Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 08 april 2003

Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. De Voorzitter van het Directiecomité staat in voor de goede werking van het Directiecomité hierna genoemd « het Comité », doet het reglement naleven In geval de Voorzitter verhinderd is, duidt hij het lid van het Comité aan dat hem vervangt. Art(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2003009243
pub.
08/04/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Huishoudelijk Reglement van het Directiecomité HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De Voorzitter van het Directiecomité staat in voor de goede werking van het Directiecomité hierna genoemd « het Comité », doet het reglement naleven, opent, leidt en sluit de besprekingen.

In geval de Voorzitter verhinderd is, duidt hij het lid van het Comité aan dat hem vervangt.

Art. 2.Het Comité vergadert op uitnodiging van de Voorzitter ten minste eenmaal per maand. Bovendien nodigt de Voorzitter het Comité uit op eigen initiatief of op aanvraag van meerdere leden.

Art. 3.De Voorzitter stuurt de uitnodiging, samen met de agenda en de bescheiden betreffende de te bespreken punten ten minste drie werkdagen vóór de vergadering aan de leden. Bij dringendheid kan een bescheid tijdens de zitting worden uitgedeeld.

Het Comité kan zich laten bijstaan door personen die omwille van hun bijzondere bevoegdheden, het nuttig kunnen inlichten over een punt van de agenda.

Art. 4.De Voorzitter stelt de agenda op. Het lid dat na ontvangst van de uitnodiging een punt aan de agenda wenst toe te voegen deelt dit vóór de vergadering mee aan de Voorzitter.

Tijdens de vergadering kunnen enkel bij eenparige instemming van de aanwezige leden, nieuwe punten aan de agenda worden toegevoegd.

Op gemotiveerde aanvraag van een lid kan de Voorzitter beslissen het onderzoek van één of meerdere punten te verdagen.

Art. 5.Het Comité kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van de leden aanwezig is. Indien dat quotum niet bereikt wordt kan het Comité, na een tweede uitnodiging, geldig beraadslagen over dezelfde agenda ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 6.De beslissingen worden bij consensus genomen of, bij ontstentenis hiervan, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

Voor de berekening van de stemmen worden de onthoudingen niet in aanmerking genomen. In geval van staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.

De beslissingen over individuele personen worden genomen bij geheime stemming. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Alle leden zijn ertoe gehouden de beslissingen en afspraken binnen het Comité collegiaal en loyaal uit te voeren en te verdedigen.

Art. 7.De Voorzitter duidt een secretaris en eventueel een adjunct-secretaris van de andere taalrol aan, die belast worden met de voorbereiding van de vergaderingen, het akteren van de beraadslagingen van het Comité en het opstellen van notulen.

Art. 8.Het ontwerp van de notulen wordt aan de aanwezige leden ten laatste binnen de vijf werkdagen na de vergadering toegezonden. Indien geen enkele schriftelijke opmerking aan de Voorzitter wordt toegestuurd binnen de drie werkdagen volgend op deze toezending, worden de notulen als aanvaard beschouwd. In geval van opmerkingen wordt de goedkeuring van de notulen aan de agenda van de eerstvolgende vergadering toegevoegd.

Een exemplaar van de definitieve tekst, ondertekend door de Voorzitter en de Secretaris, wordt aan alle leden van het Comité toegezonden.

Art. 9.De uitnodiging, de agenda en de notulen worden opgesteld in het Nederlands en in het Frans. De bescheiden die aan de beraadslagingen van het Comité worden voorgelegd zijn opgesteld in de taal van hun auteur.

Art. 10.De Voorzitter stuurt aan de Minister een kopie van de notulen alsmede van de bijhorende bescheiden. Hij verstrekt hem eventueel elke nuttige toelichting in verband met de draagwijdte van de genomen beslissingen.

Op het einde van elke vergadering wordt afgesproken over de communicatie van de beslissingen aan het personeel. HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen in disciplinaire aangelegenheden

Art. 11.Het Comité neemt in zitting kennis van ieder voorlopig tuchtvoorstel toegezonden door de bevoegde hiërarchische meerdere; vanaf die datum is de tuchtzaak bij het Comité aanhangig.

Individueel kan noch de Voorzitter, noch één of meer leden noch de secretaris in rechte gevat worden over een voorlopig tuchtvoorstel.

Art. 12.Het Comité houdt geldig zitting in disciplinaire aangelegenheden als ten minste drie stemgerechtigde leden, waaronder de Voorzitter, aanwezig zijn. Onder deze drie leden dient minimaal één lid van dezelfde taalrol te zijn als de ambtenaar waarop het voorlopig tuchtvoorstel betrekking heeft.

Bij afwezigheid wegens onvoorziene omstandigheden van één of meer leden tijdens de periode gedurende dewelke een ingeleide zaak in behandeling is, kunnen deze leden vervangen worden door andere leden.

De leden die niet kunnen aanwezig zijn delen de reden van hun verhindering binnen de drie werkdagen aan de secretaris mede.

Art. 13.Elke zaak die overeenkomstig artikel 11 van dit reglement aanhangig wordt gemaakt, registreert de secretaris in een daartoe bestemd register.

Art. 14.Het Comité hoort de bevoegde hiërarchische meerdere tijdens de zitting gedurende dewelke het door hem ingediend tuchtdossier ten gronde behandeld wordt.

Art. 15.Het Comité kan bij de behandeling van een zaak nadere gegevens inwinnen.

Het kan eveneens personen horen die niet in de tuchtprocedure tussenbeide kwamen.

Verklaringen van getuigen die het Comité wenselijk acht en die niet gevoegd zijn bij het dossier worden aan het Comité schriftelijk toegezonden.

Art. 16.Elke individuele beslissing in tuchtzaken genomen ten opzichte van een ambtenaar geschiedt bij geheime stemming en bij gewone meerderheid van stemmen.

Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. In dat geval wordt een ander voorstel ter stemming voorgelegd.

Bij de geheime stemming is het de Voorzitter en de leden verboden zich te onthouden.

De secretaris is niet stemgerechtigd.

Art. 17.§ 1. Kan niet zetelen noch deelnemen aan de beraadslagingen van het Comité, het lid : 1° tegen wie een tuchtvordering is ingesteld;2° aan wie een tuchtstraf werd opgelegd waarvoor de termijn van uitwissing, vastgesteld bij artikel 80, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, nog niet verstreken is; § 2. Kan niet deelnemen aan de beraadslagingen van het Comité, het lid dat heeft deelgenomen aan de instelling van de tuchtvordering voorafgaand aan het onderzoek door het Comité.

Art. 18.Het definitief voorstel wordt opgesteld in de taal van de ambtenaar en door de Voorzitter en de secretaris ondertekend.

Art. 19.De secretaris noteert in het register vermeld in artikel 13 van dit reglement voor elke behandelde zaak de datum (data) van de zitting(en) en het uitgebracht definitief voorstel.

Art. 20.Overeenkomstig artikel 79, § 3, van het voornoemd koninklijk besluit van 2 oktober 1937 betekent de secretaris namens het Comité een afschrift van het definitief voorstel aan de ambtenaar.

Tergelijkertijd stuurt hij een afschrift ervan naar de bevoegde hiërarchische meerdere en zendt hij het tuchtdossier samen met het origineel van het definitief voorstel aan de Directeur van de Stafdienst Personeel & Organisatie.

Art. 21.De secretaris bewaart het register, de afschriften van de briefwisseling en van de notulen van de afgehandelde zaken. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen betreffende toelatingen van cumul

Art. 22.Het Directiecomité verleent een gemotiveerd advies over de aanvragen van cumulatie van beroepsactiviteiten. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen betreffende benoemingen en bevorderingen

Art. 23.Het Directiecomité neemt de bevoegdheden van de Directieraad van het Ministerie van Justitie over voor de aangelegenheden betreffende benoeming en bevordering van de ambtenaren van de FOD Justitie. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen betreffende toekenning van hogere functies

Art. 24.Het Directiecomité verleent een gemotiveerd advies over de voorstellen tot aanstelling in een hoger ambt van rang 13 en 15.

Art. 25.Dit huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Goedgekeurd door het Directiecomité tijdens zijn zitting van 25 februari 2003.

A. BOURLET

^