Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 31 juli 2007

Algemeen reglement voor waterdistributie in het Waalse Gewest ten behoeve van de abonnees en de gebruikers Krachtens artikel R.270bis -17, lid 2, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, stelt de Minister bevoegd voor wa Dit reglement neemt, om ze nader te bepalen, de bepalingen over van Boek II van het Milieuwetboek, (...)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202437
pub.
31/07/2007
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Algemeen reglement voor waterdistributie in het Waalse Gewest ten behoeve van de abonnees en de gebruikers Krachtens artikel R.270bis -17, lid 2, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, stelt de Minister bevoegd voor waterbeleid het algemeen reglement voor waterdistributie in het waalse gewest ten behoeve van de abonnees en de gebruikers vast.

Dit reglement neemt, om ze nader te bepalen, de bepalingen over van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, voor zover ze relevant zijn voor de waterdistributie. Het kwam tot stand in overleg met alle Waalse waterverdelers en kreeg het gunstig advies van het "Comité de contrôle de l'eau" (Comité voor watercontrole) d.d. 28 november 2005.

Inhoudstafel : Hoofdstuk I : Begripsbepalingen Artikel 1.

Hoofdstuk II : Toegang tot de openbare waterdistributie en aansluiting Artikel 2 : Recht op een aansluiting Artikel 3 : Aanvraag betreffende de aanleg, prijsinformatie en aansluitingswijze Artikel 4 : Uitvoering - Wijziging - Einde van de dienstverlening : Nadere bepalingen Artikel 5 : Voorlopig aansluitpunt Artikel 6 : Aantal meters per aansluiting Artikel 7 : Voorwaarden voor de aanleg van de aansluiting Artikel 8 : Bepaling van het soort en de diameter van de meter Artikel 9 : Watertoevoer voor bluswerkzaamheden bij brand Artikel 10 : Bescherming van de meter Artikel 11 : Opvolgende abonnee Hoofdstuk III : Waterbevoorrading, watergebruik en waterkwaliteit Artikel 12 : Terbeschikkingstelling Artikel 13 : Bezwaren Artikel 14 : Onderbreking van de watertoevoer Artikel 15 : Opschorting van de watertoevoer Artikel 16 : Spaarzaam watergebruik Artikel 17 : Artikel betreffende de waterkwaliteit Artikel 18 : Toegang tot de installaties en de meters Hoofdstuk IV : Gebruik en bescherming van de privé-waterleidinginstallatie Artikel 19 : Bescherming van het net tegen terugstromen van water Artikel 20 : Alternatieve of aanvullende bevoorrading Artikel 21 : Uitvoering van werken Artikel 22 : Plaats toegankelijk voor het publiek Artikel 23 : Wijziging van de druk geleverd door de verdeler Artikel 24 : Samenvoegen van privé-installaties Artikel 25 : Identificatie van de leidingen Artikel 26 : Bevoorrading van een derde met water Artikel 27 : Bescherming van de privé-installaties Artikel 28 : Waterleidingen in lood Artikel 29 : Apparaat voor waterbehandeling Hoofdstuk V : Registratie van het waterverbruik - Tarifering en facturatie Artikel 30 : Registratie van het waterverbruik Artikel 31 : Wijze van opname van de meterstand Artikel 32 : Forfaitaire schatting van het waterverbruik Artikel 33 : Controle van de meter Artikel 34 : Tarifering Artikel 35 : Vrijstelling van de RKS Artikel 36 : Facturering Artikel 37 : Voorstelling van de factuur Artikel 38 : Betaling van de facturen en inning Artikel 39 : Verbruik : betalingswijze en betalingstermijn Artikel 40 : Aanmaning Artikel 41 : Ingebrekestelling Artikel 42 : Wanbetaling Artikel 43 : Bezwaren Artikel 44 : Solidariteit eigenaar (gebruiker) - huurder (abonnee) Artikel 45 : Betaling door derden Artikel 46 : Garantie Artikel 47 : Rechtzetting van de rekeningen Artikel 48 : Informatie Artikel 49 : Vergoedingen Artikel 50 : Strafrechtelijke sancties Hoofdstuk VI : Territoriale bevoegdheid Artikel 51 : Territoriale bevoegdheid Hoofdstuk VII : Bijzondere bepalingen Artikel 52 : Kosten en vergoedingen Artikel 53 : Indexeringen HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen

Artikel 1.Onder volgende begrippen dient te worden verstaan : - abonnee : elke persoon die houder is van een recht van eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, gebruik, bewoning, opstal, erfpacht op een goed dat aangesloten is op de openbare waterverdeling; - last van de dienst : de gezamenlijke verplichtingen opgelegd aan de persoon die, al naargelang het geval, de hoedanigheid van abonnee of gebruiker bezit; - meter : meettoestel en toebehoren voor het berekenen van de watervolumes die tijdens een welbepaalde periode zijn verbruikt; - reële kostprijs van de distributie (RKD) : wordt per kubieke meter berekend en omvat de gezamenlijke kosten voor de waterproductie en -distributie, met inbegrip van de kosten voor de bescherming van het afgenomen water voor de openbare distributie; - reële kostprijs van de sanering (RKS) : wordt per kubieke meter berekend en omvat de gezamenlijke kosten voor de openbare sanering van het huishoudelijk afvalwater; - verdeler : degene die de openbare waterdistributie verricht; - privé-installatie : de leidingen en de apparatuur die stroomafwaarts de meter aangelegd zijn; - woning : individuele woning in de zin van artikel 1, 4°, van de Waalse Huisvestingscode; - dienstverlening : de gezamenlijke technische en bestuurlijke handelingen met het oog op de openbare waterdistributie; - aansluiting : de gezamenlijke leidingen en apparatuur om een pand van water te voorzien, vanaf de aansluiting op de moederleiding tot aan de meter; - gebruiker : elke persoon die als bewoner van een aangesloten pand geniet van de openbare waterdistributie.

Artikelen D.2, D.181 en D.194 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK II. - Toegang tot de openbare waterdistributie en aansluiting

Art. 2.Recht op een aansluiting.

Elke persoon die houder is van een zakelijk recht op een onroerend goed heeft op eigen aanvraag en te zijnen laste recht op de aansluiting van dat goed op het openbare waterdistributienet. De verlenging van het net van de verdeler die nodig zou zijn om het pand aan te sluiten is : - volledig ten laste van de aanvrager indien het een verkaveling betreft in de zin van artikel 89 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; - volledig ten laste van de aanvrager indien het een verlenging betreft buiten een bestaande openbare weg; - is verder dan de eerste vijftig meter ten laste van de aanvrager indien het een andere aanvraag om verlenging betreft, de eerste vijftig meter van de verlenging zijn ten laste van de verdeler.

Artikel D.195 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 3.Aanvraag betreffende de aanleg, prijsofferte en aansluitingswijze.

De aanvraag wordt door de houder van het zakelijk recht op het onroerend goed bij de verdeler ingediend aan de hand van een formulier voor de aanvraag voor een aansluiting dat door de verdeler ter beschikking wordt gesteld.

In antwoord op die aanvraag voor een aansluiting stelt de verdeler een prijsofferte op en maakt het over aan de aanvrager.

Behalve onvoorziene omstandigheden die bij uitvoering van de werken optreden is de totale prijs vast.

Het blijft geldig gedurende twee maanden nadat het is opgestuurd.

Art. 4.Uitvoering - Wijziging - Einde van de dienstverlening : Nadere bepalingen § 1. De werken voor de aanleg van de aansluiting zijn ten koste van de abonnee. Zij worden in een prijsofferte vermeld.

De aansluiting moet volledig betaald zijn voor zij in dienst genomen wordt.

Indien de abonnee vraagt dat de aansluiting gewijzigd of dat de dienstverlening beëindigd wordt, zijn die werken ook te zijnen laste.

Ook daarvoor wordt een prijsofferte opgesteld.

De prijsofferte wordt aan de aanvrager bezorgd binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van zijn aanvraag.

Er kan een aanbetaling van hoogstens 50 % van de prijsoffrte door de verdeler geëist worden.

Behalve in geval van overmacht worden de werken door de verdeler uitgevoerd binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van de uitdrukkelijke instemming van de aanvrager met het bestek voor de uitvoering van de werken en onder voorbehoud van de uitvoeringsvoorwaarden vermeld in die prijsofferte. § 2. Indien de abonnee vraagt dat de dienstverlening beëindigd wordt, treft de verdeler alle technische schikkingen om de dienstverlening zonder schade voor de veiligheid en de gezondheid te beëindigen.

Als de abonnee niet de gebruiker is, mag enkel op de vraag ingegaan worden met de uitdrukkelijke instemming van de gebruiker. § 3. De kosten voor de wijziging in de aansluiting door de verdeler worden door laatstgenoemde overgenomen. § 4. Onverminderd artikel 10 behoort de aansluiting de verdeler toe, die er verantwoordelijk voor is en er in het onderhoud van voorziet.

Artikel D.196 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 5.Voorlopig aansluitpunt.

De verdeler kan voorlopig de aannemers, kermisreizigers en andere tijdelijke gebruikers een aansluiting of een voorlopig tappunt toestaan volgens bijzondere voorwaarden die geval per geval worden bepaald.

Art. 6.Aantal meters per aansluiting.

Voor elke aansluiting is er minstens één meter.

Voor de nieuwe aansluitingen wordt er een meter geplaatst om het verbruik in iedere woning, handelsactiviteit of in ieder gebouw geïndividualiseerd te meten.

Voor de bestaande aansluitingen [en indien de woning geen nieuwe bestemming gekregen heeft] kan de verdeler op eigen kosten in overeenstemming met de abonnee of op diens verzoek in een ter beschikking gesteld technisch lokaal de meter die het verbruik opneemt in meerdere woningen, handelsactiviteiten of gebouwen vervangen door een reeks meters die het verbruik in iedere woning, handelsactiviteit of in ieder gebouw geïndividualiseerd kunnen opmeten. In dit geval wordt in een bijkomende meter voorzien voor het opmeten van het eventuele gemeenschappelijke verbruik.

De aansluiting van de binneninstallatie van de woning op elke indivdiduele meter blijft ten laste van de eigenaar(s).

Als een aansluiting die reeds bestond op de dag van inwerkingtreding van het decreet afwijkingshalve niet met een meter is uitgerust, moet de verdeler op eigen kosten een meter plaatsen vóór 31 december 2005.

Tijdens die overgangsperiode geldt bij een aansluiting zonder meter, per aansluiting, de eenvormige tarifering waarin artikel 34 voorziet.

Artikel D.197 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 7.Voorwaarden voor de aanleg van de aansluiting.

Elke nieuwe aansluiting moet een tracé volgen dat haaks staat op de as van de weg op het openbare domein, op het privé-domein en op de privé-gronden. In geval van een belangrijk technisch probleem of buitensporige kosten voor de plaatsing of de vervanging van de aansluiting kan de verdeler, in overeenstemming met de abonnee, een ander tracé volgen.

Er kan aan de wegkant een waterkraan op de aansluiting worden gevestigd.

In het gebouw wordt de meter bij de gevelmuur geplaatst, zo dicht mogelijk bij de weg.

De meter wordt zo geplaatst dat de toegang, de opname van de meterstand, de bewaking, de regelmatige werking, de vervanging, de herstelling vlot kunnen verlopen.

De meter wordt in een lokaal van het pand geplaatst. Als geen enkel lokaal van het pand aan bovenstaande voorwaarden beantwoordt of als het pand verder dan 20 meter van het openbare domein verwijderd staat, wordt de meter in een daartoe aangelegd mangat geplaatst. Als de technische voorwaarden behoorlijk verantwoord zijn, kan de verdeler van dat beginsel afwijken middels een overeenkomst met de abonnee.

Het plaatsen van individuele meters in een pand vereist dat er voor de plaatsing ervan een technisch lokaal ter beschikking wordt gesteld.

Artikel R.270bis -1 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 8.Bepaling van het soort en de diameter van de meter.

De verdeler bepaalt het soort en het kaliber van de meter rekening houdend met de behoeften van de abonnee of de gebruiker en de technische voorschriften.

Artikel R.270bis -2 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. De technische kenmerken van de aansluiting en de meter worden door de verdeler gekozen om in te gaan op de behoeften aan water van de aanvrager. Laatstgenoemde maakt zo nauwkeurig mogelijke informatie over zijn huidige en toekomstige behoeften aan water kenbaar.

De afmetingen houden eveneens rekening met de kenmerken van het bestaande waterleidingnet (meer bepaald wat betreft de diameter van de leidingen en de druk) en van het tracé van de aansluiting (meer bepaald wat betreft de lengte).

In beginsel is de diameter van de aansluiting kleiner dan die van de leidingen van het distributienet waarop zij aangesloten is. De diameter van de meter is dan weer gelijk aan of soms kleiner dan de diameter van de leiding van de aansluiting.

De verdeler kan naar behoefte de meter van de abonnee vervangen door een meter met een hogere of lagere diameter om zo nauwkeurig mogelijk het waterverbruik te meten.

Ter herinnering : elke nieuwe aansluiting moet over een individuele meter per woning beschikken, evenals, indien nodig, over een meter voor het gemeenschappelijke verbruik.

Art. 9.Watertoevoer voor bluswerkzaamheden bij brand.

Indien de abonnee de watertoevoer aanvraagt voor bluswerkzaamheden bij brand, verricht de verdeler een tweevoudige aansluiting : de eerste aansluiting geldt de menselijke consumptie, de tweede uitsluitend voor bluswerkzaamheden.Voor de tweede aansluiting worden het debiet en de druk aangevraagd door de regionale brandbestrijdingsdienst niet door de verdeler gegarandeerd.

Artikel R.270bis -3 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

De verdeler kan in de tweevoudige aansluiting voorzien door beiden via één enkel aansluitpunt op de moederleiding aan te sluiten. Enkel in dit geval wordt de aansluiting van de brandblusleiding zo opgevat dat de verslechtering van de kwaliteit van het door de drinkwateraansluiting toegevoerde water voorkomen wordt via de installatie van minstens een erkende terugslagklep op het aanvangspunt van de brandblusleiding.

Art. 10.Bescherming van de meter.

De abonnee en de gebruiker treffen alle maatregelen om te voorkomen dat de meter beschadigd wordt. Zodra zij er kennis van hebben, moeten zij de verdeler daarover inlichten.

In die hoedanigheid zijn zij aansprakelijk voor de schade aan de meter en aan het deel van de aansluiting dat binnen in elk bouwwerk gelegen is waar de meter geplaatst is, inzonderheid door de vrieskou, behalve als aangetoond wordt dat de verdeler een fout heeft begaan in de planning of de uitvoering van de aansluiting.

Minstens jaarlijks of op verzoek licht de verdeler de abonnees en de gebruikers in over de acties die elke schade aan de meter kunnen voorkomen.

Artikel D.198 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. Elke meter is verzegeld. Worden de zegels beschadigd, dient de abonnee of de gebruiker naast het eventuele bedrieglijke verbruik een forfaitaire vergoeding van euro 100 te betalen, onverminderd eventuele gerechtsvervolging.

Vooraf deelt de verdeler aan de abonnee of de gebruiker mee dat laatstgenoemde zich kan verantwoorden.

Indien de schade niet voortvloeit uit een opzettelijke daad of uit nalatigheid vanwege de abonnee of de gebruiker, is laatstgenoemde de forfaitaire vergoeding niet verschuldigd.

Artikel R.270bis -4 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 11.Opvolgende abonnee.

Bij een opvolgende abonnee in het aangesloten goed zijn de voormalige en de nieuwe houder van zakelijke rechten verplicht : - de verdeler daar binnen de acht kalenderdagen na de datum van de notarisakte van verkoop over in te lichten; - daarnaast, de meterstand(en) over te maken na een tegensprekelijke procedure of op hetzelfde tijdstip om opname van de meterstand door een personeelslid van de verdeler te verzoeken.

Worden die voorwaarden niet vervuld, zijn de voormalige en de nieuwe houder van zakelijke rechten hoofdelijk en ondeelbaar verplicht tot het betalen van de verschuldigde sommen sinds de laatste meteropname die tot facturatie leidde, totdat ze die verplichting nakomen.

Artikelen D.199 en R.270bis -5 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK III. - Waterbevoorrading, watergebruik en waterkwaliteit

Art. 12.Terbeschikkingstelling.

De verdeler voert zijn openbare dienstverleningsopdracht uit als hij, behoudens buitengewone omstandigheden of omstandigheden die hij redelijkerwijs niet kan beheersen, in een regelmatige bevoorrading voorziet van de goeden die op de openbare waterleiding zijn aangesloten.

De verdeler waakt erover dat alle werken die de waterbevoorrading moeten waarborgen zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd.

Artikel D.200 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. De verdeler garandeert een statische meterdruk van 2 tot 10 bar, behalve afwijkingen en alleenstaande gevallen.

De verdeler garandeert aan de meter een minimumdebiet van 300 liter/u. in de gewoonlijke werkingsvoorwaarden van het net, behoudens de schikking getroffen door de verdeler overeenkomstig de artikelen R.314, lid 2, en R.320, § 4, van het Waterwetboek betreffende het sociale waterfonds in het Waalse Gewest.

Bij een meer dan acht opeenvolgende uren durende onderbreking van de dienstverlening waarbij de uren tussen 22 uur en 6 uur 's ochtends niet inbegrepen zijn, wordt door de verdeler overgeschakeld op alternatieve bevoorradingsmiddelen.

De verdeler is verplicht om de aansluitingen die niet voldoen aan de voorwaarden voor een regelmatige bevoorrading tegen eind 2006 te registreren.

Voor al die aansluitingen stelt hij een normeringsprogramma op dat aan die voorwaarden voldoet. Hij zorgt ervoor dat dat programma onverwijld wordt uitgevoerd. Hij bepaalt het tijdschema voor uitvoering ervan.

De lijst van de aansluitingen die niet voldoen aan de regelmatige bevoorradingsvoorwaarden en het normeringsprogramma voor die aansluitingen worden aan het Comité voor watercontrole overgemaakt tegen eind 2006.Dat Comité brengt verslag uit aan de Minister bevoegd voor water tegen 31 maart 2007.

De normering van de aansluitingen moet uitgevoerd zijn tegen 31 december 2015. Op grond van een behoorlijk gemotiveerd verzoek kan de Minister bevoegd voor Water na raadpleging van het bestuur en het Comité voor watercontrole een bijkomende termijn van vijf jaar toekennen. Die afwijking kan één enkele keer verlengd worden.

Artikel R.270bis -6 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 13.Bezwaren.

Met bezwaren van een gebruiker van de dienstverlening wordt onmiddellijk rekening gehouden; de verdeler wijst in eigen kring de personen aan die de bezwaren ontvangen en afwikkelen.

Artikel D.201 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 14.Onderbreking van de watertoevoer.

De openbare waterdistributie in een pand dat geheel of gedeeltelijk als woning dienst doet kan enkel onderbroken worden in volgende gevallen : - om de volksgezondheid, de gezondheid en de continuïteit van de dienstverlening te beschermen; - op verzoek van de gebruiker; - ter uitvoering van een gerechtelijke beslissing wegens niet-betaling waarbij de onderbreking van de waterverdeling gemachtigd wordt; - bij een behoorlijk vastgestelde verhindering tot het verstrekken van toegang tot de meter volgens artikel 18.

De openbare waterdistributie in een pand dat niet als woning dienst doet kan enkel onderbroken worden in volgende gevallen : - in de gevallen bepaald bij of krachtens het decreet; - op verzoek van de gebruiker; - bij niet-betaling na ingebrekestelling; - bij een behoorlijk vastgestelde verhindering tot het verstrekken van toegang tot de meter volgens artikel 18.

Indien de dienstverlening onderbroken wordt om veiligheids- of volksgezondheidsredenen, licht de verdeler daar de burgemeester van de betrokken gemeente onmiddellijk over in en geeft aan wat de redenen van de onderbreking zijn.

Indien de dienstverlening onderbroken wordt na een beslissing door de rechtbank, licht de verdeler de voorzitter van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn daar onverwijld over in.

Artikel D.202 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. De onderbreking van de dienstverlening gebeurt door afsluiten van de kraan aan de wegkant, door afsluiten en verzegeling van de kraan voor de meter en dichtstoppen van het tappunt aan de wegkant.

Indien de bevoorrading onderbroken wordt door toedoen of fout van de gebruiker of de abonne, wordt ze op diens verzoek en kosten hersteld nadat hij zich van alle verplichtingen heeft gekweten ten aanzien van de verdeler, onverminderd het recht op bevoorrading voor een nieuwe gebruiker.

Artikel R.270bis -7 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 15.Opschorting van de watertoevoer.

De verdeler kan de dienstverlening opschorten in geval van overmacht of telkens als er herstel-, vernieuwings-, wijzigings-, onderhouds- of uitbatingswerkzaamheden nodig zijn.

De verdeler zorgt ervoor de ogenblikken uit te kiezen waarop die opschortingen zo weinig mogelijk hinder bezorgen aan alle gebruikers en aantal en duur ervan in te perken.

Behoudens dwingende noodzakelijkheid worden de gebruikers er drie volle dagen op voorhand over ingelicht via een omzendschrijven of omroeping.

Artikel D.203 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 16.Spaarzaam watergebruik.

De gebruiker waakt erover spaarzaam gebruik te maken van water en zich te schikken naar de beslissingen en instructies van de verdeler in verband met beperkt watergebruik bij droogte, technische incidenten of incidenten met de waterkwaliteit, onverminderd de bevoegdheden van de bevoegde overheid.

Artikel D.205 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 17.Artikel betreffende de waterkwaliteit.

De verdeler moet representatieve monsters nemen van het over het gehele jaar verbruikte water in verband met de kwaliteit. Die monsternemingen gebeuren verspreid over het gehele net, met een door de Regering bepaalde frequentie.

De parameterwaarden, bepaald bij de wet, moeten in acht worden genomen op het punt waar binnen in lokalen of een vestiging het door een waterleidingnet afgeleverde water afkomstig is van kranen die normaal gebruikt worden voor menselijke consumptie. Behalve in de lokalen en vestigingen waar het water aan het publiek afgeleverd wordt, is de verdeler geacht zijn verplichtingen te zijn nagekomen indien kan worden aangetoond dat de niet-inachtneming van de parameterwaarden, bepaald bij de wet, toe te schrijven is aan de privé-installatie of het onderhoud ervan. De verdeler voorziet de verbruikers evenwel van advies over de eventueel te treffen correctiemaatregelen.

Om de controle van de waterkwaliteit te waarborgen, kan de verdeler toegang krijgen tot de privé-aansluiting en installatie op grond van de bepalingen van artikel 18.

Minstens één keer per jaar licht de verdeler de abonnees in over de kwaliteit van het tijdens het afgelopen kalenderjaar geleverde water.

De verdeler deelt elke verbruiker die daarom verzoekt de gepaste en recente informatie mee over de kwaliteit van het water dat verstrekt wordt in het door hem bewoonde verzorgingsgebied.

De verdeler mag geen water verstrekken voor menselijke consumptie indien de gezondheid en de zuiverheid ervan niet gewaarborgd zijn.

Indien het water voor menselijke consumptie een potentieel gevaar vormt voor de menselijke gezondheid, wordt de bevoorrading door de verdeler onderbroken, het gebruik ervan ingeperkt en wordt elke nodige maatregel ter bescherming van de menselijke gezondheid getroffen. In dat geval worden de verbruikers onmiddellijk ingelicht en met de nodige raad bijgestaan.

Artikelen D.182, § 2, D.184, § 1, D.187, D.188 en D.193 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. Elke verdeler moet een procedure opstellen, intern urgentie- en interventieplan genoemd, die gevolgd moet worden bij een voorval dat de waterkwaliteit betreft.

Artikel R.262 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 18.Toegang tot de installaties en de meters.

Met inachtneming van de beginselen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en na er de bewoners minstens achtenveertig uur op voorhand schriftelijk over te hebben ingelicht mogen de beambten van de verdeler die hun dienstkaart en hun identiteitskaart op zich hebben, alsook de controle-instellingen, in aanwezigheid van de bewoners of hun vertegenwoordiger, tussen acht en twintig uur, gemakkelijk en zonder gevaar toegang krijgen tot de aansluiting en de privé-installatie om elke handeling te verrichten in verband met de opname van het waterverbruik en de verificatie van installatie en meter.

Artikel D.207 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK IV. - Gebruik en bescherming van de privé-waterleidinginstallatie

Art. 19.Bescherming van het net tegen terugstromen van water.

Op alle aansluitingen moet er een door de verdeler erkende terugslagklep worden gemonteerd. Die terugslagklep dient om te voorkomen dat het water naar het net terugstroomt.

De terugslagklep wordt geverifieerd, perfect onderhouden, hersteld en vervangen door toedoen en op kosten van de abonnee zonder enige verantwoordelijkheid voor de verdeler.

Art. 20.Alternatieve of aanvullende bevoorrading.

Bij een bevoorrading volgens een alternatieve of aanvullende bron van het leidingwater zorgt de abonnee voor een volledige scheiding zonder fysieke aanraking tussen beide bevoorradingscircuits.

Artikel D.182, § 3, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 21.Uitvoering van werken.

Bij de uitvoering van werken moet de installateur : - vóór de installatiewerkzaamheden nagaan of het materieel conform is; - voorzieningen plaatsen ter bescherming tegen het terugstromen van water, erkend door de verdeler; - alle regels van goed vakmanschap toepassen, bepaald bij de technische normen en documenten van de bouwsector, soldeerplaatsen, pakkingen (opgelet bij vetten en vlas...), keuze van de bekleding, hechtingen, enz.; - de schoonmaak-, ontsmettings- en spoelverrichtingen doorvoeren vooraleer de installaties ter beschikking worden gesteld.

Art. 22.Plaats toegankelijk voor het publiek.

In de lokalen of vestigingen waar water aan het publiek verstrekt wordt, moet de privé-installatie gecertificeerd worden door een instelling die erkend wordt overeenkomstig de regels bepaald door de Regering.

Artikel D.187, § 3, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 23.Wijziging van de druk geleverd door de verdeler.

Mocht de overeenkomstig artikel 12 door de verdeler verzorgde waterdruk te hoog of onvoldoende hoog worden bevonden door de abonnee om in specifieke behoeften te voorzien (pand met verdiepingen, industrie-installatie,...), moet de abonnee zelf de druk naar zijn behoeften regelen. De voorzieningen die hij daarvoor treft moeten overeenstemmen met de technische voorschriften voor privé-installaties.

In principe wordt de rechtstreekse aansluiting op de waterleiding verzorgd via een aftapreservoir dat bevoorraad wordt met een automatische of een van een vlotter voorziene klep. In die omstandigheid moet het reservoir elke zuiverheidsgarantie bieden en gemakkelijk toegankelijk zijn.

De verdeler kan wel toelaten dat de rechstreekse aansluiting op het net gebeurt via pompen toegerust met veiligheidapparatuur waarop een voorziening gemonteerd is die de werking van de pomp uitschakelt zodra de waterdruk lager is dan een door de verdeler bepaalde drempel.

Art. 24.Samenvoegen van privé-installaties.

De privé-installaties in eenzelfde pand die bevoorraad worden door verscheidene aansluitingen mogen niet samengevoegd worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de verdeler.

Art. 25.Identificatie van de leidingen.

Indien er meerdere waterdistributiesystemen van verschillende oorsprong bestaan in eenzelfde vestiging, verdient het aanbeveling om die verschillende waterleidingen duidelijkheidshalve van een zichtbaar merk te voorzien.

Art. 26.Bevoorrading van een derde met water.

Het is de gebruiker of de abonnee verboden water aan een derde te verstrekken zonder de voorafgaandelijke vergunning van de verdeler, behalve bij brand; het is de gebruiker of de abonnee eveneens verboden voor een derde een aansluitpunt voor water aan te sluiten of te laten aansluiten op zijn eigen privé-installatie.

Art. 27.Bescherming van de privé-installaties.

De gebruiker en de abonnee treffen alle schikkingen om hun apparaten en installaties te beschermen om allerlei schade te voorkomen die toe te schrijven is aan onderbrekingen van de dienstverlening, aan drukschommelingen, aan wederinbedrijfnames, aan vrieskou en aan wijzigingen in de samenstelling of de kwaliteit van het water door ongeacht welke oorzaak.

Art. 28.Waterleidingen in lood.

Het is ten zeerste afgeraden om loden buizen te gebruiken voor de binneninstallaties.

Art. 29.Apparaat voor waterbehandeling.

Wordt er in de binneninstallatie een apparaat geplaatst voor de waterbehandeling, ongeacht het type, dan is het verplicht om onmiddellijk voor dat apparaat en achtereenvolgens, met de waterstroom mee, een kraan en terugslagklep, uitgerust met een ontluchtingskraan voor de controle, te plaatsen die overeenstemmen met de gebruikelijke normen, waarbij het geheel in goede werking moet zijn.

De abonnees worden verzocht om bij de verdeler te informeren naar de gepastheid van een apparaat voor de waterbehandeling en naar de aan sommige apparaten verbonden risico's.

Eventuele schade aan personen (drinkwater wordt ondrinkbaar) en aan de binneninstallatie (aantastingen) door die apparaten vallen onder de stricte verantwoordelijkheid van de abonnee en/of de gebruiker zonder dat de verdeler aansprakelijk kan worden gesteld. HOOFDSTUK V. - Registratie van het waterverbruik - Tarifering en facturatie

Art. 30.Registratie van het waterverbruik.

Het verbruikte volume wordt geregistreerd aan de hand van de meter die door de verdeler wordt geplaatst. De verdeler bepaalt het tijdstip en de periodiciteit voor de opname van het verbruikte volume. De opname van de meterstand gebeurt minstens één keer per jaar, en de gebruiker moet de vertegenwoordiger van de verdeler toegang verlenen tot de installaties om minstens één keer om de vijf jaar de meterstand op te nemen.

Artikel D.208 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 31.Wijze van opname van de meterstand.

De opname van de meterstand wordt verricht door de personeelsleden van de verdeler of d.m.v. telelezing of, bij ontstentenis, door de gebruiker of de abonnee zelf.

De meterstandopname houdt niet de controle van het verbruik in; dat is de verantwoordelijkheid van de abonnee en de gebruiker.

Binnen de door de verdeler toegekende termijn deelt de gebruiker of de abonne de meterstand mee via elk middel dat hem ter beschikking wordt gesteld. Wordt die formaliteit niet vervuld, wordt het verbruikte volume geschat op de wijze bepaald in artikel 32.

Overeenkomstig artikel 14 kan de verdeler, bij een behoorlijk vastgestelde verhindering om toegang tot de meter te verstrekken, de waterbevoorrading onderbreken.

Art. 32.Forfaitaire schatting van het waterverbruik.

Is de meterstand ongekend, valt de registratie uit of is de meter beschadigd, dan wordt het verbruikte volume berekend op grond van het gemiddelde verbruik dat bij de gebruiker geregistreerd is tijdens de drie voorgaand factureringscycli. Is het onmogelijk die methode toe te passen, dan geldt de voorgaande factureringscyclus als berekeningsgrondslag, of het dagelijkse bij de gebruiker vastgestelde gemiddelde verbruik of elk ander middel dat beide partijen aanvaarden.

Art. 33.Controle van de meter.

Zowel de verdeler als de gebruiker of de abonnee kunnen te allen tijde verzoeken dat de werking van de meter gecontroleerd wordt door de Dienst Metrologie of door een erkend onafhankelijk orgaan met inachtneming van de tegensprekelijke procedure bepaald door de Dienst Metrologie. De gebruiker en/of de abonnee worden door de verdeler op de hoogte gebracht van de financiële voorwaarden van die controle.

De omstreden meter wordt in aanwezigheid van de abonnee of diens behoorlijk gemachtigde vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, van de gebruiker, uit elkaar gehaald en onverwijld verzegeld. De verdeler plaatst een nieuwe meter.

Indien de gecontroleerde meter overeenstemt met de normen bepaald bij de ter zake geldende regelgeving, worden de kosten van alle operaties in verband met de controle overgenomen door de verzoeker. Indien de meter niet conform is, worden die kosten overgenomen door de verdeler maar als de registratiefout de verbruiker heeft begunstigd, blijft de verzoeker de prijs van het verbruikte volume verschuldigd.

Art. 34.Tarifering.

Krachtens het "de vervuiler betaalt"-beginsel wordt er een eenvormige tarifering ingevoerd voor het waterverbruik, met enerzijds een jaarlijkse retributie per meter die op voorhand kan worden geëist waarmee het voordeel van de terbeschikkingstelling van water vergoed wordt los van de vraag of er al dan niet verbruikt wordt, en anderzijds drie schijven, verdeeld in jaarlijkse verbruiksvolumes, berekend volgens deze structuur : Retributie : (20 x RKD) + (30 x RKD) Verbruik : - eerste schijf van 0 tot 30 m3 : 0.5 x RKD - tweede schijf van 30 tot 5 000 m3 : RKD + RKS - derde schijf van meer dan 5 000 m3 : (0.9 x RKD) + RKS Het toegepaste tarief kan afwijken van bovenstaande tariefstructuur voor de jaarlijkse verbruiksvolumes boven de 25 000 m3, maar kan in geen enkel geval lager zijn dan (0.50 C.V.D.) + C.V.A. De bijdrage tot het sociale waterfonds wordt in het Franse taalgebied aan dit tarief toegevoegd.

De reële kostprijs van de verdeling (RKV) wordt per kubieke meter berekend en omvat de gezamenlijke kosten voor de waterproductie en -distributie, met inbegrip van de kosten voor de bescherming van het afgenomen water voor de openbare distributie. De RKV wordt door de verdeler berekend overeenkomstig het geüniformiseerde boekhoudplan van de watersector, vastgesteld door de Waalse Regering.

De reële kostprijs van de sanering (RKS) wordt per kubieke meter berekend en omvat de gezamenlijke kosten voor de openbare sanering van het afvalwater. De RKS wordt berekend voor het Waalse grondgebied als geheel door de "Société publique de gestion de l'eau" (Openbare maatschappij voor waterbeheer, hierna S.P.G.E.) overeenkomstig het beheerscontract dat haar aan de Waalse Regering bindt.

Artikel D.228 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 35.Vrijstelling van de RKS. De RKS wordt niet toegepast in het kader van de tarifering waarvan sprake in artikel 34, in volgende gevallen : - indien de gebruiker onderworpen is aan de belasting op de lozing van industrieel afvalwater; - indien de gebruiker in aanmerking komt voor een vrijstelling of een teruggave van de belasting op de lozing van ander afvalwater dan industrieel afvalwater.

Artikel D.229 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 36.Facturering.

De verdeler maakt een jaarlijkse factuur op. Daarnaast worden er minstens ieder kwartaal aanbetalingen of tussenfacturen opgesteld.

Bij verandering van gebruiker of bij wijziging van de factureringsperiode door de verdeler worden de retributie en de verbruikschijven in verhouding berekend tot de periode van bewoning van het pand of pandgedeelte. In voorkomend geval wordt de vooraf betaalde retributie geregulariseerd.

Artikel D.230 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 37.Voorstelling van de factuur.

De jaarlijkse regularisatiefactuur omvat minstens : - naam en adres van de bestemmeling; - de bevoorradingsplaats; - een historiek van het verbruik met een histogram ervan (minstens drie jaar); - het nummer van de meter; - de verbruiksperiode; - oude en nieuwe meterstand; - de berekening van het bedrag van de factuur met duidelijke vermelding van minstens volgende gegevens : - retributie; - prijs van het verbruik met de omstandige tariefstructuur; - RKV- en RKS-bedragen; - bedrag van de bijdrage tot het sociale waterfonds; - BTW; - totaal te betalen factuurbedrag. - bij wijziging van het tarief tijdens de verbruiksperiode vallend onder de factuur moet die factuur per tarief elke betrokken verbruiksperiode onderscheiden; - datum van de factuur en uiterste betaaldatum; - adresgegevens van de klantendienst van de verdeler; - identificatie van het collectieve zuiveringsstation dat in voorkomend geval het afvalwater van de gebruiker behandelt.

De factuur vermeldt duidelijk de verschillende RKV- en RKS-gegevens overeenkomstig de begripsomschrijving.

Artikel R.270bis -8 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 38.Betaling van de facturen en inning.

Bij niet-uitvoering van de verplichtingen, en meer bepaald niet-betaling van de op grond van de aanbetalingen en facturen waarvan sprake in artikel 36 aan de verdeler, binnen de bepaalde termijn verschuldigde sommen gaat laatstgenoemde bij alle rechtsmiddelen over tot de inning van zijn schuldvordering bij de gebruikers en, in voorkomend geval, de abonnee zoals bepaald in artikel 44.

Artikel D.232 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art.39. Verbruik : betalingswijze en betalingstermijn.

De verschuldigde sommen zijn te betalen in het ontvangstkantoor van de verdeler of op rekening van de door hem aangewezen financiële instelling. De uiterste betaaldatum staat op de factuur te lezen na de vermelding "te betalen vóór...". Die datum valt minstens vijftien kalenderdagen na de datum van verzending van de factuur.

Artikel R.270bis -10 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 40.Aanmaning.

Wordt de factuur niet betaald binnen de termijn van artikel 39, verzendt de verdeler een aanmaningsschrijven aan de in gebreke blijvende gebruiker of abonnee. In de aanmaning wijst de verdeler de gebruiker of de abonnee op de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming van het sociaal waterfonds. De aanmaning kan slechts verstuurd worden vanaf de dertigste kalenderdag na de datum van verzending van de factuur. In de aanmaning wordt een nieuwe betaaltermijn bepaald, die minstens tien kalenderdagen bedraagt vanaf de datum van uitgifte van de aanmaning. De kosten voor de aanmaning ten laste van de gebruiker of de abonnee bedraagt euro 4.

Artikel R.270bis -11 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 41.Ingebrekestelling.

Bij niet-betaling van de factuur bij verstrijken van de nieuwe termijn waarvan sprake in artikel 40 verzendt de verdeler een ingebrekestelling waarin een nieuwe betaaltermijn van minstens vijf kalenderdagen is bepaald. Het bedrag van de onbetaalde factuur wordt verhoogd met de kosten van de procedure voor de ingebrekestelling. Die kosten bedragen hoogstens de kosten voor de aanmaning verhoogd met de kostprijs van de verzending van het aangetekend schrijven. Bij die ingebrekstelling wordt de verbruiker erop gewezen dat hij via het O.C.M.W. om de tussenkomst van het sociale fonds kan verzoeken en dat zijn adresgegevens opgenomen worden op de lijsten die aan de O.C.M.W.'s worden overgemaakt, behoudens een andersluidend advies van zijnentwege. In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan de klant zich verzetten tegen het overmaken van zijn adresgegevens aan het O.C.M.W..

Artikel R.270bis -12 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 42.Wanbetaling.

Wordt de betaling niet uitgevoerd binnen de termijn bepaald in de ingebrekestelling, kunnen de verschuldigde sommen van rechtswege verhoogd worden met de wettelijke intrest per maand vertraging bij verstrijken van de bepaalde termijn, waarbij elke aangevatte maand voor een volledige maand telt.

Artikel R.270bis -13 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 43.Bezwaren.

Om ontvankelijk te zijn, dient elk bezwaar schriftelijk en binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de datum van verzending van de factuur te worden ingediend. Het bezwaar schort de verplichting tot betaling van de vereiste sommen niet op.

Geen enkele storting ten voordele van de verdeler, van welke aard ook, brengt interest op of schort de betaling op van de om welke reden dan ook verschuldigde of gevorderde bedragen.

Wordt het bezwaar als relevant erkend, dan beschikt de verdeler over vijftien kalenderdagen om de verschuldigde sommen aan de verbruiker terug te betalen.

Artikel R.270bis -14 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 44.Solidariteit tussen de huurder (gebruiker) en de eigenaar (abonnee).

Indien de gebruiker niet houder is van een zakelijk recht op het aangesloten goed, mag de abonnee niet hoofdelijk en ondeelbaar tegenover de schuldenaar gehouden zijn tot de betaling van alle sommen die de gebruiker na ingebrekestelling niet heeft betaald voor zover : - hij aantoont dat hij, uiterlijk na een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de verandering van bewoning van het goed, de identiteit van de uittredende en binnenkomende gebruikers en de meterstand aan de verdeler heeft medegedeeld.

Is een pand niet bewoond, verwerft de abonnee de hoedanigheid van gebruiker en is dus tegenover de verdeler de kosten van de retributie en van het geregistreerde verbruik verschuldigd totdat medegedeeld wordt dat een nieuwe gebruiker het pand bewoont.

Als meerdere personen houder zijn van een onverdeeld zakelijk recht op het aangesloten goed, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk tegenover de verdeler : - het pand vooraf door de verdeler is uitgerust met een meter per woning.

Voor panden met verschillende appartementen of voor een geheel van panden bediend door een collectieve meter heeft de abonnee de hoedanigheid van gebruiker en is hij tegenover de verdeler aansprakelijk voor alle lasten in verband met de waterdistributie; - een ongewoon groot verbruik niet het gevolg is van de toestand van de privé-installatie.

Bij overmatig verbruik blijft de abonnee hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk tegenover de verschuldigde van de betaling van alle sommen die de gebruiker niet heeft betaald als laatstgenoemde aantoont dat het overmatig gebruik toe te schrijven is aan de toestand van de privé-installatie waar de abonnee voor moest zorgen.

Artikelen D.233 en R.270bis -5 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 45.Betaling door derden.

De betalingen door derden worden verondersteld verricht te zijn voor rekening en ten ontlaste van de gebruiker of de abonnee.

Artikel R.270bis -15 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 46.Garantie.

Bij een pand dat niet voor bewoning bestemd is, kan de verdeler verzoeken om een garantie van de betaling van de bedragen die hem verschuldigd zijn wegens objectieve specifieke kenmerken van de gebruiker.

Artikel D.232, leden 3 en 4 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

De garantie waarom de verdeler verzoekt neemt de vorm aan van een storting van contant geld die hoogstens gelijk is aan het bedrag van een half jaar waterverbruik. Als de distributie ophoudt, wordt die som teruggegeven na eventuele aftrek van de verschuldigde sommen.

Wordt de meter op hydranten aangesloten, dan kan de garantie waarvan sprake in vorige paragraaf verhoogd worden met een forfaitaire som die de verdeler bepaalt om de kostprijs van het materieel te dekken, evenals de risico's op beschadiging van de installaties voor waterdistributie. Een overeenkomst in verband met de terbeschikkingstelling van materieel wordt opgemaakt tussen de abonnee en de waterverdeler.

Artikel R.270bis -16 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 47.Rechtzetting van de rekeningen.

Zijn er vergissingen of weglatingen in de bedragen die van de gebruiker gevraagd worden, wordt de rekening zo spoedig mogelijk door de verdeler rechtgezet ofwel op diens eigen initiatief ofwel op verzoek van de gebruiker of de abonnee.

De verbruiksperiode waarop de rechtzetting van een rekening betrekking heeft, kan niet meer bedragen dan de vijftien maanden voorafgaand aan de laatste meterstandopname door het personeelslid van de verdeler waarop een facturering is gevolgd.

Art. 48.Informatie.

De verdeler houdt een lijst der vigerende tarieven en de technische en bestuurlijke belastingen ter beschikking van de gebruikers.

De verdeler heeft een actieve informatietaak jegens zijn gebruikers wat betreft de technische en administratieve voorwaarden van de door hem geleverde waterkwaliteit.

De mededeling van sommige inlichtingen kan evenwel geweigerd worden indien dat zou indruisen tegen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het openbaar belang zou schaden of de openbare veiligheid ernstig zou bedreigen.

Behoudens andersluidende wettelijke bepaling kan de verdeler elk gegeven in verband met de stand van de rekeningen van de gebruiker mededelen zowel aan laatstgenoemde als aan de instellingen die een begeleidingstaak vervullen, op hun verzoek en met instemming van de gebruiker.

Artikel D.209 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 49.Vergoedingen.

Indien een gebruiker water ter beschikking wordt gesteld dat niet overeenstemt met de bepalingen van wet en regelgeving, bij gebrek aan regelmatige levering, onderbreking of opschorting van de dienstverlening buiten de voorwaarden van de artikelen 14 en 15 om wordt de eerstvolgende factuur bestemd voor een klant die slachtoffer was van die gebrekkige dienstverlening verminderd met een bedrag dat overeenstemt met volgende formule : (A x B x C) A = het gefactureerde verbruik/duur van de factureringscyclus.

B = aantal dagen met gebrekkige dienstverlening.

C = tarief van de eerste verbruiksschijf, geldend op het tijdstip van de facturatie.

Artikel D.417 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Art. 50.Strafrechtelijke sancties.

Met een geldboete van 2,50 euro tot 25.000 euro wordt bestraft : 1. de verdeler die geen meter plaatst in overeenstemming met artikel 6, leden 1 en 2;2. de verdeler die de tarifering per schijven, omverdeeld in jaarlijkse verbruiksvolumes volgens artikel 34, niet toepast;3. de verdeler die zich niet schikt naar de bepalingen inzake facturering en invordering van het waterverbruik overeenkomstig de artikelen 36, 39 en 41;4. de verdeler die de dienstverlening eenzijdig beëindigt in de gevallen waarin artikel 14 niet voorziet;5. de gebruiker die zich niet schikt naar de beslissingen en instructies van de verdeler in verband met beperkt watergebruik bij droogte, technische incidenten of incidenten met de waterkwaliteit;6. de abonnee of de gebruiker die zich niet schikt naar de modaliteiten van de artikelen 19 tot 29. Artikel D.418 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK VI. - Territoriale bevoegdheid

Art. 51.Territoriale bevoegdheid.

De territoriale bevoegdheid van de gerechtelijke instanties waaraan de geschillen voorgelegd worden in verband met de toepassing van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt bepaald bij de regels van het Gerechtelijk Wetboek. Artikel D.419 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere bepalingen

Art. 52.Kosten en vergoedingen. § 1. De kostprijs van elke reis, levering en prestatie die verricht worden door een personeelslid van de verdeler op verzoek of door de fout van de gebruiker of de abonnee komt te zijnen laste.

De vergoedingen die de verdeler eist na overtredingen van dit reglement worden bepaald door diens raad van bestuur of ieder ander gelijkaardig orgaan, onverminderd de administratieve kosten, de geleden schade of eventuele gerechtelijke vervolgingen.

Art. 53.Indexeringen.

De bedragen bepaald in de artikelen 10 en 40 van dit reglement worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op grond van de index der consumptieprijzen met verwijzing naar de gezondheidsindex van toepassing op 1 september 2005.

Artikel R.270bis -18 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt.

Namen, 18 mei 2007.

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^