Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 19 mei 2005

Administratief en geldelijk reglement van de contractuele personeelsleden van de GOMB De raad van bestuur, Gelet op zijn beslissing van 25 maart 2005; Gelet op het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Dit reglement is van toepassing op d(...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2005031140
pub.
19/05/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Administratief en geldelijk reglement van de contractuele personeelsleden van de GOMB De raad van bestuur, Gelet op zijn beslissing van 25 maart 2005;

Gelet op het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB goedgekeurd door de raad van bestuur op 30 januari 2004, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de personen die overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten in dienst genomen zijn bij de GOMB.

Art. 2.Personen kunnen bij arbeidsovereenkomst in dienst worden genomen uitsluitend om : 1° aan uitzonderlijke en/of tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen, hetzij voor in de tijd beperkte acties, hetzij voor een buitengewone toename van het werk;2° ambtenaren te vervangen bij gehele of gedeeltelijke afwezigheid, ongeacht of ze in dienstactiviteit zijn of niet, wanneer de duur van die afwezigheid tot vervanging noopt;3° bijkomende of specifieke taken te vervullen.

Art. 3.Elke arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk afgesloten.

Tenzij anders bepaald, is de werkplaats de maatschappelijke zetel van de GOMB. De overeenkomsten worden voor de GOMB door de voorzitter en de afgevaardigd bestuurder ondertekend.

Art. 4.De contractuele personeelsleden zijn onderworpen aan een proefperiode. Deze periode duurt maximum : - drie maanden voor de personeelsleden van niveau D, - zes maanden voor de personeelsleden van de niveaus A, B en C. De proefperiode mag evenwel niet langer zijn dan de helft van de duur van de overeenkomst, maar ook niet korter dan het wettelijke minimum.

Zij wordt niet meer opgelegd als de beroepsbekwaamheid van het personeelslid kan worden afgeleid uit de vroegere prestaties bij de GOMB waarvan de duur minstens gelijk is aan de proefperiode. HOOFDSTUK II. - Indienstneming Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 5.Om bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen te worden, moet aan volgende algemene voorwaarden worden voldaan overeenkomstig artikel 15 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB : 1° een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de vereisten van de te verlenen betrekking;2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;3° voldoen aan de wetten van de dienstplicht;4° houder zijn van een diploma of een studiegetuigschrift in overeenstemming met het niveau van de te verlenen graad op dezelfde voorwaarden als die die van toepassing zijn op het statutair personeel van de GOMB;5° de medische geschiktheid aantonen die vereist is voor de te verlenen betrekking.

Art. 6.De in artikel 2, 1° en 2°, bedoelde contractuele personeelsleden worden in dienst genomen in een van de in artikel 110 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB bedoelde wervingsgraden.

Voor de contractuele personeelsleden bedoeld in artikel 2, 1°, kan de raad van bestuur van deze regel afwijken bij gemotiveerde beslissing.

Art. 7.De raad van bestuur stelt het aantal, de duur en het type van betrekkingen vast waarvoor er contractuele personeelsleden in dienst worden genomen om te voldoen aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften.

Art. 8.De contractuele personeelsleden die een vervangingsopdracht vervullen, treden in dienst voor een periode die niet langer mag zijn dan de duur van de vervanging.

Art. 9.De bijkomende en specifieke taken, bedoeld in artikel 2, 3°, stemmen overeen met de betrekkingen uitgeoefend door : - het hoofd van het departement informatica met een universitair diploma, - de milieu-expert met een universitair diploma; - elke expert die nodig is voor de specifieke aan de GOMB toegewezen opdrachten; - elke expert die nodig is voor het opzetten van nieuwe technieken, - elke expert die de raad van bestuur noodzakelijk acht voor de opdrachten van de instelling. Afdeling 2. - Bevoegde overheden

Art. 10.De machtigingen tot indienstneming van contractuele personeelsleden worden verleend door de raad van bestuur van de GOMB die daartoe een delegatie kan verlenen aan het uitvoerend bureau. Afdeling 3. - Indienstnemingsprocedure

Art. 11.De administrateur-generaal en de betrokken directeur-generaal selecteren de kandidaten op voordracht van het departement personeelsbeheer van de GOMB. De preselectie van de in het eerste lid bedoelde contractuele personeelsleden wordt door het departement personeelsbeheer verricht, op basis van de functiebeschrijving overeenkomstig artikel 9 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de GOMB. Het departement personeelsbeheer kan zich laten bijstaan bij voorkeur door de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling.

De administrateur-generaal en de directeur-generaal brengen verslag uit bij het orgaan dat de beslissing neemt, met name de raad van bestuur of het uitvoerend bureau. HOOFDSTUK III. - Arbeidsregeling en verloven Afdeling 1. - Arbeidsregeling

Art. 12.De arbeidsduur en de arbeidsregeling zijn dezelfde voor het contractueel personeel en voor het statutair personeel. Afdeling 2. - Evaluatie

Art. 13.Het contractuele personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van bepaalde duur van minstens twee jaar wordt onderworpen aan een evaluatie.

Het doel van de evaluatie is de bekwaamheid en het door het contractuele personeelslid verrichte werk bij het uitoefenen van zijn functie beoordelen. De evaluatie is gebaseerd op de functiebeschrijving na een onderhoud in het begin tot bepaling van de te bereiken doelstellingen.

Het contractuele personeelslid wordt na de proefperiode om de twee jaar door een hiërarchische meerdere geëvalueerd.

Onverminderd de toepassing van het laatste lid van dit artikel duurt de evaluatieperiode van het contractuele personeelslid minstens zes maanden.

Eén jaar na elke evaluatie heeft het contractuele personeelslid een tussentijds gesprek betreffende de verwezenlijking van de hem toegekende doelstellingen.

Het evaluatiegesprek slaat op : 1° de kwaliteit en de kwantiteit van het tijdens het afgelopen jaar geleverde werk, 2° de eventuele wijziging van werkmethoden en werkattitudes of de noodzaak van bijscholing, 3° de tijdens de volgende evaluatieperiode na te streven doelstellingen. De gemachtigde hiërarchische meerdere stelt een evaluatieverslag op met vermelding van de datum van het gesprek, de daarin behandelde punten en de conclusies waartoe het heeft geleid. Hij kent de vermelding « voldoende » of « onvoldoende » toe.

Het personeelslid kan er zijn opmerkingen aan toevoegen en ontvangt een afschrift van het evaluatieverslag.

Indien de evaluatie onvoldoende is, wordt de betrokkene na drie maanden onderworpen aan een nieuwe evaluatie. Een tweede onvoldoende evaluatie leidt tot een voorstel tot ontslag van het personeelslid.

Art. 14.De contractuele personeelsleden zijn onderworpen aan de bepalingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB inzake de onverenigbaarheden en de cumulatie van activiteiten. Afdeling 3. - Verloven

Art. 15.De contractuele personeelsleden genieten in verhouding tot hun prestaties : a) dezelfde verloven als die bepaald in Deel XV, Titel II, hoofdstuk II van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de GOMB, voor zover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten.b) vanaf het moment dat ze minstens 1 jaar voltijds in dienst zijn, dezelfde verloven als die bepaald in Deel XV, Titel II, hoofdstuk I met uitzondering van de halftijdse vervroegde uittreding, hoofdstuk III, hoofdstuk IV met uitzondering van afdeling 2 betreffende het toezicht en de definitieve ongeschiktheidsverklaring en afdeling 3 betreffende de verminderde prestaties wegens ziekte en hoofdstuk V van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de GOMB, voor- zover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten. Onverminderd de bepalingen die op hen van toepassing zijn inzake loopbaanonderbreking, genieten de contractuele personeelsleden bovendien een loopbaanonderbreking voor het verzorgen van een ernstig ziek gezins- of familielid of in het raam van het ouderschapsverlof bepaald door de artikelen 11 en 12 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen.

De verloven bedoeld in de voorgaande leden worden toegekend volgens de op het statutair personeel van toepassing zijnde regels.

Art. 16.De contractuele personeelsleden mogen niet afwezig zijn als zij geen verlof of dienstvrijstelling hebben gekregen volgens de op het statutair personeel van toepassing zijnde regels.

Art. 17.Onverminderd de regels die op hen van toepassing zijn volgens de regeling in de privé-sector, vallen de wegens ziekte afwezige contractuele personeelsleden onder het medisch toezicht van de door de raad van bestuur aangestelde medische controledienst volgens de geldende reglementering.

Zij zijn eveneens onderworpen aan de geldende reglementering inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten. Afdeling 4. - Vorming

Art. 18.De bepalingen van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB inzake vorming zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Bezoldigingsregeling

Art. 19.De contractuele personeelsleden ontvangen een bezoldiging die gelijk is aan de wedde die verbonden is aan de graad en de eerste weddenschaal die aan het statutair personeel worden toegekend voor dezelfde of een gelijkaardige functie evenals de daaraan verbonden tussentijdse verhogingen.

Art. 20.De personen bedoeld in artikel 9 genieten afhankelijk van hun situatie : - als expert de weddenschaal A200, na 12 jaar de weddenschaal A210; - als expert van hoog niveau de weddenschaal A300 en na 12 jaar de weddenschaal A310.

Art. 21.De contractuele personeelsleden genieten in verhouding tot hun prestaties : 1° a) dezelfde vergoedingen en toelagen of premies als die toegekend voor dezelfde of een gelijkwaardige functie met uitzondering van art. 270 en 270bis van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB; b) een aanvullende vergoeding voor begrafeniskosten voor zover het totaal van de hen verschuldigde vergoedingen krachtens de op hen van toepassing zijnde regelingen in de privé-sector het bedrag van de aan het statutair personeel verschuldigde vergoeding niet overschrijdt.2° vanaf het moment dat ze minstens 1 jaar in dienst zijn : dezelfde vergoedingen en toelagen of premies als die toegekend voor dezelfde of een gelijkwaardige functie van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de GOMB, voorzover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten.

Art. 22.De geldelijke anciënniteit wordt berekend volgens de op het statutair personeel van toepassing zijnde regels.

De periodes van niet gewaarborgd inkomen evenals de periodes met verminderde prestaties om medische of persoonlijke redenen worden niet in aanmerking genomen voor de tussentijdse verhogingen.

Art. 23.De effectief onder arbeidsovereenkomst gepresteerde diensten in de privé-sector komen in aanmerking voor de berekening van de geldelijke anciënniteit, indien die een vereiste vormden bij de aanwerving en ten belope van het aantal jaren ervaring die vereist zijn bij de aanwerving, met een maximum van 6 jaar.

De jaren gepresteerd in de openbare sector worden in aanmerking genomen zoals bij de statutaire personeelsleden.

Art. 24.De geldelijke anciënniteit van de contractuele personeelsleden kan nooit meer bedragen dan de reële duur van de werkelijk gepresteerde diensten tijdens hun professionele loopbaan.

Art. 25.De bij deeltijdse arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelsleden worden bezoldigd naar rata van de deeltijdse prestaties. HOOFDSTUK V. - Ontbinding van de arbeidsovereenkomst

Art. 26.De beslissingen tot ontslag worden genomen door dezelfde bevoegde overheden als die bedoeld in artikel 10 voor de beslissingen tot indienstneming, met uitzondering van het ontslag wegens een zware fout waar de voorzitter en/of de afgevaardigd bestuurder de beslissing neemt.

Art. 27.Bij voorstel tot ontslag van een contractueel personeelslid dat twee evaluaties 'onvoldoende' kreeg, wordt het personeelslid, bijgestaan door de persoon van zijn keuze, gehoord door de directieraad die verslag uitbrengt bij de raad van bestuur.

Art. 28.Bij ontslag wegens zware fout wordt het betrokken personeelslid, bijgestaan door de persoon van zijn keuze, gehoord door de administrateur-generaal en de bevoegde directeur-generaal of hun plaatsvervangers, die ter plaatse een proces-verbaal van hoorzitting opmaken zodat het betrokken personeelslid onmiddellijk zijn opmerkingen kan doen gelden.

Art. 29.Bij herstructurering van de diensten, die het ontslag van contractuele personeelsleden tot gevolg kan hebben, moet er vooraf onderhandeld worden met de representatieve vakorganisaties. In dat geval is een outplacementprocedure op te zetten met het bevoegde departement van de Brusselse Dienst voor Arbeidsbemiddeling voor het ontslagen contractueel personeel. HOOFDSTUK VI. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 30.Bij de inwerkingtreding van dit reglement behouden de in dienst zijnde personeelsleden de hen toegekende geldelijke anciënniteit.

Art. 31.De volgende regels zijn van toepassing als overgangsbepalingen. § 1. Opdat de contractuele personeelsleden die in dienst zijn op het moment van inwerkingtreding van dit reglement geen financieel verlies zouden lijden, zullen zij een even hoog of het onmiddellijk hoger loon ontvangen dan wat ze nu genieten dat overeenstemt met een weddenschaal verbonden aan het niveau waarin ze zijn aangeworven.

Bijzondere gevolgen : 1° de contractuele personeelsleden die door de raad van bestuur erkend worden als expert of expert van hoog niveau zullen onmiddellijk weddenschaal A200 (voor de expert) of A300 (voor de expert van hoog niveau) genieten met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A210 (voor de expert) of A310 (voor de expert van hoog niveau) na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 2° de titularissen van de vroegere weddenschaal 14.1 genieten onmiddellijk weddenschaal A300 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A310 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 3° de titularissen van de vroegere weddenschaal 13.2 genieten onmiddellijk weddenschaal A210 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A220 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 4° de titularissen van de vroegere weddenschaal 12.1 genieten onmiddellijk weddenschaal A111 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A112 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 5° de titularissen van de vroegere weddenschaal 11.3 genieten onmiddellijk weddenschaal A102 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A103 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 6° de titularissen van de vroegere weddenschaal 10.1 genieten onmiddellijk weddenschaal A101 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal A102 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 7° de titularissen van de vroegere weddenschaal 27.1 genieten onmiddellijk weddenschaal B102 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal B103 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 8° de titularissen van de vroegere weddenschaal 26.1 en 22.5 genieten onmiddellijk weddenschaal B101 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal B102 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 9° de titularissen van de vroegere weddenschaal 25.6 genieten onmiddellijk weddenschaal B200 met een evolutie in hun loopbaan na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 10° de titularissen van de vroegere weddenschaal 20.2, 21.2 en 22.4 genieten onmiddellijk weddenschaal C102 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal C103 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 11° de titularissen van de vroegere weddenschaal 20.1 genieten onmiddellijk weddenschaal C101 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal C102 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 12° de titularissen van de vroegere weddenschaal 34.1 genieten onmiddellijk weddenschaal D103 met een evolutie in hun loopbaan na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 13° de titularissen van de vroegere weddenschaal 30.1 genieten onmiddellijk weddenschaal D101 met een evolutie in hun loopbaan naar weddenschaal D102 na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement; 14° voor 9° en 12° zal de raad van bestuur de nodige weddenschalen vaststellen om een evolutie in de loopbaan na 12 jaar anciënniteit in de weddenschaal die hen is toegekend op het moment van inwerkingtreding van dit reglement mogelijk te maken. § 2. De anciënniteit van 12 jaar nodig voor de evolutie van de loopbaan waarvan sprake in § 1 wordt berekend vanaf de dag van inwerkingtreding van dit reglement en van de nieuwe weddenschalen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De contractuele personeelsleden kunnen een versnelde loopbaan genieten op basis van de vorming met uitzondering van de experts van hoog niveau aangezien zij als ervaren beschouwd werden bij de aanwerving.

Het contractuele personeelslid dat beschikt over een evaluatie « voldoende » kan zijn loopbaan versnellen door één of meerdere programma's inzake vrijwillige beroepsvorming overeenstemmend met zijn niveau met goed gevolg af te werken nog vóór hij 12 jaar anciënniteit telt in de weddenschaal die hem is toegekend bij de inwerkingtreding van dit reglement.

Onder vrijwillige beroepsvorming dient te worden verstaan de vorming bedoeld in artikel 248 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB. Onder de voorwaarden bepaald in artikel 254 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB en in het 2de lid van deze paragraaf, wordt de verhoging van weddenschaal zoals opgenomen in § 1 van dit artikel toegekend zodra de ambtenaar 6 jaar anciënniteit telt in de weddenschaal die hem is toegekend bij de inwerkingtreding van dit reglement. § 4. De contractuele personeelsleden genieten in verhouding tot hun prestaties : a) dezelfde vergoedingen en toelagen of premies als die toegekend voor dezelfde of een gelijkwaardige functie van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de GOMB;b) een aanvullende vergoeding voor begrafeniskosten voor zover het totaal van de hen verschuldigde vergoedingen krachtens de op hen van toepassing zijnde regelingen in de privé-sector het bedrag van de aan het statutair personeel verschuldigde vergoeding niet overschrijdt.

Art. 32.Dit reglement treedt met terugwerkende kracht in werking op 31 maart 2004.

^