Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 17 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200804
pub.
17/05/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot wijziging van collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 februari 2003 Wijziging van collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 14 mei 2003 onder het nummer 66182/CO/124)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" worden zowel arbeiders als arbeidsters verstaan.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen te wijzigen.

Art. 3.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 4.§ 1. Vallen onder de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst de bedrijven die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PCB) en aan de volgende voorwaarden voldoen : gedurende het kalenderjaar dat aan de installatie van een syndicale afvaardiging voorafgaat minstens gemiddeld 30 arbeiders tewerkstellen, van wie minstens 10 pct. lid zijn van één van de vakorganisaties die de overeenkomst ondertekenden; dit quorum van 10 pct. is vereist voor iedere vakorganisatie die wil deelnemen aan de samenstelling van een syndicale afvaardiging. § 2. Onder "onderneming" wordt verstaan : de technische bedrijfseenheid, bepaald op grond van de economische en sociale criteria; in geval van twijfel primeren de sociale criteria.

Meerdere juridische entiteiten worden vermoed, tot het tegendeel wordt bewezen, een technische bedrijfseenheid te vormen, indien het bewijs kan worden geleverd : 1) dat ofwel deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben, ofwel deze juridische entiteiten eenzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar afgestemd zijn;2) en dat er elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, zoals met name een gemeenschap van mensen verzameld in dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer, een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen bevatten. Wanneer het bewijs wordt geleverd van één van de voorwaarden bedoeld in 1) en het bewijs van bepaalde elementen bedoeld in 2), zullen de betrokken juridische entiteiten beschouwd worden als vormend een enkele technische bedrijfseenheid behalve indien de werkgever(s) het bewijs levert(en) dat het personeelsbeheer en -beleid geen sociale criteria aan het licht brengen, kenmerkend voor het bestaan van een technische bedrijfseenheid in de zin van het eerste lid van deze paragraaf.

Dat vermoeden mag geen weerslag hebben op de continuïteit, de werking en de bevoegdheidssfeer van de nu bestaande organen.

Voor de groepering van verscheidene juridische entiteiten om een technische bedrijfseenheid te vormen in de zin van deze paragraaf moet tegelijk aan de volgende voorwaarden worden voldaan : 1) alle juridische entiteiten moeten onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;2) het in de zin van § 3 van dit artikel aldus gegroepeerd personeelsaantal moet minstens 50 arbeiders bereiken. § 3. Worden beschouwd als zijnde "tewerkgesteld" in de zin van dit artikel, de personen die met een arbeidsovereenkomst of leerovereenkomst verbonden zijn met de werkgever alsook de uitzendkrachten uitgedrukt in voltijdse equivalenten, tewerkgesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de uitzendarbeid in het bouwbedrijf. § 4. De vakbondsafvaardiging houdt op te bestaan twaalf maanden na het kalenderjaar waarin de gemiddelde personeelsbezetting voortdurend beneden 30 arbeiders is gebleven. De werkgever dient deze toestand aangetekend kenbaar te maken aan de vakorganisatie(s) die de afgevaardigde(n) heeft (hebben) aangeduid. »

Art. 4.Artikel 6 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 6.§ 1. Het aantal leden per vakbondsafvaardiging wordt vastgesteld zoals hierna wordt aangegeven : - 30 tot 49 arbeiders : 2 afgevaardigden; - 50 tot 100 arbeiders : 3 afgevaardigden; - 101 tot 250 arbeiders : 6 afgevaardigden; - 251 tot 500 arbeiders : 10 afgevaardigden; - meer dan 500 arbeiders : 14 afgevaardigden. § 2. Wanneer verscheidene juridische entiteiten worden gegroepeerd om een technische bedrijfseenheid te vormen, wordt het aantal afgevaardigden bepaald met verwijzing naar het personeelsaantal van deze technische bedrijfseenheid.

De verdeling van het aldus verkregen aantal afgevaardigden tussen de verschillende juridische entiteiten die de technische bedrijfseenheid samenstellen gebeurt in verhouding tot het aantal in elke juridische entiteit tewerkgestelde arbeiders zonder dat het totaal aantal afgevaardigden, dat het gevolg is van deze proportionele verdeling, hoger kan liggen dan het aantal afgevaardigden zoals vastgesteld in § 1 van dit artikel. § 3. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 5, § 3, indien tezelfdertijd verscheidene vakbondsafvaardigingen ingesteld op bouwplaatsniveau werken, dan geeft de optelling van alle aldus aangewezen afgevaardigden het totale aantal afgevaardigden.".

Art. 5.Er wordt een artikel 8bis ingevoegd na artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998. Dit luidt als volgt : "

Art. 8bis.§ 1. Wanneer overeenkomstig artikel 4, § 2, van deze collectieve arbeidsovereenkomst een vakbondsorganisatie overweegt om afgevaardigden voor te stellen op het niveau van een technische bedrijfseenheid, maakt deze vakbondsorganisatie haar bedoeling om verschillende juridische entiteiten te groeperen om een technische bedrijfseenheid te vormen per aangetekende brief bekend. Deze aangetekende brief wordt gezonden naar de andere vakorganisaties en naar elke door de overwogen groepering betrokken juridische entiteit.

Gelijktijdig wordt een kopie ter kennisgeving gezonden naar de plaatselijke Kamer van het bouwbedrijf of de beroepsvereniging waarbij het bedrijf is aangesloten en die in het paritair comité vertegenwoordigd is. Als de onderneming aangesloten is bij deze Kamer of beroepsvereniging, dan deelt deze laatste de tussenkomende organisaties mee dat ze de onderneming vertegenwoordigt in alles wat betrekking heeft op de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De overige vakorganisaties en de door de overwogen groepering betrokken juridische entiteiten beschikken over zeven werkdagen om hun advies te laten kennen. De termijn van zeven werkdagen wordt geschorst door de dagen van collectieve sluiting van een of meer door de groepering betrokken juridische entiteiten en door de rustdagen die tijdens de eindejaarsperiode worden toegekend.

Indien een of meer door de overwogen groepering betrokken juridische entiteiten niet akkoord kunnen gaan met de groepering, informeren zij de vakbondsorganisaties die de aangetekende brief heeft ondertekend en zenden zij een kopie naar de overige vakbondsorganisaties. Zij informeren hierover tevens de plaatselijke Kamer van het bouwbedrijf of de beroepsvereniging waarbij het bedrijf is aangesloten en die in het paritair comité vertegenwoordigd is.

In dat geval proberen de verschillende partijen zich op plaatselijk vlak te verzoenen. Is op lokaal vlak geen verzoening mogelijk, dan wordt gebruik gemaakt van de procedure van § 7 van artikel 8.

Na deze procedure ligt het initiatief om een vakbondsafvaardiging te installeren in een technische bedrijfseenheid die verschillende juridische entiteiten groepeert bij de vakorganisaties, conform de regels van artikel 8 van deze overeenkomst. § 2. Wanneer een of meer van de vereiste voorwaarden opdat verschillende juridische entiteiten worden gegroepeerd in een technische bedrijfseenheid in de zin van artikel 4, § 2, van deze overeenkomst niet meer worden vervuld, houdt de vakbondsafvaardiging op te bestaan na een periode van 12 maanden na de informatie per aangetekende brief van de werkgever aan de in de vakbondsafvaardiging vertegenwoordigde vakorganisaties. »

Art. 6.Artikel 9, § 2, b) van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 wordt aangevuld met het volgend streepje : "- bij het verstrijken van de periode van 12 maanden bepaald in artikel 8bis, § 2, wanneer een of meer vereiste voorwaarden opdat verschillende juridische entiteiten worden gegroepeerd in een technische bedrijfseenheid niet meer is (zijn) vervuld overeenkomstig artikel 8bis, § 2. ».

Art. 7.Artikel 11, § 1, van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 wordt vervangen door de volgende bepaling : "

Art. 11.§ 1. De leden van de vakbondsafvaardiging houden om de maand een gemeenschappelijke vergadering met het ondernemingshoofd of zijn afgevaardigde. De werkgever is belast met het samenroepen van de vergadering.

Tijdens de vergaderingen van de vakbondsafvaardiging met de directie moet kunnen gerekend worden op de aanwezigheid van een persoon die gemachtigd is namens het bedrijf verbintenissen aan te gaan of, in geval van groepering van meerdere juridische entiteiten tot een technische bedrijfseenheid, van een of meer personen die gemachtigd zijn om verbintenissen aan te gaan namens de verschillende juridische entiteiten die de technische bedrijfseenheid vormen. ».

Art. 8.Artikel 11, § 2, van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 wordt aangevuld met de volgende alinea : "Wanneer verscheidene juridische entiteiten zijn gegroepeerd binnen een technische bedrijfseenheid overeenkomstig artikel 4, § 2, wordt het aantal kredieturen bepaald volgens het personeelsaantal van deze technische bedrijfseenheid. De verdeling van de kredieturen tussen de verschillende juridische entiteiten die de technische bedrijfseenheid samenstellen gebeurt in verhouding tot het aantal in elke juridische entiteit tewerkgestelde arbeiders, zonder dat het aantal kredieturen, vastgesteld volgens deze proportionele verdeling, hoger kan liggen dan het aantal kredieturen zoals vastgesteld in de 2de alinea van deze paragraaf. ».

Art. 9.Er wordt een artikel 12bis ingevoegd na artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998. Dit luidt als volgt : "De vakbondsafvaardiging van de hoofdaannemer heeft in het kader van zijn opdracht van Comité voor Preventie en Bescherming op het werk ook als opdracht te waken over de informatie van de werknemers over de veiligheidsplannen per bouwplaats. ».

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2003. Zij duurt even lang en vervalt op dezelfde datum als de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^