Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 juli 1997
gepubliceerd op 10 september 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut

bron
ministerie van landsverdediging
numac
1997007142
pub.
10/09/1997
prom.
01/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/01/1997007142/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3° en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de Rijksambtenaren;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 oktober 1996;

Gelet op het protocol nr. 18 van 28 februari 1997 van het Sectorcomité XIV;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, laatst gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden op dezelfde wijze dient te geschieden als die van de ambtenaren die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevolg de weddeschalen van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut, onverwijld dienen te worden vastgesteld;

Op voorstel van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke regeling

Artikel 1.§ 1. Aan de graad van administrateur-generaal (rang 16) wordt de weddeschaal 16A verbonden.

Art. 2.De adjunct-administrateur-generaal bekomt de volgende weddeschaal : 1 843 916 - 2 431 635 112 x 53 429 (Kl. 24j - N.1 - G.B.)

Art. 3.§ 1. Aan de graad van geograaf-directeur (rang 13) wordt de weddeschaal 13C verbonden. § 2. De geograaf-directeur die tenminste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13D bekomen.

Art. 4.§ 1. Aan de graad van geograaf (rang 10) wordt de weddeschaal 10A verbonden. § 2. De geograaf die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10B. § 3. De geograaf die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10C bekomen.

Art. 5.§ 1. Aan de graad van eerste cartograaf (rang 28) wordt de weddeschaal 28C verbonden. § 2. De eerste cartograaf die tenminste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 28D bekomen.

Art. 6.§ 1. Aan de graad van cartograaf (rang 26) wordt de weddeschaal 26E verbonden. § 2. De cartograaf die negen jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 26H.

Art. 7.§ 1. Aan de graad van cartograaf (rang 20 afgeschafte graad) wordt de volgende weddeschaal verbonden : 546 922 - 884 947 31 x 10 676 12 x 10 676 12 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (Kl. 20j - N.2 - G.A.) § 2. De cartograaf die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 20B. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 8.§ 1. De ambtenaar ambtshalve benoemd tot de graad van geograaf, die bij toepassing van artikel 25 van de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, uiterlijk op 29 december 1976 tot de geschrapte graad van eerstaanwezend geograaf - hoofd van dienst werd benoemd, en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 1 357 137 - 1 944 856 112 x 53 429 (Kl. 24j - N.1 - G.B.) § 2. De ambtenaar ambtshalve benoemd tot de graad van geograaf, die bij toepassing van artikel 25 van de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, uiterlijk op 29 december 1976 in de geschrapte graad van eerstaanwezend geograaf werd benoemd, en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 1 018 768 - 1 514 768 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24j - N.l - G.B.)

Art. 9.De weddeschalen verbonden aan de hiernavermelde graden worden vastgesteld als volgt : - Eerstaanwezend geograaf - hoofd van dienst (rang 12) 1 018 768 - 1 514 768 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24j - N.1 - G.B.) - Eerstaanwezend geograaf (rang 11) Adjunct-rechtskundig adviseur (rang 11) Hoofdcartograaf (rang 11) 898 575 - 1 394 575 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24j - N. I - G.B.) - Eerstaanwezend cartograaf 1e klasse (rang 10) Geograaf (rang 10) na 4 jaar graadanciënniteit 898 575 - 1 394 575 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24j - N.1 - G.B.)

Art. 10.§ 1. De ambtenaar die titularis is van de graad van cartograaf (rang 20 - afgeschafte graad), die 4 jaar graadanciënniteit telt bekomt de weddeschaal 20B. § 2. Aan de graad van cartograaf 1e klasse (rang 22) wordt de volgende weddeschaal verbonden : 618 141 - 953 722 31 x 10 072 12 x 11 686 12 x 15 578 22 x 26 852 92 x 24 933 (Kl. 20j - N.2 - G.A.) § 3. De cartograaf 1e klasse (rang 22) die 15 jaar niveau-anciënniteit telt behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 625 993 - 967 574 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (Kl. 20j -.N.2 - G.A.) § 4. De eerste cartograaf (rang 24) bekomt de volgende weddeschaal : 750 424 - 1 113 807 31 x 11 686 22 x 11 686 32 x 26 852 92 x 24 933 (Kl.20j - N.2 - G.A.)

Art. 11.§ 1. Aan de graad van cartograaf 1e klasse (rang 26) wordt de volgende weddeschaal verbonden : 618 141 - 953 722 31 x 10 072 12 x 11 686 12 x 15 578 22 x 26 852 92 x 24 933 (Kl. 23j - N.2+ - G.A.) § 2. De cartograaf 1e klasse (rang 26) die 15 jaar niveau-anciënniteit telt behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 625 993 - 967 574 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (Kl.23j -N.2+ - G.A.) § 3. De eerste cartograaf (rang 28) bekomt de volgende weddeschaal : 750 424 - 1 113 807 31 x 11 686 22 x 11 686 32 x 26 852 92 x 24 933 (Kl. 23j - N.2+ - G.A.)

Art. 12.§ 1. Aan de graad van adjunct-rechtskundig adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) wordt de weddeschaal 10A verbonden; § 2. De adjunct-rechtskundig adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10B.

Art. 13.Aan de graad van rechtskundig adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddeschaal 13A verbonden.

Art. 14.In afwijking van artikel 7 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, toepasselijk verklaard bij het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, komen de diensten bepaald in artikel 14 van hetzelfde besluit, voor de ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle vóór 1 januari 1994 gepresteerde diensten, in aanmerking vanaf de leeftijd van 20 jaar, voor de ambtenaar die gerechtigd was op een schaal behorend én tot niveau 2 én tot de klasse "20 jaar" en die op 1 september 1995 gerechtigd is op een schaal behorende tot niveau 2+. HOOFDSTUK III. - Bijzondere geldelijke bepalingen

Art. 15.§ 1. De wedde van de ambtenaren, die op I januari 1994 ambtshalve benoemd werden in een graad vermeld in de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut, wordt vastgesteld in de weddeschaal die in de hierbijgevoegde tabel I met de weddeschaal van de opgerichte graad overeenstemt. § 2. De wedde van de ambtenaren, die op 1 september 1995, ambtshalve benoemd werden in een graad vermeld in de artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut, wordt vastgesteld in de weddeschaal die in hierbijgevoegde tabel II met de weddeschaal van de opgerichte graad overeenstemt. § 3. De wedde van de ambtenaren, die ambtshalve benoemd werden in een graad vermeld in de artikelen 5 en 6 van het koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut, wordt vastgesteld in de weddeschaal die in de hierbijgevoegde tabel III met de weddeschaal van de opgerichte graad overeenstemt.

Art. 16.§ 1. De ambtenaar benoemd in de graad van technicus die voorheen bekleed was met de geschrapte graad van meesterknecht, en die 4 jaar graadanciënniteit telt en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 577 376 - 911 845 31 x 10 676 22 x 14 232 112 x 24 907 (Kl. 20j - N.2 - G.A.) § 2. De ambtenaar benoemd in de graad van technicus die voorheen bekleed was met de geschrapte graad van meesterknecht, die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 558 138 - 892 607 31 x 10 676 22 x 14 232 112 x 24 907 (Kl. 20j - N.2 - G.A.) § 3. De ambtenaar benoemd in de graad van vakman, die voorheen bekleed was met de geschrapte graad van eerste geselecteerd werkman B en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 529 269 - 699 346 31 x 5 595 52 x 11 141 72 x 13 941 (Kl. 18j - N.3 - G.A.) § 4. De ambtenaar benoemd in de graad van vakman, die voorheen bekleed was met de geschrapte graad van eerste geselecteerd werkman C en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 545 012 - 729 030 31 x 5 595 52 x 11 141 82 x 13 941 (Kl. 18j - N.3 - G.A.)

Art. 17.§ 1. De ambtenaar die titularis is van de graad van geograaf en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 852 549 - 1 310 258 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24j - N.1 - G.B.) § 2. De ambtenaar benoemd in de graad van cartograaf, voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf 1ste klasse, die 15 jaar niveauanciënniteit telt en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 625 993 - 967 574 31 x 10 676 22 x 14 232 22 x 28 463 92 x 24 907 (Kl. 23j - N.2+ - G.A.) HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 24 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Nationaal Geografisch Instituut, met uitzondering van : - de artikelen 10, 15, § 1, en 16, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994; - de artikelen 8, 9 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 1994; - de artikelen 11, 15, § 2, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1995.

Art. 19.§ 1. De weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden die werden opgenomen in het koninklijk besluit van 6 juni 1978 tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 1980, 10 oktober 1980, 18 september 1989, 19 juni 1991, 5 maart 1992, 3 mei 1993 en 23 juni 1994, worden vervangen door de weddeschalen vermeld in de artikelen 7, 8, 9 en 10 op de data vermeld in artikel 18. § 2. Het koninklijk besluit van 6 juni 1978 tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 1980, 10 oktober 1980, 18 september 1989, 19 juni 1991, 5 maart 1992, 3 mei 1993 en 23 juni 1994 wordt opgeheven.

Art. 20.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET Bijlage I Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET Bijlage II Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET Bijlage III Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET

^