalen en van aluminium, zoals bedoeld in artikel 1, § 2, ingezameld aan de ingang of aan de uitgang van huisvuilverbrandingsinstallaties of van andere verwerkingsinstallaties, voor zover de hoeveelheden niet hoger zijn dan de totale hoeveelheden huishoudelijke verpakkingen van ferro-metalen en van aluminium die aanwezig zijn in de stroom die wordt verwerkt, vermenigvuldigd met de gemiddelde extractiegraden van de verschillende verwerkingsinstallaties voor verpakkingsafval van ferro-metalen en van aluminium.Fost Plus doet jaarlijks tegen 31 maart een gemotiveerd voorstel aan de Interregionale Verpakkingscommissie voor de concrete berekening van deze hoeveelheden, waarbij integraal rekening gehouden wordt met de regels die op Europees niveau worden bepaald. 4) zonder afbreuk te doen aan de bronnen vermeld onder de punten 1 tot en met 3 hierboven, het verpakkingsafval zoals bedoeld in artikel 1, § 2 van deze erkenning, dat zich elders bevindt dan bij de huishoudens (bijvoorbeeld in de horecasector of bij bedrijven) en dat wordt verworven via een overeenkomst afgesloten met een privé-operator of via een gelijkaardige overeenkomst afgesloten met een rechtspersoon van publiekrecht.b) De gerecycleerde hoeveelheden worden berekend aan de ingang van het recyclageproces, gedefinieerd overeenkomstig het Europees recht, met inbegrip van de arresten van het Europees Hof van Justitie en de diverse communautaire beslissingen.c) De berekeningsmethode van de recyclagepercentages is in overeenstemming met de beschikking 2005/270/EG van de Europese Commissie of met de Europese regelgeving die hiervoor in de plaats komt.d) Sorteerresidu's worden niet in de recyclageresultaten opgenomen, behalve voor zover het gaat om verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong dat gerecycleerd wordt.e) Fost Plus garandeert dat het gerecycleerde verpakkingsafval effectief gebruikt wordt voor de productie van nieuwe eindproducten, waarbij zo weinig mogelijk van de technische eigenschappen en de economische waarde van de gerecycleerde materialen verloren gaat.Fost Plus doet in het kader van de modelbestekken voor de verwerving van de materialen de nodige voorstellen om een zo hoogwaardig mogelijke recyclage te promoten, zoals bijvoorbeeld de "bottle-to-bottle" recyclage van de transparante en blauwe PET-fracties, waarbij minstens 25% "bottle-to-bottle" recyclage gerealiseerd moet worden. f) Voor de punten D en E in artikel 6 geldt dat, indien het P+MD "alle plastics" voor een deel wordt uitgesorteerd in een fractie "gemengde plastics", dit deel slechts opgenomen mag worden in het recyclageresultaat in de mate dat het verpakkingsafval van huishoudelijke verpakkingen betreft en in de mate dat het in eindrecyclage wordt gebracht.Als eindrecyclage wordt enkel recyclage tot nieuwe plastic granulaten of producten aanvaard. Het deel van de fractie "gemengde plastics" dat verpakkingsafval van huishoudelijke verpakkingen betreft en dat niet voor eindrecyclage in aanmerking komt, kan desgevallend wel als nuttige toepassing worden in rekening gebracht.

Onderafdeling 2. - Vergoeding van de scenario's

Art. 5.Fost Plus betaalt per materiaal de kosten voor inzameling en sortering terug volgens één van de volgende regelingen: a) Reële en volledige kost, in geval van markttoewijzing: Fost Plus betaalt de facturen van de ophalers en sorteercentra, na te zijn goedgekeurd door de rechtspersoon van publiekrecht.b) Onderhandelde kost, in geval van regie: In het geval een rechtspersoon van publiekrecht die voor zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de inzameling van afvalstoffen, beslist voor sommige materialen of stromen (glas, papier/karton, PMD) in regie te werken, dit wil zeggen met eigen personeel en materieel, vergoedt Fost Plus de totale en reële kost, zoals voorzien in artikel 13 van het samenwerkingsakkoord.Fost Plus documenteert de prijzen die hij aanvoert in de onderhandelingen en kan de door de rechtspersoon van publiekrecht verantwoorde kostenposten, zoals daar zijn: de toepasselijke loonschalen, die voortvloeien uit de sociale onderhandelingen, de verplichtingen inzake sociaal recht (welzijn op het werk, collectieve overeenkomsten, enz.), de verplichtingen die voortvloeien uit de milieuvergunning, de facturen en de resultaten van de markttoewijzingen, niet weigeren. In afwachting van een akkoord, blijven de tarieven van het afgelopen contract van toepassing, zonder dat ze meer dan twee keer kunnen geïndexeerd worden. Voor de tweede indexering is het uitdrukkelijke akkoord van het Gewest nodig in het kader van een gewestelijke bemiddeling.

Indien de beslissing van de territoriaal bevoegde rechtspersoon van publiekrecht betrekking heeft op de sortering in regie van de P+MD-fractie, bepaalt het contract tussen Fost Plus en deze rechtspersoon dezelfde technische specificaties als voor de private sorteercentra in het kader van de markttoewijzing. De totale en reële kost van de sortering van deze stroom omvat enerzijds de sorteerkosten en anderzijds de kosten van de afschrijving van de investering voor een minimale capaciteit van 30.000 ton, ongeacht of het gaat om de aanpassing van een bestaand sorteercentrum of de bouw van een nieuw sorteercentrum. De te vergoeden kosten worden bepaald in onderling akkoord. De afschrijvingstermijn wordt vastgelegd op 9 jaar, behoudens akkoord tussen partijen over een andere formule. De kosten worden jaarlijks geëvalueerd, rekening houdend met de samenstelling van de inkomende stromen, met de geëiste specificaties aan de uitgang van de sorteercentra en met de capaciteit die bepaald wordt aan het begin van het project. Behoudens akkoord tussen de partijen over een ander bedrag of een formule voor de vergoeding, worden de te vergoeden sorteerkosten, exclusief investeringen, voorlopig vastgelegd op 250 EUR/ton, exclusief btw. c) Referentiekost, voor andere en duurdere scenario's dan deze beschreven in artikel 6: Fost Plus betaalt aan de rechtspersoon van publiekrecht die voor zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de inzameling van afvalstoffen, een forfaitaire vergoeding die door de Interregionale Verpakkingscommissie wordt bepaald op basis van de gemiddelde kost van de inzameling van de scenario's die betaald worden aan de reële en volledige kost. Fost Plus doet jaarlijks tegen 31 maart een voorstel aan de Interregionale Verpakkingscommissie, op basis van de regels die de Interregionale Verpakkingscommissie formuleert en communiceert dit voorstel ook naar de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht.

In 2019 wordt de datum van 31 maart verschoven naar 31 mei, teneinde een "ad hoc" werkgroep bestaande uit Fost Plus, de Interregionale Verpakkingscommissie, de Gewesten, de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht en de federaties die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen vertegenwoordigen, toe te laten om kennis te nemen van de anoniem weergegeven cijfers en om gedragen voorstellen voor een berekeningsmethode uit te werken.

Art. 6.De volgende scenario's worden vergoed aan de reële en volledige kost, in de mate dat zij in overeenstemming zijn met het toepasselijke gewestelijk afvalstoffenplan: A. PAPIER/KARTON: o ophaling huis-aan-huis om de 4 weken, zonder gebruik te maken van individuele containers, aangevuld met een inzameling op de recyclageparken; o mits motivering, voor de gemeenten en agglomeratie met minstens 150.000 inwoners, wekelijkse ophaling huis-aan-huis, zonder gebruik te maken van individuele containers, aangevuld met een inzameling op de recyclageparken; o mits motivering, voor de gemeenten met minstens 100.000 inwoners of met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minstens 1.000 inwoners/km2, ophaling huis-aan-huis om de 2 weken, zonder gebruik te maken van individuele containers, aangevuld met een inzameling op de recyclageparken; o ophaling huis-aan-huis om de 4 weken door middel van individuele containers, aangevuld met een inzameling op de recyclageparken, waarbij Fost Plus 44% van de aankoopprijs van de containers betaalt, desgevallend uitgedrukt als een jaarlijkse vergoeding van de afschrijvingen, met een budgettair plafond van 1.250.000 EUR per jaar; de niet gebruikte budgetten worden overgedragen naar het volgende jaar; o bij hoogbouw en gegroepeerde inzamelpunten van huisgezinnen kan voor de inzameling gebruik gemaakt worden van 1.100 liter containers; o inzameling op de recyclageparken, aangevuld door een ophaling huis-aan-huis, in de intercommunales met een gemiddelde bevolkingsdichtheid lager dan 100 inwoners/km2 ;

B. PMD (PLASTIC FLESSEN EN FLACONS, METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, a): o ophaling huis-aan-huis om de 2 weken, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken; o mits motivering, voor de gemeenten en agglomeraties met minstens 100.000 inwoners of met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minstens 1.000 inwoners/km2, wekelijkse ophaling huis-aan-huis, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken; o op plaatsen waar PMD-zakken collectief worden aangeboden en waar een duidelijk probleem van openbare netheid en/of een sterk verhoogd PMD-residu is, kan tijdelijk of permanent de ophaling huis-aan-huis vervangen worden door een inzameling in vergrendelde containers uitgerust met specifieke inwerpopeningen; o bij hoogbouw en gegroepeerde inzamelpunten van huisgezinnen kan voor de inzameling gebruik gemaakt worden van 1.100 liter containers; o binnen het kader van het implementatieplan, zoals goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie, kan de P-fractie van het PMD uitgebreid worden tot alle harde verpakkingsplastics van huishoudelijke oorsprong, waardoor de fractie restplastics herleid wordt tot plastic folies van huishoudelijke oorsprong.

C. als aanvulling op B: RESTPLASTICS (zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, b): ophaling huis-aan-huis om de 4 weken, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken.

D. binnen het kader van het implementatieplan, zoals goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie, voor de gemeenten en agglomeraties met minstens 100.000 inwoners of met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minstens 1.000 inwoners/km2: P+MD (PLASTIC VERPAKKINGSAFVAL VAN HUISHOUDELIJKE VERPAKKINGEN, METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, d): ophaling huis-aan-huis om de 2 weken of, mits motivering, wekelijks, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken.

E. binnen het kader van het implementatieplan, zoals goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie, voor de gemeenten en agglomeraties met minder dan 100.000 inwoners en met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minder dan 1.000 inwoners/km2: P+MD (PLASTIC VERPAKKINGSAFVAL VAN HUISHOUDELIJKE VERPAKKINGEN, METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, d): ophaling huis-aan-huis om de 2 weken, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken.

F.1. PAPIER/KARTON EN PMD (PLASTIC FLESSEN EN FLACONS, METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, a ): duo-ophaling huis-aan-huis om de 2 weken, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken.

F.2. PAPIER/KARTON EN P+MD (PLASTIC VERPAKKINGSAFVAL VAN HUISHOUDELIJKE VERPAKKINGEN, METALEN VERPAKKINGEN EN DRANKKARTONS, zoals gedefinieerd in artikel 2, § 2, d): duo-ophaling huis-aan-huis om de 2 weken, desgevallend aangevuld met een inzameling op de recyclageparken.

G. GLAS: inzameling in 2 fracties (kleurloos en gekleurd) op de recyclageparken en door middel van bovengrondse en ondergrondse glasbollen. Fost Plus moet binnen elke intercommunale of agglomeratie een evenredige spreiding van de (boven- of ondergrondse) glasbollen per gemeente of deelgemeente (gemeente vóór de fusies) verzekeren in functie van hun bevolkingsdichtheden en volgens de volgende regel: - 1 site per 700 inwoners, - minstens 1 site per 400 inwoners in intercommunales met een gemiddelde bevolkingsdichtheid lager dan 200 inwoners/km2.

Fost Plus kan alleen van deze regel afwijken op uitdrukkelijke vraag van de rechtspersoon van publiekrecht. Fost Plus verzekert de aanwezigheid van glasbollen in elke deelgemeente.

Bij de toepassing van huidig artikel moeten voorts de volgende principes worden gerespecteerd: o Elk scenario, variante van één van de hierboven beschreven scenario's, dat goedkoper is en een gelijkwaardig inzamelrendement behaalt aan dit scenario, moet ook aan de reële en volledige kost worden vergoed; o Een inzameling door middel van een brengsysteem op korte afstand, met boven- of ondergrondse recipiënten, kan in de plaats komen van een huis-aan-huis inzameling, waarbij de totale en reële kosten van deze inzameling door Fost Plus vergoed wordt; o Wanneer de rechtspersoon van publiekrecht wenst te werken met avond- en/of weekendophalingen, om redenen van mobiliteit of wegens een beperkte bereikbaarheid tijdens de daguren, zijn de eventuele meerkosten die hieraan verbonden zijn, voor rekening van Fost Plus, in de mate dat deze niet hoger zijn dan 10% van de referentiekost voor de inzameling huis-aan-huis; o De motivering bedoeld in de punten A, B en D is ofwel op het vlak van het verbeteren van de kwaliteit en het rendement van de selectieve inzameling, ofwel op het vlak van de openbare netheid, mits eenzelfde kwaliteit en rendement van de selectieve inzameling kan behaald worden; o Toeristische zones, waar de bevolkingsdichtheid gedurende meerdere maanden aantoonbaar stijgt tot boven de 1.000 inwoners per km2, moeten tijdens die periodes kunnen werken op basis van de scenario's die gelden voor dergelijke gebieden.

Fost Plus kan steeds op vrijwillige basis beslissen om een scenario dat in overeenstemming is met het toepasselijke gewestelijk afvalstoffenplan, maar dat niet expliciet hierboven wordt beschreven, te vergoeden aan de reële en volledige kost.

De scenario's opgenomen in huidig artikel zijn slechts te beschouwen als referentiescenario's en zijn geenszins te beschouwen als dwingend of verplichtend in hoofde van de rechtspersonen van publiekrecht.

Art. 7.Bovenop de kosten voor de huur en de lediging van de containers, vergoedt Fost Plus de kosten van het gebruik van de recyclageparken door middel van een forfaitaire vergoeding van 3.000 EUR per recyclagepark per jaar.

Art. 8.§ 1. Indien een rechtspersoon van publiekrecht die voor zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de inzameling van afvalstoffen, een scenario voorzien in artikel 6, A-B en D-G toepast als basisscenario, maar dit aanvult met een bijkomende inzameling op de recyclageparken van ander huishoudelijk verpakkingsafval, zal Fost Plus het basisscenario per afvalstroom vergoeden volgens de reële en volledige kost en daarbovenop de bijkomende tonnages vergoeden aan een bijzondere forfaitaire vergoeding van 260 EUR per ton gerecycleerd huishoudelijk verpakkingsafval, exclusief btw. § 2. In het geval van artikel 6, C zal Fost Plus, binnen de termijnen voorzien in artikel 2, § 2, de inzameling en de verwerking van de tonnages vergoeden aan een bijzondere forfaitaire vergoeding per ton gerecycleerd huishoudelijk verpakkingsafval, exclusief btw, van 460 EUR voor de huis-aan-huis inzameling en van 260 EUR voor de inzameling op de recyclageparken. Fost Plus zal toelaten dat de verwerker rechtstreeks aan Fost Plus factureert, zonder evenwel het volledige contract over te nemen. Fost Plus zal zijn expertise ter beschikking stellen van de rechtspersoon van publiekrecht, teneinde betrouwbare recyclageketens te vinden. § 3. Het gedeelte verpakkingsafval van huishoudelijke verpakkingen wordt bepaald bij steekproef, onder supervisie van Fost Plus, de rechtspersoon van publiekrecht en de Interregionale Verpakkingscommissie; de steekproef gebeurt minstens 1 maal per jaar en wordt vergoed door Fost Plus.

Art. 9.In het geval een rechtspersoon van publiekrecht die voor zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de inzameling van afvalstoffen, voor sommige stromen wil werken volgens andere scenario's dan deze beschreven in de artikelen 6 en 8 en indien aan de hierna volgende voorwaarden voor de opstart van een pilootproject is voldaan, betaalt Fost Plus voor die stromen een kost die overeenstemt met de gemiddelde kost van de selectieve inzameling en, desgevallend, van de verwerking van de afvalstoffen, rekening houdend met de gemiddelde waarde van de materialen en beperkt tot de reële en volledige kost van het pilootproject.

Een pilootproject is een project op het grondgebied van een intercommunale of agglomeratie die verantwoordelijk is voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, ofwel op het grondgebied van een individuele gemeente, al dan niet lid van een dergelijke intercommunale of agglomeratie, dat tot doel heeft om een bepaald optimaliserend inzamel- en/of verwerkingsscenario in de praktijk te testen op zijn kwantitatieve en kwalitatieve rendementen inzake de preventie en/of het beheer van verpakkingsafval. Het pilootproject is steeds van beperkte duur, met een maximum van 9 jaar. Het pilootproject mag er niet toe leiden dat deelstromen die gerecycleerd worden in het basisscenario niet meer gerecycleerd kunnen worden.

De rechtspersoon van publiekrecht maakt een gemotiveerde aanvraag om een pilootproject te willen opstarten over aan het betrokken Gewest en aan de Interregionale Verpakkingscommissie, met kopie aan Fost Plus, waarbij wordt aangetoond met welke middelen hij wil bijdragen aan het behalen door Fost Plus van de recyclagedoelstellingen van het samenwerkingsakkoord. Zowel het Gewest als de Interregionale Verpakkingscommissie moeten hun akkoord geven voor het pilootproject.

Het contract tussen Fost Plus en de rechtspersoon van publiekrecht met betrekking tot het pilootproject voorziet minstens het volgende: - de duur van het pilootproject en de modaliteiten voor zijn evaluatie; jaarlijks moet er een evaluatie van de resultaten gebeuren; elke 3 jaar moet beslist worden om het pilootproject al dan niet verder te zetten en, in geval van verderzetting, om het project, waar nodig, bij te sturen; - de specifieke modaliteiten voor de betalingen binnen het pilootproject; - de kwaliteitsvereisten voor de materialen; - de wijze van communicatie aan de burgers over het toegepaste scenario; - de wijze waarop de kosten voor evaluatie (bijvoorbeeld: sorteerproeven, marktonderzoeken,...), de communicatiekosten en de eventuele investeringskosten evenwichtig worden verdeeld tussen de betrokken partijen.

De pilootprojecten worden gezamenlijk geëvalueerd door Fost Plus, de rechtspersoon van publiekrecht en de Interregionale Verpakkingscommissie. Indien evenwel tussen de verschillende partijen geen consensus kan worden bekomen, neemt de Interregionale Verpakkingscommissie de finale beslissing. In geval van positieve evaluatie, wordt het pilootproject een basisscenario, vergoed aan de reële en volledige kost. In geval van negatieve evaluatie, wordt het pilootproject stopgezet.

Wanneer het pilootproject uitgaat van een Gewest, kan de aanvraag voorzien in de 3de alinea door het Gewest worden ingediend bij de Interregionale Verpakkingscommissie, met kopie aan Fost Plus, in welk geval het contract voorzien in de 4de alinea wordt gesloten tussen Fost Plus en het Gewest en de evaluatie voorzien in de 5de alinea gezamenlijk gebeurt door Fost Plus, het Gewest en de Interregionale Verpakkingscommissie.

Art. 10.§ 1. Wanneer de markt voor de verwerving van een materiaal wordt toegewezen volgens het modelbestek goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie in het kader van de erkenning of aangepast door het `gemengd comité voor de gunning van de markten' of indien de afwijking van dit bestek geen invloed heeft op de verkoopwaarde van het materiaal, komt de positieve of negatieve waarde van dit materiaal toe aan Fost Plus.

Wanneer de markt voor de verwerving van een materiaal niet wordt toegewezen volgens het modelbestek en deze afwijking een relevante invloed heeft op de verkoopwaarde van het materiaal, komt de positieve of negatieve waarde van de materialen toe aan de rechtspersoon van publiekrecht. De vergoeding voor de kosten van inzameling en sortering wordt dan verminderd met de gemiddelde verkoopwaarde van de materialen bedoeld in de vorige alinea, de zogenaamde referentiewaarde. § 2. De referentiewaarden per materiaal worden door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurd op basis van de voorstellen van Fost Plus. Fost Plus zal zijn voorstellen en de achterliggende berekeningswijze overmaken in de maand maart van elk jaar, volgend op het jaar waarop deze waarden moeten worden toegepast, waarna de Interregionale Verpakkingscommissie een beslissing zal nemen binnen een termijn van 3 maanden.

Art. 11.Fost Plus brengt 32% van het tonnage in rekening en vergoedt 44% van de inzamelkost van het tonnage papier/karton dat gemengd selectief wordt ingezameld.

Onderafdeling 3. - Bijkomende kosten

Art. 12.§ 1. Binnen de grenzen van het samenwerkingsakkoord brengt Fost Plus in rekening en vergoedt hij de hoeveelheden verpakkingsafval die verbrand worden met terugwinning van energie, in de volgende volgorde: 1. Voor wat betreft het "klassiek" PMD, waarbij de P staat voor "flessen en flacons", brengt Fost Plus de tonnages in rekening en betaalt hij, op grond van de artikelen 10, § 2, 6°, en 13, § 1, 4°, van het samenwerkingsakkoord, de kosten van selectieve inzameling, sortering en verbranding met terugwinning van energie van het PMD-residu. Voor wat betreft het P+MD "alle plastics", betaalt Fost Plus, op grond van de artikelen 10, § 2, 6°, en 13, § 1, 4°, van het samenwerkingsakkoord, de kosten van selectieve inzameling, sortering en verbranding met terugwinning van energie van het normale P+MD-residu en brengt hij de tonnages in rekening in de mate dat het gaat om verpakkingsafval. 2. Indien na de eventuele toepassing van het punt 1 het percentage van nuttige toepassing van het samenwerkingsakkoord niet behaald wordt, betaalt Fost Plus, voor het ontbrekende tonnage, door middel van forfaits die de werkelijke kosten van de rechtspersonen van publiekrecht dekken de kosten van de inzameling en transport en van de verbranding met terugwinning van energie van het verpakkingsafval dat niet selectief wordt ingezameld.Representatieve sorteerproeven worden uitgevoerd door Fost Plus op basis van een methodologie gezamenlijk opgesteld door Fost Plus en de Interregionale Verpakkingscommissie, teneinde de aanwezigheid van dit soort verpakkingsafval in het restafval te bepalen. § 2. De kosten voor niet-selectieve inzameling en transport, inclusief overslag, worden vastgelegd op 95 EUR/ton, exclusief btw, voor de niet-selectieve stroom. De kosten voor verbranding met terugwinning van energie worden vastgelegd op 109 EUR/ton, exclusief btw, voor de niet-selectieve stroom.

Deze kosten worden tussen de Gewesten toegewezen in functie van de meest recente beschikbare bevolkingscijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. De betalingsmodaliteiten worden bepaald door de bevoegde gewestelijke administraties.

Art. 13.§ 1. Fost Plus vergoedt 50% van de kosten voor het aankopen en plaatsen van ingegraven glasbollen, met een budgettair plafond van 720.000 EUR per jaar, verdeeld tussen de Gewesten op basis van de bevolkingscijfers ; de niet gebruikte budgetten worden overgedragen naar het volgende jaar. De overige 50% moeten gefinancierd worden door de rechtspersonen van publiekrecht; deze laatsten kunnen hiervoor gebruik maken van de aanvullende tussenkomst, zoals beschreven in § 2. § 2. Voor glas betaalt Fost Plus bovenop de vergoedingen die reeds voorzien zijn in het modelcontract met de rechtspersonen van publiekrecht per rechtspersoon van publiekrecht een aanvullende tussenkomst van jaarlijks 0,12 EUR per inwoner, exclusief btw.

De aanvullende tussenkomst wordt bestemd voor acties inzake: - de maandelijkse inzameling van glas huis-aan-huis; - de verdichting of verbetering van het glasbollennetwerk; - de aanvullende reiniging van de glasbolsites, met inbegrip van het verwijderen van het aanwezige zwerfvuil; - de voortijdige vervanging van glasbollen door kwalitatief betere exemplaren; - het aankopen en plaatsen van ingegraven glasbollen; - het onderhoud van ingegraven glasbollen; - de verbeterde landschappelijke integratie van glasbollen; - de bewaking van de glasbolsites.

De rechtspersoon van publiekrecht beslist over de exacte bestemming van de aanvullende tussenkomst na overleg met Fost Plus.

Fost Plus informeert de Interregionale Verpakkingscommissie jaarlijks over de bestemming per rechtspersoon van publiekrecht van de aanvullende tussenkomst, in het rapport voorzien in artikel 41, § 1 van deze erkenning.

Art. 14.§ 1. Fost Plus vergoedt de kosten voor de opvolging van de projecten op basis van een contract in de zin van artikel 13, § 1, 7° van het samenwerkingsakkoord, door middel van een forfaitaire vergoeding van 0,70 EUR per inwoner per jaar, exclusief btw. Deze vergoeding wordt verhoogd met 0,10 EUR per inwoner per jaar voor de rechtspersonen van publiekrecht met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minder dan 300 inwoners per km2 en wordt nogmaals verhoogd met 0,10 EUR per inwoner per jaar voor de rechtspersonen van publiekrecht met een gemiddelde bevolkingsdichtheid van minder dan 150 inwoners per km2. In afwijking van het voorgaande, blijven voor de nog lopende contracten die vergoed worden volgens artikel 5, d) van de erkenning van Fost Plus van 19 december 2013, de vergoedingen voor de kosten van de opvolging van de projecten, zoals voorzien in deze vorige erkenning, van toepassing tot het einde van het contract. § 2. De verkregen "winsten" op de verkoop van de PMD-zakken of de P+MD zakken boven 0,15 EUR per zak worden in mindering gebracht van de vergoeding bedoeld in § 1, zonder dat deze vergoeding negatief mag worden.

Wanneer een territoriaal bevoegde rechtspersoon van publiekrecht weigert om zelf de zakken te verdelen, moet Fost Plus daarvoor, binnen een redelijke termijn, instaan.

Art. 15.De bedragen die door Fost Plus voor de communicatie betaald worden in de projecten op basis van een contract in de zin van artikel 13, § 1, 7° van het samenwerkingsakkoord, bestaan uit een basisbedrag dat gelijk is voor alle projecten. Voor de lokale communicatie zal dit basisbedrag 0,30 EUR per inwoner per jaar bedragen, exclusief btw.

Fost Plus stelt jaarlijks per rechtspersoon van publiekrecht en in samenspraak met deze een plan op voor de lokale communicatie, waarin de te ondernemen acties gedetailleerd omschreven worden, evenals de vereiste bedragen per actie, en waarin onder meer - op vraag van de rechtspersoon van publiekrecht - het voeren van specifieke communicatieacties kan worden voorzien. Dit plan wordt dusdanig opgesteld dat de voor lokale communicatie vooropgestelde bedragen volledig gebudgetteerd en besteed worden. Desgevallend kunnen overschotten naar het volgende jaar worden overgedragen.

Voor de specifieke communicatieacties kan de rechtspersoon van publiekrecht eigen personeel inzetten. Deze inzet van personeel wordt in rekening gebracht op basis van de toepasselijke loonbarema's.

In het plan voor de lokale communicatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de communicatie omtrent de PMD-zakken en de P+MD-zakken die bij de ophaling blijven staan omwille van sorteerfouten.

Bij de invoering van de P+MD inzameling worden "starterskits" voorzien, die worden opgenomen in het plan voor de lokale communicatie.

De strategieën, acties en communicatie-uitgaven van Fost Plus houden voor de lokale communicatie rekening met de gewestelijke afvalstoffenplannen en met de resultaten van de selectieve inzameling in de verschillende zones met projecten op basis van een contract in de zin van artikel 13, § 1, 7°, van het samenwerkingsakkoord.

Indien het scenario van artikel 6.C van toepassing is, moet het communicatieplan een evenwichtige spreiding van de middelen voorzien; de lokale communicatie moet steeds zowel over de PMD-inzameling als over de inzameling van restplastics handelen.

Art. 16.Fost Plus moet een nauwkeurige monitoring uitvoeren van de samenstelling van het huishoudelijke PMD-sorteerresidu en voor het sorteerresidu van de huishoudelijke P+MD-sorteringen.

Voor de "klassieke" PMD-stroom blijven de bepalingen inzake de PMD-residubonus van de erkenning van Fost Plus van 19 december 2013 van toepassing.

Art. 17.Fost Plus betaalt de kosten van inzameling en transport van het metalen verpakkingsafval, ingezameld bij de ingang of bij de uitgang van de verbrandingsinstallaties of van andere verwerkingsinstallaties, overeenkomstig artikel 4, a), 3), terug op basis van de kosten van de niet-selectieve inzameling en transport, inclusief overslag. Deze worden vastgelegd op 95 EUR/ton, exclusief btw.

Deze kosten worden evenredig toegewezen aan de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht in functie van het aantal inwoners, zoals dat blijkt uit de meest recente beschikbare bevolkingscijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.

Fost Plus betaalt de reële en volledige kost van de extractie van de metalen, waarbij evenwel de verkoopwaarde van de materialen in mindering wordt gebracht.

Art. 18.Vanaf 1 januari 2021 draagt Fost Plus in belangrijke mate bij aan de kosten van selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk verpakkingsafval dat verontreinigd is door gevaarlijke stoffen of die deze heeft bevat, door het betalen aan de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht van een gemiddelde vergoeding, voor het tonnage huishoudelijk verpakkingsafval, met inbegrip van wegwerpgasflessen, dat wordt ingezameld in de stroom "Klein Gevaarlijk Afval (KGA)" in het Vlaamse Gewest, in de stroom "Déchets Spéciaux des Ménages (DSM)" in het Waalse Gewest en in de stroom "Huishoudelijk Chemisch Afval (HCA)" in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Fost Plus zal samen met de Interregionale Verpakkingscommissie, de Gewesten en de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht de ingezamelde tonnages vaststellen en de werkelijke kosten voor selectieve inzameling en verwerking inschatten. Indien er geen akkoord is tussen de partijen tegen 30 juni 2020, wordt de vergoeding voor de selectieve inzameling en verwerking bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie.

Onderafdeling 4. - Modelcontract

Art. 19.§ 1. Binnen de zes maanden na datum van inwerkingtreding van deze erkenning legt Fost Plus een nieuwe versie van het modelcontract met de rechtspersonen van publiekrecht die voor hun grondgebied verantwoordelijk zijn voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, van de modelbestekken voor de markten van inzameling, sortering en recyclage en, indien er aanpassingen zijn, van de modelbestekken in het kader van het implementatieplan voor de uitbreiding van de plasticsinzameling, ter goedkeuring aan de Interregionale Verpakkingscommissie voor, waarin onder meer de voorwaarden van deze erkenning geïntegreerd zijn en waarin gezorgd wordt voor een overeenstemming met de geldende wetgeving. Dit voorstel bepaalt ook, voor zover dit nodig is, de datum van inwerkingtreding van de diverse bepalingen. De Interregionale Verpakkingscommissie doet een uitspraak binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de integrale ontvangst van het definitieve ontwerp.

Elke wijziging aan het modelcontract tijdens de loop van deze erkenning moet voorafgaandelijk ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Interregionale Verpakkingscommissie. De Interregionale Verpakkingscommissie doet een uitspraak over het voorstel tot wijziging binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de integrale ontvangst van het definitieve voorstel. § 2. Binnen de zes maanden na goedkeuring van het modelcontract door de Interregionale Verpakkingscommissie, worden de contracten tussen Fost Plus en de rechtspersonen van publiekrecht aangepast aan het nieuwe typecontract.

Onderafdeling 5. - Varia

Art. 20.De in de artikelen 6, A, 7, 8, 12, § 2, 13, 14, § 1, 15, 17 en 37, § 4 bedoelde bedragen worden aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer der consumptieprijzen van november 2018, basis 2013, met name 108,48.

De indexering moet ieder jaar automatisch, dus zonder voorafgaande verwittiging, geschieden op 1 januari van elk jaar. Afdeling 3. - Toewijzing van de markten

Art. 21.§ 1. Behoudens andersluidende bepaling, blijven alle vroeger gesloten contracten in het kader van de gunning van de markten voor selectieve inzameling, sortering en recyclage geldig tot hun vervaldatum. § 2. De markten voor selectieve inzameling en sortering worden bij voorkeur gegund door de rechtspersonen van publiekrecht.

Voor de sortering van de P+MD-stroom "alle plastics" kan Fost Plus de markten gunnen, voor zover het gebruikte bestek voorafgaandelijk werd goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie en de rechtspersoon van publiekrecht deze specifieke taak aan hem overdraagt. § 3. Wanneer markten voor selectieve inzameling, sortering en recyclage door de rechtspersonen van publiekrecht worden gegund, is de wetgeving overheidsopdrachten van toepassing. § 4. De gunning van de markten voor selectieve inzameling, sortering en recyclage door Fost Plus gebeurt volgens bestekken en procedures die in overeenstemming zijn met de vigerende wetgeving.

Art. 22.Wanneer de rechtspersoon van publiekrecht instaat voor de gunning van markten voor selectieve inzameling, sortering of recyclage, is de financiering door Fost Plus afhankelijk van de naleving van de principes van de modelbestekken die worden goedgekeurd door de Interregionale Verpakkingscommissie overeenkomstig artikel 19 en desgevallend aangepast door het "gemengd comité voor de gunning van de markten" overeenkomstig artikel 24 en van het naleven van de volgende regels: o Voorafgaandelijk aan het toewijzen van de markt geeft de rechtspersoon van publiekrecht aan Fost Plus de mogelijkheid om haar een advies uit te brengen, binnen een termijn van 14 dagen. De rechtspersoon van publiekrecht geeft Fost Plus hiervoor inzage in alle offertes en Fost Plus garandeert de confidentialiteit daarvan. o Een kopie van het proces-verbaal van gunning wordt bezorgd aan Fost Plus, die hiervan op zijn beurt aan de Interregionale Verpakkingscommissie een kopie bezorgt.

Art. 23.Er wordt ten behoeve van de Interregionale Verpakkingscommissie per project een fiche opgemaakt en geactualiseerd bij elke toewijzing van nieuwe markten (selectieve inzameling, sortering of recyclage) door Fost Plus of door een rechtspersoon van publiekrecht, die een duidelijk overzicht geeft van de projectgegevens, met onder meer: - een volledig beeld van de verschillende wijzen van inzameling, met inbegrip van het aantal ingegraven en bovengrondse glasbollen, de gegroepeerde inzamelpunten en de eventuele bijzondere inzamelwijzen, en van de vergoeding daarvan; - een overzicht van de toegewezen markten en de essentiële gegevens van de markttoewijzingen.

De bedoeling is om deze gegevens in grote mate automatisch te genereren vanuit de databanken van Fost Plus. Indien de databanken daarvoor aangepast moeten worden, zal een voorafgaandelijke analyse gemaakt worden door een externe consultant, die hetzij door Fost Plus, hetzij door de Interregionale Verpakkingscommissie wordt aangeduid, en die zowel aan Fost Plus als aan de Interregionale Verpakkingscommissie rapporteert.

Jaarlijks tegen 1 maart bezorgt Fost Plus aan de Interregionale Verpakkingscommissie de geactualiseerde fiches.

Art. 24.Er wordt een "gemengd comité voor de gunning van de markten" opgericht. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van Fost Plus, van de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht en, met het statuut van waarnemer, van de federaties die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen vertegenwoordigen.

De federaties die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen vertegenwoordigen, nemen geen deel aan de markttoewijzingen, teneinde belangenvermenging te vermijden.

In het gemengde comité voor de gunning van de markten is er ook een vertegenwoordiging van de Interregionale Verpakkingscommissie, die een waarnemende en adviserende taak vervult en die er in het bijzonder op toeziet dat de bestekken en de toegepaste procedures in overeenstemming zijn met de vigerende wetgeving en met de bepalingen van huidige erkenning.

Het gemengde comité voor de gunning van de markten is belast met het aanpassen aan de technische vooruitgang van de modelbestekken die goedgekeurd werden overeenkomstig artikel 19 en het opmaken van nieuwe modelbestekken per materiaal voor de recyclagemarkten en met het goedkeuren van de bestekken voor de gunning van de recyclageopdrachten. Het is bevoegd om, desgevraagd, advies te geven aan de toewijzende instantie inzake de selectie en de gunning. Elke wijziging die het gemengd comité wenst aan te brengen aan de gunningscriteria en de wijze waarop deze moeten beoordeeld worden, dient bevestigd te worden door de Interregionale Verpakkingscommissie.

Het gemengde comité voor de gunning van de markten legt zijn werking vast in een reglement van inwendige orde. Indien er over een modelbestek of een bestek geen overeenkomst kan worden bereikt binnen het gemengde comité, beslist de Interregionale Verpakkingscommissie op basis van de diverse voorstellen.

Art. 25.De modelcontracten met de onafhankelijke expertisebureaus, met als voorwerp de controle op en de certifiëring van de correcte uitvoering van de recyclagecontracten die Fost Plus verbinden met de verwervers (recyclagebedrijven), worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Interregionale Verpakkingscommissie, na bespreking in de opvolgingscommissie. De modelcontracten moeten ervoor zorgen dat de Interregionale Verpakkingscommissie steeds de effectieve recyclage van het verpakkingsafval met absolute zekerheid kan vaststellen en desgevallend zelf aan de controle kan deelnemen. Afdeling 4. - Sociale tewerkstelling

Art. 26.De bepalingen van artikel 13, § 1, 5°, van het samenwerkingsakkoord ter ontwikkeling van de tewerkstelling in de verenigingen en vennootschappen met een sociaal oogmerk, zijn van toepassing op de handelingen inzake sortering, recyclage en nuttige toepassing.

Art. 27.§ 1. In aanvulling op het artikel 21, § 4 van huidige erkenning zorgt Fost Plus, wanneer hij de markten toekent, voor een strikte controle van de naleving van de sociale wetgeving bij de toekenning van de recyclagemarkten en een strikte opvolging ervan bij de uitvoering van de recyclagemarkten. § 2. De door Fost Plus in het kader van de voorgaande erkenning voorgestelde en door de Interregionale Verpakkingscommissie goedgekeurd maatregelen voor de bevordering van de sociale tewerkstelling, blijven van kracht, behoudens actualisering op voorstel van Fost Plus. In het kader van deze maatregelen, mag Fost Plus (in de mate van het strikt noodzakelijke) afwijken van artikel 21, § 4 van huidige erkenning. Afdeling 5. - Aansluiting van de verpakkingsverantwoordelijken

Onderafdeling 1. - Berekening van het groene punt

Art. 28.§ 1. De principes voor de berekening van het Groene Punt moeten leiden tot een vermindering van de impact van verpakkingen op het leefmilieu en moeten de afvalhiërarchie van de richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen respecteren. De principes van de eco-modulatie en de gefaseerde invoering daarvan, zoals voorgesteld in de erkenningsaanvraag worden aanvaard, onder de volgende voorwaarden: - voorzien van een sterk ontradend tarief vanaf de tarieven voor het jaar 2021, dat minstens het dubbel is van het hoogste tarief voor de verpakkingstypes die selectief ingezameld worden voor recyclage, voor verpakkingstypes die hinderlijk zijn voor de selectieve inzameling en/of de sortering of die niet kunnen gerecycleerd worden; deze verpakkingstypes worden geïdentificeerd door de Interregionale Verpakkingscommissie na advies van de werkgroep "materialen"; na deze identificatie moet Fost Plus ofwel vanaf het volgende jaar het ontradend tarief toepassen, ofwel een gemotiveerde afwijkingsnota indienen, die de toepassing van het ontradend tarief voor een termijn van maximum 2 jaar, te rekenen vanaf de identificatie, kan opschorten en die de te nemen maatregelen bevat, met name inzake de onderhandelingen met de betrokken producenten over de wijziging of vervanging van dit verpakkingstype; - toerekenen, vanaf de tarieven voor het jaar 2021, aan de betrokken verpakkingen van de specifieke kosten verbonden aan de gewestelijke netheidsplannen; - toerekenen, vanaf de tarieven voor het jaar 2021, aan de betrokken verpakkingen van de specifieke kosten verbonden aan de inzameling en verwerking van verpakkingsafval dat verontreinigd is door gevaarlijke stoffen of die deze heeft bevat; - oprichten tegen uiterlijk 31 maart 2019 van een werkgroep "materialen", minstens bestaande uit Fost Plus, de Interregionale Verpakkingscommissie, de Gewesten, de FOD Leefmilieu, de territoriaal bevoegde rechtspersonen van publiekrecht, de federaties die de bedrijven voor het beheer van afvalstoffen, de materiaalorganisaties, de sorteercentra en de recyclagebedrijven vertegenwoordigen en de federaties die de bedrijven van de distributie en de productie of import van verpakte producten vertegenwoordigen; - organiseren in het kader van de werkgroep "materialen" van een monitoring van recycled content in verpakkingen en onderzoeken van de mogelijkheden om dit via de tarificatie verder aan te moedigen; - organiseren in het kader van de werkgroep "materialen" van een monitoring van het gebruik van bio-based material in verpakkingen en onderzoeken van de noodzaak om de tarificatie te differentiëren in functie van dit criterium. § 2. Fost Plus moet jaarlijks en ten laatste tegen 15 september een voorstel aan de Interregionale Verpakkingscommissie voorleggen betreffende de berekeningsmethode van de bijdragen van de aangesloten leden en betreffende de eigenlijke tarieven voor het volgende jaar, overeenkomstig de principes voor de berekening van het Groene Punt.

Onderafdeling 2. - Toetredingscontract

Art. 29.§ 1. Binnen de vier maanden na datum van de inwerkingtreding van deze erkenning legt Fost Plus een nieuwe versie van het toetredingscontract met de leden ter goedkeuring aan de Interregionale Verpakkingscommissie voor, waarin onder meer de minimale bijdragen van de leden, in principe vastgelegd op 50 EUR per jaar, de modaliteiten voor retroactieve aansluitingen, de vereenvoudigde procedure voor de aansluiting in geval van e-commerce en de voorwaarden van deze erkenning geïntegreerd zijn en waarin gezorgd wordt voor een overeenstemming met de geldende wetgeving. De Interregionale Verpakkingscommissie doet een uitspraak binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de integrale ontvangst van het definitieve ontwerp.

Elke wijziging aan het toetredingscontract, zowel aan de kaderovereenkomst als aan de algemene voorwaarden, tijdens de loop van deze erkenning moet voorafgaandelijk ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Interregionale Verpakkingscommissie. De Interregionale Verpakkingscommissie doet een uitspraak over het voorstel tot wijziging binnen een termijn van vier maanden, te rekenen vanaf de integrale ontvangst van het definitieve voorstel. § 2. Binnen de vier maanden na goedkeuring van het toetredingscontract door de Interregionale Verpakkingscommissie, worden de contracten tussen Fost Plus en de leden aangepast. Afdeling 6. - verzekeringen en financiële zekerheden

Art. 30.Fost Plus moet zich maximaal verzekeren voor de volledige contractuele en extra-contractuele aansprakelijkheid die kan voortvloeien uit elk van zijn activiteiten. De dekking mag niet in beperkende termen worden gesteld.

Fost Plus voorziet in de contracten met de rechtspersonen van publiekrecht en in de bestekken voor inzameling en sortering dat Fost Plus verzekerd is voor inkomstenderving van de rechtspersoon van publiekrecht in geval van overmacht, bijvoorbeeld in het geval van een brand in het sorteercentrum, waarbij de ingezamelde en eventueel gesorteerde hoeveelheden zijn verloren gegaan; de verzekering dekt de vergoeding die de rechtspersoon van publiekrecht zou hebben gekregen vanwege Fost Plus voor de inzameling en/of sortering van het huishoudelijke verpakkingsafval.

Art. 31.§ 1. Overeenkomstig artikel 11 van het samenwerkingsakkoord wordt het globaal bedrag van de financiële zekerheden, exclusief interesten, vastgesteld op 30 miljoen EUR. De gemiddelde financiële zekerheid per inwoner is gelijk aan het globaal bedrag, gedeeld door het totaal aantal inwoners van België, zoals vastgesteld in de meest recente bevolkingsstatistieken van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie.

Fost Plus garandeert op juridisch sluitende wijze dat, vanaf de datum van aankondiging door Fost Plus van de stopzetting van zijn activiteiten, de verkoopwaarden van de materialen van rechtswege toekomen aan de rechtspersonen van publiekrecht en dat de rechtspersonen van publiekrecht die dit wensen, op eenvoudige wijze in de plaats kunnen treden van Fost Plus als contractspartij bij de verwerving. § 2. Jaarlijks, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de erkenning, wordt de daadwerkelijk te stellen financiële zekerheid als volgt berekend: FZ n = FZ n-1 + ( Inw* n x GFZ Inw ) + Int n-1 FZ n: financiële zekerheid op de verjaardag in jaar n FZ n-1: financiële zekerheid op de verjaardag in jaar n-1 GFZ Inw: gemiddelde financiële zekerheid per inwoner Inw*n: toename in jaar n van het aantal inwoners in een geïntensifieerd project Int n-1: interesten op FZ n-1, op de verjaardag in jaar n § 3. De financiële zekerheden mogen geheel of gedeeltelijk door derden worden gesteld in naam van Fost Plus. § 4. De financiële zekerheden mogen gesteld worden in de vorm van een pand op bankrekening, voor zover de Interregionale Verpakkingscommissie zich expliciet akkoord heeft verklaard met de modaliteiten hiervan. Voor ten minste 2/3 van de financiële zekerheden die gesteld worden in de vorm van een pand op bankrekening, moet Fost Plus garanderen dat dit deel van het bedrag in alle gevallen (12 maanden per jaar) op de in pand gegeven rekening(en) blijft staan. De in pand gegeven rekening(en) moeten minstens 8 maanden per jaar het volledige bedrag staan hebben van de financiële zekerheden die gesteld worden in de vorm van een pand op bankrekening.

De Interregionale Verpakkingscommissie moet een permanente elektronische toegang hebben tot de in pand gegeven rekening(en).

Art. 32.De leden van Fost Plus engageren zich op juridisch bindende wijze om, vanaf de datum van aankondiging door Fost Plus van de stopzetting van zijn activiteiten, gedurende 4 maanden maandelijks een twaalfde van de laatste jaarlijkse bijdrage aan Fost Plus te betalen op een aan de Interregionale Verpakkingscommissie in pand gegeven rekening. Afdeling 7. - Preventie

Art. 33.§ 1. In samenspraak met de Interregionale Verpakkingscommissie en de Gewesten onderneemt en financiert Fost Plus communicatie- en informatieacties met betrekking tot preventie, zoals in deze paragraaf beschreven.

Fost Plus moet bij de verpakkingsverantwoordelijken communicatie- en informatieacties ondernemen en financieren met betrekking tot de promotie van gemakkelijk recycleerbare verpakkingen, alsook het gebruik van gerecycleerde materialen.

Fost Plus onderneemt en financiert communicatie- en informatieacties bij de verpakkingsverantwoordelijken met betrekking tot de preventie aan de bron van verpakkingen en het hergebruik van verpakkingen.

Fost Plus organiseert opleidingen inzake preventie, "design for recycling" en businessmodelinnovatie, om zo kennis en expertise te verspreiden om duurzame, afvalarme waardenketens te helpen ontwikkelen, en stelt de Interregionale Verpakkingscommissie vooraf in kennis van elke geplande opleiding.

Fost Plus rapporteert jaarlijks tegen 15 september, bij de voorlegging van het basisprogramma "out-of-home", aan de Interregionale Verpakkingscommissie over de toepassing van deze paragraaf. De rapportage omvat de gefinancierde en nog te financieren acties in het lopende kalenderjaar, alsook de financieringsvoorstellen voor het volgende kalenderjaar. Fost Plus moet inzake deze acties en financieringsvoorstellen ingaan op elke vraag tot informatie van de Interregionale Verpakkingscommissie en komt desgevallend ter vergadering toelichting geven. § 2. Fost Plus mag niet tussenkomen bij de uitwerking van de preventieplannen.

Art. 34.§ 1. Fost Plus bezorgt aan de Interregionale Verpakkingscommissie de cijfergegevens die nodig zijn voor de jaarlijkse monitoring van de herbruikbare verpakkingen. § 2. Fost Plus onderzoekt, samen met zijn leden en met de Interregionale Verpakkingscommissie, de evolutie van de markt van de herbruikbare verpakkingen en brengt de sturende factoren van de markt in kaart. Fost Plus maakt hierover elke twee jaar en de eerste keer op 1 maart 2020 een omstandig rapport op, dat ook maatregelen bevat om het marktaandeel van de herbruikbare verpakkingen te vergroten. Fost Plus zorgt voor de ruime verspreiding van dit rapport.

Art. 35.Fost Plus richt binnen een termijn van 6 maanden een meldpunt "oververpakking" op, waarop de consument, door middel van een website en een specifiek mailadres, beroep kan doen om storende gevallen van oververpakking te melden.

Fost Plus verzekert door een ruime communicatie dat dit meldpunt op korte termijn bekend wordt bij het grote publiek.

Fost Plus onderzoekt de meldingen, koppelt desgevallend terug naar de leden die de verpakte producten hebben op de markt gebracht en geeft, waar mogelijk, feedback aan de consument die de melding heeft gedaan.

Fost Plus rapporteert jaarlijks aan de Interregionale Verpakkingscommissie over zijn activiteiten in het kader van het meldpunt.

Art. 36.Fost Plus zorgt ervoor dat de P(+)MD-zakken en de inzamelrecipiënten die hij ter beschikking stelt in het kader van de out-of-home inzamelingen een maximale "Recycled content" hebben, dit wil zeggen dat ze maximaal uit gerecycleerde materialen bestaan. Afdeling 8. - inzameling "out-of-home"

Art. 37.§ 1. Zonder dat dit afbreuk mag doen aan de inzamelingen door de rechtspersonen van publiekrecht overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht zijn in de Gewesten en in de gemeenten in kwestie, stimuleert Fost Plus in de 3 Gewesten de inzameling "out-of-home" van P(+)MD, desgevallend aangevuld met de inzameling "out-of-home" van glas en/of papier/karton.

Met inzameling "out-of-home" wordt de inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval bedoeld op andere plaatsen dan in de thuisomgeving.

Het gaat daarbij onder meer om de inzameling in scholen, sportcentra, bij jeugdbewegingen, op festivals, evenementen, in openbare ruimten en op andere voor een ruim publiek toegankelijke plaatsen, zoals trein- of metrostations en luchthavens en in de bedrijven.

Tegen 2023 moet Fost Plus, bovenop de uitgebreide inzameling van plastics binnen de termijnen voorzien in artikel 2: o de hoeveelheid selectief ingezamelde verpakkingen van drank en andere voedingsproducten die buitenshuis worden verbruikt, verdubbelen in vergelijking met 2018; o de inzameling in het bedrijfsmatig circuit van PMD bedrijven verdubbelen in vergelijking met 2018, op homogene wijze op het volledige Belgische grondgebied; o minstens 26.000 ton buitenshuis verbruikt PMD-afval capteren. § 2. In de aanpak van Fost Plus gaat bijzondere aandacht naar het opzetten van testprojecten die specifiek gericht zijn op de mobiele consumptie (on-the-go). In die testprojecten wordt bijvoorbeeld: - in verschillende contexten nagegaan welke de impact is van beloningsystemen, - voor specifieke doelplaatsen een vergelijking gemaakt tussen sorteren aan de bron, voorsortering en nasortering van de ingezamelde verpakkingsstromen, - proefondervindelijk een massabalans opgemaakt van de verpakking van on-the-go geconsumeerde voedingsproducten. § 3. Tegen uiterlijk 30 juni 2019 bezorgt Fost Plus, na bespreking in de opvolgingscommissie, ter goedkeuring aan de Interregionale Verpakkingscommissie een voorstel om de nieuwe aanpak voor de inzameling van P(+)MD bij de bedrijven en de inzameling "out-of-home" van P(+)MD, te concretiseren en volledig in voege te laten treden op ten laatste 1 januari 2020. Dit voorstel omvat het nieuwe vergoedingssysteem voor de bedrijven. Dit voorstel beperkt zich niet tot de inzameling van P(+)MD bij de bedrijven en de inzameling "out-of-home" van P(+)MD, maar omvat ook de inzameling "out-of-home" van glas en/of papier/karton.

Het voorstel komt tot stand in overleg met het erkende organisme voor bedrijfsmatig verpakkingsafval en met andere relevante actoren. Het bevat een inschatting van de totale markt van de drankverpakkingen, van de verpakkingen van andere voedingsproducten en van de PMD-verpakkingen (volgens de oude definitie) in het jaar 2018, alsook een methode om deze markten te blijven opvolgen. Het bevat tevens de hoeveelheden die in 2018 selectief werden ingezameld en de methode om deze hoeveelheden te blijven opvolgen.

Het voorstel bevat een duidelijke kostenraming van de verschillende maatregelen en een ondubbelzinnige toewijzing van de kosten aan de verschillende begrotingsposten, waaronder met name het basisprogramma "out-of-home" bedoeld in § 2, de budgetten in de zin van het artikel 13, § 1, 12° van het samenwerkingsakkoord en de vrijwillige bijdragen in het kader van de gewestelijke netheidsplannen; de structuur van de begroting wordt hiervoor desgevallend aangepast.

Het voorstel bevat de modaliteiten voor de jaarlijkse rapportering aan de Interregionale Verpakkingscommissie.

Fost Plus zorgt voor continuïteit door in 2019 het vergoedingssysteem van de vorige erkenning verder te zetten met de tarieven van 2018, zolang er geen nieuw, meer stimulerend vergoedingssysteem in voege is. § 4. Fost Plus stelt een basisprogramma "out-of-home" op, dat een gemeenschappelijke basis vormt in de 3 Gewesten, dat ten laste is van de gewone begroting van Fost Plus en dat een evenwichtige geografische dekking heeft. Dit basisprogramma wordt elk jaar tegen 15 september voor goedkeuring voorgelegd aan de Interregionale Verpakkingscommissie en jaarlijks in oktober ter vergadering toegelicht. Het bevat ten minste: - de voorstellen om de inzameling "out-of-home" van P(+)MD, van glas en/of van papier/karton aan te moedigen; - de bijzondere communicatieacties, onder andere in de scholen; - het ter beschikking stellen van uniforme inzamelrecipiënten; - de gebudgetteerde financiële middelen, die 1.253.000 EUR per jaar bedragen.

Art. 38.Fost Plus rapporteert jaarlijks tegen 15 september aan de Interregionale Verpakkingscommissie over zijn actieplan betreffende de inzameling van verpakkingsafval, met name uit EPS, dat afkomstig is van huishoudelijke verpakkingen, maar zich bij bedrijven bevindt, in overleg met de betrokken sectoren en met het erkende organisme voor bedrijfsmatig verpakkingsafval. Afdeling 9. - Bijdrage aan het beleid van de gewesten inzake de

preventie en het beheer van verpakkingsafval

Art. 39.§ 1. Naast de acties die gevoerd worden op basis van de voorgaande artikelen van deze erkenning, draagt Fost Plus tevens bij tot de financiering van het beleid van de Gewesten inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, zoals voorzien in artikel 13, § 1, 12° van het samenwerkingsakkoord.Wanneer het Gewest erom vraagt en binnen de door het Gewest gestelde termijnen, stelt Fost Plus hiervoor een werkplan voor.

Fost Plus kan met één of meerdere Gewesten een al dan niet gelijkluidende overeenkomst afsluiten. Deze overeenkomst, inclusief, in voorkomend geval, de betalingsmodaliteiten, en alle latere wijzigingen moeten door Fost Plus ter kennis worden gebracht van de Interregionale Verpakkingscommissie binnen de 10 dagen na hun ondertekening.

Fost Plus rapporteert jaarlijks tegen 15 september, bij de voorlegging van het basisprogramma "out-of-home", aan de Interregionale Verpakkingscommissie over de gefinancierde en nog te financieren acties in het lopende kalenderjaar, alsook over de financieringsvoorstellen voor het volgende kalenderjaar. Fost Plus moet inzake deze acties en financieringsvoorstellen ingaan op elke vraag tot informatie van de Interregionale Verpakkingscommissie en komt jaarlijks in oktober ter vergadering toelichting geven bij de acties en financieringsvoorstellen. § 2. Behoudens andersluidende afspraak met het Gewest die een alternatieve wijze van vrijgave van de middelen toestaat, stort Fost Plus aan ieder Gewest maandelijks één twaalfde van het voor dat kalenderjaar voorziene bedrag.

Art. 40.Indien Fost Plus een vrijwillige bijdrage levert aan de gewestelijke netheidsplannen, rapporteert Fost Plus in dit verband jaarlijks tegen 15 september, bij de voorlegging van het basisprogramma "out-of-home", aan de Interregionale Verpakkingscommissie over de gefinancierde en nog te financieren acties in het lopende kalenderjaar, alsook over de financieringsvoorstellen voor het volgende kalenderjaar. Fost Plus moet inzake deze acties en financieringsvoorstellen ingaan op elke vraag tot informatie van de Interregionale Verpakkingscommissie en komt jaarlijks in oktober ter vergadering toelichting geven bij de acties en financieringsvoorstellen. Afdeling 10. - Informatie ten aanzien van de interregionale

verpakkingscommissie

Art. 41.Fost Plus moet jaarlijks tegen 31 maart een rapport bezorgen aan de Interregionale Verpakkingscommissie omtrent zijn verschillende communicatie-instrumenten. De praktische afspraken omtrent deze rapportering worden gemaakt in de opvolgingscommissie.

Art. 42.De leden van het permanent secretariaat van de Interregionale Verpakkingscommissie kunnen vrij en zonder voorafgaande kennisgeving toegang hebben tot het geheel van de databankgegevens van FOST Plus.

Deze gegevens zijn on-line toegankelijk.

Fost Plus maakt tevens de nodige afspraken met de Interregionale Verpakkingscommissie en met de bevoegde gewestelijke administraties voor de automatische overmaking van bepaalde gegevens en rapporten, die door hen benodigd zijn.

Art. 43.Fost Plus legt jaarlijks en ten laatste tegen 15 september haar begrotingsvoorstel voor het volgende jaar aan de Interregionale Verpakkingscommissie voor.

Art. 44.Fost Plus maakt jaarlijks en ten laatste tegen 15 september aan de Interregionale Verpakkingscommissie een verslag over betreffende de evolutie van de verpakkingsmarkt, waarbij specifieke aandacht wordt gegeven aan de recycleerbaarheid van verpakkingen, hun "recycled content" en moeilijkheden die verpakkingen stellen bij het sorteren en/of recycleren.

Art. 45.Jaarlijks, ten laatste tegen 15 september, doet Fost Plus aangifte van het verbruik van lichte plastic draagtassen in het afgelopen kalenderjaar, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen lichte plastic draagtassen en zeer lichte plastic draagtassen.

Hiervoor maakt Fost Plus toepassing van de berekeningsmethode die zal worden vastgelegd door de Europese Commissie.

Art. 46.Fost Plus maakt jaarlijks en ten laatste tegen 15 september aan de Interregionale Verpakkingscommissie een verslag over betreffende de invloed op de resultaten van grensaankopen, free riders, vocht en verontreinigingen. Afdeling 10bis. - Bepalingen betreffende lichte en zeer lichte plastic

draagtassen

Art. 47.Fost Plus moet zijn leden identificeren die, al dan niet gratis, lichte plastic draagtassen verstrekken aan de consumenten.

Zonder afbreuk te doen aan de strengere bepalingen die eventueel op Federaal of op Gewestelijk niveau worden voorzien, ontwikkelt Fost Plus, in samenwerking met de aldus geïdentificeerde leden en hun sectorale vertegenwoordigers, tegen uiterlijk 31 maart 2019 een actieplan of past hij het bestaande actieplan aan, waarin deze leden zich ertoe verbinden om minstens: o het verbruik van lichte en zeer lichte plastic draagtassen maximaal te beperken; o het jaarlijks verbruik van lichte plastic draagtassen te beperken tot maximaal 90 draagtassen per persoon tegen 31 december 2019 en tot maximaal 40 draagtassen per persoon tegen 31 december 2025, waarbij de zeer lichte plastic draagtassen buiten beschouwing worden gelaten en waarbij het aantal draagtassen wordt berekend volgens de berekeningsmethode die zal worden vastgelegd door de Europese Commissie. Afdeling 11. - Opvolgingscommissie

Art. 48.Er wordt een opvolgingscommissie opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van het permanent secretariaat en van Fost Plus, wiens rol het is de uitvoering van deze erkenning op te volgen. Deze opvolgingscommissie beschikt niet over een beslissingsmacht. Van elke vergadering van de opvolgingscommissie wordt een verslag opgemaakt in het Frans en in het Nederlands.

Het voorzitterschap en het secretariaat van de opvolgingscommissie worden verzekerd door het permanent secretariaat. Afdeling 12. - Slotbepalingen

Art. 49.Fost Plus respecteert de reglementering inzake het gebruik van de talen en waakt er over om elke officiële communicatie naar de Interregionale Verpakkingscommissie minstens in het Nederlands en het Frans te doen.

Art. 50.§ 1. De erkenning vangt aan op 1 januari 2019. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 26, § 1, 4°, van het samenwerkingsakkoord, blijft de erkenning geldig tot en met 31 december 2023.

Brussel, 20 december 2018.

D. WILLE, Ondervoorzitter van de Interregionale Verpakkingscommissie C. SCHAAR, Ondervoorzitster van de Interregionale Verpakkingscommissie A. DUMONT, Voorzitster van de Interregionale Verpakkingscommissie

^