MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Leefmilieu en Infrastructuur

Gewestplan Limburgs Maasland. - Definitieve vaststelling van een gedeelte van het gewestplan op het grondgebied van de gemeente Kinrooi Een besluit van de Vlaamse regering van 28 april 1998 bepaalt :

Artikel 1.Een gedeeltelijke wijziging van het koninklijk besluit van 1 september 1980 houdende vaststelling van het gewestplan Limburgs Maasland wordt definitief vastgesteld voor een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Kinrooi, afgebakend op bijgaand bestemmingsplan, deel van het kaartblad 18/8, zoals aangegeven in de bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 2.Het plan dat de bestaande fysische en juridische toestand aanduidt van het betrokken gebiedsdeel, zoals aangegeven in de bijlage 2 bij dit besluit, behoort tot de niet-normatieve delen van voornoemd gewestplan.

Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

PROVINCIE LIMBURG Advies van de Commissie van advies voor de ruimtelijke ordening voor de streek Limburg Advies over het besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997 (Belgisch Staatsblad van 28 juni 1997), houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp-plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Limburgs Maasland op het grondgebied van de gemeente Kinrooi (deel van het kaartblad 18/8), over de adviezen uitgebracht door de Bestendige Deputatie, door de betrokken gemeenteraden en over de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaarschriften.

Dit dossier werd door de Streekcommissie besproken op de hierna volgende vergaderingen : - 8 september 1997 - 8 december 1997 - 5 januari 1998 - 9 februari 1998 INHOUDSTABEL : 1. Advies van de Commissie over het plangebied 2.Advies over het advies van de Bestendige Deputatie 3. Advies over de adviezen van de betrokken gemeenteraden.4. Advies over de tijdig ontvangen bezwaarschriften 1.ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER HET PLANGEBIED De Commissie heeft zich bij de vorming van een eigen standpunt en visie over dit plangebied laten leiden door de overwegingen van het Besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997, het ontwerp-plan zelf, het advies uitgebracht door de Bestendige Deputatie en de gemeenteraden en het tijdig ontvangen bezwaarschrift.

De Commissie verleent gunstig advies bij het ontwerp-plan. 2. ADVIES OVER HET ADVIES VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE D.D. 27 NOVEMBER 1997 Het advies van de Bestendige Deputatie luidt als volgt: 1. Vastgesteld wordt dat de bouwvergunning reeds werd afgeleverd alvorens het openbaar onderzoek van start was gegaan.De vraag dient dan ook gesteld welke de zin is van dit openbaar onderzoek en de adviezen uitgebracht in het kader daarvan? Voor de verklaring van werk van algemeen belang in het besluit wordt geen verantwoording gegeven waarop dit gebaseerd is; 2. Nogmaals wordt aangedrongen op een globale ruimtelijke visie en verantwoording voor de geplande inplantingen van Aquafn.Een afhandeling ad-hoc, zoals in dit dossier, kan niet bijgetreden worden.

Advies : De Commissie neemt kennis van dit standpunt.

Argumentatie: Het advies van de Bestendige Deputatie is gebaseerd op vaststellingen en niet op ruimtelijke argumenten. 3. ADVIES OVER DE ADVIEZEN VAN DE BETROKKEN GEMEENTERADEN: 3.1. Advies van de gemeente Kinrooi d.d. 15 december 1997 Inhoud De gemeenteraad van Kinrooi brengt een gunstig advies uit over het voorstel van wijziging van het Gewestplan Limburgs Maasland voor het grondgebied van de gemeente Kinrooi zoals voorlopig vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 25 maart 1997.

Advies De Commissie neemt kennis van dit advies.

Argumentatie Dit advies wordt bijgetreden. 3.3. De gemeenten Dilsen-Stokkem, Lanaken, Maaseik en Maasmechelen hebben geen advies uitgebracht zodat zij geacht worden een gunstig advies te hebben uitgebracht. 4. ADVIES OVER DE TIJDIG ONTVANGEN BEZWAARSCHRIFTEN - Het openbaar onderzoek had plaats van 8 september 1997 tot en met 6 november 1997. - Er werd 1 bezwaarschrift ingediend door : Natuurbeschermingsactie Limburg VZW Boogstraat 35 3530 Houthalen-Helchteren Inhoud : a) De oprichting van het RWZI te Kinrooi wordt als werk van algemeen belang aangenomen.Dit houdt in dat de werken reeds mogen vergund worden en uitgevoerd voordat het openbaar onderzoek in verband met de gewestplanwijziging is opgestart.

De bevolking wordt hierdoor weer geconfronteerd met voldongen feiten politiek. b) In de overwegingen van het besluit wordt gesteld dat de locatie niet tegenstrijdig is met de opties tot bescherming van de open ruimte, gezien de integratie met het reliëf en aan te brengen beplantingen. Deze argumenten houden geen steek: de infrastructuur zal na een aantal jaren minder opvallen in de omgeving omwille van de aanwezige beplanting, maar de infrastructuur zelf is een aantasting van de open ruimte. c) Het gebied tussen de deelgemeenten Kessenich en Geistingen, en ten westen begrensd door de gewestweg Maaseik-Kessenich was tot voor kort een volledig open (niet bebouwd) landschap. Na de grindwinning Vissenakker en de in uitvoering zijnde grindwinning Boterakker blijft er van het hele gebied nog slechts een kleine fractie over. Slechts het gebied tussen de Witbeek en de gewestweg is nog open landschap.

In het recente verleden werd een deel van een landbouwbedrijf overgeplaatst naar dit open gebied.

De overheid baseert zich nu op het gegeven dat er nabij de inplantingsplaats deze boerderij is gelegen om de inplanting te verantwoorden.

Op die manier wordt de open ruimte niet gevrijwaard: zoals bekend kan men nu in de landbouwgebieden boerderijen oprichten, ook al wordt de open ruimte hierdoor aangetast. De inplanting van een boerderij in een landschap thans gebruiken als argument om het gebied verder vol te bouwen is natuurlijk onaanvaardbaar.

De NAL vzw stelt daarom voor dat een nieuwe inplantingsplaats voor het RWZI wordt gezocht.

Advies : a) De Commissie neemt kennis van deze vaststelling.b) Dit bezwaar wordt niet bijgetreden.c) De Commissie neemt kennis van deze vaststelling. Argumentatie : a) Dit is geen ruimtelijk argument.b) + c) Door de vaststelling dat reeds een boerderij werd ingeplant in dit gebied wordt reeds aangegeven dat dit gedeelte niet meer als open ruimte kan worden beschouwd. De Commissie geeft aan de Voorzitter opdracht het advies zo snel mogelijk aan de Gouverneur over te zenden en dit zeker voor het einde van de adviestermijn.

Gedaan in zitting van 9 februari 1998, Namens de Commissie : J. Ruyters.

Secretaris.

H. Houben-Bertrand.

Gouverneur-Voorzitter.