Etaamb.openjustice.be
Gewestplan
gepubliceerd op 31 oktober 2001

Gewestplan Oostende-Middenkust : definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Oostende-Middenkust op het grondgebied van de gemeenten Bredene, De Haan, Gistel, Middelkerke, Oostende en Oudenburg Bij besl De kaarten met de bestaande fysische en juridische toestand behorende tot de niet-normatieve delen (...)

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035857
pub.
31/10/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Leefmilieu en Infrastructuur


Gewestplan Oostende-Middenkust : definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Oostende-Middenkust op het grondgebied van de gemeenten Bredene, De Haan, Gistel, Middelkerke, Oostende en Oudenburg Bij besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 wordt het erbij gevoegde plan tot gedeeltelijke wijziging van het koninklijk besluit van 15 februari 1974 houdende vaststelling van het gewestplan Oostende-Middenkust definitief vastgesteld voor delen van het grondgebied van de gemeenten Bredene, De Haan, Gistel, Middelkerke, Oostende en Oudenburg, afgebakend op de kaartbladen 4/7, 4/8, 12/1, 12/2, 12/3, 12/4, 12/5, 12/6 en 12/7 met aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vervat in de bijlagen 1 tot en met 10 bij dit besluit.

De kaarten met de bestaande fysische en juridische toestand behorende tot de niet-normatieve delen van voormeld gewestplan, zijn vervat in de bijlagen 11 tot 19 bij dit besluit.

Een bijzonder plan van aanleg moet worden opgemaakt voor het luchthavengebonden bedrijventerrein en het regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter ter hoogte van de Torhoutsesteenweg te Oostende.

De Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

PROVINCIEBESTUUR WEST-VLAANDEREN Commissie van advies voor de ruimtelijke ordening en de stedenbouw in West-Vlaanderen Verslag van de vergadering van 9 maart 2001 Op de vergadering zijn zeventien leden aanwezig. Vijf leden zijn verontschuldigd.

De heer Paul BREYNE, gouverneur-voorzitter opent de vergadering.

De Commissie is voldoende in aantal om geldig te beslissen.

Afhandeling van de agenda.

I. GEWESTPLAN OOSTENDE-MIDDENKUST Besluit d.d. 8 juni 1999 van de Vlaamse regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Oostende-Middenkust op het grondgebied van de gemeenten Bredene, De Haan, Gistel, Middelkerke, Oostende en Oudenburg.

Bespreking ontwerp-tekst adviesvorming Onderzoek van de adviezen, bezwaren en opmerkingen 1. ALGEMEEN GEDEELTE De Commissie formuleert na onderzoek van de bezwaren, opmerkingen en voorstellen standpunten en adviezen m.b.t. : 1) de uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen;2) de voorafgaande vaststellingen;3) de bescherming van de duingebieden;4) gebieden voor verblijfsrecreatie;5) de aanvullende stedebouwkundige voorschriften.1) Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen De Commissie stelt vast dat in de voorliggende gewestplanwijziging voorstellen zijn opgenomen voor : - bestemmingswijzigingen die uitvoering moeten geven aan de doelstellingen en inhoudelijke opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor de vier structuurbepalende componenten op Vlaams niveau, met name de stedelijke gebieden, het buitengebied, de gebieden voor economische activiteiten en de lijninfrastructuren; - wijzigingen van eerder lokaal belang.

Ingevolge artikel 7, § 3, van het decreet van 24 juli 1966 houdende de ruimtelijke planning, is de Gewenste Ruimtelijke Structuur van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen richtinggevend voor de overheid en kan de Vlaamse regering er alleen kan afwijken met een gemotiveerde beslissing. De Commissie stelt vast dat het besluit van 8 juni 1999 geen bepalingen bevat die hetzij omwille van onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten of omwille van dringende sociale, economische of budgettaire redenen, een afwijking van het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, motiveren.

De Commissie stelt tevens vast dat bestemmingswijzigingen worden gemotiveerd omdat de nieuwe bestemmingen zich vermoedelijk zullen bevinden in het regionaal stedelijk gebied OOSTENDE en dat verwacht wordt dat de voorgestelde bestemmingswijzigingen passen binnen de globale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Oostende. De Commissie is de mening toegedaan dat ingevolge de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het Vlaams Gewest vooraf, in samenspraak met de betrokken bestuursniveaus, het regionaal stedelijk gebied moet afbakenen; dat immers de afbakeningsprocedure hetzij via een gewestplanwijziging, hetzij via een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de bij de toepasselijke decreten bepaalde procedures van openbaarmaking van het ontwerp met openbaar onderzoek en van bekendmaking van de beslissing waarbij het afbakeningsplan wordt vastgesteld, moet gevolgd worden. 2) Voorafgaande vaststellingen De voorliggende wijzigingen resulteren uit onderzoekselementen waaraan Vlaamse administraties, Vlaamse openbare, wetenschappelijk en andere instellingen, gemeenten en zgn.maatschappelijke belangengroepen, hebben geparticipeerd. De Commissie stelt vast dat noch de Afdeling MESTBANK van de Vlaamse Landmaatschappij, noch het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium hebben geparticipeerd aan de voorliggende gewestplanwijzigingen en dit ondanks de gevolgen ervan voor de opdrachten waarmede beide Vlaamse instellingen zijn belast.

De gemeenteraad van MIDDELKERKE wijst er in haar advies op dat de gemeente MIDDELKERKE niet de gelegenheid werd geboden te participeren aan de gewestplanwijzing en dit in tegenstelling tot de andere vermelde gemeenten; de gemeenteraad van de DE HAAN wijst er in haar advies op dat niet alle gemeenten hebben kunnen participeren aan de voorbereiding ervan, wat als een schending van het gelijkheidsbeginsel wordt aangevoerd. Tenslotte werd de participatie van de maatschappelijke belangengroepen beperkt tot de Kustwerkgroep Natuurreservaten VZW en het Wereld Natuur Fonds.

Aanvullend stelt de Commissie vast dat voorstellen vanuit het gemeentebestuur van Oostende geformuleerd ter voorbereiding van de gewestplanwijzigingen, in het advies van de gemeenteraad van Oostende na openbaar onderzoek, niet langer worden gehandhaafd; dat de gemeenteraad onder vorm van adviezen nieuwe voorstellen formuleert; voorstellen die het voorwerp kunnen zijn van een nieuwe gewestplanwijziging, een gemeentelijk plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan op gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau. 3) De bescherming van de duingebieden De Commissie stelt vast dat het ontwerpplan voor gebieden die definitief werden bekrachtigd als beschermde duingebieden in het voorliggend ontwerp een bestemming natuurgebied N wordt toegewezen. De Commissie is de mening toegedaan dat het stedenbouwkundig voorschrift « natuurgebied » noch een ander voorschrift opgenomen in het koninklijk besluit van 28 december 1972 en de latere wijzigingen, op een definitieve wijze de beoogde bescherming kan waarborgen. De Commissie adviseert, onverminderd de vaststelling dat een gewestplanvoorschrift nooit kan primeren op een beschermingsmaatregel waarvan de aanwijzing van het territorium door de decreetgever op definitieve wijze is bekrachtigd, bij wijziging van het geldend voorschrift, de bestemming DUINENGEBIED toe te kennen met opname van het in artikel 52 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud vastgesteld statuut.

DUINENGEBIED (D-zone effen groen) « De aanduiding als duinengebied houdt een volledig bouwverbod in. Het bouwverbod heeft betrekking op alle werken die vergunningsplichtig zijn overeenkomstig het decreet betreffende de ruimtelijke ordening.

Het bouwverbod geldt niet voor werken noodzakelijk voor een efficiënt natuurbeheer, natuurherstel, natuurontwikkeling, kustverdediging en voor slopingswerken van woningen of gebouwen » Eén lid stemt tegen. De heer VANDORPE. Motivering zie bijlage 1. 4) Gebieden voor verblijfsrecreatie De Commissie stelt vast dat m.b.t. de toeristisch recreatieve infrastructuur in het ontwerp tot wijziging van het gewestplan voorstellen zijn opgenomen waardoor nieuwe gebieden voor verblijfsrecreatie of uitbreiding van bestaande gebieden voor verblijfsrecreatie (op het grondgebied van de gemeenten Middelkerke en De Haan) tot stand komen.

Deze voorstellen strekken tot normalisering van bestaande toestanden van vóór de opmaak van het gewestplan Oostende-Middenkust en van vóór het van kracht worden van het decreet d.d. 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en latere wijzigingen, hetzij omdat de terreinen grotendeels reeds gesitueerd zijn in een bestaand gebied voor verblijfsrecreatie.

De Commissie merkt op dat bij dit beleid ook rekening moet gehouden worden met de initiatieven die door de gemeentebesturen worden ondernomen en die er eveneens toe strekken een einde te maken aan het zonevreemd zijn van openluchtrecreatieve terreinen die tot stand gekomen zijn vóór de opmaak van het gewestplan en van vóór het voormeld decreet op de openluchtrecreatieve verblijven. De Commissie verwijst dienaangaande naar het advies van de Bestendige Deputatie m.b.t. het TRP-gebied en de gevolgen daarvan voor de campings Pollentier en Oasis gelegen in het gebied voor toeristisch recreatiepark in Oostende, de beslissing van het College van burgemeester en schepenen van Oostende van 31 januari 2000 en het voorontwerp B.P.A. nr. 11 « Walraversijde » te Middelkerke tot wijziging van het gelijknamige B.P.A. goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 30 september 1986.

De Commissie stelt dat het ontwerp tot wijziging van het B.P.A. nr. 11 « Walraversijde » en het B.P.A. m.b.t. het gebied voor toeristisch recreatiepark waartoe het schepencollege van Oostende op 31 januari 2000 beslist heeft tot het opmaken ervan, zullen bijdragen tot een versterking en tot een meer rationele aanleg van de aldaar bestaande toeristische en verblijfsrecreatieve infrastructuur.

De Commissie is de mening toegedaan dat deze initiatieven moeten ondersteund worden en dat bijgevolg de herneming van de geldende bestemming « toeristisch recreatiepark » voor het grondgebied van de gemeente Middelkerke niet kan gehandhaafd worden en dat vervolgens om een latere strijdigheid van delen van een B.P.A. dat de stad Oostende opmaakt, met een gewestplanvoorschrift TRP te vermijden, het voorstel tot afbakening van het toeristisch recreatiepark op het grondgebied Oostende, overeenkomstig het advies van de Bestendige Deputatie moet overgenomen worden. Dit betekent dat de zone waarin de campings Pollentier en Oasis zijn gelegen, moet bestemd worden als gebied voor verblijfsrecreatie.

Wat de camping « de Kalkaert » betreft stelt de Commissie vast dat de stad Oostende o.m. op grond van de geplande bestemmingswijziging die de camping « de Kalkaert » zonevreemd maakt niet bereid is de procedure voor het opstellen van een zonevreemd B.P.A. op te starten.

De wijziging van bestemming gebied voor verblijfsrecreatie naar « bestaande luchtvaarttereinen » is derhalve niet relevant (zie tevens infrac fr. tevens infra 3. ADVIEZEN VAN DE COMMISSIE ministerieel besluitT. DE ADVIEZEN VAN BETROKKEN GEMEENTERADEN - Oostende, p. 9-10). 5) De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften 5.1.

Art. 2.Gebied voor stedelijke ontwikkeling : De Commissie stelt dat aangezien het regionaal stedelijk gebied Oostende nog niet is afgebakend (zie tevens supra 1) en omdat een globale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de stedelijke activiteiten en natuur, bos en landbouw in het stedelijk gebied ontbreekt, de bestemmingswijziging van de Oosteroever te OOSTENDE voorbarig is.

De Commissie verwijst naar haar advies onder 1) Uitvoering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en stelt vast dat dit aanvullende stedenbouwkundig voorschrift trouwens naar inhoud ervan dermate algemeen is dat het niet als een voorschrift van een gewestplan kan beschouwd worden; dat een gewestplanvoorschrift een meer bijzonder voorschrift met een meer gedetailleerde inhoudelijke omschrijving vereist dan een algemeen bestemmingsvoorschrift, dat tot de inhoud van een streekplan behoort. 5.2.

Art. 4.Gebied met archeologische waarde : De Commissie stelt vast dat het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, in art. 5 een bijzondere en voorafgaande adviesvraag organiseert met betrekking tot de aanvragen voor bouwvergunningen ingediend door openbare besturen en daarmede gelijkgestelde diensten; terwijl m.b.t. de beschermde archeologische goederen en bij toevalsvondsten gevonden archeologische monumenten, het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet, op een detailleerde wijze de bescherming organiseert met inbegrip van voorafgaande vergunningen af te leveren door de regering of haar gemachtigde.

De Commissie adviseert de schrapping van art. 4. Gebied met archeologische waarde omdat de betrokken zones, nl. het provinciaal domein Raversijde, de kernen Oudenburg en Ettelgem en het landelijk gebied Rattevalle, niet het voorwerp zijn geweest van een beschermingsprocedure, voorwerp van het decreet van 30 juni 1993, dat het voorschrift nieuwe opdrachten, met name een verplichtend en voorafgaand archeologisch onderzoek ter plaatse gevolgd door een redenen omkleed advies binnen 3O dagen, toekent aan het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium terwijl het besluit van 8 juni 1999, niet mede - ondertekend is door de functioneel bevoegde Vlaamse minister. De Commissie attendeert daarenboven op het protocol afgesloten tussen de stad Oostende, de Provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap waarbij een bijzondere overleg- en consultatieprocedure is overeengekomen ter bescherming van de site Walraversijde bij de realisatie van het domein Raversijde. Behoudens opzegging door een van de partijen, blijft het protocol gelden. 5.3.

Art. 5.'Bouwvrij agrarisch gebied' : De Commissie stelt vast dat het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift niet conform is, noch met de definitie « bouwvrije zone » opgenomen in de begrippenlijst die als bijlage gevoegd is bij het Ruimtelijk Structuurplan (blz. 451 RVS), noch met de definitie van bouwvrije zones in deel 2 Gewenste Ruimtelijke Structuur, 4.1.3. De Commissie stelt volgend aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor : In bouwvrij agrarisch gebied geldt een absoluut bouwverbod; met als uitzonderingen : - Voor bestaande woningen als voor de uitbreiding en verbouwing van bestaande landbouwbedrijfszetels zijn de voorschriften in het bouwvrij agrarisch gebied dezelfde als deze voor het agrarisch gebied.

Bestaande woningen en bestaande landbouwbedrijfszetels zijn woningen en landbouwbedrijfszetels die vóór het in werking treden van dit voorschrift definitief vergund zijn of voldoen aan art. 96§4 van het decreet van 18 mei 1999. - Het bouwen van schuilhokken voor dieren. - Werken i.v.m. water- en wegenbeheer.

Voor zover in overeenstemming met de hierboven vermelde bepalingen, mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de bestemming agrarisch gebied. 5.4.

Art. 6.Agrarisch gebied met ecologisch belang : De Commissie stelt vast dat in het gewestplan bestemmingen zijn opgenomen agrarisch gebied met ecologisch belang; dat de afbakening is gesteund op het ontwerp van AMINAL West-Vlaanderen waarin verwevingsgebieden worden aangeduid overeenkomstig het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen; dat het daarbij de bedoeling was een voorstel tot afbakening van het IVON te maken.

De Commissie merkt op dat met de voorgestelde bestemmingswijzigingen net beperkingen worden opgelegd in plaats van te voorzien in de stimulerende maatregelen zoals voorgeschreven in het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; dat bijgevolg een ander stedenbouwkundig voorschrift meer passend zou zijn waarin stimulerende maatregelen ten behoeve van natuurontwikkeling worden voorzien conform het decreet betreffende het natuurbehoud. De Commissie adviseert de bestemming agrarisch gebied met ecologisch belang te wijzigen in agrarisch verwevingsgebied met volgend stedenbouwkundig voorschrift : « agrarisch verwevingsgebied« (geel/groen) : « agrarische verwevingsgebieden zijn agrarische zones met landschappelijke waarde waarin het beleid gericht is op verweving tussen landbouw en natuur.

De bestemming agrarisch gebied met landschappelijke waarde blijft prioritair, maar ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers kunnen er stimulerende maatregelen genomen worden voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur. » De bestemming agrarisch gebied met landschappelijke waarde blijft prioritair, maar ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers kunnen er stimulerende maatregelen genomen worden voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur. » Eén lid stemt tegen. De heer VANDORPE. Motivering zie bilage 1. 6) Bijkomend stedenbouwkundig voorschrift Voor wat betreft de wijziging van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied (1,3 ha) en landschappelijk waardevol agrarisch gebied (26,2 ha) naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, is de Commissie van oordeel dat, gelet op de huidige ecologische waarden van het gebied, de natuurwaarden primeren. In deze optiek stelt de Commissie dat een combinatie van natuurgebied en de radiomasten te verkiezen is boven de wijziging in gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. De Commissie adviseert om de betrokken zone het nieuwe bestemmingsvoorschrift `Zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut met nabestemming natuur' te geven. 7) Minderheidsstandpunten van de leden van de Commissie Standpunten van de leden van de Commissie die afwijken van het meerderheidsadvies van de Commissie m.b.t. het algemeen gedeelte, gelden eveneens als standpunten t.a.v. de adviezen en bezwaren uitgebracht door de overheden (onder punt 2 en 3 hierna), de particulieren (onder punt 4 hierna) en insgelijks als standpunt in het eindadvies, m.b.t. de kwestieuze gewestplanwijzigingen. 2. ADVIES VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN WEST-VLAANDEREN De bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen geeft inzake het ontwerp-gewestplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Oostende-Middenkust, in zitting d.d. 8 februari 2001 GUNSTIG advies met uitzondering van hetgeen bepaald is in onderstaande : Op het grondgebied van Oostende stelt de Bestendige Deputatie voor om de TRP-zone met archeologisch belang - Provinciaal Domein Raversijde - in te kleuren als TRP-gebied zonder bovendruk en te beperken tot de eerder vastgestelde structuurschets met dien verstande dat de zones van het duinendecreet ten zuiden van de Duinenweg ook als TRP-zone worden aangeduid in tegenstelling tot het huidig voorstel alwaar TRP-natuurgebied vermeld is, het grondgebied buiten het voorgestelde domein van de provincie palend aan de Duinenweg en de Kalkaertstraat de bestemming gebied voor verblijfsrecreatie zonder bovendruk te geven; de woonzone op het grondgebied van Oostende palend aan het TRP-gebied ter hoogte van de Nieuwpoortsesteenweg effectief als woonzone op te nemen en het gedeelte van de zone dat behoort tot het grondgebied Middelkerke uit de herziening te schrappen.

ONGUNSTIG advies voor de bestemming woonuitbreidingsgebied in de Nieuwe Koerswijk op het grondgebied van Oostende.

Op het grondgebied van Oostende stelt de Bestendige Deputatie om de wijziging van de Militaire Domeinen in N-gebied om te zetten in een nieuw voorschrift, nl D-gebied met integrale opname van de bepalingen van het Duinendecreet.

ONGUNSTIG advies voor de nieuwe bestemming « bouwvrij agrarisch gebied ». De Deputatie verkiest alle betrokken gebieden te schrappen.

ONGUNSTIG advies voor de nieuwe bestemming « agrarisch gebied met ecologisch belang ». De Bestendige Deputatie verkiest een nieuw voorschrift « Agrarisch verwevingsgebied » met volgende omschrijving : agrarische verwevingsgebieden zijn agrarische zones met landschappelijke waarde waarin het beleid gericht is op verweving tussen landbouw en natuur. De bestemming agrarisch gebied met landschappelijke waarde blijft prioritair, maar ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers kunnen er stimulerende maatregelen genomen worden voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur.

ONGUNSTIG advies voor de voorgestelde bestemmingswijzigingen naar gebied voor verblijfsrecreatie voor de zonevreemde openluchtrecreatieve verblijven `Moby Dick' te Middelkerke voor het volledige terrein en `Camping Albatros' te Middelkerke voor het deel van het terrein in natuurgebied.

De Commissie neemt nota van het gunstig advies en - de Commissie adviseert gegrond om de zone met archeologisch belang te schrappen en het gebied te beperken tot de eerder vastgestelde structuurschets evenals de zones te schrappen die niet als TRP-zones begrepen zijn in de structuurschets als de zone N-gebied ten zuiden van de Duinenweg, die betrekking heeft op een beschermd duingebied, te schrappen en de huidige bestemming te laten herleven. Bij laatstvernoemde verwijst de Commissie naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 3), De bescherming van de duingebieden; - de Commissie adviseert bijgevolg het behoud van de bestaande toestand voor wat betreft het Provinciaal domein en bijgevolg voor het grondgebied buiten het voorgestelde domein van de provincie palend aan de Duinenweg en de Kalkaertstraat de bestemming gebied voor verblijfsrecreatie zonder bovendruk te geven, de bewoonde percelen in het parkgebied op het grondgebied van Oostende palend aan het TRP-gebied ter hoogte van de Nieuwpoortsesteenweg effectief als woonzone op te nemen en het gedeelte van de zone dat behoort tot het grondgebied Middelkerke uit de herziening te schrappen. De Commissie verwijst naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 4) Gebieden voor verblijfsrecreatie; - de Commissie verklaart, overwegende de redenering i.v.m. het ontbreken van een visie m.b.t. de luchthaven, het bezwaar omtrent het woonuitbreidingsgebied in de Nieuwe Koerswijk gegrond. De Commissie adviseert dat een bestemmingswijziging van parkgebied naar woonuitbreidingsgebied niet passend is in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven en dat de bestemming als parkgebied de noodzakelijke bufferzone moet vormen tussen de woonzone en de luchthaven; - de Commissie adviseert de bestemmingswijziging van Militaire Domeinen in D-gebied gegrond en verwijst naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 3 De bescherming van de duingebieden.

Eén lid stemt tegen. De heer VANDORPE; - de Commissie adviseert het bezwaar omtrent het nieuw bestemmingsvoorschrift `bouwvrij agrarisch gebied' gedeeltelijk gegrond en verwijst naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. De aanvullende stedebouwkundige voorschriften, Artikel 5.

Bouwvrij agrarisch gebied; - de Commissie adviseert het bezwaar omtrent het nieuw bestemmingsvoorschrift `agrarisch gebied met ecologisch belang' gegrond en verwijst naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.4. De aanvullende stedebouwkundige voorschriften, Artikel 6; - de Commissie adviseert het bezwaar omtrent de te regulariseren zonevreemde openluchtrecreatieve bedrijven `Moby Dick' en `Albatros' te Middelkerke gegrond, en verwijst hiervoor naar de motiveringen in het besluit van de Bestendige Deputatie d.d. 8 februari 2001 : « Overwegende dat voor zonevreemde openluchtrecreatieve verblijven vanuit het Vlaams Gewest een afwegingskader werd opgesteld op basis van juridische en ruimtelijke criteria om verschillende uitspraakniveaus te bekomen en om een coherente ruimtelijke visie op te stellen; overwegende dat het provinciebestuur van West-Vlaanderen dit afwegingskader gunstig heeft geadviseerd ten aanzien van de interdisciplinaire werkgroep voor zonevreemde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, mits kleine aanvullingen en aanpassingen in zitting van 16 maart 2000; overwegende dat de Vlaamse regering in een besluit van 8 juni 2000 de provinciebesturen belast met de opmaak van een voorstel van ruimtelijk uitvoeringsplan uit hoogdringendheid met het oog op een planologische bestemmingswijziging voor de zonevreemde terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven; overwegende dat de provincie West-Vlaanderen op basis van het Vlaamse afwegingskader een provinciaal afwegingskader heeft opgesteld; overwegende dat op heden dit onderzoek voor West-Vlaanderen lopende is; dat dit provinciaal afwegingskader voor zonevreemde openluchtrecreatieve verblijven werd voorgelegd aan de Bestendige Deputatie (d.d. 30 november 2000); overwegende dat de zonevreemde openluchtrecreatieve verblijven die voorwerp uitmaken van de gewestplanwijziging niet opgenomen worden in het voorstel tot RUP; overwegende dat de Administratie Ruimtelijke Planning op de hoogte is gesteld van de betrokken afwegingen (d.d. 8 december 2000); overwegende dat op basis van het provinciaal afwegingskader de betrokken openluchtrecreatieve verblijven `Moby Dick' te Middelkerke voor het volledige terrein gelegen in agrarisch gebied en `Camping Albatros' te Middelkerke voor het deel van het terrein in natuurgebied een ongunstig advies hebben gekregen; overwegende dat uit het afwegingskader blijkt dat de regularisatie van camping `Moby Dick' niet kan weerhouden worden omwille van het feit dat het terrein een versnippering van een aaneengesloten landbouwgebied op provinciaal niveau veroorzaakt, omwille van het feit dat het terrein niet kerngebonden ligt en dat het terrein niet in de onmiddellijke omgeving van 1 of meerdere andere terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven ligt; overwegende dat de regularisatie van `Camping Albatros' niet wordt weerhouden omwille van het feit dat het zonevreemd gedeelte in natuurgebied ligt, dat het natuurgebied een onderdeel vormt van een groter geheel met name de zeereepduinen van Lombardsijde-Westende; dat voor de kust het natuurlijk systeem van duinen en landschap een belangrijke basis is van de toeristische aantrekkingskracht van de regio; dat het daarom gewenst is geen verdere uitbreidingen toe te laten in duinencomplexen; overwegende dat dit de logische uitwerking is van een beleidslijn uitgestippeld op Vlaams niveau; » Twee leden onthouden zich. 3. ADVIEZEN VAN DE COMMISSIE M.B.T. DE ADVIEZEN VAN BETROKKEN GEMEENTERADEN OOSTENDE (d.d. 25 februari 2000) De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Luchthaventerrein en terreinen rond Torhoutsesteenweg.Voorstel tot verplaatsen van de grens tussen kleinhandelszone (KH) en luchthavengebonden bedrijventerrein (LHBO) tot voorbij de Rolbaanstraat. Voor het bekomen gebied, dus de uitgebreide kleinhandelszone, wordt voorgesteld de huidige bestemming, nl. die van gebied voor ambachtelijke bedrijven of kleine en middelgrote bedrijven, te laten behouden. Op deze manier zijn verdere uitbreidingsmogelijkheden mogelijk voor bestaande bedrijven en kunnen die bovendien een ontsluiting op de Rolbaanstraat creëren, wat een ontlasting van de overbelaste Torhoutsesteenweg in de hand zou kunnen werken. De gebieden aan de oostelijke zijde van de Torhoutsesteenweg behouden op dezelfde gronden de huidige bestemming, met inbegrip van het gebied dat is opgetekend als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, nl. dat van gebied voor ambachtelijke of kleine en middelgrote bedrijven.

De Commissie stelt vast dat wat betreft de luchthaven van Oostende vooreerst dient verwezen te worden naar de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij decreet van 17 december 1997 van het Vlaams Parlement; dat onder punt 2 « selectie van poorten » van de bindende bepalingen in verband met de gebieden voor economische activiteiten Oostende geselecteerd wordt als zeehaven « in samenhang met de regionale luchthaven » en dat onder punt 5.2. « De luchthavens » gesteld wordt : « De regionale luchthavens van Oostende en Deurne worden als luchthavengebied afgebakend binnen de afgebakende stedelijke gebieden »; dat evenwel moet vastgesteld worden dat deze afbakening van het stedelijk gebied niet is gebeurd; dat evenmin de samenhang wordt aangetoond; dat het voorgestelde ontwerp derhalve vooruitloopt op deze afbakening en voorstellen formuleert die deze afbakening kunnen hypothekeren en tevens afbreuk doet aan de procedure van openbaarmaking die zal gepaard gaan met deze afbakening; dat er in de motivering van het voorliggend ontwerpplan geen visie ontwikkeld wordt over de luchthaven en de maatschappelijke, ruimtelijke, economische en diverse andere aspecten die daarmee verband houden; dat derhalve in dit opzicht diverse voorgestelde bestemmingswijzigingen niet gemotiveerd zijn en strijdig zijn met de voornoemde bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen terwijl in de hiërarchie van de dwingende en verordenende rechtsregels het ontwerp van gewestplan in overeenstemming dient te zijn met de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuuplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997.

Bijgevolg stelt de Commissie dat - op grond van dezelfde redenering i.v.m. het ontbreken van een visie m.b.t. de luchthaven - een bestemmingswijziging van parkgebied naar woonuitbreidingsgebied niet passend is in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven; dat de bestemming als parkgebied de noodzakelijke bufferzone moet vormen tussen de woonzone en de luchthaven; dat het tevens voorbarig is de camping op het luchthaventerrein een andere bestemming te geven; dat het in dit licht eveneens voorbarig is bestemmingswijzigingen voor te stellen zoals regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter terwijl het juist - in afwachting van een globale visie, uit te tekenen door de Vlaamse regering - aangewezen zou zijn alle opties open te houden teneinde de verdere ontwikkeling van de luchthaven als poort op Vlaams niveau maximaal te verzoenen met de leefbaarheid van de omgeving; dat verder de confrontatie van behoefte en aanbod aan bedrijventerreinen binnen de planhorizon 2007 voor het regionaalstedelijk gebied Oostende pas concreet kan worden uitgevoerd na de afbakening van het regionaalstedelijk gebied en na afbakening van het zeehavengebied en het gebied voor de regionale luchthaven Oostende; dat de wijziging van bestemming in luchthavengebonden bedrijventerrein (LHBO) in deze context geen probleem vormt, daar betrokken zone in feite tot de perimeter van de luchthaven behoort; dat de bestemmingwijzigingen aan de Torhoutsesteenweg in kleinhandelszone en in regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter bijgevolg voorbarig zijn en dienen deze zones geschrapt te worden.

Een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter geeft bovendien een verdere verlinting van de Torhoutsesteenweg en de aanzet tot verdere ontwikkelingen aan de overzijde van de uitvalsweg. Deze ontwikkelingen staan lijnrecht tegenover de planvisie uiteengezet in het R.S.V. Gelet op de bestaande toestand is het aangewezen de huidige bestemming van gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO's, dat wordt gewijzigd in kleinhandelszone (KH), als te behouden teneinde op betrokken zone niet onnodig zonevreemde bedrijven te creëren. In betrokken zone zijn immers verscheidene ambachtelijke bedrijven actief.

Wat betreft de grenswijziging van het betrokken gebied naar de Rolbaanstraat, adviseert de Commissie dit voorstel ongegrond. De huidige begrenzing, voorgesteld op het ontwerp gewestplan wordt aangehouden.

De heer VANDORPE wenst een verwijzing naar de puntpiste in het advies aan te houden. Hij stemt tegen. 2) Militaire domeinen, Halve Maan en Hundius (wijziging militair domein naar natuurgebied).Huidige bestemmingswijziging mag toekomstige uitbouw van de haven en de havengeul niet hypothekeren.

Voorstel tot wijziging van een strook naar gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen van het gebied waarin de Halve Maan zich situeert. Strikt noodzakelijke wijziging, waarbij zo weinig mogelijk natuurgebied wordt ingeleverd. De afbakening van het beschermde monument dient te worden gerespecteerd.

De Commissie verwijst voor betrokken zones naar haar advies ondet het Algemeen Gedeelte, punt 3) de bescherming van de duingebieden. Met het nieuwe bestemmingsvoorschrift D-gebied, dat de bepalingen van het Duinendecreet overneemt, blijven kustverdedigingswerken mogelijk. 3) Stedelijk Ontwikkelingsgebied `Oosteroever'.Wegens hoogdringendheid van het wetenschappelijk, educatief themapark `Frimout-Centrum' is er het voorstel om betreffend gebied uit het stedelijk ontwikkelingsgebied te halen en in te kleuren als gebied voor dagrecreatie. Om een aantal bedrijven rechtszekerheid te bieden voor de toekomst, wordt voorgesteld specifieke zone (gevormd door Victorialaan, Liefkemorrestraat, Fortstraat en Ankerstraat) uit het stedelijk ontwikkelingsgebied te halen en in te kleuren als regionaal bedrijventerrein.

De Commissie verwijst voor betrokken zone naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.1. Gebied voor stedelijke ontwikkeling, Artikel 2.

Wat betreft het themapark « Frimout-centrum » adviseert de Commissie betrokken zone in te tekenen als zone voor dagrecreatie, volgens de afbakeningen voorgesteld in het advies van de gemeente Oostende. De bouwaanvraag dient noodzakelijk gekoppeld te worden aan een openbaar onderzoek. 4) Zone tussen Spuikom en Kanaal (wijziging woongebied en zone voor dagrecreatie in zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut). Ingevolge een materiële vergissing is vergeten een gebied (Yachtclub RYCO - zone voor dagrecreatie) in de afbakening van gemeenschapsvoorziening en openbaar nut te incorporeren. Vraag tot aanpassing.

De Commissie stelt vast dat betrokken zone geen voorwerp uitmaakt van het ontwerpplan en verklaart het bezwaar dan ook niet ontvankelijk. 5) Stadsdeelpark ten Oosten van de Nieuwe Koerswijk (wijziging van recreatiegebied en parkgebied naar woonuitbreidingsgebied).Het ingetekende woonuitbreidingsgebied is gelet op de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven niet opportuun. Voorstel tot beperking van het woonuitbreidingsgebied tot de smalle strook langs de Prins Roselaan, als stedebouwkundige afwerking van de Nieuwe Koerswijk. De strook krijgt de bestemming woonpark. Het overig gedeelte van het woonuitbreidingsgebied behoudt de park-bestemming en vormt op deze manier een passende buffer tussen het stedelijk weefsel van Oostende en de luchthaven.

De Commissie adviseert dat een bestemmingswijziging van parkgebied naar woonuitbreidingsgebied niet passend is in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven en dat de bestemming als parkgebied de noodzakelijke bufferzone moet vormen tussen de woonzone en de luchthaven. Gelet op de bestaande ruimtelijke structuur en het onbebouwd, open karakter van de westelijke en zuidelijke zijde van betrokken gebied, stelt de Commissie dat de verdere uitbreiding van de woonwijk niet passend is, teneinde de functie van park- en bufferzone niet uit te hollen.

De Commissie verklaart de voorgestelde bestemming van woonpark op betrokken strook als niet passend. Het ruimtelijk bufferend effect van betrokken zone wordt heel sterk gereduceerd als twee van de drie zijden van het open gebied bebouwd worden. Als de zone aan twee van de drie zijden ingesloten wordt door dichte bebouwing kan van een afstandsbuffer geen sprake meer zijn.

De Commissie verklaart het advies van de gemeente omtrent het woonuitbreidingsgebied in de Nieuwe Koerswijk gedeeltelijk gegrond, voor wat betreft het gedeelte dat de bestemming parkgebied i.p.v. woonuitbreidingsgebied toegewezen krijgt. Het voorstel van de gemeente om de westelijke zijde van het gebied als woonpark te bestemmen wordt ongegrond geadviseerd. 6) Omgeving Schorre (wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bouwvrij agrarisch gebied).Landbouwloods is mee opgenomen in bouwvrij gebied. Vraag tot betreffende zone uit het bouwvrij gebied te lichten.

De Commissie verwijst voor betrokken zone naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied, Artikel 5. 7) Stadsrandbos en bosuitbreidingsgebied * Wijziging parkgebied naar bosgebied (gedeelte tussen Zandvoordeschorredijkstraat en de Gouwelozekreek) : Wijziging heeft geen zin, daar specifiek gebied bebouwd is en waarin economische bedrijvigheid is ondergebracht.Voorstel tot wijziging van een klein deelgebied in zone voor ambachtelijke bedrijven, conform BPA nr. 103. * Voorstel tot aanpassing begrenzing bosuitbreidingsgebied in de richting van Zandvoorde conform BPA nr. 102 `Zandvoorde-dorp - deel 2'.

Wat betreft de wijziging van parkgebied naar bosgebied, verklaart de Commissie het bezwaar gegrond, gelet op de bestaande toestand van aanwezige economische activiteit.

Het voorstel tot aanpassing begrenzing bosuitbreidingsgebied in de richting van Zandvoorde wordt gegrond geadviseerd, gelet op de bestaande bebouwing aan de zuidelijke zijde. 8) Op- en afrittencomplex Zandvoorde.Slechts een klein gedeelte van het gebied tussen de A10 en de spoorlijn Oostende-Brugge (huidig bestemming is milieubelastende industrie)is ingetekend als regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter. Voorstel tot volledige wijziging in regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

De Commissie stelt vast dat betrokken zone geen voorwerp uitmaakt van het ontwerpplan en verklaart het advies dan ook niet ontvankelijk.

OUDENBURG (d.d. 20 december 2000) De gemeente herneemt het vroeger ingenomen standpunt (d.d. 24 februari 2000) De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Wijziging landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang : Oostende-Historische Polders en Bourgogne Broeken Bezorgdheid omtrent de toekomstig van het gebied als de verdere leefbaarheid van de landbouwactiviteit.De huidige bestemming biedt voldoende garanties ter bescherming van deze open ruimtegebieden.

De Commissie verwijst voor betrokken zone naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang, Artikel 6 en adviseert het behoud van de bestaande juridische toestand ongegrond. 2) Wijziging industriegebied naar natuurgebied met wetenschappelijke waarde (R-gebied) : zone tussen spoorweg en A10. Het huidig agrarisch gebruik is de beste garantie om de kwaliteiten van dit gebied te vrijwaren. Voorstel om dit gebied als agrarisch gebied op te nemen.

De Commissie adviseert het voorstel ongegrond daar betrokken wijziging de groene rand rond het stedelijk weefsel van Oostende vervolledigt.

In bijkomende orde betekent de voorgestelde wijziging een aansluiting op het reservaatgebied `De Zwaanhoek' en vormt het geheel voor de kernen Zandvoorde en Oudenburg tevens een functionele buffer tegen het stedelijk gebied van Oostende. 3) Overdruk van gebied met archeologische waarde : omgeving Oudenburg en Ettelgem. Wijziging brengt een bijkomende belasting van de gemeentelijke diensten (bijkomende advisering van IAP) en tevens een vertraging van de afhandeling van de dossiers met zich mee. Bijkomende vraag tot grenscorrecties : site Abdijhoeve en sites aangeduid op plannen in bijlagen.

De Commissie verwijst voor betrokken overdruk naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.2. Gebied met archeologische waarde,

Artikel 4.Het advies is gegrond. 4) Wijziging van agrarisch gebied naar lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter (Witte Bergen), wijziging van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied naar industriegebied, naar bufferzone en naar agrarisch gebied. Lokaal bedrijventerrein is te klein ingetekend. Een grotere oppervlakte is noodzakelijk. Stad vraagt verder om stukje agrarisch gebied (deel van het industriegebied) ook in te kleuren als industriegebied.

De Commissie stelt vast dat het voorstel tot een grotere oppervlakte van de betrokken zone geen voorwerp uitmaakt van het ontwerpplan en verklaart het voorstel dan ook niet ontvankelijk. 5) Aanvraag tot grenscorrecties a) Wijziging van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied naar LWAG (omgeving Paddegat) : bestaande landbouwzetel valt net uit gebied.b) Afbakeningscorrecties van het woongebied met landelijk karakter (Ettelgem-dorp) : compensatie voor het omzetten van woonuitbreidingsgebied naar agrarisch gebied : goedgekeurde, niet vervallen verkaveling langs de Torhoutweg en de volledige helft van de Vrijboomstraat (verschillende niet-vervallen goedgekeurde verkavelingen).c) Wijziging van ontginningsgebied met nabestemming recreatiegebied naar natuurgebied (Roksemputten) Aanwezigheid van een (vergund) bedrijf in het natuurgebied.Vraag tot correctie. d) Wijziging van ontginningsgebied met nabestemming openbare nutsvoorzieningen naar ontginningsgebied met nabestemming toeristisch recreatief park en naar toeristisch recreatief park (De Kluiten) : gebied is te klein ingetekend (24,3 ha) om aan een voldoende recreatief aanbod te voldoen.Vraag tot opname voorstel stadsbestuur (ca. 65 ha), nl. het gedeelte tussen bestemd TRP en de snelweg A18. e) Vraag tot opname van goedgekeurde BPA's (BPA Waerebrug ministerieel besluit 26 september 1996, BPA Roksem-Hoge Dijken ministerieel besluit 22 juni 1994, BPA Westkerke-Centrum-Oost, ministerieel besluit 7 juli 1992.f) Vraag tot aanpassen van de begrenzing van het industriegebied ter hoogte van het geklasseerde sluizencomplex van Plassendalebrug, om een passende buffer tegen het industriegebied van Oostende te voorzien. Vraag tot aanpassing naar agrarisch gebied. g) Schrappen van reservatiestrook en wijziging naar R-gebied, aansluitend op natuurreservaat « De Zwaanhoek ».Vraag om de aanwezige strook bewoning om te zetten naar woongebied met landelijk karakter. h) Site Abdijhoeve : historische hoeve, die uitgebaat wordt als een hotel is voor een gedeelte niet opgenomen in het archeologisch waardevol gebied.Vraag tot grenscorrectie. a) De Commissie stelt vast dat betrokken zone geen voorwerp uitmaakt van het ontwerpplan en verklaart het voorstel dan ook niet ontvankelijk.b) Uitgaande van de bestaande ruimtelijke structuur van Oudenburg, dat als een lineaire bipolaire kern beschouwd kan worden, adviseert de Commissie het voorstel vanwege de gemeente gunstig wat betreft de afbakeningscorrecties in Ettelgem-dorp.Gelet op de huidige toestand van volledig ingevulde (goedgekeurde) verkavelingen zijn deze correcties logisch. c) De Commissie adviseert het bezwaar ontvankelijk en gegrond.De Commissie stelt vast dat het betrokken gebied eigendom is van de Vlaamse Gemeenschap en adviseert bijgevolg om de afbakening van het natuurgebied af te stemmen op de eigenlijke eigendomsgrenzen, waardoor normaliter geen zonevreemde bedrijven kunnen ontstaan. d) De Commissie stelt vast dat het gedeelte tussen bestemd TRP-gebied en de snelweg A18 geen voorwerp uitmaakt van het ontwerpplan en verklaart het voorstel dan ook niet ontvankelijk.e) De Commissie stelt vast dat de betrokken zones waarop de respectieve BPA's van toepassing zijn, geen voorwerp van het ontwerpplan uitmaken en verklaart het bezwaar dan ook niet ontvankelijk.f) De Commissie adviseert het voorstel gegrond voor wat betreft het gedeelte gelegen in de gewestplanwijziging;niet ontvankelijk voor wat betreft het deel dat niet in de wijziging is begrepen. g) Gelet op de bestaande toestand, i.e. een bestaande woningencluster langs het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, acht de Commissie het advies gegrond; het is bijgevolg zinvol de betreffende strook als woongebied met landelijk karakter in te kleuren. h) De Commissie stelt voor de twee agrarische gebieden te schrappen en dat de huidige juridische toestand, namelijk die van woongebied met landelijk karakter behouden blijft.Bovendien verwijst de Commissie voor betrokken overdruk naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.2. Gebied met archeologische waarde,

Artikel 4.Het advies is gegrond.

MIDDELKERKE (d.d. 18 december 2000) De gemeente herneemt het vroeger ingenomen standpunt (d.d. 28 februari 2000) De gemeente heeft volgende opmerkingen : Urgente vraag tot rekening houden met het bezwaar van de Milieuraad Middelkerke en een alternatieve puntpiste te voorzien in de luchthaven van Oostende, die een hoek van 30° met de bestaande piste vormt.

De Commissie verwijst hiervoor naar haar advies inzake de ontwikkelingen rondom de luchthaven van Oostende, uiteengezet in 3.

ADVIEZEN VAN DE COMMISSIE M.B.T. DE ADVIEZEN VAN BETROKKEN GEMEENTERADEN, OOSTENDE, p. 9 & 10.

De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Wijziging agrarisch gebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang (Lombardsijde / Westende-Schuddebeurze / Schore) Doodsteek voor de aanwezige bedrijven.Vraag tot wijziging in bouwvrij agrarisch gebied met inbegrip van uitgetekende bedrijfszetels.

De Commissie verwijst voor betrokken zones naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied, Artikel 5 als naar het Algemeen gedeelte, punt 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang, Artikel 6, en adviseert het voorstel ongegrond. 2) Ambachtelijke zone (kleine driehoek) aan de oostkant van Leffinge-dorp.Bij ministerieel besluit van 9 november 1994 (gedeeltelijke herziening gewestplan) werd besloten betreffende zone niet meer als ambachtelijk in te kleuren. Vraag tot wijziging naar agrarisch gebied.

Gelet op de gedeeltelijke herziening van het gewestplan (ministerieel besluit van 9 november 1994), waarbij het volledige ambachtelijke gebied te Leffinge werd gewijzigd in agrarisch gebied, behalve wat betreft de reservatiestrook, stelt de Commissie vast dat de wijziging zoals voorgesteld op het ontwerpplan, die voorziet in een smalle strook ambachtelijke zone, geen enkele reden van bestaan meer heeft.

De Commissie adviseert het voorstel gegrond. 3) Wijziging LWAG naar natuurgebied (natte weide Rattevalle) : natuurgebied is veel te groot ingetekend en dient zich te beperken tot de aangeduide rietputten. Gelet op de huidige activiteiten en het grondgebruik adviseert de Commissie betrokken natuurgbied enkel te beperken tot de aangeduide rietputten. De Commissie adviseert het voorstel gegrond.

Eén lid stemt tegen. De heer VANDORPE. 4) Voorstel tot vrijwaren van woningen en gebouwen uit bouwvrij agrarisch gebied, agrarisch gebied met ecologisch belang of gebieden met archeologische waarde. De Commissie verwijst voor betrokken zones naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.2. Gebied met archeologische waarde, Artikel 4, naar het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied, Artikel 5 als naar het Algemeen gedeelte, punt 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang, Artikel 6. 5) Wijziging agrarisch gebied naar R-gebied (Puidenbroeken) : meest zuidelijk stuk van het reservaat (ca.1 ha) is nog in intensief landbouwgebruik. Vraag tot wijziging van het betreffende stukje naar agrarisch gebied.

Gelet op het intensieve landbouwgebruik van betrokken gebied, adviseert de Commissie het voorstel gegrond voor wat betreft de beperking van het R-gebied overeenkomstig de totale oppervlakte van het gebied in eigendom van Natuurreservaten v.z.w.

Eén lid stemt tegen. De heer VANDORPE. 6) Voorstel om bepaalde gebouwen (Schuddebeurzeweg) uit het Reservaat te tekenen en in te kleuren als agrarisch gebied.Op deze manier kunnen gebouwen gerenoveerd worden (eigendom OCMW).

De Commissie stelt dat het reservaatgebied geen voorwerp uitmaakt van huidig ontwerp-plan en adviseert het voorstel niet ontvankelijk.

Opmerkingen van de gemeente op zones die geen betrekking hebben op het ontwerp-gewestplan - Wijziging agrarisch gebied naar bouwvrij agrarisch gebied (zone Graningatevliet-Groot Middelkerkegeleed) : opname van de westelijke ringweg-ontsluitingsweg (cfr. aanvraag gemeenteraad 4 juni 1998 / cfr. verwijzing mobiliteitsplan) is niet gebeurd. Vraag tot opname. - Wijziging woongebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen naar recreatiegebied en parkgebied (Badenlaan). Bijkomend verzoek van de gemeente om klein gedeelte aan de westkant van de Badenlaan ook in te kleuren als zone voor gemeenschapsvoorzieningen. Grote investeringen van de gemeente werden gemaakt (aankoop gronden) teneinde de parking verder uit te breiden. - Algemene vraag om de voorstellen tot wijziging (d.d. 4 juni 1998) alsnog in het definitief ontwerp te incorporeren. - Voorstel om de landelijke gehuchten Rattevallebrug en Slijpebrug als woongebied in te kleuren.

De Commissie stelt dat betrokken zones geen voorwerp uitmaken van huidig ontwerp-plan adviseert het voorstel niet ontvankelijk.

GISTEL (d.d. 22 januari 2001) De gemeente herneemt het vroeger ingenomen standpunt (d.d. 24 februari 2000) De gemeente heeft volgende opmerkingen : 1) Algemene vraag om bij bestemmingswijzigingen meer en beter rekening te houden met de bestaande perceelsgrenzen. De Commissie neemt kennis van de vraag. 2) Algemene vraag om de situatie van de bedrijfszetels binnen het bouwvrij agrarisch gebied in detail te onderzoeken De Commissie verwijst voor betrokken bedrijfszetels in bouwvrije zones naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied, Artikel 5. 3) Vraag tot intekenen van een reservatiestraat ter hoogte van het verkeersknooppunt E40/N33 tot het realiseren van een oprit richting Jabbeke vanaf de N33.Huidig - ruimtelijk onduidelijk - kruispunt genereert tal van ongevallen.

De Commissie stelt vast dat betrokken reservatiestraat geen voorwerp uitmaakt van huidig ontwerp-plan en adviseert het voorstel niet ontvankelijk.

De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Wijziging ontginningsgebied met nabestemming landbouw naar natuurgebied (gedeelte ten westen van de Stenen - Molenstraat - vroegere stortplaats firma Dewachter). Betreffend terrein is geëffend en in eigendom en gebruik van een landbouwer. Vraag tot schrappen van natuurgebied en wijzigen naar agrarisch gebied.

De Commissie adviseert het bezwaar gegrond, gelet op het huidig grondgebruik. 2) Wijziging ontginningsgebied met nabestemming landbouw naar industriegebied (oostelijke uitbreidingsstrook van de firma Rodanar langsheen het Kanaal Oostende-Plassendale tot aan de grens met Oudenburg). Industriezone komt op deze manier nog dichter bij de woonzone `Snaaskerke' en de recente verkaveling (Verloren Kost) te liggen.

Ontsluitingsmogelijkheden van deze zone zijn heel beperkt. Het landelijk karakter van `Verloren Kost' zou teniet gedaan worden. Vraag tot inkleuren van de strook als agrarisch gebied en het in overweging nemen om het specifieke karakter van `Verloren Kost' als beschermd dorpsgezicht te catalogeren.

De Commissie adviseert de huidige bestemmingswijziging naar industriegebied te behouden, behalve voor de zone tussen de fiets- en voetgangersbrug en het Caemerlinckgeleed. De Commissie adviseert om zowel het gebied dat gewijzigd wordt naar natuurgebied als naar industriegebied, beide gelegen ten oosten van de fiets- en voetgangersbrug over het kanaal, te laten aansluiten op het groot agrarisch gebied en beide gebieden dan ook als landschappelijk waardevol agrarisch gebied te bestemmen.

De Commissie adviseert het bezwaar gedeeltelijk gegrond. 3) Wijziging agrarisch gebied naar lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter (De Kolaard).Volgens de gemeente de meest aangewezen locatie voor ambachtelijke, lokale bedrijven, waaraan in Gistel een grote nood bestaat. Uitstekende ontsluitingsmogelijkheden.

Ingetekende zone maakt plaats voor slechts twee bedrijven.

Investeringen voor de inrichtingen van dit terrein zijn niet verantwoord. Vraag tot intekenen van het vernietigde BPA `De Kolaard' (3 maal oppervlakte LO, lopende tot aan de snelweg), waarbij een wettelijke bufferzone kan voorzien worden.

De Commissie stelt vast dat het voorstel tot verdrievoudigen van de oppervlakte - zoals vastgelegd in het ontwerp- van het gebied, geen voorwerp uitmaakt van huidig ontwerpplan en de Commissie adviseert het voorstel niet ontvankelijk. 4) Wijziging landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter naar zone voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (bedrijf Vlaeminck - Zevekote). In het voorziene gebied zijn twee toegangen op de Zevekotestraat voorzien. De gemeenteraad opteert om enkel de westelijke toegang te behouden én het oostelijk ingekleurd gebied te supprimeren. Anderzijds is er de vraag om betreffend bedrijf dieper te laten insnijden vanuit de Zevekotestraat.

De Commissie verklaart het bezwaar gedeeltelijk gegrond, m.n. wat betreft de schrapping van de oostelijke toegang, maar stelt vast dat het voorstel om bedrijf dieper te laten insnijden geen voorwerp uitmaakt van het ontwerp-gewestplan. 5) Wijziging landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bouwvrij agrarisch gebied (`Nieuwland' - gebied tussen Torhoutsebaan-Groot Geleed en Moerdijkvaart) Positief, maar niet voldoende.De raad adviseert om het gehele gebied in te kleuren als bouwvrij agrarisch gebied. Het Nieuwland is landschappelijk waardevoller dan het als bouwvrij ingetekende Moere-Bloote gebied. Het betreffende gebied zou bovendien de verbinding met de Bourgogne Meersen kunnen maken.

De Commissie verwijst voor betrokken gebied naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied, Artikel 5, en adviseert het voorstel ongegrond.

BREDENE (d.d. 4 december 2000) De gemeente herneemt het vroeger ingenomen standpunt (d.d. 27 december 1999) en voegt één artikel toe. De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Overname aanbeveling van de gemeentelijke adviesraad voor Leefmilieu waarbij voor het natuur en waterwinningsgebied, gepleit wordt voor het behoud van het gebied als natuurgebied, met op termijn een afbouwing van het waterwinningsgebied. De Commissie adviseert gegrond gelet op het belangrijke en heel waardevolle duingebied. De geringe waterhoeveelheden die dit kleine gebied kan leveren staan niet in verhouding tot de grote ecologische schade die door de waterwinning berokkend wordt aan dit unieke gebied.

Het is in het kader van een integraal benaderen van de waterproblematiek logischer om de waterwinning hier af te bouwen. 2) Wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang (Duivekete) : de wijziging van een totale oppervlakte van 17,81 ha naar ecologisch belangrijk gebied werpt een zware hypotheek op de betreffende uitbaters-eigenaars. De Commissie verwijst voor betrokken zones naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang, Artikel 6.

Opmerkingen van de gemeente op zone die geen betrekking heeft op het ontwerp-gewestplan - Gebied tussen Bredene-Sas, de Noord-Ede waterloop en de `Blauwe Sluis' (huidige bestemming is parkgebied) : er is geen rekening gehouden met het bestaan van het BPA `Ambachtelijke zone', ministerieel besluit 7 januari 1992. De uitbouw van dit gebied werd intussen gerealiseerd. Vraag om hiermee rekening te houden. - Gebied tussen het Noord-Edegeleed en de Plassendalesteenweg, in het huidig gewestplan als landschappelijk waardevol agrarisch gebied ingetekend; vraag tot wijziging conform de aangrenzende bestemmingswijziging in milieubelastende industrie.

De Commissie stelt dat betrokken zones geen voorwerp uitmaken van huidig ontwerp-plan en adviseert de voorstellen niet ontvankelijk.

DE HAAN (d.d. 8 februari 2001) De gemeente herneemt het vroeger ingenomen standpunt (d.d. 17 februari 2000) voegt bijkomend enkele algemene opmerkingen toe. De gemeente heeft volgende opmerkingen : Gemeenteraad betreurt dat sommige gemeenten wel en andere niet op voorhand werden geraadpleegd, waardoor het gelijkheidsbeginsel in vraag gesteld wordt.

Het ontwerpplan bevat diverse onnauwkeurigheden en fouten.

Verschillende voorstellen tot wijziging zijn onvoldoende, vaag en heel algemeen gemotiveerd in het besluit van de Vlaamse regering d.d. 8 juni 1999.

De Commissie neemt kennis van de opmerkingen en verwijst hiervoor naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 2. Voorafgaande vaststellingen.

De gemeente geeft een ONGUNSTIG advies aan volgende wijzigingen in het ontwerp-gewestplan : 1) Landbouwgebied ten oosten van Blutsyde (B13) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang. Verwezen wordt naar het Duinendecreet dat stelt dat landbouwgronden enkel kunnen worden beschermd als voor het duingebied belangrijk landbouwgebied. Hun landbouwkundige bestemming blijft onverminderd voortbestaan. Door de geplande wijziging wordt afbreuk gedaan aan deze voorwaarde. Bovendien bestaat de vrees dat met strengere bemestingsnormen de grondwaarde verloren zal gaan. Een evenwichtige bemesting zorgt voor voedselbronnen van talrijke vogels. De vigerende bestemming dient behouden. 2) De Haan - Mispelburg (B14) : wijziging van woongebied en landschappelijk waardevol gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang Zelfde redenen als bij 1) en ook omwille van het feit dat praktisch alle gronden in dit gebied worden gebruikt als akkerland waardoor de duin-polderovergang nu reeds behouden blijft.Een groot deel van deze zone is reeds beschermd door het Duinendecreet, wat een voldoende bescherming is. 3) De Haan - Wenduine-poldergraslanden (B15) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang. Het parkgebied mag geen natuurgebied worden omwille van de nulbemesting en omwille van de afstandsregels bij het uitbreiden van mest. De doelstelling van een open onbebouwde duin-polderovergang is ook te realiseren met de bestemming « bouwvrij agrarisch gebied ».

Door de aanwezigheid van een aantal bedrijfszetels in de onmiddellijke omgeving komt ook de bedrijfszekerheid in het gedrang. 4) De Haan - Permanente graslanden langsheen de Noordede (B22) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar agrarisch gebied met ecologisch belang. Dezelfde redenen als vervat in punt 1).

De Commissie verwijst voor het ongunstig advies van de gemeente besproken in punt 1), 2), 3) en 4) naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang, Artikel 6.

De Commissie adviseert de voorstellen gedeeltelijk gegrond. 5) De Haan - Wenduine-poldergraslanden (B37) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bouwvrij agrarisch gebied. In de vigerende bestemming (landschappelijk waardevol agrarisch gebied) geldt reeds een bouwverbod « weg van de bedrijfszetels », de voorgestelde bestemmingswijziging biedt geen betere bescherming.

Bovendien is de betiteling « bouwvrij agrarisch gebied » niet opgenomen in de bepalingen van het vegetatiebesluit en is ook de natuurvergunningsplicht niet van toepassing. Dit zou betekenen dat de bescherming van de landschappelijke en natuurwaarden drastisch zullen verminderen. Het gebied is opgenomen in het Vogelrichtlijngebied, het gebied dient aldus zijn bestemming te behouden. 6) De Haan - Permanente graslanden ten zuidwesten van Vlissegem (B38) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar bouwvrij agrarisch gebied. Zelfde bezwaren als bij punt (5, maar bovendien zijn bepaalde hoeves te klein uitgetekend en zijn niet alle bestaande gebouwen uit de « bouwvrije agrarische zone » uitgesloten.

De Commissie verwijst voor betrokken gebied naar haar advies onder het Algemeen gedeelte, punt 5.3. Bouwvrij agrarisch gebied,

Artikel 5.De Commissie adviseert de voorstellen gedeeltelijk gegrond. 7) De Haan - Concessie (B63) : wijziging van woongebied naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde. Naast de meest recente klasseringsbeslissing van 8 maart 1995 dient ook de eerste en de belangrijkste klasseringsbeslissing van 24 juni 1981 opgenomen in het voorstel tot wijziging naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde. De begrenzing aan de noordzijde is evenmin correct en duidt waarschijnlijk op een foutieve inkleuring. Het kan niet de bedoeling zijn om aan de dijkzone een woonbestemming te geven, terwijl het altijd werd beschermd als natuurgebied.

De Commissie stelt vast dat betrokken zone die niet als culturele, historische en esthetische waarde werd gecatalogeerd geen voorwerp uitmaakt van het ontwerp-plan en verklaart het voorstel dan ook niet ontvankelijk.

Wat betreft de dijkzone stelt de Commissie dat de huidige bestemming van natuurgebied dient behouden te blijven. 8) Bredene - waterwingebied (B58) : wijziging van natuurgebied naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorziening in combinatie met natuur als juridisch-planologische bescherming van de zone I van de vergunde waterwinning. Betrokken gebied is een zeer waardevol duinengebied in een zeldzame en kwetsbare biotoop, waarvan een groot gedeelte wordt ingekleurd als reservaatgebied. De geringe hoeveelheid water dat het gebied kan leveren staat niet in verhouding tot de grote ecologische schade die waterwinning veroorzaakt aan dit uniek gebied.

De Commissie adviseert gegrond gelet op het belangrijke en heel waardevolle duingebied. De geringe waterhoeveelheden die dit kleine gebied kan leveren staan niet in verhouding tot de grote ecologische schade die door de waterwinning berokkend wordt aan dit unieke gebied.

Het is in het kader van een integraal benaderen van de waterproblematiek logischer om de waterwinning hier af te bouwen. De Commissie adviseert om de huidige bestemming te behouden. 9) De Haan - Strooiendorp (B55) : wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar gebied voor verblijfsrecreatie. Het voorstel tot wijziging is niet ruim genoeg opgevat. Er moet rekening gehouden worden met het voorstel van AMINAL-Afdeling Land, waarbij een gedeelte van het LWAG gelegen tussen de bestaande recreatiezone en de gewestweg N317 wordt afgestoten omwille van het feit dat dit gebied reeds structureel is aangetast. Deze zone zou beter gewijzigd worden naar een gebied voor verblijfsrecreatie of naar woonzone.

De Commissie stelt vast dat de uitbreiding van betrokken gebied, zoals voorgesteld door de gemeente, geen voorwerp uitmaakt van huidig ontwerp-plan en adviseert het voorstel niet ontvankelijk. 10) De Haan - N377 van Vijfwegen tot De Haan (D5) - schrappen van reservatiestrook. Naast de schrapping van de reservatiestrook dient eveneens de zone voor openbaar nut geschrapt te worden, die bij het verdwijnen van de reservatiestrook geen nut meer heeft. Eveneens bij de vaststelling van de onderliggende bestemming dient er rekening gehouden met de bepalingen van het Duinendecreet.

De Commisie bevestigt dat het om een beschermd duingebied gaat. De Commissie stelt wel dat met het schrappen van de reservatiestrook enkel de onderliggende bestemming herleeft. Nu sluit die bestemming aan bij een groter geheel van woonzone. Het volledige duinengebied als R-gebied inkleuren maakt bijgevolg geen voorwerp uitmaakt van het ontwerp-plan. Het bezwaar is ongegrond. De Commissie stelt wel dat naar een adequate oplossing dient gezocht te worden om betreffend duinengebied uit de woonzone te halen. 4. GEHEEL VAN BEZWAREN EN OPMERKINGEN VAN PARTICULIEREN, OPENBARE BESTUREN EN ANDEREN Advies van de Commissie m.b.t. de particuliere opmerkingen en bezwaren : I. BEZWAREN OMTRENT WIJZIGING NAAR AGRARISCH GEBIED MET ECOLOGISCH BELANG. II.O. Algemeen Bezwaren nrs. 81, 89, 92, 93.1-93.8, 99, 114, 116, 119, 129, 130, 132, 140, 149 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5. EINDADVIES De Commissie stelt vast dat : - de adviezen van de gemeenteraden en de Bestendige Deputatie, alsmede de verschillende bezwaren en opmerkingen aanleiding geven tot gemotiveerde voorstellen voor aanpassingen - en adviseert onder verwijzing naar haar motiveringen, geformuleerd bij het onderzoek van deze adviezen, bezwaren en opmerkingen, het ontwerp-plan tot gedeeltelijke herziening van het gewestplan Oostende-Middenkust, op grondegebied van de gemeenten Oostende, Middelkerke, Gistel, Oudenburg, Bredene en De Haan, als volgt : Voor de algemene knelpunten onder : 1) De bescherming van de duingebieden De Commissie adviseert een wijziging van het geldend voorschrift voor gebieden die definitief werden bekrachtigd als beschermde duingebieden en in het ontwerp een bestemming natuurgebied N worden toegewezen, en de bestemming DUINENGEBIED toe te kennen met opname van het in artikel 52 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud vastgesteld statuut. DUINENGEBIED (D-zone effen groen) « De aanduiding als duinengebied houdt een volledig bouwverbod in. Het bouwverbod heeft betrekking op alle werken die vergunningsplichtig zijn overeenkomstig het decreet betreffende de ruimtelijke ordening.

Het bouwverbod geldt niet voor werken noodzakelijk voor een efficiënt natuurbeheer, natuurherstel, natuurontwikkeling, kustverdediging en voor slopingswerken van woningen of gebouwen » 2) Gebieden met aanvullende stedenbouwkundige voorschriften Gebied voor stedelijke ontwikkeling : De Commissie adviseert de bestemmingswijziging van de Oosteroever te OOSTENDE ongunstig. Gebied met archeologische waarde : De Commissie adviseert ongunstig voor de betrokken zones en adviseert de schrapping van art. 4. Gebied met archeologische waarde.

Bouwvrij agrarisch gebied' : De Commissie adviseert de betrokken zones gunstig, mits aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift, met name In bouwvrij agrarisch gebied geldt een absoluut bouwverbod; met als uitzonderingen : - Voor bestaande woningen als voor de uitbreiding en verbouwing van bestaande landbouwbedrijfszetels zijn de voorschriften in het bouwvrij agrarisch gebied dezelfde als deze voor het agrarisch gebied.

Bestaande woningen en bestaande landbouwbedrijfszetels zijn woningen en landbouwbedrijfszetels die vóór het in werking treden van dit voorschrift definitief vergund zijn of voldoen aan art. 96§4 van het decreet van 18 mei 1999. - Het bouwen van schuilhokken voor dieren. - Werken i.v.m. water- en wegenbeheer.

Voor zover in overeenstemming met de hierboven vermelde bepalingen, mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de bestemming agrarisch gebied.

Agrarisch gebied met ecologisch belang : De Commissie adviseert de bestemming agrarisch gebied met ecologisch belang te wijzigen in agrarisch verwevingsgebied met volgend stedenbouwkundig voorschrift : « agrarisch verwevingsgebied« (geel/groen) : « agrarische verwevingsgebieden zijn agrarische zones met landschappelijke waarde waarin het beleid gericht is op verweving tussen landbouw en natuur.

De bestemming agrarisch gebied met landschappelijke waarde blijft prioritair, maar ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers kunnen er stimulerende maatregelen genomen worden voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur. » 3) Gebieden met een bijkomend stedenbouwkundig voorschrift Voor wat betreft de wijziging van ontginningsgebied met nabestemming agrarisch gebied (1,3 ha) en landschappelijk waardevol agrarisch gebied (26,2 ha) naar gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, is de Commissie van oordeel dat, gelet op de huidige ecologische waarden van het gebied, de natuurwaarden primeren. In deze optiek stelt de Commissie dat een combinatie van natuurgebied en de radiomasten te verkiezen is boven de wijziging in gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen. De Commissie adviseert om de betrokken zone het nieuwe bestemmingsvoorschrift `Zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut met nabestemming natuur' te geven.

Voor de kaartbladen (1) : kaartblad 4/7 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - De overdruk van woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde beperkt blijft tot het woongebied zoals het is afgebakend is op huidig vigerend gewestplan; de bestemming natuurgebied, die in het ontwerp-plan de bestemming woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde krijgt, dient bijgevolg behouden te blijven. (B63) kaartblad 4/8 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zone (B37). - De Commissie stelt om het bestemmingsvoorschrift agrarisch gebied met ecologisch belang te wijzigen in agrarisch verwevingsgebied (B15).

De wijziging naar natuurgebied te schrappen en de huidige bestemming (parkgebied) te behouden (B15). kaartblad 12/1 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zone (B35). - De wijziging naar gebied voor verblijfsrecreatie te schrappen en de huidige bestemming agrarisch gebied te behouden voor de camping `Moby Dick' (B54). kaartblad 12/2 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Het TRP-gebied met overdruk en het aanpalend N-gebied : de zone met archeologisch belang schrappen en het gebied beperken tot de eerder vastgestelde structuurschets evenals de zones schrappen die niet als TRP-zones begrepen zijn in de structuurschets als de zone N-gebied ten zuiden van de Duinenweg, die betrekking heeft op beschermd duingebied, te schrappen en de huidige bestemming laten herleven.

Bijgevolg het behoud van de bestaande toestand voor wat betreft het Provinciaal domein en voor het grondgebied buiten het voorgestelde domein van de provincie palend aan de Duinenweg en de Kalkaertstraat de bestemming gebied voor verblijfsrecreatie zonder bovendruk geven, de bewoonde percelen in het parkgebied op het grondgebied van Oostende palend aan het TRP-gebied ter hoogte van de Nieuwpoortsesteenweg effectief als woonzone opnemen en het gedeelte van de zone dat behoort tot het grondgebied Middelkerke uit de herziening schrappen (B7).

Schrappen van het nieuwe bestemmingsvoorschrift « stedelijk ontwikkelingsgebied » en het themapark « Frimout-centrum » in te tekenen als zone voor dagrecreatie, volgens de afbakeningen voorgesteld in het advies van de gemeente Oostende, mits de bouwaanvraag noodzakelijk gekoppeld wordt aan een openbaar onderzoek (A3); - De wijzigingen in N-gebied een nieuw bestemming krijgen van D-gebied die de bepalingen van het Duinendecreet overneemt (A7); - De wijziging in woonuitbreidingsgebieden in de Nieuwe Koerswijk niet doorgaat en ingekleurd dient te worden als parkgebied (A5); - De wijziging in de kleinhandelszone niet doorgaat en de huidige bestemming behouden blijft; - De wijziging in RO-gebied niet doorgaat en de huidige bestemming behouden blijft (C5); - De wijziging van gebied voor verblijfsrecreatie naar luchtvaartterrein niet doorgaat, en de huidige bestemming behouden blijft (C1); - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B34-B36). - De agrarische gebieden met ecologisch belang als agrarisch gebied met het nieuwe bestemmingsvoorschrift agrarisch verwevingsgebied te catalogeren (B33). - De wijziging van ontginningsgebied naar natuurgebied, meer bepaald de westelijke uitloper van ca. 1 hectare, en dit als agrarisch gebied te bestemmen (B45); - Schrappen van bosuitbreidingsgebied ten zuiden van Stene en de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden (B48); - De ambachtelijke zone aan de Kalsijdebrug te beperken tot de aanwezige vergunde bedrijven (C6), - De kleine driehoek ambachtelijke zone ten zuid-oosten van Leffinge te schrappen en te wijzigen in agrarisch gebied. kaartblad 12/3 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B38). - De agrarische gebieden met ecologisch belang als agrarisch gebied met het nieuwe bestemmingsvoorschrift agrarisch verwevingsgebied te catalogeren (B11-B12-B13-14-B21). - Schrappen van het nieuwe bestemmingsvoorschrift « stedelijk ontwikkelingsgebied » en het themapark « Frimout-centrum » in te tekenen als zone voor dagrecreatie, volgens de afbakeningen voorgesteld in het advies van de gemeente Oostende, mits de bouwaanvraag noodzakelijk gekoppeld wordt aan een openbaar onderzoek (A3); - De wijzigingen in N-gebied een nieuwe bestemming krijgen van D-gebied die de bepalingen van het Duinendecreet overneemt (A7-A10); - De wijziging van zowel het gebied dat gewijzigd wordt naar natuurgebied als naar industriegebied, beide gelegen tussen de fiets- en voetgangersbrug over het kanaal Plassendale-Nieuwpoort en het Caemerlinckgeleed, naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied (gedeelten van C12-B45). - De archeologische overdruk op de kernen Oudenburg en Ettelgem te schrappen (B29); - De twee kleine zones agrarisch gebied rondom de Abdijhoeve te schrappen en in te kleuren als woongebied met landelijk karakter, - Grenscorrecties doorvoeren palend aan de dorpskom van Ettelegem : de zones agrarisch gebied als woongebied met landelijk karakter herbestemmen voor wat betreft de goedgekeurde, niet vervallen verkaveling langs de Torhoutweg en de volledige helft van de Vrijboomstraat (verschillende niet-vervallen goedgekeurde verkavelingen). - Een gedeelte van de wijziging naar R-gebied op de oever van het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort als woongebied met landelijk karakter in te kleuren (B18); - De zuidelijke begrenzing van het bosuitbreidingsgebied ten noorden van Zandvoorde aan te passen en aldus de bestaande bebouwing er uit te tekenen (B58 - 30,2ha); - Schrappen van bosuitbreidingsgebied ten zuiden van Stene en de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden (B48 - 58,3 ha), - Het westelijk stukje van het bosgebied als ambachtelijke zone in te tekenen (B49); - De bestaande woning (Karperstraat 20 - 8400 Oostende) gelegen in het ontwerp ontginningsgebied met nabestemming bosgebied in te tekenen als bosuitbreidingsgebied (B49). - Het industriegebied tussen het kanaal Gent-Oostende en de spoorweg als agrarisch gebied in te tekenen (D6), - Het natuurgebied (Roksemputten) comform de eigendomsbegrenzingen in te tekenen, zodat huidig aanwezig bedrijf niet zonevreemd wordt (B47). kaartblad 12/4 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B38). - De Commissie stelt om het bestemmingsvoorschrift agrarisch gebied met ecologisch belang voor het gebied rond Vijfwegen te wijzigen in agrarisch verwevingsgebied (B22). kaartblad 12/5 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B35-B39-B40). - De Commissie stelt om het bestemmingsvoorschrift agrarisch gebied met ecologisch belang voor het gebied rond Lombardsijde en de Schuddebeurzebeek te wijzigen met het nieuw bestemmingsvoorschrift agrarisch verwevingsgebied (B9); - Het natuurgebied `Rattevalle' te beperken tot de eigenlijke rietputten (1,58 ha) (B25), - De archeologische overdruk te schrappen op het landschappelijk waardevol agrarisch gebied `de Rattevalle' (B24); - De zone voor verblijfsrecreatie (`t Veld) als woongebied in te kleuren (B52); - De wijziging naar zone voor verblijfsreceatie te schrappen en de huidige bestemming natuurgebied te behouden voor het gedeelte van camping `Albatros'. kaartblad 12/6 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B40-B41-B42-B43-B44). - Het agrarisch gebied met ecologisch belang voor het gebied rond Middelkerke Schore als agrarisch gebied met het nieuwe bestemmingsvoorschrift agrarisch verwevingsgebied te catalogeren (B27); - Het natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat rond Driewegen (Puidenbroeken) te beperken overeenkomstig de totale oppervlakte van het gebied in eigendom van Natuurreservaten v.z.w. (B26), - De ambachtelijke zone aan de Kalsijdebrug te beperken tot de aanwezige vergunde bedrijven (C6). - Het zones gelegen binnenin de op- en afrit van E40-A18 met de N33 in te kleuren als natuurgebied. - De oostelijke toegang van de naar ambachtelijke zone te wijzigen woongebied en agrarisch gebied in het centrum van Zevekote te schrappen, en conform de vraag van de gemeente enkel de westelijke toegang te behouden (C11). kaartblad 12/7 De Commissie geeft een gunstig advies aan de ontwerp-gewestplanwijziging op dit kaartblad, mits : - Aanpassing van het aanvullend stedebouwkundig voorschrift voor de bouwvrije zones (B41). - De agrarische gebieden met ecologisch belang (Bourgogne Broeken) agrarisch gebieden met het nieuwe bestemmingsvoorschrift agrarisch verwevingsgebied te catalogeren (B28); - Het lokaal bedrijventerrein `De Kolaard' te schrappen en de huidige bestemming te behouden (C10); - Het natuurgebied (Roksemputten) comform de eigendomsbegrenzingen in te tekenen, zodat huidig aanwezig bedrijf niet zonevreemd komt te liggen (B47).

II. Aanbeveling van de Commissie De Commissie wijst op haar advies van heden met betrekking tot de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Oostende-Middenkust en beveelt aan dringend werk te maken van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Oostende, gelet op de vastgestelde woonbehoefte, de problematiek met betrekking tot de luchthaven Oostende waar een mogelijke ontwikkeling moet kaderen binnen de principes van het goed nabuurschap, en gelet op de heersende rechtsonzekerheid wat betreft de toekomstige bestemmingen op de Oosteroever.

III. Opmerking van een lid van de Commissie De Haan Een lid merkt op dat het golfterrein van de Koninklijke Golf Club Oostende niet als zodanig is opgenomen in de huidige gewestplanwijziging. Het gevolg is dat het golfterrein te De Haan nog steeds de bestemming "natuurgebied" heeft zodat rekening houdend met de voorschriften voor natuurgebieden het niet mogelijk is het golfterrein deskundig uit te baten.

Hij wijst er verder op dat bij besluit d.d. 18 november 1992 van de Vlaamse regering het gewestplan Oostende-Middenkust gedeeltelijk in herziening werd gesteld met het oog op het intekenen van het golfterrein te De Haan. Dit besluit tot inherzieningstelling heeft evenwel niet geleid tot een voorlopige vaststelling van een gewestplanwijziging en dus ook niet tot een definitieve vaststelling. _______ Nota (1) De letter-cijfercombinatie verwijst naar de voorstellen voor bestemmingswijziging zoals opgenomen in de toelichtingsnota Ontwerpplan gedeeltelijke wijziging gewestplan Oostende-Middenkust, d.d. 8 juni1999.

STREEKCOMMISSIE VAN ADVIES VOOR DE RUIMTELIJKE ORDENING EN DE STEDENBOUW IN WEST-VLAANDEREN Vergadering van 9 maart 2001 Waren aanwezig : - de heer P. BREYNE, gouverneur-voorzitter - de heer J. DURNEZ, 1e ondervoorzitter - de heer J. DEVOLDER, 2e ondervoorzitter - de heren P. DEFOORT, J. SCHARLAEKEN, F. PEUTEMAN, P. VAN GHELUWE, A. BEIRENS, E. VAN POUCKE, E. VANDORPE, G. POLLENTIER, A. SONNEVILLE, M. DESUTTER, B DOCHY, F. VANDER BEKEN, Ch. VERMEERSCH - Mevr. M. VERVAET-SMETS - de heer E. MARES, secretaris - de heer P. GHEERAERT, adjunct-secretaris Zijn verontschuldigd : - de heren B.LALOO, J. LOONES, J. LOGGHE - Mevrn. M.C. VAN DER STICHELE-DE JAEGERE en N. DEWULF-PERNEEL

Bijlage 1 Motivering van de heer VANDORPE m.b.t. : 1. ALGEMEEN GEDEELTE 3) De bescherming van de duingebieden 5.4. Agrarisch gebied met ecologisch belang Het zal geen wereldschokkend nieuws zijn als ik U zeg dat door de snelle en grootschalige ontwikkelingen de druk op natuur en landschap in onze gewesten de laatste halve eeuw enorme proporties aangenomen heeft. Belangrijke ecologische waarden en typische landschappen zijn vaak ernstig aangetast, versnipperd of zelfs helemaal verdwenen.

Het was dan ook dringend tijd geworden om acties te nemen om die druk op natuur en landschap te verminderen.

Hopelijk mogen we in Vlaanderen door de nodige acties zoals opgenomen het Structuurplan Vlaanderen en in de Europese richtlijn 92/43 van 21 mei 1992 verbetering verwachten.

In de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt een toename voorzien van 38.000 ha natuur- en reservaatgebied met eveneens 150.000 ha in overdruk met de agrarische structuur als natuurverwevingsgebied.

De Europese richtlijn 92/43 inzake de instandhouding van de Natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna ondersteunt de habitatrichtlijngebieden. Via het besluit van de Vlaamse regering van 14 februari 1996 voorgestelde habitatgebieden in uitvoering van de richtlijn 92/43 behoren deze logischerwijze tot het Vlaams Ecologisch netwerk. Op 7 april 2000 heeft de Vlaamse regering principieel een besluit goedgekeurd rond de aanwijzing en instandhouding van speciale bescherrningszones in het kader van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.

In de herziening van het gewestplan Oostende-Middenkust zijn voorstellen opgenomen die er nu voor zorgen dat die druk op natuur en landschap vermindert. Binnen het betrokken gewestplan verdienen de kust en de polders ruime belangstelling vanuit het natuurbehoud gelet op hun beperkt voorkomen in Vlaanderen. De voorgestelde gewestplanwijzigingen zoals voorgesteld door het Instituut voor Natuurbehoud passen dan ook in de afbakening van VEN gebieden en de Habitatrichtlijn en de integraal beschermde vogelrichtlijngebieden.

Ik wil U dan speciale aandacht vragen voor de bescherming van de duingebieden door die bestemming natuurgebied N te geven en voor de agarische gebieden met ecologisch belang het voorziene stedebouwkundig voorschrift te behouden. Een groot deel van die gebieden zijn gelegen in habitatrichtlijngebied.

^