Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 11 maart 2009

Wetenschappelijk Comité van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Het Wetenschappelijk Comité opgericht bij het M.B. van 12 februari 2004 I. Samenstelling Artikel 1. § 1. Het Wetenschappelijk Comité, hierna het « Comité » genoem(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2009024074
pub.
11/03/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Wetenschappelijk Comité van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Het Wetenschappelijk Comité opgericht bij het M.B. van 12 februari 2004 voor het uitbrengen van advies over de toepassing van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Belgisch Staatsblad 3 maart 2004) heeft overeenkomstig art. 14, § 4 van het koninklijk besluit van 9 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 6juni 2003), zijn reglement van inwendige orde als volgt opgesteld : I. Samenstelling

Artikel 1.§ 1. Het Wetenschappelijk Comité, hierna het « Comité » genoemd, bestaat uit vijf afdelingen, respectievelijk genaamd : - afdeling zoogdieren; - afdeling vogels; - afdeling reptielen en andere gewervelden; - afdeling ongewervelden; - afdeling planten. § 2. Elke afdeling is tenminste samengesteld uit drie leden. De leden van elke afdeling kiezen een verantwoordelijke en zijn vervanger. § 3. Op vraag van de verantwoordelijke, stelt elke afdeling een interne overlegprocedure op. § 4. Overeenkomstig artikel 14 van het K.B. van 9 april 2003, kiest het Comité de Voorzitter en de vice-Voorzitter onder de leden.

II. Verkiezing van de Voorzitter en vice-Voorzitter

Art. 2.Op het ogenblik dat de dienst de kandidaturen tot de functie van Voorzitter opvraagt, dienen deze ingediend te worden binnen de 15 dagen.

Elk lid kan zijn kandidatuur stellen voor beide functies.

Tijdens de eerste vergadering volgend op de oproep tot kandidaturen voor de functie van Voorzitter en vice-Voorzitter, gaat het Comité over tot de verkiezing onder leiding van de verantwoordelijke van de dienst.

De verkiezing vindt plaats bij geheime stemming en bij meerderheid van de stemmende leden.

De leden die niet zullen kunnen deelnemen aan de vergadering kunnen hun stem per aangetekende brief doorzenden ter attentie van de verantwoordelijke van de dienst die de vertrouwelijkheid van deze stem kan verzekeren. Om ontvankelijk te zijn dient de stem ontvangen te worden vóór de datum van de vergadering.

In geval van staking van stemmen na een eerste ronde, zal een tweede stemronde georganiseerd worden. De tweede stemronde zal op dezelfde manier georganiseerd worden als de eerste ronde. Indien er opnieuw een staking van stemmen is, zal diegene met de meeste anciënniteit binnen het wetenschappelijk comité verkozen zijn.

III. Werking Sectie 1. - Vergaderingen

Art. 3.§ 1. Het Comité vergadert tenminste tweemaal per jaar op vraag van zijn Voorzitter en in functie van de vergaderingen van de wetenschappelijke studiegroep (SRG) zoals voorzien overeenkomstig artikel 17 van Verordening nr 338/97 van de Raad. § 2. Op schriftelijk verzoek van tenminste drie leden roept de Voorzitter het Comité bijeen, binnen de maand te rekenen vanaf de ontvangst van de drie verzoeken.

Art. 4.De Voorzitter stelt de dagorde op; elke vraag waarvoor de bespreking schriftelijk werd aangevraagd door één der diensten belast met de toepassing voor de Overeenkomst of door een lid van het Comité, moet worden ingeschreven op de dagorde van de eerstvolgende vergadering.

Art. 5.De uitnodiging, het ontwerp van dagorde, de aanvragen voor advies, alsmede elk ander beschikbaar werkdocument, worden door het secretariaat, tenzij dit praktisch onmogelijk is, of in uitzonderlijke gevallen, ten laatste 10 dagen voor de datum van de vergadering naar de leden verzonden hetzij per e-mail, fax of post.

Art. 6.Het lid dat zich in de onmogelijkheid bevindt om aan de vergadering deel te nemen waarvoor hij werd opgeroepen overeenkomstig artikel 3, brengt hiervan het secretariaat zo snel mogelijk op de hoogte. Het secretariaat verwittigt hiervan de Voorzitter en de verantwoordelijke van de afdeling of zijn vervanger.

Art. 7.Het quorum wordt bereikt als ten minste 7 leden, waaronder één afgevaardigde per sectie, aanwezig zijn.

Art. 8.De afdelingen bedoeld in artikel 1 zijn bevoegd voor het uitbrengen van een advies gevraagd door de betrokken dienst in toepassing van de artikelen 4.1.a, 4.2.a en 5.2. a. van Verordening nr. 338/97 van de Raad.

Op vraag van de dienst of indien de Voorzitter het nodig acht, kan hij de betrokken afdeling samenroepen.

Art. 9.Het Comité geeft zijn advies op basis van consensus. Indien er geen consensus bereikt wordt over een bepaald onderwerp maar een beslissing onontbeerlijk is, wordt een stemprocedure opgestart. Het Comité spreekt zich uit bij gewone meerderheid van de aanwezige leden.

De Voorzitter neemt deel aan de stemming en zijn stem is doorslaggevend bij gelijkheid van stemmen. De onthoudingen worden niet in rekening gebracht.

Art. 10.Indien hij het nodig acht, kan de Voorzitter deskundigen die voor een bijzonder domein bevoegd zijn, uitnodigen om aan de werkzaamheden van het Comité deel te nemen. Deze deskundigen kunnen deelnemen aan de beraadslagingen maar wonen de stemmingen niet bij.

Art. 11.Het secretariaat stelt het proces-verbaal op van de vergadering en bewaart de archieven van het Comité.

Art. 12.Bij het begin van elke vergadering, keurt het Comité het proces-verbaal van de vorige vergadering goed. De leden die niet kunnen deelnemen aan de vergadering worden uitgenodigd hun commentaar schriftelijk door te geven vóór de vergadering plaatsvindt.

Indien het quorum niet bereikt wordt, zal het proces-verbaal op de volgende vergadering voorgelegd worden. Indien het quorum opnieuw niet bereikt wordt, zal het proces-verbaal goedgekeurd worden door de aanwezige leden.

Sectie 2. - Adviesaanvraag via schriftelijke procedure

Art. 13.De adviezen gevraagd in het kader van artikel 8 worden door de dienst naar elk lid van de betrokken afdeling verzonden.

Art. 14.Het advies van de afdeling wordt aan de dienst overgemaakt door de verantwoordelijke of door zijn vervanger.

Art. 15.§ 1 er. Binnen de 10 werkdagen volgend op de datum van verzending van de aanvraag, deelt de verantwoordelijke van de afdeling of diens vervanger aan de dienst mede of er binnen de 3 weken al dan niet een advies kan geformuleerd worden en geeft in dit geval de redenen en de voorziene datum van antwoord op. Indien om één of andere reden, de verantwoordelijke onmogelijk een advies kan uitbrengen, zal deze taak door zijn vervanger worden overgenomen. § 2. a. Indien binnen de 10 werkdagen na de datum van verzending geen reactie van de afdeling op de dienst toekomt zal de dienst zich baseren op de door de wetenschappelijke overheid van de geraadpleegde lidstaten van de Europese Unie uitgebrachte adviezen.

Ministens vijf van hen zullen worden geraadpleegd. In het geval er binnen 7 werkdagen geen reactie is van deze leden, zal het advies als positief worden beschouwd. b. Indien de afdeling een negatief advies uitbrengt, wordt de argumentatie die dit advies begeleidt verzonden naar alle leden van het Comité voor raadpleging.De leden kunnen hun bezwaren of overeenkomstige informatie meedelen binnen de 10 werkdagen na de datum van verzending. Indien er een bezwaar wordt uitgebracht, wordt opnieuw gebruik gemaakt van de stemprocedure per brief zoals voorzien in artikel 16. c. De positieve adviezen worden tijdens elke vergadering aan alle leden meegedeeld. Sectie 3. - Stemming per brief

Art. 16.Er wordt overgegaan tot een stemming per brief in volgende 6 gevallen : - de afdeling sprak zich niet uit binnen de afgesproken termijn; - de afdeling wenst/kan zich niet uit (te) spreken over een aanvraag; - indien er geen unanimiteit is binnen de afdeling en bij gegrond verzet; - ondanks het uitbrengen van een advies, raadpleegt de afdeling het Comité; - gegrond verzet tegen een advies vanwege één of meerdere leden van het Comité; - de Europese Commissie verwerpt een advies wegens ontoereikende argumenten en/of niet in overeenstemming met de bepalingen van de Europese Verordening.

De stemming is slechts geldig wanneer de meerderheid van de leden gestemd heeft. Een stem moet binnen 10 dagen vanaf de datum van verzending van de aanvraag op de dienst toekomen. Het resultaat van de stemming wordt bij gewone meerderheid van stemmen vastgesteld.

Bij staking van stemmen, is - in tegenstelling tot art. 9, de stem van de verantwoordelijke van de afdeling doorslaggevend.

Art. 17.Om ontvankelijk te zijn moeten de adviezen die in het raam van dit reglement worden verstrekt, gemotiveerd zijn.

Art. 18.De dienst zal de leden van de betreffende afdeling onmiddellijk van de adviezen van de wetenschappelijke autoriteiten van de Europese Unie en van de genomen beslissing informeren.

Art. 19.De werkzaamheden van het Comité zijn van vertrouwelijke aard.

Sectie 4. - Missies

Art. 20.De personen die zetelen in het wetenschappelijk Comité alsook de, bij artikel 14, aangewezen deskundigen van het KB van 9 april 2003 met opdracht in het buitenland op vraag van de dienst, hebben recht op de terugbetaling van hun reisonkosten volgens de barema's die in voege zijn in de schoot van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 21.De, bij artikel 20, aangewezen personen in uitvoering van een controleopdracht op vraag van de dienst, hebben recht op terugbetaling van hun reis- en verblijfsonkosten onder de voorwaarden van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reisonkosten en van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoeding van de verblijfskosten van de leden van het personeel van de ministeries. Een onkostenvergoeding is voorzien per gerealiseerde controle die gebeurt op aanvraag of met akkoord van de dienst. Het bedrag van deze onkostenvergoeding wordt vastgesteld door de Minister.

Voor akkoord : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^