Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 september 2016

Uittreksel uit arrest nr. 76/2016 van 25 mei 2016 Rolnummer : 6177 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen. Het Grondwettelijk Hof, same wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

bron
grondwettelijk hof
numac
2016203681
pub.
08/09/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 76/2016 van 25 mei 2016 Rolnummer : 6177 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 10 maart 2015 in zake Hussain Azhar tegen de nv « Brouwerij De Koninck », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 31 maart 2015, heeft de Arrondissementsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 5 van de Wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle geschillen tussen ondernemingen en die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van hun economisch doel, en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen, krachtens artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, voor de rechtbank van koophandel worden gebracht ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, bepaalde : « De rechtbank van eerste aanleg neemt in hoger beroep kennis van de vonnissen in eerste aanleg gewezen door de vrederechter en, in de gevallen bepaald bij artikel 601bis, door de politierechtbank.

Hoger beroep tegen de beslissingen, door de vrederechter in eerste aanleg gewezen inzake geschillen tussen kooplieden betreffende de handelingen die de wet als daden van koophandel aanmerkt of inzake geschillen betreffende wisselbrieven, wordt evenwel gebracht voor de rechtbank van koophandel ».

B.2. Bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten werd het tweede lid opgeheven, met ingang van 1 juli 2014.

Andere bepalingen van dezelfde wet vormden de aanleiding voor die opheffing. Vóór 1 juli 2014 was de vrederechter tot een bepaald bedrag bevoegd voor geschillen tussen handelaars. Bij artikel 2 van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten werd artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek zo gewijzigd dat de rechtbank van koophandel voortaan bevoegd is voor die geschillen, ongeacht het bedrag dat daarvan de inzet vormt. Het aldus gewijzigde artikel 573 bepaalt : « De rechtbank van koophandel neemt in eerste aanleg kennis : 1° van de geschillen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling welke is verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen;2° van geschillen betreffende wisselbrieven en orderbriefjes. De vordering gericht tegen een onderneming kan onder de in het eerste lid, 1°, bepaalde voorwaarden eveneens voor de rechtbank van koophandel worden gebracht, zelfs indien de eiser geen onderneming is.

Elk beding tot aanwijzing van een bevoegde rechter dat is gemaakt voor het ontstaan van het geschil is, in dat opzicht, nietig ».

Artikel 8 van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten heeft dienovereenkomstig de bevoegdheid van de vrederechter aangepast. Artikel 590, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek luidt daardoor als volgt : « De vrederechter neemt kennis van alle vorderingen waarvan het bedrag 2 500 euro niet te boven gaat, behalve die welke de wet aan zijn rechtsmacht onttrekt, inzonderheid de vorderingen bedoeld in de artikelen 569 tot 571, 572bis, 573, 574 en 578 tot 583 ».

B.3. De voormelde verschuiving van de bevoegdheid voor geschillen tussen handelaars of ondernemingen bracht de wetgever ertoe artikel 577, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek op te heffen : « Gelet op de voorgestelde wijziging van artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, dat bevoegdheid toekent in eerste aanleg aan de rechtbank van koophandel, ongeacht het bedrag van het geschil, is deze bepaling doelloos geworden.

Deze wijziging verandert niets aan het algemeen stelsel van de hogere beroepen gericht tegen beslissingen die behoren tot de bijzondere bevoegdheid van de vrederechters. Het hoger beroep in zake handelshuur bij voorbeeld blijft behoren tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg. Het was bijzonder gepast om deze bijzondere bevoegdheid te laten aan de vrederechter want zij is nauw verbonden met de bevoegdheid in verband met pacht en woning. Om dezelfde reden is het noodzakelijk dat die samenhangende bevoegdheden blijven behoren tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3076/001, p. 12).

B.4. Met de laatstvermelde alinea uit de parlementaire voorbereiding is de verwijzende rechter het niet eens. Hij merkt op dat alle hogere beroepen waarbij beide partijen handelaar waren, ook wat huurgeschillen betreft, voorheen voor de rechtbank van koophandel moesten worden gebracht.

De verwijzende rechter vermeldt vervolgens dat de vertrouwdheid van de rechtbank van koophandel met ondernemingsgeschillen en haar specifieke samenstelling een waarborg vormen voor de betrokken rechtzoekenden, die niet zonder redelijke verantwoording zou mogen worden ontzegd aan personen die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden.

Uitgaande van die zienswijze wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle geschillen tussen ondernemingen en die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van hun economisch doel, en die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen, krachtens artikel 573 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door artikel 2 van de Wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, voor de rechtbank van koophandel worden gebracht ».

Het in de prejudiciële vraag vermelde artikel 591, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de vrederechter, ongeacht het bedrag van de vordering, kennis neemt van, met name, « geschillen betreffende de verhuring van onroerende goederen en van de samenhangende vorderingen die ontstaan uit de verhuring van een handelszaak ».

B.5. In weerwil van wat de Ministerraad beweert, blijkt uit de prejudiciële vraag voldoende duidelijk welke categorieën van personen met elkaar worden vergeleken : de handelaars die de waarborg genieten dat hun geschil door de rechtbank van koophandel zal worden beslecht en de handelaars die dezelfde waarborg niet genieten.

B.6. De Ministerraad betwist de relevantie van de prejudiciële vraag voor de beslechting van het bodemgeschil. Hij verwijst daarvoor naar artikel 16 van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, dat bepaalt : « Hoger beroep tegen elke beslissing die voor de inwerkingtreding van deze wet is gewezen door een rechtscollege dat daarvoor bevoegd was krachtens de op de datum van deze beslissing geldende bepalingen, wordt ingesteld voor het rechtscollege dat bevoegd was om kennis te nemen van dit hoger beroep krachtens de op de datum van deze beslissing geldende bepalingen ».

De verwijzende rechter beroept zich evenwel op artikel 3 van het Gerechtelijk Wetboek, naar luid waarvan de wetten die de bevoegdheid van de rechtbanken regelen op de hangende gedingen van toepassing zijn « zonder dat die worden onttrokken aan de instantie van het gerecht waarvoor zij op geldige wijze aanhangig zijn, en behoudens de uitzonderingen bij de wet bepaald ». Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie leidt de verwijzende rechter af dat de arrondissementsrechtbank, ten aanzien van een na de inwerkingtreding van de nieuwe bevoegdheidswet gerezen bevoegdheidsincident, rekening moet houden met de nieuwe bevoegdheidswet.

Het staat in de regel aan de verwijzende rechter de normen vast te stellen die toepasselijk zijn op het hem voorgelegde geschil.

Het volstaat te dezen vast te stellen dat het oordeel van de verwijzende rechter niet kennelijk onredelijk is en dat derhalve niet kan worden besloten dat het antwoord op de prejudiciële vraag zonder nut zou zijn.

B.7. De bedoeling van de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten wordt in de parlementaire voorbereiding als volgt omschreven : « Het is belangrijk dat de meest geschikte rechter om een snelle en kwaliteitsvolle beslissing te wijzen wordt uitgekozen. Het ontwerp strekt ertoe aan de natuurlijke rechter de opdracht te geven de geschillen waarvoor hij het meest geschikt is om te beslechten, te beslechten. Verder doorgevoerde specialisatie van de rechtscolleges zal de kwaliteit van de beslissingen verhogen.

De concentratie van de rechtbanken van koophandel zoals voorzien bij de wetten die de gerechtelijke arrondissementen hertekenen, laten toe om de materies die voortaan worden toevertrouwd aan de rechtbank van koophandel nog beter te behandelen, en dat zowel op kwalitatief als op kwantitatief vlak.

Het is belangrijk dat de rechtzoekenden intuïtief en zonder aarzelen zouden weten aan welke rechter zij hun geschil moeten voorleggen. Het gebeurt nog te vaak dat overbodige discussies plaats grijpen over de bevoegdheid » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3076/001, p. 4).

B.8. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen.

B.9. De in het geding zijnde bepaling ontzegt de in een huurgeschil betrokken handelaar niet het recht op toegang tot de rechter. Dat recht omvat niet het recht van de handelaar op een rechter naar zijn keuze.

Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te beslissen welke rechter het meest geschikt is om een bepaalde soort van geschillen te beslechten. Het enkele gegeven dat de wetgever de geschillen inzake huur, met inbegrip van huurgeschillen tussen handelaars, aan een andere rechter dan de rechtbank van koophandel heeft toevertrouwd, om de redenen, aangegeven in de parlementaire voorbereiding, vermeld in B.3, doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken handelaars.

B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 26 maart 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014009291 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies type wet prom. 26/03/2014 pub. 29/02/2016 numac 2016000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties met het oog op de toekenning van bevoegdheid aan de natuurlijke rechter in diverse materies. - Duitse vertaling sluiten, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 25 mei 2016.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, E. De Groot

^