Etaamb.openjustice.be
Document
gepubliceerd op 04 april 2014

Administratieve schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van artikelen 9, 10, 11 en 12 van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko In toepassing van paragraaf 2 van art Artikel 1 Verstrekkingen Voor de toepassing van Hoofdstuk 1 van Titel II van het Verdrag word(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022113
pub.
04/04/2014
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Administratieve schikking betreffende de toepassingsmodaliteiten van artikelen 9, 10, 11 en 12 van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko In toepassing van paragraaf 2 van artikel 9, paragraaf 2 van artikel 10, paragraaf 2 van artikel 11 en paragraaf 2 van artikel 12 van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Koninkrijk Marokko, ondertekend te Rabat op 24 juni 1968, zijn de bevoegde administratieve autoriteiten overeengekomen wat volgt : Artikel 1 Verstrekkingen Voor de toepassing van Hoofdstuk 1 van Titel II van het Verdrag worden beschouwd als verstrekkingen, de prestaties die als dusdanig erkend zijn overeenkomstig de wetgeving van het land van woonst of van verblijf.

Artikel 2 Rechthebbenden Voor de toepassing van artikel 9 en 10 van het Verdrag worden beschouwd als rechthebbenden : - de niet uit de echt gescheiden echtgenoot - de kinderen ten laste overeenkomstig de wetgeving van de Staat van aansluiting, op voorwaarde dat ze niet zelf onderworpen zijn aan een verplichte ziekteverzekeringsregeling in de woonstaat Artikel 3 Verbindingsorganen Zijn aangeduid als verbindingsorganen : in België : a) in algemene regel : het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, Brussel.b) voor de zeevarenden : De Hulp - en Voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen. in Marokko : De Rijkskas voor Sociale Zekerheid, Casablanca.

Artikel 4 Bevoegde instellingen van de woonplaats of verblijfplaats Zijn aangeduid als bevoegde instellingen of instellingen van de woonplaats, naargelang het geval : in België : a) in algemene regel :de verzekeringsinstellingen, b) voor de zeevarenden :de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden, Antwerpen, of de verzekeringsinstellingen. in Marokko : De Rijkskas voor Sociale Zekerheid, Casablanca.

Artikel 5 Certificaat betreffende de verzekeringsperiodes 1. Wanneer een werknemer of de ermede gelijkgestelde persoon, die zich van het ene naar het andere land begeeft om prestaties te bekomen zijn aanspraken op de artikelen 6, 3) of 7, 2), van het Verdrag, dient te doen gelden, is hij ertoe gehouden de bevoegde instelling van het land van zijn nieuwe tewerkstelling aan dewelke de prestaties worden gevraagd, een certificaat over te leggen, ten blijke van de verzekeringstijdvakken die hij in het andere land heeft doorlopen;dit certificaat, waarvan het model in gemeen overleg wordt vastgesteld, wordt uitgereikt : a. ten aanzien van de in België doorlopen tijdvakken, door de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer voor zijn vertrek aangesloten is of was;b. wat de in Marokko doorlopen tijdvakken betreft, door de Rijkskas voor Sociale Zekerheid.2. Indien de werknemer het certificaat niet overlegt, dient de instelling van het land van de nieuwe tewerkstelling, om de gevraagde inlichtingen in te winnen, zelf het certificaat aan te vragen bij het verbindingsorgaan van het andere land. Artikel 6 Verstrekkingen in geval van wonen in het andere overeenkomstsluitende land 1. Om ingevolge artikel 9 en 10 van het Verdrag verstrekkingen te kunnen genieten, zijn voor wat betreft artikel 9 de rechthebbenden van een werknemer of een ermee gelijkgestelde, en wat betreft artikel 10 de werknemers of ermee gelijkgestelden die een uitkering ontvangen alsook hun rechthebbenden zijn ertoe gehouden zich te laten inschrijven bij de instelling van de woonplaats, met voorlegging van een certificaat waarin wordt verklaard dat ze recht hebben op deze prestaties. Dit certificaat wordt afgeleverd door de bevoegde instelling. Indien de werknemer of gelijkgestelde of zijn rechthebbende het vermeld certificaat niet voorleggen, richt de instelling van de woonplaats zich tot de bevoegde instelling om dit te verkrijgen, of tot het verbindingsorgaan als de laatste bevoegde instelling niet gekend is.

Het certificaat blijft ten hoogste één jaar geldig, het is jaarlijks hernieuwbaar op vraag van de betrokkene of van de instelling van de woonplaats. 2. De verstrekkingen worden verleend, voor rekening en ten laste van de bevoegde instelling, door de instelling van de woonplaats, volgens de bepalingen van de wetgeving die zij toepast.De duur van de toekenning van de verstrekkingen wordt bepaald door de wetgeving van het bevoegde land. 3. De instelling van de woonplaats brengt de bevoegde instelling op de hoogte van iedere inschrijving die ze heeft geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel.4. Bij iedere aanvraag om verstrekkingen legt de betrokken persoon de bewijsstukken voor die vereist zijn ingevolge de wetgeving van de verdragsluitende Staat op het grondgebeid waarvan hij woont.5. De werknemer of gelijkgestelde of zijn rechthebbenden moeten de instelling van de woonplaats onmiddellijk in kennis stellen van iedere wijziging in hun situatie waardoor het recht op de verstrekkingen wordt of kan worden gewijzigd, met name de uitoefening van een beroepsactiviteit of elke verandering van woonplaats van de betrokkenen of van één van zijn rechthebbenden.Op zijn beurt laat de instelling van de woonplaats al de veranderingen weten aan de bevoegde instelling. 6. Wanneer op basis van de nationale wetgeving de bevoegde instelling beslist dat aan de vereiste voorwaarden niet meer is voldaan, beëindigd ze de geldigheid van het certificaat bedoeld in paragraaf 1 aan de hand van een formulier dat hiervoor voorzien is en verwittigd onmiddellijk de instelling van de woonplaats.Het recht op prestaties eindigt vanaf de eerste dag die volgt op de dag waarop de instelling van de woonplaats de kennisgeving ontvangt. De instelling van de woonplaats kan op ieder ogenblik aan de bevoegde instelling vragen alle inlichtingen te verstrekken betreffende de aansluiting of betreffende het recht op prestaties van de betrokken persoon. Ze moet de bevoegde instelling op de hoogte brengen van alle veranderingen in de situatie van de betrokken persoon.

Artikel 7 Verstrekkingen ingeval van verblijf in het andere overeenkomstsluitende land 1. Bij toepassing van artikel 11 van het Verdrag, hebben de werknemers of de ermede gelijkgestelde personen die onderworpen zijn in een overeenkomst sluitend land alsook hun rechthebbenden en wiens gezondheidstoestand onmiddellijke zorgen vereist, recht op verstrekkingen tijdens een verblijf in het andere overeenkomst sluitende land tijdens een verblijf dat niet langer dan drie maand duurt.2. Het voordeel van de prestaties blijft behouden voor de werknemer of voor zijn rechthebbenden, die in een overeenkomst sluitend land door een ziekte werden aangetast tijdens het verblijf dat bij artikel 11 van het Verdrag is beoogd, wanneer zij, in gevolge hun gezondheidstoestand, niet terug kunnen keren naar het bevoegde overeenkomst sluitende land bij het verstrijken van de termijn vermeld in paragraaf 1 van dit artikel. Deze ongeschiktheid om de terugreis naar het bevoegde overeenkomst sluitende land te ondernemen, wordt vastgesteld door instelling van de verblijfplaats, die te dien einde een omstandig medisch verslag opmaakt; deze instelling geeft dit verslag dadelijk aan de bevoegde instelling van het bevoegde land. 3. De werknemers of gelijkgestelden die beoogd worden in artikel 12 van het verdrag, alsook hun rechthebbenden, hebben, als hun gezondheidstoestand onmiddellijk medische zorgen vereist, recht op verstrekkingen gedurende de volledige periode van verblijf in het land waar ze zijn tewerk gesteld.4. De verstrekkingen die in paragraaf 1 tot 3 worden geviseerd, worden voor rekening van de bevoegde instelling verleend door de instelling van de verblijfplaats volgens de wetgeving die het toepast.De duur van de toekenning van de verstrekkingen wordt evenwel geregeld door de wetgeving van de bevoegde Staat. 5. Paragraaf 1 van dit artikel is niet van toepassing : a) wanneer een werknemer of gelijkgestelde, of zijn rechthebbende zich zonder de toelating van de bevoegde instelling begeeft naar het grondgebied van het andere overeenkomst sluitende land om er een medische behandeling te krijgen;b) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt en als bijlage bij deze Administratieve Schikking wordt gevoegd.Onder onmiskenbare spoedgevallen dient te worden verstaan de gevallen waarin het verlenen van een van deze verstrekkingen niet kan worden uitgesteld zonder het leven van de betrokkene in gevaar te brengen of zonder onherstelbare schade aan te brengen aan de gezondheid van de betrokkene. 6. Het valt onder de bevoegdheid van de instelling van de verblijfplaats om de onmiddellijke behoefte aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 en 3 van dit artikel vast te stellen, alsook de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 5, b) van dit artikel.7. Om krachtens dit artikel verstrekkingen te genieten, moet de belanghebbende een getuigschrift overleggen aan de instelling van de verblijfplaats, waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Dit getuigschrift wordt, op verzoek van de belanghebbende, door de bevoegde instelling uitgereikt vóór hij het grondgebied van de overeenkomst sluitende Staat waar hij woont verlaat. Wordt dit getuigschrift door de belanghebbende niet overgelegd, dan richt de instelling van de verblijfplaats zich tot de bevoegde instelling om het te verkrijgen.

Het uitgereikte getuigschrift vermeldt meer bepaald de maximumduur voor de toekenning van de verstrekkingen met een maximum van drie maand. De bepalingen betreffende de periode van verblijf zijn niet van toepassing op de werknemers of gelijkgestelden, alsook op hun rechthebbenden, die beoogd worden in artikel 12 van het Verdrag. 8. Indien verstrekkingen vermeld in paragraaf 5, b) van dit artikel dienden toegekend te worden in gevallen van absolute hoogdringendheid, dan stelt de instelling van de verblijfplaats de bevoegde instelling daarvan onverwijld in kennis.9. Bij een ziekenhuisopname licht de instelling van de verblijfplaats de bevoegde instelling in over de datum van opname in de ziekenhuisinrichting, de vermoedelijke duur van de opname en de vermoedelijke datum van ontslag uit het ziekenhuis, zodra het daarvan kennis heeft. Artikel 8 Vergoeding van de kosten gemaakt tijdens een verblijf in geval van niet vervulling van de voorziene formaliteiten 1. Indien de in paragraaf 7 van artikel 7 van de Administratieve Schikking voorgeschreven formaliteiten niet konden worden vervuld op het Belgische of Marokkaanse grondgebied, worden de gemaakte kosten op verzoek van de belanghebbende door de bevoegde instelling vergoed tegen de tarieven die door de instelling van de verblijfplaats voor de vergoeding worden toegepast.Laatstgenoemde instelling dient de bevoegde instelling die het vraagt de nodige inlichtingen over deze tarieven te verstrekken. 2. In afwijking van paragraaf 1 en na akkoord van de belanghebbende, vergoedt de bevoegde instelling de gemaakte kosten tegen de tarieven die ze voor de vergoeding toepast, voor zover volgens deze tarieven een vergoeding mogelijk is en de te vergoeden kosten het bedrag voor wat betreft 5000 Dirhams et voor wat betreft België 500 EUR niet overschrijden.Het te vergoeden bedrag mag evenwel nooit het bedrag van de gemaakte kosten overschrijden. 3. De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling het in paragraaf 2 van dit artikel bedoelde bedrag wijzigen. Artikel 9 Medische controle in geval van arbeidsongeschiktheid en recht op uitkeringen in geval van verblijf in het andere bevoegde land 1. De bij artikelen 11 en 12 van het Verdrag beoogde werknemers, die door een arbeidsongeschiktheid worden getroffen terwijl zij zich op het grondgebied van het land van verblijf bevinden, zijn ertoe gehouden onverwijld, een aanvraag te richten, samen met een geneeskundig getuigschrift van arbeidsongeschiktheid en alle andere geneeskundige bewijsstukken, in Marokko tot de Rijkskas voor Sociale Zekerheid, in België tot de instelling van de verblijfplaats.2. Bij ontvangst van de aanvraag, laat de instelling van de verblijfplaats dadelijk de betrokkene door zijn geneeskundige controle onderzoeken en legt het gezamenlijk dossier, onder vertrouwelijke omslag, onverwijld, aan de bevoegde instelling van het andere land voor.3. Bij ontvangst van het dossier, onderzoekt de bevoegde instelling of aan de voorwaarden tot het ingaan van het recht is voldaan en, zo ja, legt ze het dossier aan zijn adviserend geneesheer voor, die zijn beslissing en de periode van arbeidsongeschiktheid ter kennis brengt aan de werknemer via de instelling van de verblijfplaats.Deze kennisgeving geschiedt bij middel van een document dat, in gemeen overleg, door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt. Dit document vermeldt de beroepsmiddelen en -termijnen die zijn bepaald bij de wetgeving van het land van de bevoegde instelling. 4. Wanneer de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan de periode die door de adviserend geneesheer van de bevoegde instelling is erkend, richt de werknemer een nieuwe aanvraag, samen met de geneeskundige bewijsstukken tot de instelling van het land van verblijf;deze instelling en de bevoegde instelling passen, ieder wat hen betreft, de procedure toe die bij paragraaf 2 en 3 van dit artikel is beoogd.

Artikel 10 Einde van de arbeidsongeschiktheid van de rechthebbende op een uitkering tijdens een verblijf Ten aanzien van de werknemers die op uitkeringen zijn gerechtigd die bij de wetgeving van één van de verdragsluitende landen zijn bepaald, en die op het grondgebied van het andere land verblijven, zijn de navolgende bepalingen van toepassing : 1. wanneer de instelling, die de prestaties is verschuldigd, beslist dat de werknemer in staat is om de arbeid te hervatten, notificeert zij hem de datum waarop deze arbeid dient te worden hervat en doet zij dadelijk, in tweevoud, een afschrift van deze notificatie aan de andere instelling geworden.De uitkeringen worden niet meer gestort, te rekenen van de datum die door de instelling, welke de prestaties verschuldigd is, voor de hervatting van de arbeid is vastgesteld; 2. wanneer de instelling van de verblijfplaats, aan de hand van de ontvangen inlichtingen beslist dat de werknemer in staat is de arbeid te hervatten, notificeert zij hem dadelijk haar beslissing en deelt deze tevens aan de instelling van het andere land, die de prestatie is verschuldigd, mede.De uitkeringen worden niet meer gestort te rekenen van de vijftiende dag die volgt op de datum van de notificatie van deze beslissing aan de werknemer; 3. wanneer, in een zelfde geval, twee verschillende data voor de hervatting van de arbeid werden vastgesteld, respectievelijk door de Belgische bevoegde instelling en door de Marokkaanse bevoegde instelling, geldt de datum welke door de bevoegde instelling is vastgesteld;4. a) in geval van betwisting betreffende de arbeidsongeschiktheid tussen de werknemer die in Marokko verblijft en de Belgische bevoegde instelling, of tussen deze werknemer en de Rijkskas voor sociale zekerheid, wijzen het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en de Rijkskas voor sociale zekerheid, in gemeen overleg, in Marokko één of meer geneesheren aan die met het onderzoek van de verzekerde in het bijzijn van zijn geneesheer worden belast. Van dat onderzoek op tegenspraak wordt er een proces-verbaal, in tweevoud opgemaakt, dat door de Rijkskas voor sociale zekerheid aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering dient te worden toegezonden, dat dadelijk een afschrift ervan aan de betrokken Belgische verzekeringsinstelling doet geworden. Indien het geschil na het onderzoek van de zieke door de bij deze paragraaf beoogde geneesheren blijft aanhouden, vraagt het Rijksinstituut voor ziekte - en invaliditeitsverzekering de Rijkskas voor sociale zekerheid een geneesheer in Marokko aan te wijzen, teneinde de partijen uit elkaar te houden, Tegen de door de geneesheer genomen beslissing kan er geen hoger beroep worden ingesteld; b) in geval van betwisting betreffende de arbeidsongeschiktheid tussen de werknemer die in België verblijft en de Marokkaanse bevoegde instelling, of tussen deze werknemer en de Belgische bevoegde instelling, wijzen de Rijkskas voor sociale zekerheid en de Belgische instelling, in België één of meer geneesheren aan die met het onderzoek van de verzekerde in het bijzijn van zijn geneesheer worden belast.Van dat onderzoek op tegenspraak wordt er een proces-verbaal opgemaakt, dat door de Belgische bevoegde instelling aan de Rijkskas voor sociale zekerheid dient te worden toegezonden. Indien het geschil na het onderzoek van de zieke door de bij deze paragraaf beoogde geneesheren blijft aanhouden, vraagt de Rijkskas voor sociale zekerheid het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, een geneesheer in België aan te wijzen, ten einde de partijen uit elkaar te houden. Tegen de door deze geneesheer genomen beslissing kan er geen hoger beroep worden ingesteld; c) weliswaar, heeft de werknemer de keuze tussen de onder a) of b) bepaalde procedure en degene die erin bestaat het geschil voor te leggen aan de rechtscolleges waarin bij de reglementering van het land van de instelling die de prestaties is verschuldigd, is voorzien. Artikel 11 Betaling van de uitkeringen De uitkeringen worden rechtstreeks door de bevoegde instellingen aan de gerechtigden uitbetaald. De betaling geschiedt, volgens de keuze van de gerechtigde, per internationale postwissel of via de bank op de vervaldata die door de reglementering van het land van de bevoegde instelling is voorzien.

Artikel 12 Terugbetaling tussen instellingen 1. De terugbetaling van de verstrekkingen verleend door de instelling van de verblijfplaats of de woonplaats met toepassing van artikelen 9 tot 12 van de Overeenkomst, wordt gedaan door de bevoegde instelling op grond van de werkelijke uitgaven en rekening houdende met individuele overzichten door middel van een formulier dat hiervoor voorzien is.2. De in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde terugbetaling, verhoogd met een toeslag van 8 % voor de beheerskosten, geschiedt voor elk kalendersemester binnen de zes maanden die volgen op de indiening van de vorderingen. Artikel 13 Informatieverlening en administratieve bijstand 1. De Marokkaanse en Belgische instellingen zijn ertoe gehouden alle administratieve of geneeskundige inlichtingen, welke zij verzamelen, uit te wisselen alsof het hun eigen aangeslotenen betrof overeenkomstig de wetgeving van de twee landen betreffende de bescherming van de persoonlijke data en van het privé leven.2. De bevoegde instellingen kunnen aanvullende geneeskundige inlichtingen vragen welke zij noodzakelijk achten. De bevoegde instelling behoudt nochtans het recht om de werknemer door een geneesheer van haar keuze te doen onderzoeken.

Artikel 14 Terugbetaling van de onkosten die het gevolg zijn van een medische controle De kosten voor geneeskundig onderzoek, voor het in observatie opnemen, voor verplaatsingen van geneesheren en gerechtigden, voor administratieve en geneeskundige controle, alsook de administratieve kosten die voor de uitoefening van de controle, die in artikel 9, 10 en 13 Paragraaf 2 van deze Administratieve schikking bedoeld worden, noodzakelijk zijn, worden voor de in Marokko wonende of verblijvende rechthebbenden op een ziekte-uitkering door de bevoegde Marokkaanse instelling gedragen en voor de in België wonende of verblijvende rechthebbenden op een ziekte-uitkering door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Deze kosten worden door de instelling van de woon - of verblijfplaats die ze uitbetaalt, volgens haar tarief vastgelegd en door de bevoegde instelling is, vergoed op vertoon van een omstandige nota betreffende de verrichte uitgaven.

Weliswaar kunnen de terugbetalingstarieven in gemeenschappelijk overleg worden vastgelegd door de bevoegde autoriteiten.

Artikel 15 Verbindingsformulieren Het model van de getuigschriften, attesten of formulieren die voor de uitvoering van deze Administratieve Schikking nodig zijn, wordt in gemeen overleg vastgesteld door de verbindingsinstellingen van beide overeenkomst sluitende Staten, na goedkeuring door de bevoegde autoriteiten.

Artikel 16 Inwerkingtreding Deze Administratieve Schikking zal in werking treden de eerste dag van de derde maand volgend op de datum van ondertekening. Deze schikking opent enkel rechten voor de toekomst.

De dag van de inwerkingtreding van deze Administratieve Schikking, houden op te bestaan en worden automatisch vervangen : - Administratieve schikking van 7 oktober 2004 betreffende de toepassingsmodaliteiten van artikel 9 van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko; - Hoofdstuk 1 van Titel III, ziekte- en moederschapsverzekering van de administratieve schikking van 14 september 1972 betreffende de toepassingsmodaliteiten van het Algemeen Verdrag betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko Brussel, op 18 februari 2014, in tweevoud, in de Franse, Nederlandse en Arabische taal.

Voor de Bevoegde Belgische Autoriteit : Mevr. L. ONKELINX, Minister van Sociale Zaken Voor de Bevoegde Marokkaanse Autoriteit : A. ESSADIQUI, Minister van Werk en Sociale Zaken

Bijlage Lijst van prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen 1. De prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen zijn de volgende : (1) protheseapparaten en orthopedische apparaten met inbegrip van de orthopedische korsetten in gewapend weefsel alsook alle aanvullingen, toebehoren en instrumenten;(2) orthopedische schoenen en (niet-orthopedische) aanvullende schoenen;(3) kaak- en gezichtsprothesen, pruiken;(4) oogprothesen, contactlenzen, loepbrillen en telescopische brillen;(5) apparaten voor doven, meer bepaald hoor- en fonetische apparaten;(6) (vaste en uitneembare) tandprothesen en prothesen die de mondholte dichten;(7) (manueel of motorisch gestuurde) wagentjes voor zieken, rolstoelen en andere mechanische verplaatsingsmiddelen, blindengeleidehonden;(8) hernieuwing van het in de vorige leden bedoeld materieel;(9) kuren;(10) medisch onderhoud en behandeling : - in een herstellingsoord, een sanatorium of een luchtkuurinstelling; - in een preventorium; (11) maatregelen inzake revalidatie en beroepsherscholing;(12) gelijk welke andere geneeskundige handeling of gelijk welk ander geneeskundig, tandheelkundig of chirurgisch materieel. 2. Het gaat om de prothesen, hulpmiddelen van grote omvang en andere belangrijke verstrekkingen waarvan de vermoedelijke kost het bedrag van 1.000,00 EURO overschrijdt voor de verstrekkingen geleverd in Marokko ten laste van de bevoegde Belgische instelling, en het bedrag van 10.000,00 DIRHAMS overschrijdt voor de verstrekkingen geleverd in België ten laste van de Marokkaanse bevoegde instellingen. 3. De bevoegde autoriteiten kunnen in gemeen overleg en per briefwisseling dit bedrag en de in paragraaf 1 vermelde lijst wijzigen.

^