Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 februari 2005
gepubliceerd op 09 februari 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van bemonsteringswijzen voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2005022088
pub.
09/02/2005
prom.
01/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/01/2005022088/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van bemonsteringswijzen voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 3, § 5;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 242/2004 van 12 februari 2004;

Gelet op de Richtlijn 2004/16/EG van de Commissie van 12 februari 2004 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik;

Gelet op het advies van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 28 september 2004;

Gelet op het advies nr. 37.846/3 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2004; met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij de wijze van bemonstering met het oog op de officiële controle op de naleving van het maximale gehalte aan tin in levensmiddelen in blik worden de bepalingen van de bijlage in acht genomen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2004.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage WIJZEN VAN BEMONSTERING VOOR DE OFFICI"LE CONTROLE OP DE GEHALTEN AAN TIN IN LEVENSMIDDELEN IN BLIK 1. Doel en toepassingsgebied De monsters voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik worden genomen overeenkomstig de onderstaande modaliteiten.De op die manier verkregen verzamelmonsters worden geacht representatief te zijn voor de betrokken partijen. Op basis van de gehalten die in de laboratoriummonsters worden geconstateerd, wordt bepaald of de partijen voldoen aan de bij Verordening (EG) nr. 466/2001 vastgestelde maximumgehalten. 2. Definities Partij : een identificeerbare, in één keer geleverde hoeveelheid van een bepaald levensmiddel waarvan de ambtenaar gemeenschappelijke kenmerken, zoals oorsprong, soort, verpakkingstype, verpakker, verzender of merktekens, heeft geconstateerd. Subpartij : aangeduid deel van een partij waarop de bemonsteringsmethode zal worden toegepast. Elke subpartij moet fysiek gescheiden zijn en moet kunnen worden geïdentificeerd.

Basismonster : hoeveelheid materiaal die op één plaats uit de partij of de subpartij is genomen.

Verzamelmonster : het totaal van alle uit de partij of de subpartij genomen basismonsters.

Laboratoriummonster : voor het laboratorium bestemd monster. 3. Algemene bepalingen 3.1. Personeel De monsters worden genomen door een persoon die daartoe gemachtigd is. 3.2. Te bemonsteren materiaal Elke partij die moet worden geanalyseerd, wordt afzonderlijk bemonsterd. 3.3. Te nemen voorzorgsmaatregelen Bij de bemonstering en de bereiding van de monsters moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat zich veranderingen zouden voordoen waardoor het tingehalte kan veranderen of de analyses of de representativiteit van het verzamelmonster kunnen worden beïnvloed. 3.4. Basismonsters De basismonsters worden zoveel mogelijk op verschillende plaatsen uit de partij of de subpartij genomen. Als hiervan wordt afgeweken, wordt dit in het verslag vermeld. 3.5. Bereiding van het verzamelmonster Het verzamelmonster wordt verkregen door alle basismonsters bij elkaar te voegen. Dit verzamelmonster wordt in het laboratorium gehomogeniseerd. 3.6. Bereiding van identieke laboratoriummonsters Er worden uit het gehomogeniseerde verzamelmonster identieke laboratoriummonsters voor controle-, verhaal- en arbitragedoeleinden genomen. 3.7. Verpakking en verzending van de monsters Elk monster wordt in een schone recipiënt van inert materiaal geplaatst die een degelijke bescherming biedt tegen verontreiniging en beschadiging tijdens het vervoer. Voorts worden de nodige voorzorgsmaatregelen genomen om verandering in de samenstelling van het monster tijdens vervoer of opslag te voorkomen. 3.8. Verzegeling en etikettering van de monsters Elk voor officieel gebruik genomen monster wordt op de plaats van bemonstering verzegeld en geïdentificeerd.

Van elke bemonstering wordt een bemonsteringsverslag opgesteld aan de hand waarvan de bemonsterde partij ondubbelzinnig kan worden geïdentificeerd; hierin worden de bemonsteringsdatum en -plaats en alle andere voor de analist nuttige gegevens vermeld. 4. Bemonstering Bij de gebruikte bemonsteringswijze wordt ervoor gezorgd dat het verzamelmonster representatief is voor de te controleren partij. Aantal basismonsters : Het minimumaantal basismonsters dat van blikken uit de partij moet worden genomen is in onderstaande tabel aangegeven. De uit de verschillende blikken genomen basismonsters moeten van vergelijkbaar gewicht zijn, zodat een verzamelmonster wordt verkregen (zie punt 3.5).

Tabel - Aantal voor de vorming van het verzamelmonster te bemonsteren blikken (basismonsters) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De maximumgehalten gelden voor de inhoud van elk blik, maar om te kunnen testen moet de methode van het verzamelmonster worden gebruikt.

Indien het testresultaat voor het verzamelmonster onder, maar dichtbij het maximumgehalte ligt en als vermoed wordt dat afzonderlijke blikken het maximumgehalte kunnen overschrijden, kan het nodig zijn nader onderzoek te verrichten.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van betreffende vaststelling van bemonsteringswijzen voor de officiële controle op het tingehalte in levensmiddelen in blik.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^