Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 29 maart 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202403
pub.
29/03/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de bevordering van de werkgelegenheid, de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. BIJLAGE Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2003 Loon- en arbeidsvoorwaarden, bevordering van de werkgelegenheid, preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 1 december 2003 onder het nummer 68760/CO/125.03)

Art. 3.Toepassingsgebied.

De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de houthandel alsook op de werklieden die zij tewerkstellen. Onder "werklieden" verstaat men : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

Art. 4.Juridisch kader.

De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996) en van zijn uitvoeringsbesluiten. Het houdt eveneens rekening met de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003.

Art. 5.Koopkracht.

De partijen gaan akkoord om de koopkracht als volgt te verhogen : - op 1 juli 2003 worden de effectieve en baremalonen verhoogd met 0,05 EUR; - op 1 juli 2004 worden de effectieve en baremalonen verhoogd met 0,035 EUR. Het bestaande indexsysteem blijft van toepassing.

De syndicale premie wordt verhoogd tot 123,95 EUR vanaf 1 januari 2003. Dit geldt eveneens voor de bruggepensioneerden en diegene die een aanvullend pensioen genieten.Dit betekent voor deze laatsten dat vanaf 1 juli 2003 hun syndicale premie zal worden verhoogd tot 10,33 EUR per maand.

De vergoeding permanente vorming, ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid, wordt vanaf 1 januari 2003 verhoogd tot 0,60 EUR per effectief gepresteerde dag. De vergoeding voor gelijkgestelde dagen ziekte/arbeidsongeval en tijdelijke werkloosheid blijft behouden op 0,50 EUR.

Art. 6.Sociaal voordeel.

Vanaf 1 januari 2003 wordt het sociaal voordeel op 5,3 pct. van de brutolonen aan 108 pct. gebracht en vanaf 1 januari 2004 op 5,4 pct. van de brutolonen aan 108 pct.

Aan de nieuwkomers in de sector die nog steeds in dienst zijn op 30 november van het jaar van indiensttreding wordt een sociaal voordeel toegekend van 57,50 EUR per maand. Dit voordeel wordt toegekend per gepresteerde maand tussen 1 januari en 30 juni. Indien het contract voor de zestiende van de maand aanvangt wordt de maand als gepresteerd beschouwd. Indien het contract na de vijftiende van de maand aanvangt wordt de maand als niet gepresteerd beschouwd. Werknemers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 10,33 EUR per maand.

Het sociaal voordeel toegekend aan arbeiders die om economische redenen werden ontslagen tussen 1 januari en 30 juni bedraagt 54,54 EUR per maand.

Werknemers die aangesloten zijn bij een vakbondsorganisatie genieten bovendien van een syndicale premie van 10,33 EUR per maand.

Art. 7.Verplaatsingskosten.

De werkgeverstussenkomst in het openbaar vervoer wordt vanaf 1 juli 2003 verhoogd tot 70 pct. van de prijs van de treinkaart. De werkgeverstussenkomst van 60 pct. in het privé-vervoer geldt vanaf de 1ste kilometer.

De fietsvergoeding van 0,15 EUR per kilometer per reële afstand (heen en terug) tussen de woon- en de werkplaats wordt toegekend voor een onbeperkt aantal dagen per jaar en dit vanaf 1 juli 2003.

Art. 8.Tewerkstelling.

In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst verklaren de ondertekenende partijen dat de werknemers ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de houthandel gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies voor zorgkrediet, opleidingskrediet, "landingsbanen", ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering, tijdskrediet 1/5e, toegekend door de Gewesten of de Gemeenschappen, en van eventueel bijkomende maatregelen.

Art. 9.Familiaal verlof en klein verlet.

De werkgevers zijn bereid om tijdens de duurtijd van de collectieve arbeidsovereenkomst één dag familiaal verlof te betalen in geval van hospitalisatie van een kind of van de partner die onder hetzelfde dak woont. Dit familiaal verlof kan enkel genomen worden op basis van een medisch attest waarin vermeld staat dat de aanwezigheid van de betrokkene noodzakelijk was.

Inzake de toekenning van klein verlet voor samenwonenden worden de bepalingen van de vorige collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Art. 10.Risicogroepen en opleiding.

Inzake de vorming en opleiding voor risicogroepen wordt de wettelijke voorziene bijdrage, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 27 januari 1997, namelijk 0,10 pct., gestort in het sectoraal fonds. De concrete noden van opleiding zullen onderzocht worden en een activering van de opleiding zal uitgewerkt worden. Er zal tevens een balans van de vorming en opleiding op regelmatige tijdstippen worden voorgelegd aan het paritair subcomité.

Art. 11.Fonds voor bestaanszekerheid.

De aanvullende vergoeding die vanuit het fonds voor bestaanszekerheid volgens de bestaande regeling wordt toegekend ingeval van ziekte en/of arbeidsongeval wordt vanaf 1 januari 2004 verhoogd tot 4,20 EUR. De aanvullende vergoeding bij economische werkloosheid blijft behouden op 4,09 EUR per dag.

Vanaf 1 januari 2003 wordt een nieuwe bijdrage gestort aan het fonds van bestaanszekerheid van 0,5 pct., die zal besteed worden aan de promotie van het hout. Het paritair beheerscomité van het fonds voor bestaanszekerheid is belast met de adequate aanwending ervan. De globale bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid komt hierdoor op 8,4 pct. van de arbeiderslonen aan 108 pct. vanaf 1 januari 2003.

Art. 12.Kwaliteit op het werk.

De partijen zijn bereid om inspanningen te leveren om de stress op het werk te verminderen. Zij zullen dit onderzoeken in samenwerking met het Technisch Centrum van de Houtnijverheid (TCHN-CTIB).

Art. 13.Tijdskrediet.

Partijen gaan akkoord om inzake tijdskrediet 1/5e loopbaanvermindering voor ploegenarbeid, de modaliteiten te laten vastleggen op ondernemingsvlak.

Art. 14.Drenken van hout.

Partijen gaan akkoord om in het mechanisch drenken van hout gelijk te stellen met manueel drenken, en de voorziene toeslag te betalen voor deze kwalificatie tijdens de uren dat betrokkene bezig is met de uitvoering van deze activiteit.

Art. 15.Geldigheidsduur en slotbepalingen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2005. De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om gedurende de looptijd van dit akkoord geen nieuwe eisen te stellen inzake de inhoud van dit akkoord en de sociale vrede te bewaren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^