Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 juli 2006
gepubliceerd op 25 juli 2006

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 23ter, § 11, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006022706
pub.
25/07/2006
prom.
01/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/01/2006022706/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 23ter, § 11, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 23ter, § 11, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, en gewijzigd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 95bis, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 januari 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 26 juni 2006;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit de bepalingen van voornoemde artikel 23ter, § 11 uitvoert;

Overwegende dat dit artikel, zoals gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, in werking treedt op 9 januari 2006 en dat de bepalingen die ze uitvoeren noodzakelijkerwijze op dezelfde datum dienen in werking te treden;

Overwegende dat het aldus noodzakelijk is dat de inninginstellingen vóór die datum de praktische modaliteiten die in dit besluit zijn opgenomen, kennen, om zodoende de nodige maatregelen te treffen in uitvoering ervan;

Gelet op het advies nr. 39.704/1 van de Raad van State, gegeven op 10 januari 2006 met toepassing van artikel 84, § 1er, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. In uitvoering van artikel 23ter, § 11, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen wordt door de inninginstellingen van de bijdragen het attest bedoeld in § 7 en het attest bedoeld in § 9 van hetzelfde artikel afgeleverd aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon volgens de modaliteiten bedoeld in de volgende artikelen.

Art. 2.De aflevering van dit attest is onderworpen aan de indiening van een aanvraag bij gewone brief of fax door de belanghebbende natuurlijke persoon of rechtspersoon.

De redenen van de aanvraag van dit attest dienen uitdrukkelijk te worden vermeld in het schrijven dat bij deze gelegenheid aan de inninginstelling van de bijdragen wordt gericht.

Art. 3.Het attest bedoeld in artikel 1 kan enkel worden afgeleverd voor de redenen aangehaald in de aanvraag; redenen die overigens uitdrukkelijk dienen voor te komen op het attest.

De aflevering van dit attest ontslaat de natuurlijke personen of de rechtspersonen bedoeld in de artikelen 16bis, 16ter en 23ter van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen niet van hun verplichtingen die hen door deze bepalingen worden opgelegd.

Art. 4.Het attest wordt afgeleverd binnen de acht dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag door de inninginstelling.

De geldigheidsduur van dit attest bedraagt één maand te rekenen vanaf de datum van afgifte.

Art. 5.Het behoort Onze Minister van Middenstand toe het model van het attest, bedoeld in de vorige artikelen vast te leggen.

Art. 6.Voor de toepassing van artikel 23ter, § 11, van genoemd koninklijk besluit nr. 38 zijn de inninginstellingen voor wat betreft de bijdragen verschuldigd krachtens dit koninklijk besluit nr. 38, de sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20 van datzelfde koninklijk besluit nr. 38.

Voor de toepassing van artikel 95bis van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen zijn de inninginstellingen de sociale verzekeringskassen voor zelfstandigen bedoeld in artikel 20 van datzelfde koninklijk besluit nr. 38.

Voor de toepassing van artikel 9bis van de wet van 13 juli 2005 betreffende de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van bepaalde instellingen is de inninginstelling van de bijdragen het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 januari 2006.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^