Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 18 oktober 2002

Conventie betreffende de netbeheerder Conventie betreffende de netbeheerder, tussen : de Belgische Staat, hierbij vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, waarvan het kabinet gevestigd is te 1000 Bru en : 1. De N.V. Electrabel, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Rege(...)

bron
ministerie van economische zaken
numac
2002011409
pub.
18/10/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Conventie betreffende de netbeheerder Conventie betreffende de netbeheerder, tussen : de Belgische Staat, hierbij vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, waarvan het kabinet gevestigd is te 1000 Brussel, Koloniënstraat 56, en : 1. De N.V. Electrabel, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Regentlaan 8, hierbij vertegenwoordigd door de heer Willy Bosmans, Voorzitter; 2. De N.V. SPE, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Koningsstraat 55, bus 14, hierbij vertegenwoordigd door de heer Jacques Vandebosch, Voorzitter van het Directiecomite; 3. De C.V.B.A. CPTE, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Boomkwekerijstraat 20, hierbij vertegenwoordigd door de heren Willy Bosmans, Voorzitter, en Jacques Vandebosch, Voorzitter van het Directiecomite; 4. De C.V.B.A. Publi-T, coöperatieve vennootschap, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Galerie Ravenstein 4, bus 2, hierbij vertegenwoordigd door de heer Francis Vermeiren, Voorzitter; 5. De N.V. ESO (hierna genoemd « de netbeheerder »), waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Keizerslaan 20, hierbij vertegenwoordigd door de heer Willy Bosmans, Voorzitter;

Hierna genoemd de « aandeelhouders van ELIA »; 6. De N.V. ELIA, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Keizerslaan 20, hierbij vertegenwoordigd door de heer Willy Bosmans, Voorzitter;

En gezamenlijk de « partijen »;

Gelet op de Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (hierna : de elektriciteitswet), inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het feit dat de Regering, bij beslissing van de Ministerraad van 25 januari 2002, zijn goedkeuring gaf aan een dubbele structuur van de beheerder van het transmissienet en daartoe de Staatssecretaris voor Energie belastte, enerzijds, met het voorleggen aan de Ministerraad van een ontwerp houdende wijziging van de betreffende reglementaire en wettelijke bepalingen teneinde aan de CREG een volledige controle te garanderen op de dubbele structuur en, anderzijds, met het ter goedkeuring voorleggen, van een ontwerp van ministerieel besluit houdende aanwijzing van de beheerder van het transmissienet en een conventie tussen Electrabel, SPE, Publi-T, de CREG en de Staat teneinde aan de CREG de volledige op de dubbele structuur te garanderen zolang de reglementaire en wettelijke bepalingen nog niet in werking zijn getreden;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 20 maart 2002;

Gelet op het feit dat partijen, teneinde zo spoedig mogelijk te kunnen overgaan tot de aanwijzing van de beheerder van het transmissienet, onderhavige conventie hebben gesloten, Wordt overeen gekomen wat volgt :

Artikel 1.Voor de toepassing van deze conventie wordt onder « dochteronderneming » verstaan elke handelsvennootschap waarin de netbeheerder, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten minste 10 procent bezit van het kapitaal of van de stemrechten verbonden aan de effecten uitgegeven door deze handelsvennootschap.

Art. 2.De netbeheerder dient, rechtstreeks of onrechtstreeks, op twee effecten na, het bezit te hebben van het volledige kapitaal van en de stemrechten verbonden aan de effecten uitgegeven door : 1° elke dochteronderneming die op vraag van de netbeheerder het beheer van het transmissienet bedoeld in artikel 8 van de elektriciteitswet geheel of gedeeltelijk waarneemt;2° elke dochteronderneming die eigenaar is van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet. Elke vervreemding door de netbeheerder en zijn dochterondernemingen van de infrastructuur en uitrusting die deel uitmaken van het transmissienet, is onderworpen aan het eensluidend advies van de CREG.

Art. 3.De rechten en verplichtingen die de netbeheerder krachtens de wet heeft, zijn van toepassing op elk van zijn dochterondernemingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°. De bevoegdheden waarover de commissie door of krachtens de wet beschikt ten aanzien van de netbeheerder, zijn eveneens van toepassing op elk van de dochterondernemingen bedoeld in artikel 2.

Art. 4.De raden van bestuur en de directiecomités van de netbeheerder en van elk van zijn dochterondernemingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze conventie zijn samengesteld uit dezelfde leden. Op voorstel van de CREG kan de Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling hierop uitzonderingen toestaan indien deze nodig blijken voor een efficiënt bestuur van de netbeheerder en zijn dochterondernemingen en indien zij de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van het beheer van het transmissienet niet bedreigen.

Er is geen enkele onafhankelijkheid vereist van het personeel van de netbeheerder ten aanzien van zijn dochterondernemingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze conventie en omgekeerd. Er is geen enkele onafhankelijkheid vereist van het personeel van een bepaalde dochteronderneming bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze conventie ten aanzien van een andere dochteronderneming bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze conventie.

Art. 5.De transacties tussen de netbeheerder en zijn dochterondernemingen en tussen de dochterondernemingen onderling moeten enkel toelaten om de reële toerekenbare kosten te dekken, zoals bedoeld in artikel 12, § 2, 2° van de electriciteitswet. Het bestaan van dochterondernemingen mag niet leiden tot een toename van de reële kosten die geacht zijn te worden gedekt door de tarieven bedoeld in artikel 12, § 1, eerste zin, van de elektriciteitswet overeenkomstig artikel 12, § 2, 2°, van dezelfde wet. Voor het bepalen van de billijke winstmarge bedoeld in artikel 12, § 2, 3°, van de elektriciteitswet worden de netbeheerder en zijn dochterondernemingen inzake hun wederzijdse transacties als een economische eenheid beschouwd.

Art. 6.De niet-naleving van onderhavige conventie wordt beschouwd als een grove tekortkoming bedoeld in artikel 10, § 2, 2°, van de elektriciteitswet. Bijgevolg kan de Minister bevoegd voor Energie, ingeval van niet-naleving van onderhavige conventie, na advies van de CREG en beraadslaging in de Ministerraad, de aanstelling van de netbeheerder herroepen.

Ingeval van niet-naleving van onderhavige conventie kan de CREG de netbeheerder een administratieve geldboete overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 31 van de elektriciteitswet opleggen, dewelke in mindering komt van de billijke winstmarge bedoeld in artikel 12, § 2, 3°, van de elektriciteitswet.

Art. 7.Deze conventie eindigt vanaf de inwerkingtreding van de wijzigingen aan de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (« elektriciteitswet »), van de wijzigingen aan het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende het beheer van het nationaal transmissienet (wijzigingen vastgelegd overeenkomstig de beslissingen van de Ministerraad van 20 maart 2002) en, in voorkomend geval, het koninklijk besluit van 4 april 2001 houdende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven en de boekhouding van de beheerder van het nationaal transmissienet voor elektriciteit.

Opgesteld te Brussel, op 13 september 2002, in 7 exemplaren waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen.

BELGISCHE STAAT ELECTRABEL SPE CPTE PUBLI-T ESO ELIA

^