Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2002
gepubliceerd op 17 juli 2002

Koninklijk besluit tot toekenning van een herstructureringspremie aan sommige militairen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2002007183
pub.
17/07/2002
prom.
10/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/10/2002007183/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot toekenning van een herstructureringspremie aan sommige militairen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, § 2, gewijzigd bij de wet van 22 maart 2001, en § 3;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 1 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juni 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 juli 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de in 2002 verschuldigde herstructureringspremie aan de betrokken militairen moet uitbetaald zijn voor 21 juli 2002;

Overwegende dat bijgevolg zonder uitstel de nodige maatregelen moeten getroffen worden om de uitbetaling binnen de gestelde termijnen te waarborgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De volgende militairen verkrijgen elk jaar vanaf 2002 een herstructureringspremie : 1° de militair van het actief kader;2° de militair die één van de vrijwillige prestaties bedoeld in artikel 31, § 2 en § 3, van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader, verricht. Het eerste lid is evenwel niet van toepassing op : 1° de officier;2° de onderofficier houder van een diploma van het hoger onderwijs van het korte type en behorend tot de speciale werving, bezoldigd op basis van de tabellen 10 of 11 van de bijlage A aan het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het aktief kader beneden de rang van officier, hierna de onderofficier 2+ genoemd;3° de militair in disponibiliteit;4° de militair in beziging. § 2. Het bedrag van de premie bedoeld in § 1 is gelijk aan het verschil tussen : 1° het brutobedrag van het vakantiegeld verschuldigd aan de militair overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's Lands algemeen bestuur;2° een bedrag gelijk aan een percentage van één twaalfde van de jaarwedde(n), verbonden aan de index der consumptieprijzen, die de wedde(n) bepaalt (bepalen) die voor de maand maart van het jaar van de uitbetaling van de premie verschuldigd is (zijn). § 3. Het percentage bedoeld in § 2, 2°, wordt bepaald op 82 % voor de herstructureringspremie uitbetaald in 2002, en op 92 % voor de volgende jaren.

Het wordt berekend op de wedde(n) die verschuldigd zou(den) zijn geweest voor de beschouwde maand, wanneer de militair voor die maand geen enkele wedde of slechts een beperkte wedde heeft genoten.

Onder jaarwedde verstaat men de wedde, het loon, de gewaarborgde bezoldiging, de vergoeding of de toelage die in de plaats van de wedde of het loon komt, met inbegrip in voorkomend geval van de haard- of standplaatstoelage.

In afwijking van artikel 1, § 1, tweede lid, krijgt de militair die tijdens de referentieperiode bevorderd wordt, naargelang het geval, tot een graad van officier of van onderofficier 2+, eveneens de premie, berekend op de laatst verschuldigde wedde in de oorspronkelijke categorie, naar verhouding van de prestaties geleverd in deze categorie.

Voor de eerste betaling van de premie in 2002 worden de prestaties geleverd gedurende het jaar 2001 in aanmerking genomen in de niveaus 4, 3 of 2, in de hoedanigheid van militair.

Art. 2.§ 1. De herstructureringspremie geldt als volledig wanneer volledige prestaties verricht werden gedurende het gehele kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de uitbetaling van de premie, of het referentiejaar. § 2. Wanneer niet gedurende het gehele referentiejaar volledige prestaties verricht werden, wordt het bedrag van de premie als volgt vastgesteld : 1° één twaalfde van het jaarbedrag voor elke periode van prestaties die een gehele maand bestrijkt;2° één dertigste van het maandbedrag per kalenderdag wanneer de prestaties niet een gehele maand bestrijken. § 3. De toekenning van een verminderde wedde die betrekking heeft op de prestaties verricht in het kader van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek of van de halftijdse vervroegde uitstap, brengt een proportionele vermindering van het bedrag van de premie mee.

Art. 3.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 2, worden, voor de berekening van de premie, de periodes in aanmerking genomen tijdens dewelke de militair, gedurende het referentiejaar, zich bevond in één van de volgende toestanden, naargelang het geval : 1° in ouderschapsverlof;2° in tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen. § 2. Voor de berekening van de premie wordt eveneens in aanmerking genomen de periode gaande van 1 januari van het referentiejaar tot de dag voorafgaand aan de datum waarop de militair die hoedanigheid heeft verkregen, op voorwaarde : 1° minder dan 25 jaar oud te zijn op het einde van het referentiejaar;2° uiterlijk in dienst te zijn getreden op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op : a) hetzij de datum waarop de militair de inrichting heeft verlaten waarin hij zijn studies heeft gedaan onder de voorwaarden bepaald in artikel 62 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;b) hetzij de datum waarop de leerovereenkomst een einde heeft genomen. De militair moet het bewijs leveren dat hij aan de gestelde voorwaarden voldoet. Bedoeld bewijs kan door alle rechtsmiddelen worden geleverd, getuigen inbegrepen.

Art. 4.§ 1. De herstructureringspremie wordt uitbetaald tussen 1 mei en 30 juni, samen met het vakantiegeld.

De in 2002 verschuldigde herstructureringspremie wordt evenwel uitbetaald in de loop van de maand juli 2002. § 2. In afwijking van § 1 wordt de premie uitbetaald tijdens de maand volgend op de datum van, naargelang het geval : 1° de oppensioenstelling;2° het overlijden;3° het verstrijken of de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming;4° het ontslag van ambtswege;5° het ontslag op aanvraag. Voor de toepassing van het vorige lid wordt de premie berekend rekening houdend met het percentage en de eventuele inhouding welke op de beschouwde datum gelden; het percentage wordt toegepast op de jaarwedde die als basis dient voor de berekening van de wedde welke de militair op die datum geniet.

Wanneer hij op dat ogenblik geen of slechts een verminderde wedde geniet wordt het percentage berekend op de wedde(n) die zou(den) verschuldigd zijn.

Art. 5.Op het bedrag van de premie wordt een inhouding van 13,07 % verricht.

De premie valt niet onder de bijdragen voor de sociale zekerheid noch onder de inhouding die bestemd is voor het Fonds der overlevingspensioenen.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2002.

Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^