Etaamb.openjustice.be
Document van 23 januari 2003
gepubliceerd op 12 mei 2003

Milieuovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor gebruikte loodstartbatterijen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027305
pub.
12/05/2003
prom.
23/01/2003
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2003. - Milieuovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor gebruikte loodstartbatterijen


Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, gewijzigd bij het programmadecreet van 19 december 1996 houdende verschillende maatregelen inzake financiën, tewerkstelling, milieu, gesubsidieerde werken, huisvesting en sociale actie, bij het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, bij het programmadecreet van 17 december 1997 houdende verschillende maatregelen inzake belastingen, taksen en retributies, huisvesting, onderzoek, milieu, plaatselijke besturen en vervoer, bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, bij het decreet van 15 februari 2001 houdende wijziging van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en bij het decreet van 20 december 2001, gedeeltelijk vernietigd door het arrest nr. 81/97 van het Arbitragehof van 17 december 1997, inzonderheid op artikel 8, 2°;

Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan;

Gelet op de bekendmaking van het ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de uitvoering van de terugnameplicht voor versleten banden in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2002, aangekondigd in twee Franstalige dagbladen, in een Duitstalig dagblad en op de website van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu en het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie;

Gelet op de adviezen uitgebracht in het kader van de raadpleging uitgevoerd overeenkomstig het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten;

Overwegende dat deze adviezen de verplichtingen beogen, die bepaald zijn in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en dat de milieuovereenkomst daarvan niet mag afwijken;

Overwegende dat de betrokken sector de ophaling en de behandeling van gebruikte loodstartbatterijen wil optimaliseren zonder de economische en concurrentiële aspecten uit het oog te verliezen, DE VOLGENDE PARTIJEN : 1° Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, zelf vertegenwoordigd door de heer J.-Cl. Vancauwenberghe, Minister-President van de Waalse Regering, en door de heer Michel Foret, Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, hierna het Gewest genoemd; 2° de representatieve verenigingen van de volgende ondernemingen : - de v.z.w. Federatie Automateriaal (FAM), gevestigd Woluwedal 46, bus 12, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer C. Beert, die de volgende groeperingen vertegenwoordigt : - de Groepering van Invoerders, Agenten en Fabrikanten van Onderdelen, Accessoires, Banden en Producten, Gereedschap en Uitrustingen voor Garages en Carrosseriebedrijven en, meer bepaald, de « Commissie Batterijen », die de loodstartbatterijenfabrikanten en -invoerders, vertegenwoordigd door de heer J. Thant, voorzitter, groepeert; - Groepering van Distributeurs van Auto onderdelen, -producten en -accessoires, vertegenwoordigd door de heer Ch. Beert, voorzitter, - de groepering van bandenspecialisten, vertegenwoordigd door de heer Jean-Jacques Berael, voorzitter; - de v.z.w. groepering Autodealers en -agenten, gevestigd Woluwedal 46, bus 10 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Alfons Vervloet, voorzitter; - de v.z.w. REPARAUTO, Groepering van autoreparatiebedrijven, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer L. Anthonissen, voorzitter; - de v.z.w. groepering van de handelaars in tweedehandse voertuigen, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Alain Seigneur; - de v.z.w. FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende ambachten, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer D. Vanmeerhaeghe, voorzitter; - de v.z.w. Groepering van de brandstofverkopers van België, gevestigd Woluwedal 46, bus 10, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Dirk Vanmeerhaeghe, voorzitter; - de v.z.w. VEREMABEL, Groepering van verkopers-herstellers van tractoren en landbouwmachines van België, gevestigd Woluwedal 46, bus 14, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Denis Druine, voorzitter, - de v.z.w. SIGMA, Federatie van de Algemene vertegenwoordigers van materieel voor openbare en private werken, voor de bouw en voor goederenbehandeling, gevestigd Woluwedal 46, bus 14, te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer J. Vanderhaeghe, voorzitter; hierna de Verenigingen genoemd;

Komen hetgeen volgt overeen :

Artikel 1.Juridisch kader De milieuovereenkomst wordt gesloten door bovenvermelde partijen krachtens het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. Deze overeenkomst is dwingend voor bovenvermelde partijen en voor alle leden van de verenigingen die daartoe opdracht hebben gegeven aan hun vereniging. Een lijst van de leden van de verenigingen die opdracht hebben gegeven, wordt ter beschikking gesteld van de « Office wallon des déchets ». ... Bovenvermelde partijen zullen hun leden uitvoerig informeren over de verplichtingen die deze overeenkomst met zich meebrengt.

Art. 2.Begripsomschrijving en toepassingsgebied § 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en in het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities waarin zij voorziet. § 2. Deze overeenkomst heeft betrekking op loodstartbatterijen en afval van loodstartbatterijen op de vervangingsmarkt. Ze slaat dus niet op loodstartbatterijen die bij hun buitengebruikstelling deel uitmaken van een voertuig. § 3. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1. loodstartbatterij : bron van elektrische energie verkregen door rechtstreekse omzetting van chemische energie, bestaande uit één of meer loodplaatjes gedompeld in een elektrolytische oplossing en bestemd voor het opstarten van een explosiemotor;2. gebruikte loodstartbatterij : elke loodstartbatterij waarvan de houder zich ontdoet, zich wil of zich moet ontdoen;3. publiekrechtelijke rechtspersoon : de publiekrechtelijke rechtspersoon die op zijn grondgebied verantwoordelijk is voor de ophaling van huisvuil, overeenkomstig artikel 21 van het decreet betreffende de afvalstoffen;4. milieuheffing : financiële bijdrage als vergoeding voor de beheerskosten van gebruikte loodstartbatterijen;5. dienst : de « Office wallon des déchets », gewestelijke onderneming bedoeld in artikel 34 van het decreet betreffende de afvalstoffen; 6. beheersinstelling : v.z.w. opgericht door de verenigingen overeenkomstig artikel 25 van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan.

Art. 3.Doel van de overeenkomst § 1. Deze overeenkomst bepaalt de modaliteiten van tenuitvoerlegging van de terugnameplicht voor gebruikte loodstartbatterijen overeenkomstig hoofdstuk 6 van het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan t.o.v. de leden van de verenigingen die opdracht hebben gegeven. § 2. Het globale beheer van de gebruikte loodstartbatterijen, met name de ophaling, de behandeling en de verwijdering ervan, moet de volgende doelstellingen nastreven : - een inzamelpercentage hoger dan 90 % vanaf 2002 en dan 95 % vanaf 1 januari 2005; - de gebruikte loodstartbatterijen mogen noch gestort, noch verbrand worden zonder energieterugwinning; - voor afval afkomstig van de behandeling van gebruikte loodstartbatterijen : - 95 % recyclage voor lood; - 100 % valorisatie voor kunstofafval, waarvan minstens 30 % recyclage vanaf 1 januari 2003. - de elektrolyten worden volledig gevaloriseerd of geneutraliseerd.

Art. 4.Preventie § 1. De invoerders verbinden zich ertoe bij de fabrikanten aan te dringen om het gebruik van gevaarlijke materialen te beperken, het vrijmaken van emissies en afval bij het gebruik ervan te voorkomen, bij de buitendienststelling te beperken en de recyclage en behandeling ervan te vergemakkelijken.

Ze dringen bij de fabrikanten aan opdat deze laatsten voortdurend onderzoek zouden doen om in samenwerking met de verschillende vervaardigers de gemiddelde kwaliteit van de op de markt gebrachte loodstartbatterijen te verbeteren op het vlak van de capaciteit, de levensduur en de bewaringsduur.

De invoerders verbinden zich ertoe de verkoop van milieuvriendelijke loodstartbatterijen te bevorderen, duidelijke richtlijnen uit te werken voor de behoeften van de verbruikers en fabrikanten van apparaten van het soort loodstartbatterijen en van andere batterijen die het best geschikt zijn voor bepaalde toepassingen binnen een gamma.

De eindverkopers, tussenverkopers, fabrikanten, invoerders en ophalers zullen de loodstartbatterijen niet van het zuur ontdoen. § 2. De beheersinstelling zal jaarlijks vóór 1 april verslag uitbrengen over de preventiemaatregelen die haar leden genomen zullen hebben, zoals bedoeld in § 1. Als de « Office wallon des déchets » van mening is dat die preventiemaatregelen niet volstaan, wordt in overleg met de beheersinstelling een verbeteringsplan opgemaakt.

Art. 5.Inzameling van gebruikte loodstartbatterijen bij de publiekrechtelijke rechtspersonen § 1. De gebruikte loodstartbatterijen worden namens de beheersinstelling ingezameld op verzoek van de publiekrechtelijke rechtspersonen. § 2. Met het oog op de uitvoering van § 1 van dit artikel zal de beheersinstelling een akkoord sluiten met de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen. Dat akkoord regelt met name de praktische modaliteiten voor de inzameling van de gebruikte loodstartbatterijen met het oog op de verwerking ervan. De beheersinstelling zal enkel de rechtstreekse kosten voor de inzameling en de verwerking van de gebruikte loodstartbatterijen dragen. Het model van dat akkoord wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de « Office wallon des déchets », die de federaties van de plaatselijke besturen om advies zal verzoeken. § 3. De beheersinstelling zal de « Office wallon des déchets » kennis geven van de publiekrechtelijke rechtspersonen met wie een overeenkomst is gesloten.

Art. 6.Inzameling van gebruikte loodstartbatterijen bij de eind- en tussenverkopers. § 1. De eind- en tussenverkopers zijn verantwoordelijk voor de gebruikte loodstartbatterijen die ze overeenkomstig de terugnameplicht ingezameld hebben. § 2. Als de vooropgestelde doelstellingen niet gehaald worden overeenkomstig de vigerende marktvoorwaarden, zal de beheersinstelling een financieringssyteem en een operationeel systeem uitwerken om eraan te voldoen. § 3. Bij een eventuele uitvoering van artikel 5, § 1, of artikel 6, § 2, zal de beheersinstelling de ophalers aanwijzen die instaan voor de inzameling van gebruikte loodstartbatterijen. De akkoorden die in voorkomend geval met de ophalers gesloten zouden worden, zullen één of meer clausules bevatten op grond waarvan de economische activiteit door een onafhankelijke certificatie-instelling gecontroleerd kan worden. § 4. De beheersinstelling zal de representatieve ophalersverenigingen om advies verzoeken met het oog op de uitvoering van deze milieuovereenkomst.

Art. 7.Verwerking van gebruikte loodstartbatterijen § 1. Bij uitvoering van artikel 5, § 1, of artikel 6, § 2, zal de beheersinstelling de ophalers aanwijzen die instaan voor de inzameling van gebruikte loodstartbatterijen. § 2. In dat geval zal de lijst van de erkende verwerkingsinstallaties waarop een beroep zal worden gedaan voor de verwerking van de krachtens deze overeenkomst aangenomen gebruikte loodstartbatterijen, door de beheersinstelling aan de « Office wallon des déchets » overgemaakt worden. § 3. De overeenkomsten die met de verwerkingsbedrijven gesloten zullen worden, bevatten één of meer clausules op grond waarvan de economische activiteit door een onafhanhelijke certificatie-instelling gecontroleerd kan worden. § 4. De beheersinstelling zal de representatieve ophalersverenigingen om advies verzoeken met het oog op de uitvoering van deze milieuovereenkomst.

Art. 8.Beheersinstelling § 1. De Verenigingen zullen het initiatief nemen om een beheersinstelling in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk op te richten overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend. § 2. Overenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst zal de beheersinstelling met name instaan voor : 1° informatieverlening aan alle actoren die bij de uitvoering van deze overeenkomst betrokken zijn;2° de garantie van een controle op de verkrijging van de resultaten bedoeld in artikel 3;3° de organisatie van de inzameling van gebruikte loodstartbatterijen bij uitvoering van artikel 5, § 1, of artikel 6, § 2;4° de organisatie van de verwerking van gebruikte loodstartbatterijen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst. § 3. De beheersinstelling zal de optimale harmonisatie van de administratieve procedures en van de logistiek nastreven. Alle betrokken partijen zullen om advies verzocht worden over de werkingsmodaliteiten van de beheersinstelling. § 4. De beheersinstelling mag toetreding niet ontzeggen aan een bedrijf of verbond dat onder de in deze overeenkomst bedoelde terugnameplicht zou vallen, behalve om behoorlijk gerechtvaardigde ernstige redenen, die aan de « Office wallon des déchets » te richten zijn.

Minstens één vertegenwoordiger van de distributie heeft zitting in de raad van bestuur.

Eventuele geschillen zullen onderworpen worden aan de geschillencommissie bedoeld in artikel 13. § 5. De « Office wallon des déchets » wordt verzocht de vergaderingen van de raad van bestuur en de algemene vergadering van de beheersinstelling bij te wonen. § 6. Bij uitvoering van artikel 5, § 1, of artikel 6, § 2, moeten de type-bestekken voor de inzameling en de verwerking van gebruikte loodstartbatterijen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de « Office wallon des déchets ». Bij de toewijzing van contracten voor de inzameling en de verwerking van gebruikte loodstartbatterijen mag enkel het type-bestek gebruikt worden. De beheersinstelling moet de keuze van de ophalers en de verwerkingsbedrijven rechtvaardigen.

Art. 9.Financiering § 1. De leden van de Verenigingen die opdracht hebben gegeven en die de hoedanigheid van producent of invoerder hebben en de producenten/invoerders die niet aangesloten zijn bij de Verenigingen maar een toetredingscontract met de beheersinstelling hebben gesloten, zullen ter financiering van de activiteiten van de beheersinstelling bij de verkoop van elke loodstartbatterij op de Belgische markt een milieuheffing aan de beheersinstelling betalen.

Die milieuheffing kan verschillen naar gelang van het soort loodstartbatterijen.

De beheersinstelling zal het bedrag van de milieuheffing bepalen met inachtneming van de vermeende inzamel- en verwerkingskosten en van een voorraad in geval van verkeerde kostenraming gedurende de opstartperiode. § 2. Het bedrag van de in § 1 bedoelde milieuheffing behoeft het advies van de « Office wallon des déchets ». Na raming zal een financieel plan ter rechtvaardiging van de milieuheffingen opgesteld worden. Dat plan zal voorgelegd worden aan de « Office wallon des déchets », die advies moet uitbrengen binnen een maand. § 3. Het bedrag van de milieuheffing kan jaarlijks herzien worden, behalve als de herziening ondertussen door bijzondere omstandigheden vereist wordt. In dat geval moet de beheersinstelling duidelijk aangeven waarom de herziening van de milieuheffing ondertussen noodzakelijk is. § 4. Bij elke aankoop van een loodstartbatterij onder leden van de Verenigingen moet het bedrag van de milieuheffingen per soort loodstartbatterij afzonderlijk vermeld worden op de factuur. De milieuheffingen worden hoe dan ook in nettobedragen aan de commercialisatieketens meegedeeld en duidelijk aangekondigd en gefactureerd aan de verbruiker. § 5. De Verenigingen en hun leden, die de milieuovereenkomst hebben ondertekend, verbinden zich ertoe geen loodstartbatterijen op de Belgische markt te verkopen die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een milieuheffing of waarvoor het bewijs niet is geleverd dat er een hermetisch systeem bestaat.

Art. 10.Sensibilisatie van de verbruiker § 1. Krachtens deze overeenkomst zal de beheersinstelling via de eind- en tussenverkopers trachten de verbruikers te sensibiliseren voor de inzameling en de verwerking van gebruikte loodstartbatterijen. De « Office wallon des déchets » moet eerst instemmen met elke informatiecampagne die de beheersinstelling wenst te organiseren. § 2. De eindverkoper moet in elk van zijn verkooppunten op een zichtbare plaats een bericht aanbrengen waarin hij uitlegt hoe hij aan de bepalingen van deze overeenkomst voldoet. Het sensibilisatiemateriaal, dat door de beheersinstelling ter beschikking wordt gesteld, behoeft het advies van de « Office wallon des déchets ».

Art. 11.Rapportage en controle § 1. De beheersinstelling bezorgt de « Office wallon des déchets » jaarlijks uiterlijk 30 april een rapport waarin de volgende gegevens voorkomen : 1° de totale hoeveelheid gebruikte loodstartbatterijen ingezameld in het kader van de terugnameplicht, uitgedrukt in kg en soort;2° de totale hoeveelheid gebruikte loodstartbatterijen ingeleverd bij de installaties vergund voor de verwerking van gebruikte loodstartbatterijen;3° de totale hoeveelheid loodstartbatterijen, uitgedrukt in kg en hoeveelheid per soort, die de leden en deelnemers van de beheersinstelling op de Belgische markt hebben gebracht;4° bij een eventuele uitvoering van artikel 5, § 1, of van artikel 6, § 2, een lijst van de ophalers die de gebruikte loodstartbatterijen in opdracht van de beheersinstelling hebben ingezameld;5° de wijze van verwerking van de gebruitke loodstartbatterijen (kwalitatieve beschrijving);6° de totale hoeveelheid afval na verwerking van de gebruikte loodstartbatterijen, uitgedrukt in kg en verdeeld per groep afvalstoffen zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van deze overeenkomst, die gerecycleerd, gevaloriseerd, geneutraliseerd of verwijderd is. § 2. De beheersinstelling en de leden van de Organisaties verstrekken de « Office wallon des déchets » alle andere gegevens die hij nodig acht om de doelstellingen van deze milieuovereenkomst te evalueren en om toe te zien op de uitvoering van de terugnameplicht.

De « Office wallon des déchets » pleegt eerst overleg met de beheersinstelling. § 3. De beheersinstelling en de « Office wallon des déchets » wijzen samen de controlemaatschappij aan die belast wordt met de controle van de rekeningen van de beheersinstelling en de in § 1 bedoelde gegevens om na te gaan of de geldstromen overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst gebruikt worden. De controlemaatschappij die aangewezen zal worden, mag een maatschappij zijn die aangewezen is krachtens andere wettelijke bepalingen.

De controlemaatschappij maakt regelmatig een geschreven rapport over aan de beheersinstelling en de « Office wallon des déchets », op tijdstippen die door de betrokken partijen vastgelegd worden.

De « Office wallon des déchets » kan verzoeken om elk bijkomend gegeven dat hij nodig acht in het kader van de controle om zich ervan te vergewissen dat de geldstromen met de opdrachten van de beheersinstelling overeenstemmen.

Art. 12.Verbintenis van het Waalse Gewest § 1. Het Waalse Gewest zal bij de andere gewestelijke overheden pleiten voor een harmonieuze en gelijktijdige inwerkingtreding van de regelgeving inzake terugnameplicht voor gebruikte loodstartbatterijen in de drie Gewesten van het Belgische grondgebied. § 2. Het Waalse Gewest zal toezien op de strikte toepassing van het decreet van de Waalse Gewestraad van 27 juni 1996 betreffende afvalstoffen en het besluit van de Waalse Regering van 25 april 2002 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, inzonderheid van hoofdstuk 6. Het Waalse Gewest zal er ook voor zorgen dat overtredingen geverbaliseerd worden. Die controle dient in eerste instantie voor de identificatie van alle producenten en invoerders die onder de terugnameplicht vallen, en om na te gaan of ze aan de terugnameplicht voldoen. De Regering zal met alle andere organisaties die deze overeenkomst hebben getekend, het initiatief nemen om de problematiek van de « free-riders » aan te pakken. § 3. Om de initiatieven van de Verenigingen en leden die deze overeenkomst ondertekend hebben kracht bij te zetten, verbindt het Waalse Gewest zich ertoe in overleg met de beheersinstelling alle aanvullende reglementaire voorschriften op zijn niveau aan te nemen als zulks vereist wordt voor de uitvoering van de terugnameplicht, meer bepaald het halen van de doelstellingen. De verplichtingen van deze overeenkomst zullen aangepast worden aan de bepalingen van een eventuele Europese regelgeving inzake gebruikte loodstartbatterijen als blijkt dat ze er niet mee overeenstemmen. De Gewesten zullen de nodige maatregelen nemen om tot een harmonieuze Europese regelgeving te komen. § 4. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe zijn regelgeving te wijzigen opdat de verwerking en de uitvoer van gebruikte loodstartbatterijen alleen toegelaten zouden worden voor zover de afvalstoffen verwerkt worden volgens de doelstellingen bedoeld in artikel 3.

Art. 13.Geschillencommissie § 1. Er wordt een geschillencommissie opgericht in geval van geschil bij de uitvoering van de milieuovereenkomst. Die commissie wordt ad hoc samengesteld (al naar gelang het geschil) en zal hoe dan ook bestaan uit twee vertegenwoordigers van de « Office wallon des déchets » en twee vertegenwoordigers van de beheersinstelling. De voorzitter wordt in overeenstemming met de vier vertegenwoordigers onder de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest gekozen. § 2. De beslissingen zullen bij consensus genomen worden. Bij gebrek aan consensus, geeft de geschillencommissie de bevoegde Minister kennis daarvan.

Art. 14.Duur en vervaldatum van de overeenkomst § 1. De milieuovereenkomst treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, zoals bepaald in artikel 6 van het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten. § 2. De milieuovereenkomst wordt gesloten voor vijf jaar. § 3. Tijdens haar geldigheidsperiode kan deze overeenkomst gewijzigd worden met de instemming van alle partijen, zoals bepaald in artikel 8, § 3, van bovenvermeld decreet betreffende milieuovereenkomsten. § 4. Deze milieuovereenkomst kan opgezegd worden, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Als de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet ze gezamenlijk uitgaan van alle partijen.

De opzegging wordt, op straffe van nietigheid, bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot meegedeeld. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de kennisgeving.

Art. 15.Bevoegdheidsclausule Elke procedure die voortvloeit uit deze milieuovereenkomst of die er betrekking op heeft en waarvoor de geschillencommissie geen oplossing vindt, zoals bepaald in artikel 13 van deze overeenkomst, valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Brussel.

Art. 16.Strafbeding Als het Gewest vaststelt dat bovenstaande bepalingen niet nageleefd worden en de beheersinstelling bij aangetekend schrijven kennis geeft van de overtredingen, maakt de beheersinstelling binnen twee maanden na die kennisgeving een bijsturingsplan over aan de « Office wallon des déchets ».

Als de 'Office' het plan verwerpt, deelt hij dat mee bij aangetekend schrijven met vermelding van de redenen van de weigering. De instelling moet dan binnen een maand een verbeterd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de 'Office', op straffe van een aan de 'Office' te betalen boete van 15.000 euro.

Art. 17.Slotbepaling De milieuovereenkomst is gesloten te Brussel op 23 januari 2003 en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de overeenkomst.

Namen, 23 januari 2003.

Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^