Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement van 22 november 2000
gepubliceerd op 06 september 2002

Huishoudelijk reglement van de commissie van beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031128
pub.
06/09/2002
prom.
22/11/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 NOVEMBER 2000. - Huishoudelijk reglement van de commissie van beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


I. Het indienen van het beroep

Artikel 1.De commissie van beroep opgericht bij artikel 18 van het besluit van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest zetelt in het voormeld ministerie.

Art. 2.De secretaris van de commissie wordt belast met het bijhouden van het register en het bewaren en de inventaris van de stukken en de archieven. Hij verstrekt afschriften en uittreksels en verklaart ze voor eensluidend indien nodig.

Het secretariaat is gevestigd in het ministerie, met name op de administratieve standplaats van de secretaris van de betreffende afdeling.

Art. 3.De beroepen worden gericht aan de secretaris, op het in artikel 2 vermelde adres. De secretaris verstrekt de ontvangstbewijzen.

Art. 4.Wanneer de secretaris een verzoekschrift ontvangt, schrijft hij de zaak in het register en brengt de voorzitter van de commissie op de hoogte evenals de overheid die de betwiste beslissing heeft genomen en verzoekt deze laatste hem het dossier over te dragen.

II. De plaatsing op de agenda en de oproepen

Art. 5.De voorzitter plaatst de zaak op de agenda binnen de termijn bepaald door het statuut.

Art. 6.De secretaris richt de oproepingsbrieven aan de voorzitter, de verzoeker, de effectieve en plaatsvervangende leden van de commissie minstens zeven werkdagen vóór de dag van de zitting.

Art. 7.De plaatsvervangende leden zetelen van rechtswege bij afwezigheid van de effectieve leden, waarbij laatstgenoemden eerstgenoemden over hun verhindering dienen in te lichten.

Art. 8.Vanaf het versturen van de oproepingsbrieven, houdt de secretaris een kopie van het dossier ter beschikking van de voorzitter, de verzoeker, diens eventuele raadsman en de gewone of plaatsvervangende leden van de commissie. De kopie van het dossier wordt ter vertrouwelijke titel, na afspraak, afgegeven op het secretariaat tegen ontvangstbewijs.

Art. 9.Het proceduredossier bevat ten minste : - een inventaris van de stukken; - de beslissing waartegen het beroep werd ingediend; - het administratief dossier betreffende deze beslissing; - het verzoekschrift met de argumenten van de verzoeker en de eventuele bijlagen.

III. Zitting en stemming

Art. 10.De voorzitter opent en sluit de vergaderingen van de commissie. Hij bepaalt de volgorde waarin de zaken worden behandeld.

Hij gaat het quorum van de aanwezigheden na evenals de samenstelling van de commissie, overeenkomstig artikel 22 van het voormelde besluit van 6 mei 1999.

De voorzitter leidt de debatten en waakt over het verloop van de vergadering. De secretaris stelt het proces-verbaal op van de vergadering en houdt een aanwezigheidslijst bij.

De commissie hoort de argumenten van de verzoeker en het standpunt van de overheid.

Het standpunt van de overheid wordt verdedigd door één of meerdere ambtenaren van de overheid die verantwoordelijk zijn voor het dossier dat aan de basis ligt van de betwistte beslissing.

Het laatste woord hoort toe tot de verzoeker en diens raadsman.

Art. 11.De commissie beraadslaagt in afwezigheid van de verzoeker, diens raadsman en de ambtenaar of ambtenaren die het standpunt van de overheid hebben verdedigd. De beslissingen of de adviezen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen wordt de beslissing of het advies gunstig geacht voor de verzoeker.

De stemming gebeurt door handopsteking behalve wanneer een commissielid een geheime stemming vraagt.

Art. 12.De beslissing of het advies van de commissie wordt met redenen omkleed. Deze beslissing of dit advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Art. 13.De secretaris richt de beslissing of het advies aan de verzoeker, hetzij per aangetekend schrijven, hetzij per gewone brief overhandigd tegen bericht van ontvangst. Hij richt de beslissing of het advies eveneens aan de betrokken overheid.

Gedaan te Brussel, 22 november 2000.

De Voorzitter, De Secretaris,

^