Etaamb.openjustice.be
Erratum van 23 april 2009
gepubliceerd op 06 augustus 2009

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensverzameling en -uitwisseling in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid. - Erratum

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2009031406
pub.
06/08/2009
prom.
23/04/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


23 APRIL 2009. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensverzameling en -uitwisseling in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid. - Erratum


In het Belgisch Staatsblad nr. 204 van 18 juni 2009, akte nr. 2009/2160 bladzijde 42650, dient het hiernavolgende « Advies 45.851/3 van 10 februari 2009 van de Afdeling Wetgeving van de Raad van State » bijgevoegd worden tussen het « verslag aan de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie » en het besluit.

ADVIES 45.851/3 VAN 10 FEBRUARI 2009 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, derde kamer, op 21 januari 2009 door de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid, verzocht hen, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie « betreffende de gegevensverzameling en -uitwisseling in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid », heeft het volgende advies gegeven : 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Krachtens artikel 9 van de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid (hierna : de ordonnantie) worden de individuele zorgverstrekkers, de organisaties met terreinwerking en de partnerorganisaties aangemoedigd om aan het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn (1) gegevens ter beschikking te stellen welke noodzakelijk zijn voor de uitbouw en de werking van een gezondheidsinformatiesysteem.De uitwisseling en de verwerking van gegevens gebeuren met respect van de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van het privé-leven. Het Observatorium kan, met respect van de wettelijke bepalingen inzake de bescherming van het privé-leven, andere organisaties of openbare overheden betrekken bij de verwerking van deze gegevens.

Het om advies voorgelegde ontwerpbesluit bepaalt nadere regels inzake de verwerking van gegevens door het Observatorium en inzake het sluiten van overeenkomsten met private organisaties, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, en met openbare overheden, met het oog op de verzameling, de uitwisseling of de verwerking van gegevens aangaande de gezondheidstoestand van personen die zich bevinden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. 3.1. Artikel 9 van de ordonnantie bevat geen uitdrukkelijke machtiging aan het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (hierna : het Verenigd College) om uitvoeringsbepalingen te nemen, net zo min als het Verenigd College bij enige andere bepaling van de ordonnantie wordt gemachtigd om artikel 9 ervan uit te voeren.

Het ontwerp betreft de verwerking van persoonsgegevens.

Krachtens artikel 22 van de Grondwet wordt een wettelijke grondslag vereist voor bepalingen die een beperking vormen op het recht op eerbiediging van het privé-leven.

Voor de bepalingen die relatief nauw aansluiten bij hetgeen in artikel 9 van de ordonnantie is bepaald, kan eventueel worden aangenomen dat zij kunnen worden genomen op basis van de algemene uitvoeringsbevoegdheid waarover het Verenigd College beschikt op grond van artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen juncto artikel 69, tweede lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gelezen in samenhang met dat artikel 9. 3.2. In de eerste zin van artikel 2 van het ontwerp wordt de finaliteit van de gegevensverwerking in andere bewoordingen omschreven dan in artikel 9 van de ordonnantie ("gegevens welke noodzakelijk zijn voor de uitbouw en de werking van een gezondheidsinformatiesysteem").

Daartoe is geen rechtsgrond.

Ook de derde en de vierde zin van artikel 2 van het ontwerp, die bepalen dat het Observatorium geaggregeerde of gecodeerde persoonsgegevens kan doorgeven aan derden, strekken verder dan hetgeen is bepaald in artikel 9 van de ordonnantie. Ook hier ontbreekt het aan rechtsgrond.

Tenslotte dient ook voor artikel 3 een voorbehoud geformuleerd te worden; dat artikel mag niet zo worden geïnterpreteerd dat het zou inhouden dat het Observatorium gegevens doorgeeft aan de in dit artikel vermelde private organisaties of openbare overheden.

Vormvereisten 4. Het ontwerp bevat bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens in de zin van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Het verdient aanbeveling hieromtrent het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in te winnen, met toepassing van artikel 29, § 1, van de wet van 8 december 1992.

Mochten ten gevolge van dat advies wijzigingen aan het ontwerp worden aangebracht, dienen die wijzigingen nog wel om advies aan de Raad van State, afdeling wetgeving, te worden voorgelegd.

Bijzondere opmerkingen Aanhef 5. Aan de aanhef dienen twee leden te worden toegevoegd die respectievelijk verwijzen naar artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en naar artikel 69, tweede lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.6. In het huidige eerste lid van de aanhef (dat het derde lid wordt) vermelde men inzonderheid artikel 9 van de ordonnantie. Artikel 1 7. De omschrijving van de opdracht van het Observatorium in artikel 1, 2°, is een onvolledige herneming van wat reeds is bepaald in artikel 5 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008. Deze omschrijving vormt dubbel gebruik en dient te worden weggelaten. (1) Dit observatorium is een studiedienst van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en heeft onder meer als taak de noodzakelijke informatie voor de uitwerking van een gecoördineerd beleid inzake gezondheid en welzijn te verzamelen, te verwerken en te verspreiden (zie artikel 5 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad). De kamer was samengesteld uit : De heren : J. Smets, staatsraad, voorzitter;

B. Seutin en P. Barra, staatsraden;

H. Cousy en J. Velaers, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. A.-M. Goossens, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door Mevr. R. Thielemans, eerste auditeur (...) De griffier, A.-M. Goossens.

De voorzitter, J. Smets.

^