Etaamb.openjustice.be
Document van 22 december 2005
gepubliceerd op 28 maart 2006

Milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht inzake papierafval

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006201008
pub.
28/03/2006
prom.
22/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2005. - Milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht inzake papierafval


Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, bij het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, bij het decreet van 15 februari 2001, bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2001 betreffende de invoering van de euro inzake afval, bij het decreet van 20 december 2001 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde goederen of afvalstoffen, bij het decreet van 18 juli 2002 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en bij het decreet van 19 september 2002 tot wijziging van de decreten van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, het decreet van 15 mei 2003 tot wijziging van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning (Belgisch Staatsblad van 11 juni 2003), bij het decreet van 16 oktober 2003 (Belgisch Staatsblad van 23 oktober 2003), en bij het decreet van 1 april 2004 betreffende de sanering van verontreinigde gronden en te herontwikkelen bedrijfsruimten (Belgisch Staatsblad van 7 juni 2004);

Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;

Gelet op het Waals Afvalstoffenplan, Horizon 2010, goedgekeurd door de Waalse Regering op 15 januari 1998;

Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor papierafval, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2004, aangekondigd in twee Franstalige dagbladen, in een Duitstalig dagblad en op de websites van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (DGRNE) en het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie (DGTRE);

Gelet op het raamakkoord van 1 januari 2000 betreffende het beheer van het papierafval in het Waalse Gewest;

Overwegende dat het geboden is enerzijds de sectoren die aan de basis liggen van de productie van papierafval geleidelijk te responsabiliseren en anderzijds, de preventie en de recyclage van oud papier te bevorderen om de storting en de verbranding ervan drastisch te beperken, Komen de hiernavolgende partijen : 1° Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de heer Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering en door de heer Benoît Lutgen, Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, hierna genoemd "het Gewest"; 2° De organisaties die volgende bedrijven vertegenwoordigen : - Journaux francophones belges, hierna afgekort tot J.F.B. Paepsemlaan 22/7, te 1070 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Bruno de Cartier, Voorzitter en de heer Bernard Marchant, Bestuurder; - Federatie van de Belgische Magazines, hierna afgekort tot Febelma, Paepsemlaan 22/8, te 1070 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Patrick de BORCHGRAVE, Voorzitter en Mevr. Rosette Van Rossem, Ondervoorzitster; - de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers, hierna afgekort tot UPP, Edmond Machtenslaan 79, bus 23, te 1080 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pierre Van Sint Jan, Ondervoorzitter en Voorzitter van de Franstalige vleugel, hierna genoemd "de Organisaties", overeen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1 - Voorwerp van de overeenkomst

Artikel 1.§ 1. Voorwerp van huidige overeenkomst is de bepaling van de modaliteiten voor de uitvoering van de terugnameplicht van papierafval, overeenkomstig het Hoofdstuk IV van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, ten opzichte van de leden van de organisaties die een mandaat verleenden. § 2. Deze overeenkomst heeft tot doel : - de sectoren die aan de oorsprong liggen van de productie van papierafval responsabiliseren op het stuk van de voorkoming en de kosten voor het beheer van oud papier; - de kennis over de papierstromen die in het Waalse Gewest op de markt komen, uitbreiden; - de kennis uitbreiden over de stromen en de samenstelling van het papierafval, zoals bepaald in artikel drie van huidige overeenkomst, die ontstaan in het Waalse Gewest, evenals hun eindbestemming; - hoofdzakelijk kwalitatieve preventiemaatregelen bevorderen bij de betrokken organisaties; - geleidelijk het aandeel papierafval dat voor recyclage bestemd is, verhogen en, indien nodig, de markt van het oud papier ondersteunen; - de informatie aan en de communicatie naar de burgers verbeteren, met het oog op de bevordering van de selectieve inzameling en om de recyclagedoelstellingen te halen van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan. Afdeling 2 - Definities

Art. 2.§ 1. De begrippen en definities vermeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, zijn van toepassing voor deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities die in huidige overeenkomst zijn beschreven. § 2. Voor de toepassing van huidige overeenkomst, wordt verstaan onder : - papierafval : dagbladen, weekbladen, maandbladen, tijdschriften, periodieken en gratis regionale pers, die in het Waals Gewest worden verdeeld en waarvan de houder zich ontdoet of het voornemen of de verplichting heeft om er zich van te ontdoen; - DGRNE : Direction générale des Ressources naturelles et de l'Environnement (Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) van het Ministerie van het Waals Gewest, avenue Prince de Liège 15, 5100 Jambes; - Dienst : het Office wallon des déchets (Waalse dienst voor afvalstoffen), zoals bepaald in artikel 34 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen. Afdeling 3 - Wettelijk kader en toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. De milieuovereenkomst wordt gesloten tussen voornoemde partijen overeenkomstig het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. Deze overeenkomst is bindend voor de voormelde partijen en voor alle leden die hun organisatie hiertoe een mandaat hebben verleend. Een lijst van de leden van de organisaties die een mandaat verleenden, ligt ter inzage van de Dienst.

Bovengenoemde partijen verbinden er zich toe hun leden volledig op de hoogte te brengen van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien.

Art. 4.De overeenkomst is van toepassing op alle papier, met uitzondering van verpakkingen, dat de organisaties ten behoeve van de huishoudens in verbruik brengen op het grondgebied van het Waalse Gewest. HOOFDSTUK II. - Statistieken Afdeling 1 - Inzameling en analyse van de gegevens

Art. 5.§ 1. Teneinde de situatie in het Waalse Gewest beter te kennen, erkennen de partijen een gemeenschappelijk belang om te beschikken over betrouwbare statistieken, zowel inzake de hoeveelheid en de kwaliteit van het papier dat op de markt komt als het gegenereerde papierafval.

Te dien einde verbinden de organisaties er zich toe, tegen 31 maart van ieder jaar, aan alle leden van het begeleidingscomité waarop artikel 24 doelt, statistieken over te maken inzake het papier dat hun leden in het jaar voordien in het Waalse Gewest in verbruik brachten.

Deze statistieken worden opgesteld op basis van het totaal aantal werkelijk verdeelde of op de markt gebrachte exemplaren in het Waalse Gewest, van het aantal abonnees in het Waalse Gewest en van het gewicht van de publicaties. Ze worden voorgesteld volgens de aanwijzingen van het begeleidingscomité en gebaseerd op de vrijwillige verklaringen van de leden-ondernemingen die het akkoord ondertekenden.

Deze verklaringen worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor of, bij ontstentenis, door een accountant. § 2. Het Gewest verbindt er zich toe, via het DGRNE, regelmatige analyses uit te voeren, minstens één keer per jaar, van de samenstelling van de huishoudelijke afvalstoffen, en meer in het bijzonder van het oud papier dat wordt opgehaald, zowel via selectieve inzameling van oud papier als via huis-aan-huisophaling van het bruto huishoudelijk afval.

De resultaten van deze analyses worden overgemaakt aan alle leden van het begeleidingscomité, tegen 31 maart van ieder jaar.

Het sorteren van de afvalstoffen tijdens de analyses heeft minimaal betrekking op volgende fracties : - krantenpapier; - inpakpapier; - tijdschriftpapier; - reclamepapier (vezelachtig of glacé); - ander papier. Afdeling 2 - Controle

Art. 6.De Dienst kan van de organisatie alle andere informatie vragen die hij nodig acht voor de beoordeling van de doelstellingen die in deze milieuovereenkomst werden bepaald en om de uitvoering van de terugnameplicht na te gaan. De Dienst zal de organisaties vooraf raadplegen. HOOFDSTUK III. - Preventie Afdeling 1 - Kwantitatieve preventie

Art. 7.De organisaties verbinden er zich toe hun leden te informeren, op basis van de inlichtingen die de overheid aan hen overmaakt, inzake het gebruik van de inkt- en lijmsoorten die het minst schadelijk zijn voor het milieu. In geen geval mag de vervuiling zich verplaatsen.

Art. 8.Met het oog op de diversifiëring van het commercieel netwerk van de leveranciers, verbinden de leden van de organisaties er zich toe om papier dat gerecycleerde vezels bevat als grondstof voor de druk te gebruiken.

Het gemiddelde te halen percentage gerecycleerde vezels voor alle gebruikt papier voor de publicaties van de leden van de organisaties moet minstens 40 % bedragen.

De organisaties verbinden er zich toe alles in het werk te stellen opdat hun leden het gebruik van niet-recycleerbare plastic films zouden nalaten of beperken.

Art. 9.De leden van de UPP die verantwoordelijk zijn voor de gratis regionale persuitgaven verbinden er zich daarnaast toe om : - zich te schikken naar de beperkingen inzake de gemeentelijke bedeling, met name in de onbewoonde woningen of de onaangepaste brievenbussen. Deze beperkingen op de bedeling, evenals de preventie-acties die het Gewest voorziet in toepassing van het Waalse Afvalstoffenplan, Horizon 2010, worden geleidelijk opgenomen in alle contracten die de leden van de organisaties verbinden met de bedrijven die ongeadresseerde huis-aan-huispers bedelen; - te werken aan een inkrimping van de gratis regionale pers naar aanleiding van de maatregelen die in dat opzicht werden genomen door de gemeentes en de regionale overheid. Afdeling 2 - Preventiebalansen

Art. 10.De organisaties leggen tegen 31 maart van elk jaar een preventiebalans voor met alle relevante gegevens over de technische kenmerken van de gebruikte materialen - papier, inkt, lijm - en ook over de hoeveelheden die op de markt komen. Het begeleidingscomité komt kort na het indienen van de balansen samen en zal, in voorkomend geval, beslissen om bepaalde maatregelen in te voeren, naar aanleiding van de resultaten van deze balansen. HOOFDSTUK IV. - Financiering Afdeling 1 - Selectieve inzameling van het papierafval

Art. 11.De organisaties verbinden er zich toe de selectieve inzameling van papier bij de gezinnen en de scholen te ondersteunen.

Deze steun betreft acties in verband met het ophalen, het sorteren, het commercialiseren van het gesorteerde papier/karton, en het sensibiliseren van de burgers.

De organisaties zijn tevens gehouden tot de financiering van alle operaties voor de selectieve ophaling van papierafval die nodig zijn voor het halen van het recyclagepercentage, ingesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, namelijk 85 % vanaf 2003.

Te dien einde verbinden de organisaties er zich toe de bepalingen van de afdelingen 2 en/of 3 van huidig hoofdstuk na te leven. Afdeling 2 - Financieringsfonds

Art. 12.De partijen verbinden zich tot de aanleg van een financieringsfonds om indien nodig steun te verlenen aan acties voor de sensibilisering en de selectieve inzameling, het sorteren en het commercialiseren van het papier, die nodig zijn om de doelstellingen bepaald door het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan.

Art. 13.De organisaties dragen bij tot een financieringsfonds, hierna het Fonds genoemd, dat tot doel heeft de totale kosten te dekken in verband met de tenlasteneming van het papierafval door het Gewest in het kader van het besluit van 30 april 1998 betreffende de toekenning van subsidies aan de lokale overheid, op het gebied van de voorkoming en het beheer van de afvalstoffen, dat bepaalt dat deze gelijk zijn aan de werkelijke kosten voor de inzameling en de recyclage van het papierafval, met uitsluiting van het verpakkingsafval. Het subsidiebedrag wordt verminderd naar rato van de winst die eventueel wordt gehaald uit de verkoop van het papierafval en wordt verhoogd naar rato van de kosten van de verkoop van papierafval.

Art. 14.Het Fonds wordt ingeschreven op de begroting van de Waalse dienst voor afvalstoffen, Titel V van de algemene uitgavenbegroting van het Waals Gewest.

De bijhorende inkomsten worden geboekt als inkomsten onder artikel 16.04 als : "bijdrage van de organisaties die het raamakkoord betreffende het beheer van het papierafval in het Waals Gewest ondertekenden".

De uitgaven worden opgenomen onder artikel 43.04 en samengeteld met de subsidies die worden toegekend in toepassing van het besluit van 30 april 1998.

Art. 15.De bijdrage van de ondertekenende organisaties wordt als volgt bepaald : Elk jaar wordt, op 25 mei, de staat van de uitgevoerde en de nog uit te voeren betalingen van de Dienst inzake de tenlasteneming van het papierafval in het voorafgaande jaar, opgemaakt om de totale hoeveelheid die de gemeenten en de intercommunales inzamelden en de van de Dienst gevorderde kost te bepalen.

Op basis van deze gegevens wordt een gemiddelde prijs per ton bepaald en toegepast, rekening houdend met de te halen doelstellingen op het stuk van recyclage, op de tonnage die de ondertekenende organisaties in de loop van het referentiejaar in verbruik brachten.

Deze gemiddelde prijs wordt bepaald door het Begeleidingscomité op gezamenlijk voorstel van het Gewest en van de Organisaties.

De procedure wordt georganiseerd door het Begeleidingscomité.

Art. 16.De ondertekenende organisaties storten hun bijdrage binnen de twee maanden die volgen op de afsluiting van de werkzaamheden, die voorzien zijn in artikel 13. Afdeling 3 - Publiciteitsruimte

Art. 17.In die zin dat het, om de doelstellingen te halen die het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, geboden is om terugkerende communicatiemiddelen uit te werken teneinde de bevolking te sensibiliseren voor de selectieve inzameling, komen de partijen overeen dat voor de financiering van de werkzaamheden voor het beheer van oud papier, de leden van de organisaties die de wens daartoe vóór 31 maart van elk jaar kenbaar maken, er zich toe kunnen verbinden publiciteitsruimte aan te bieden in de aangesloten kranten en tijdschriften, voor een waarde die, op basis van de geldende tarieven, gelijk is aan het benodigde bedrag voor de financiering van de werkzaamheden voor het beheer van het oud papier die elke organisatie vereist.

Het staat elk lid van de organisaties vrij om van deze mogelijkheid gebruik te maken voor alle of een deel van zijn financieringsverplichtingen.

Art. 18.Het volume publiciteitsruimte wordt verdeeld over de leden van elke organisatie, op grond van een sleutel die elke organisatie aan het Gewest voorstelt, met het oog op maximaal efficiënte informatieverspreiding.

Art. 19.Het Gewest benut deze ruimte om informatie te verspreiden inzake : - de praktische organisatie van alle selectieve inzamelingswerkzaamheden die in het Gewest worden uitgevoerd; - de resultaten die dankzij de selectieve inzameling werden bekomen; - specifieke sensibiliseringsacties die het Gewest voert; - andere operaties van algemeen belang die verband houden met de bescherming van het leefmilieu.

Maximaal 50 % van alle mededelingsruimte die voorbehouden is voor het Gewest mag besteed worden aan informatie inzake andere afvalstoffen dan papierafval en de inzameling van verpakkingsafval die tegelijk met de inzameling van het oud papier wordt georganiseerd. Dit percentage wordt toegepast, rekening houdend met de bestaande informatie. Voor de periodieke en magazinepers, bedraagt het percentage 25 % .

In geen geval mag deze informatie/mededeling naar enige politieke propaganda neigen of de naam van een Minister in functie bevatten.

Voor alle betrokken informatie verbindt het Gewest er zich toe om de organisaties drukklare documenten of drukwerk aan te leveren. De inhoud van de informatie blijft onder de uitsluitende verantwoordelijkheid van het Gewest.

Art. 20.De jaarlijkse kalender voor de inlassing in de mededelingsruimte wordt door het Gewest tegen 31 oktober van elk jaar opgesteld. Deze planning houdt rekening met de inlassingsvoorwaarden van de leden van de organisaties en met name met hun technische mogelijkheden.

De leden van de organisaties laten het Gewest vrij tot een gemengde inlassing voor de edities van de week of het weekend en om de planning van deze inlassingen op te maken. Dit betekent dat de leden van de organisaties geen enkele voorwaarde stellen voor de datum van de verschillende publicaties, behalve wanneer behoorlijk verantwoord werd dat het technisch onmogelijk is. Elk lid bezorgt zijn organisatie de naam van de contactpersoon voor de publicatie van de voornoemde berichten. Elke organisatie brengt het Gewest op de hoogte, met een lijst en uiterlijk twee maanden nadat huidige overeenkomst in voege trad, van de contactpersonen voor elk lid. Een bewijsnummer van de editie waarin een inlassing van het Gewest is opgenomen in het kader van huidige overeenkomst, wordt naar de Dienst gestuurd, gericht aan de dienst Sensibilisering en Communicatie van het DGRNE. De leden van de organisaties stellen alles in het werk opdat de publicatie vlot en soepel zou verlopen volgens de planning die het Gewest opstelde. Afdeling 4 - Concurrentievervalsing

Art. 21.Het Gewest verbindt er zich toe erover te waken geen mechanismes in te voeren die de concurrentieregels kunnen vervalsen.

Te dien einde verbindt het er zich toe : - gelijkaardige overeenkomsten als huidige overeenkomst voor te stellen aan alle betrokken sectoren; - de bijdrage te bepalen van de leden van de organisaties die geen mededelingsruimte kunnen inlassen. HOOFDSTUK V. - Het Beheersorganisme Afdeling 1 - Opdrachten van het beheersorganisme

Art. 22.§ 1.De organisaties nemen het initiatief voor de oprichting van een beheersorganisme in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen die de rechtspersoonlijkheid toekennen aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de instellingen van openbaar nut. § 2. Het beheersorganisme staat onder meer in voor : 1° de informatie aan alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van huidige overeenkomst;2° de waarborg van een systeem voor de vergaring van gecertificeerde gegevens;3° de waarborg van de naleving van de uitvoeringsverplichtingen van de overeenkomst. § 3. Het beheersorganisme streeft naar een zo groot mogelijke eenvormigheid, zowel inzake de administratie als de logistiek. Alle betrokken partijen worden geraadpleegd betreffende de werkingsmodaliteiten van het beheersorganisme. § 4. Twee leden van het personeel van de Dienst vervullen, in naam van het Gewest, een waarnemingsrol ten opzichte van het beheersorganisme.

Daartoe worden zij uitgenodigd op de vergaderingen die het beheersorganisme belegt. § 5. Het beheersorganisme verbindt zich tot maximale transparantie in het nastreven van zijn doelstellingen. Daartoe worden alle verslagen van de beheersorganen van het organisme naar de Dienst gestuurd. § 6. Eventuele geschillen worden voorgelegd aan de geschillencommissie die in artikel 28 wordt bedoeld. Afdeling 2 - Aansluiting bij het beheersorganisme

Art. 23.Het beheersorganisme mag nooit de toetreding weigeren van een bedrijf of een federatie waarop de in deze overeenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is, behoudens om ernstige beweegredenen die behoorlijk worden verantwoord bij de Dienst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen Afdeling 1 - Begeleidingscomité

Art. 24.Er wordt een begeleidingscomité opgericht dat bestaat uit : - één vertegenwoordiger per ondertekenende organisatie; - twee vertegenwoordigers van het Kabinet van de Minister die Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft; - drie vertegenwoordigers van de Dienst; - een vertegenwoordiger van de cel Sensibilisering en Communicatie van het DGRNE. De vertegenwoordigers mogen zich laten vergezellen door deskundigen, naargelang van de agenda.

Art. 25.Het begeleidingscomité komt minstens tweemaal per jaar samen, en telkens wanneer een partij hiertoe verzoekt.

Het voorzitterschap en het secretariaat worden door de Dienst waargenomen.

De Dienst beoordeelt jaarlijks de resultaten van huidige overeenkomst, wat het Waals Gewest betreft.

Art. 26.Het comité wordt belast met het opvolgen van de uitvoering van huidige overeenkomst en in het bijzonder met : - de uitwerking van oplossingen in verband met de leden van de organisaties die geen mededelingsruimte kunnen inlassen; - de evaluatie van het in verbruik brengen van papier en de potentieel beschikbare hoeveelheid oud papier; - de aanpassing van de becijferde recyclagedoelen; - de beoordeling van de preventiebalansen zoals bepaald in artikel 9; - de uitwerking van eventuele campagnes die aanzetten tot preventie; - de vergelijking tussen de middelen die het Gewest en de organisaties toewijzen om de doelstellingen te halen van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie en het beheer ervan; - de opvolging van de resultaten van de selectieve inzameling van oud papier.

In voorkomend geval kan het begeleidingscomité gezamenlijke vergaderingen beleggen met het platform voor overleg tussen het bestuur en de intercommunales dat werd ingesteld om het Waalse Afvalstoffenplan Horizon 2010 op te volgen. Afdeling 2 - Verplichtingen en invoegetreding

Art. 27.§ 1. Huidige overeenkomst verbindt de organisaties die ze ondertekenden, evenals al hun leden onder voorbehoud van de individuele goedkeuring van de leden van de UPP. Daartoe staat elke organisatie garant voor de ratificering van huidige overeenkomst en de uitvoering van de verplichtingen die ze bevat door alle in bijgevoegde lijst vermelde leden. § 2. Huidige overeenkomst treedt in voege zodra ze definitief goedgekeurd is en bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 4 van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten, en loopt af op 31 december 2005. § 3. Met de instemming van alle partijen, kan huidige overeenkomst gewijzigd worden tijdens haar looptijd, zoals bepaald in artikel 8 van het voornoemd decreet inzake de milieuovereenkomsten. § 4. Huidige overeenkomst kan uitgebreid worden tot andere organisaties, mits akkoord van alle partijen.

Elke onderneming die ze na deze datum ondertekent, verbindt er zich toe alle in huidige overeenkomst voorgeschreven verplichtingen na te leven, in die mate ze op haar van toepassing zijn, met inbegrip van de vóór de ondertekeningsdatum opeisbare verplichtingen. De ondertekenende onderneming zal echter niet gehouden zijn tot de verplichtingen die zouden uitgevoerd moeten worden vóór 1 januari van het burgerlijk jaar, tijdens hetwelk zij haar goedkeuring verleende. § 5. Huidige milieuovereenkomst kan opgezegd worden, met naleving van de bepalingen van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten en het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, met een opzeggingsperiode van zes maanden.

De kennisgeving van de opzegging gebeurt, op straffe van nietigheid, met een ter post aangetekende brief, of met een deurwaardersexploot.

De opzeggingsperiode gaat in vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving. Afdeling 3 - Geschillencommissie

Art. 28.§ 1. Er wordt een geschillencommissie samengesteld in geval van geschil betreffende de uitvoering van de milieuovereenkomst. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld (naargelang van de aard van het geschil) en bestaat steeds uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van elke organisatie. De Voorzitter wordt gekozen uit de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest, met de instemming van de andere vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Bij gebrek aan consensus brengt de geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister. Afdeling 4 - Bevoegdheidsbeding

Art. 29.Elk geding dat voortvloeit uit huidige milieuovereenkomst of dat er betrekking op heeft, en waarvoor de geschillencommissie die wordt bedoeld in Art. 28 van huidige overeenkomst, geen oplossing vond, valt onder de bevoegdheid van de vrederechters en de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen. Afdeling 5 - Strafbeding

Art. 30.Als het Gewest een overtreding van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorganisme daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Dit maakt binnen de twee maanden na de kennisgeving van de vastgestelde overtreding een actieplan over aan de Dienst.

Als de Dienst het plan verwerpt, deelt hij zijn standpunt mee in een aangetekend schrijven, waarin hij de redenen van de weigering opgeeft.

De organisatie moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Dienst, op straffe van een aan de Dienst te betalen boete van euro 15.000 (vijftienduizend euro).

Tegen de beslissing van de Dienst kan beroep worden ingesteld bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen. Afdeling 6 - Slotbepalingen

Art. 31.De overeenkomst werd gesloten in Namen, op 22 december 2005 en ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen.

Elke partij bericht ontvangst van een exemplaar van de overeenkomst.

Namen, 22 december 2005.

Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de organisaties : De heer DE CARTIER, Voorzitter van de J.F.B. De heer de BORCHGRAVE, Voorzitter van FEBELMA De heer MARCHANT, Bestuurder van de J.F.B. Mevr. Van ROSSEM, Ondervoorzitster van FEBELMA De heer VAN SINT JAN, Ondervoorzitter van UPP, voorzitter van de Franstalige vleugel

^