Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2000
gepubliceerd op 03 augustus 2000

Koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000002301
pub.
03/08/2000
prom.
01/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/01/2000002301/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2000. - Koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe de V.Z.W Braille-Liga toegang te verlenen tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Deze vereniging kan beschouwd worden als een instelling van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervult. In die hoedanigheid valt zij onder de toepassing van artikel 5, tweede lid, a, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De vereniging voert haar opdrachten uit ten voordele van de blinden en visueel gehandicapten die op het Belgische grondgebied verblijven.

De diensten die verleend worden door de Braille-Liga strekken ertoe gratis en spontaan materiële en morele hulp te verlenen aan allen wier handicap medisch erkend is.

Zo informeert de Braille-Liga op eigen initiatief de voormelde personen over alle stappen die zij moeten ondernemen, en verleent zij bijstand bij het uitvoeren daarvan.

Zij organiseert ook lees- en schrijfcursussen in braille, en tracht blinden en visueel gehandicapten te integreren of te reïntegreren in het beroeps- en verenigingsleven. Zij verstrekt tevens materieel om hun verplaatsingen te vergemakkelijken. Men kan dus niet anders dan besluiten dat de Braille-Liga ontegensprekelijk handelt in het belang van de gemeenschap, te meer daar de openbare overheden geen gelijkaardige activiteiten ondernemen. Zij subsidiëren de Braille-Liga echter wel gedeeltelijk in het kader van de uitvoering van sommige van haar prestaties.

Opdat de Liga haar maatschappelijk doel zou kunnen verwezenlijken, moet zij verplicht contact opnemen met of in contact blijven met de personen die deze handicap hebben en wier naam en adres haar door de gemeentelijke overheid meegedeeld worden.

Als deze personen de Liga echter niet op de hoogte brengen van hun adreswijziging, zijn de gemeenten niet langer gemachtigd om haar het nieuwe adres mee te delen.

Bovendien, zoals de Raad van State heeft opgemerkt, zal in geval van verhuizing, het nieuwe adres snel kunnen worden teruggevonden door middel van het oude adres.

Daarom vraagt de vereniging de toegang tot de informaties bedoeld bij het artikel 3, eerste lid, 1°, 2° en 5°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Er dient in dit verband opgemerkt te worden dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van mening is dat die toegang tot de historiek van de gegevens nutteloos is en niet toegestaan moet worden.

Toch wordt, overeenkomstig het advies van de Raad van State en gelet op de hierboven gegeven verantwoording, de toegang tot de historiek van de gegevens toegestaan, en wordt hij beperkt tot een periode van drie jaar voorafgaand aan de mededeling van die informatiegegevens.

Dit ontwerp houdt rekening met de opmerkingen van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, behalve de opmerking betreffende de historiek van de gegevens.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Advies nr. 04/1999 van 18 februari 1999 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, tweede lid, gewijzigd door de wetten van 19 juli 1991 en 8 december 1992;

Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 19 november 1998, ontvangen op de Commissie op 25 november 1998;

Gelet op de brief van Mevr. Lepoivre gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 19 januari 1999;

Gelet op het verslag van Mevr. Lepoivre;

Brengt op 18 februari 1999 het volgende advies uit : I. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG : Het aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna : de Commissie) ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot het verlenen van toegang aan de v.z.w.

Braille-Liga (hierna : de Braille-Liga) tot de gegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna : de wet van 8 augustus 1983).

De Braille-Liga wenst dus de mededeling te verkrijgen van het adres van de hoofdverblijfplaats, alsmede van de opeenvolgende wijzigingen hiervan beperkt tot de periode van drie jaar die de aanvraag voorafgaat, van iedere in België verblijvende en als blind of visueel gehandicapte erkende persoon.

II. ONDERZOEK VAN HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT : 1. TOEPASBARE WETGEVINGEN : De problematiek van de toegang tot het Rijksregister door de Braille-Liga moet beoordeeld worden met zowel de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen voor ogen als de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. A. Wet van 8 augustus 1983 : Deze wet legt beperkingen op inzake de instellingen die toegang mogen hebben tot het Rijksregister (zie in die zin artikel 5 van voornoemde wet).

De Braille-Liga is een v.z.w. die "tot doel [heeft], afgezien van iedere andere bezigheid, het welzijn van de blinden en de visueel gehandicapten en erop gericht [is] hen moreel en stoffelijk op dezelfde wijze in het gehele land te helpen" (artikel 3 van haar statuten).

Deze v.z.w. vervult dus opdrachten van algemeen belang.

De toegang tot het Rijksregister mag haar bijgevolg verleend worden overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983 dat de Koning machtigt, na advies van de Commissie, de toegang tot het Rijksregister uit te breiden tot instellingen van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervullen.

B. Wet van 8 december 1992 : 1. Algemeen De informatiegegevens van het Rijksregister zijn persoonsgegevens in de zin van de wet van 8 december 1992. Deze wet, die de algemene beginselen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer stelt, is immers toepasbaar op alle databanken met persoonlijke gegevens (vgl. de inleiding van de Minister van Justitie, Verslag Merckx-Van Goey, Parl. St, Kamer, 1991-92 - nr. 413/12, p. 6).

De verwerkingen van persoonsgegevens zijn enkel toegestaan voor duidelijk omschreven en wettige doeleinden. Bovendien dienen zij, uitgaande van die doeleinden, toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn.

De wet van 8 december 1992 strekt tot het tot stand brengen van "... een evenwicht[...]tussen de vereisten van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en die van een goed georganiseerd bestuurlijk, economisch en sociaal bestel... » (Parl. St, Kamer, 1991-92, nr. 413/12, p. 6).

De Commissie herhaalt dus dat de voordelen die een instelling zou kunnen genieten dankzij de toegang tot het Rijksregister krachtens de wet van 8 augustus 1983, afgewogen moeten worden tegen de risico's op schending van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken personen. 2. Onderzoek van de doeleinden : De opdracht van de Braille-Liga bestaat uit het helpen van de blinden en slechtziende personen, door hen gratis diverse bijstand en faciliteiten te verlenen zoals een sociale dienst, een bibliotheek, regionale culturele centra, een dienst voor de inschakeling in het arbeidsproces, vormingscentra, diensten voor hulp in het dagelijkse leven...

De Braille-Liga vraagt enkel toegang tot de informatie uit het Rijksregister om in contact te blijven met visueel gehandicapte personen die reeds een beroep gedaan hebben op haar diensten. Zij schuift als argument naar voren. dat twee derde van de personen die zij helpt, bejaard zijn en velen onder hen verhuizen en haar vergeten hun adreswijziging mee te delen, zonder daarbij rekening te houden met de gevolgen dat dit heeft op contactueel vlak en voor de opvolging van hun dossiers (bijvoorbeeld : uitkeringen en andere vorderingen voor de rechtbanken) De toegang tot het Rijksregister zou haar in staat stellen haar bestand regelmatig bij te werken. De Braille-Liga rechtvaardigt haar aanvraag door het feit dat wanneer een schrijven haar via de post teruggestuurd wordt met opgave van de redenen van terugsturen, de gemeenten haar het adres van de correspondent of de melding van diens eventueel overlijden niet meer meedelen of slechts tegen betaling van 200 tot 250 frank. Daar zij een liefdadigheidsinstelling is, beschikt zij niet over de financiële middelen om te betalen voor het verkrijgen van die adreswijziging of van deze informatie.

De Commissie is gevoelig voor het risico van isolement van de betrokken personen (blind of slechtziend). Zij wijst er bovendien op dat tijdens het eerste contact en vervolgens regelmatig op schriftelijke (namelijk door documenten opgesteld in grote letters, of in brailleschrift), alsmede op mondelinge wijze (namelijk dankzij opgenomen cassettes), de blinde of visueel gehandicapte personen geïnformeerd worden over hun recht om op eender welk moment te weigeren in het bestand van de Liga opgenomen te worden.

Overigens heeft de Braille-Liga de verslaggever meegedeeld dat zij eveneens over een "donateur"-bestand beschikt. Dit bestand staat volledig apart van het bestand van de blinde of slechtziende personen aan welke zij hulp verleent. De Braille-Liga verbindt er zich toe de toegang tot het Rijksregister die het koninklijk besluit haar zou verlenen, niet te gebruiken om haar donateur-bestand bij te houden.

Zij legt eveneens de nadruk op het feit dat haar bestanden in geen geval noch verhuurd, noch uitgeleend, noch verkocht worden aan andere verenigingen of ondernemingen. Alle informatie waarover zij beschikt wordt uitsluitend gebruikt ten voordele van de gehandicapte persoon om gehoor te geven aan diens verzoek en in het raam van haar tussenkomst. 3. Omvang van het recht van toegang : De toegang tot het Rijksregister wordt gevraagd voor een enkel gegeven dat in deze gegevensbank geregistreerd is, namelijk de actuele hoofdverblijfplaats van de blinde of slechtziende personen (momenteel zo'n 15.000 personen).

De toegang tot het gegeven "hoofdverblijfplaats" zal de Braille-Liga in staat stellen haar werk optimaal en zonder bijkomende kosten voort te zetten. Haar administratief beheer zal er door gemakkelijker gemaakt en beter worden.

Na het nemen van inlichtingen bij het Rijksregister blijkt niettemin dat het op praktisch vlak voor deze laatste onmogelijk zal zijn om dit enkel gegeven aan de Braille-Liga mee te delen.

De toegang tot het gegeven "verblijfplaats" veronderstelt immers dat eveneens toegang verleend wordt tot twee andere gegevens van het Rijksregister, namelijk de naam en de voornaam (informatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, van de wet van 8 augustus 1983) alsmede de geboortedatum (informatie bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van de wet van 8 augustus 1983).

De Commissie meent dus dat het artikel 1, eerste lid van het ontwerp van koninklijk besluit aan relevantie ontbreekt en gewijzigd moet worden in die zin dat de Braille-Liga eveneens toegang tot deze twee andere gegevens moet vragen.

Overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van het ontwerp van koninklijk besluit zou de Braille-Liga bovendien aan het Rijksregister kunnen vragen om haar de hoofdverblijfplaats mee te delen die de blinde of slechtziende personen gehad hebben in de loop van de drie jaren die haar aanvraag voorafgaan. Zij vraagt deze inlichting enkel om haar bestand op orde te stellen.

De Commissie is van oordeel dat deze toegang van geen enkel praktisch belang zal zijn voor de Braille-Liga, in die zin dat wanneer zij de naam, voornaam en geboortedatum zal meedelen van de personen wier actuele hoofdverblijfplaats zij wenst te kennen, het Rijksregister haar dat zal doorgeven zonder dat een overzicht van de opeenvolgende verblijfplaatsen van de betrokkenen noodzakelijk is.

De toegang tot de informatie bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het ontwerp van koninklijk besluit wordt dus niet gerechtvaardigd. Het moet bijgevolg geschrapt worden. 4. Gebruik van de informatiegegevens : Artikel 1, eerste lid, van het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt dat de verkregen informatiegegevens slechts gebruikt mogen worden voor "de uitvoering van haar opdrachten van morele en stoffelijke hulp ten voordele van iedere in België verblijvende en als blind of visueel gehandicapte erkende persoon". Artikel 3 van het ontwerp drukt hetzelfde beginsel uit. In dit opzicht wijst de Commissie erop dat er een discordantie bestaat tussen de Franse tekst van artikel 3, eerste lid, van het ontwerp, en de Nederlandse tekst van hetzelfde ontwerp. Om met de Nederlandse versie overeen te stemmen en aldus een betekenis te hebben, zou dit artikel 3 in het Frans als volgt moeten luiden : "les informations obtenues par application de l'article 1er ne peuvent être utilisées qu'aux fins mentionnées dans cet article... » .

Krachtens artikel 3, tweede lid, mogen de gegevens van het Rijksregister niet aan derden medegedeeld worden.

Worden evenwel niet als derden beschouwd : 1° de natuurlijke personen waarop deze informatiegegevens betrekking hebben of hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangeduid krachtens artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij met de Braille-Liga onderhouden tijdens de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden. Deze bepaling, conform de vorige adviezen van de Commissie, roept geen specifieke bedenkingen op. 5. Aanwijzing van de personen aan wie toegang tot de gegevens verleend wordt : Volgens artikel 2 van het ontwerp van koninklijk besluit is de toegang voorbehouden aan : 1° de directeur van de Braille-Liga;2° de personeelsleden van de Braille-Liga, die hij hiertoe bij naam en schriftelijk zal aanwijzen. De lijst van de personeelsleden zal jaarlijks aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bezorgd worden.

De Commissie verkiest dat deze lijst ter plaatste wordt bewaard en haar ter beschikking wordt gehouden.

De Commissie wenst eveneens dat de personeelsleden van de Braille-Liga die toegang tot het Rijksregister zullen hebben, een document ondertekenen dat de nadruk legt op hun plicht om de veiligheid van de verwerking en de vertrouwelijkheid van de gegevens van het Rijksregister waartoe zij toegang hebben, te verzekeren.

Om deze redenen, Brengt de Commissie, onder voorbehoud van de bovenvermelde bemerkingen betreffende het schrappen van artikel 1, tweede lid, en betreffende de wijzigingen die aan te brengen zijn aan de artikelen 1, eerste lid, 2 en 3, eerste lid van het ontwerp, een gunstig advies uit inzake de toegang van de Braille-Liga tot sommige gegevens van het Rijksregister voor de doeleinden omschreven in de aanvraag.

De secretaris, B. Havelange.

De voorzitter, P. Thomas.

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 30 juni 1999 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend", heeft op 27 oktober 1999 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Aanhef Tweede lid Het tweede lid vermeldt de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, "inzonderheid (...) artikel 5". Deze vermelding in de aanhef behoort te worden vervangen door een considerans, om aan te geven dat het niet gaat om de rechtsgrond van het ontworpen besluit, maar om de herinnering dat dit besluit niet buiten de werkingssfeer valt van sommige bepalingen van de wet van 8 december 1992, waaronder ook artikel 5, zoals de Raad van State in verschillende van zijn adviezen meermaals heeft benadrukt (1).

Dispositief Artikel 1 Het enige lid van artikel 1 voorziet in de toegang tot drie informatiegegevens (naam en voornaam, geboortedatum, hoofdverblijfplaats) uit het Rijksregister, zonder, wat de Franse tekst betreft, de toegang mogelijk te maken tot de opeenvolgende bijwerkingen bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Welnu, in geval van verhuizing, zou het nieuwe adres snel kunnen worden teruggevonden door middel van het oude adres, waardoor de bijwerking van bestanden makkelijker wordt, zoals de regering heeft gesteld in verband met de machtiging tot toegang die ze aan de Koninklijke Munt van België beoogt te verlenen. Om dezelfde redenen behoort de toegang tot de opeenvolgende bijwerkingen verleend te worden aan de v.z.w. Braille-Liga, die niet noodzakelijkerwijs de juiste geboortedatum kent van alle personen die belang hebben bij haar optreden.

De Franse versie van het lid behoort derhalve als volgt te worden aangevuld : "... aux informations visées à l'article 3, alinéa 1er, 1°, 2° et 5°, et alinéa 2, de la lol... » en hetzelfde artikel behoort te worden aangevuld met een tweede lid, luidende : "De toegang tot de wijzigingen die zijn aangebracht in de informatiegegevens genoemd in artikel 1 is beperkt tot een periode van drie jaar voorafgaand aan de mededeling van die informatiegegevens". Zodoende wordt het evenredigheidsbeginsel nagekomen.

Artikel 2 In het tweede lid schrijve men : "De lijst van de personeelsleden, met opgave van hun titel en functie, die... aangewezen zijn, wordt jaarlijks opgesteld en met dezelfde regelmaat overgezonden naar de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer".

Aldus wordt de uniformiteit gewaarborgd van de verplichtingen die rusten op al wie toegang tot het Rijksregister heeft gekregen en aansluitend de uniformiteit van de waarborgen die aan de geregistreerde personen geboden worden. Het voordeel van de periodieke overzending van de lijsten van gemachtigde personen bestaat erin dat de Commissie een eerste overzicht krijgt van de nieuw opkomende bestuurlijke praktijken. Bij niet-overzending van de lijsten kan zij vlug eventuele onregelmatigheden of nalatigheden vaststellen en dienovereenkomstig optreden.

Indien het de bedoeling van de Regering is de procedure te vereenvoudigen, is het raadzaam dat die maatregelen tot vereenvoudiging enerzijds beperkt blijven tot het geval dat grond oplevert voor vereenvoudiging en dat ze anderzijds algemeen toegepast worden op alle soortgelijke gevallen, hetgeen betekent dat alle tot op heden uitgevaardigde besluiten opnieuw behoren te worden onderzocht.

Slotopmerkingen Verscheidene bepalingen van de Nederlandse tekst van het ontwerp behoren uit een oogpunt van correct taalgebruik te worden verbeterd.

Onder voorbehoud van de hiervoren gemaakte inhoudelijke opmerkingen worden dienaangaande de volgende tekstvoorstellen gedaan : Artikel 1 Men schrijve : "Aan de vzw Braille-Liga, een nationale instelling voor het welzijn van blinden en visueel gehandicapten,... » .

Artikel 2 Men schrijve : "De toegang waarvan sprake in artikel... is alleen bestemd voor : 1° de directeur... 2° de personeelsleden... bij name... (...) De personen bedoeld in het eerste lid verbinden zich schriftelijk om... ".

Artikel 3 Men schrijve : (...) « Voor de toepassing van... beschouwd : 1° de natuurlijke personen op wie... 2°... de instellingen aangewezen... » De kamer was samengesteld uit : De heren : J.-J. Stryckmans, eerste voorzitter;

Y. Kreins en P. Quertainmont, staatsraden;

F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. J. Gielissen, toegevoegd griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. F. Carlier, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans.

De griffier, J. Gielissen.

De eerste voorzitter, J.-J. Stryckmans. _______ Nota (1) Zie inzonderheid advies L.29 064/2 van 26 mei 1999 over een ontwerp van koninklijk besluit waarbij de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

1 MAART 2000. - Koninklijk besluit waarbij aan de V.Z.W. Braille-Liga toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, tweede lid, a), gewijzigd bij de wet van 19 juli 1991;

Gezien de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 5;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 1999;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 18 februari 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aan de V.Z W. Braille-Liga, een nationale instelling voor het welzijn van de blinden en de visueel gehandicapten, wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid 1°, 2° en 5°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen met het oog op de uitvoering van haar opdrachten van morele en stoffelijke hulp ten voordele van iedere in België verblijvende en als blind of visueel gehandicapte erkende persoon.

De toegang tot de wijzigingen die zijn aangebracht in de informatiegegevens genoemd in artikel 1 is beperkt tot een periode van drie jaar voorafgaand aan de mededeling van die informatiegegevens.

Art. 2.De toegang waarvan sprake in artikel 1 is alleen bestemd voor : 1° de directeur van de V.Z.W. Braille-Liga; 2° de personeelsleden van de V.Z.W BrailleLiga die door hem daartoe bij name en schriftelijk zijn aangewezen uit hoofde van hun functie en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.

De lijst van de personeelsleden, met aanduiding van hun titel en functie, die overeenkomstig het eerste lid, 2°, aangewezen zijn wordt jaarlijks opgesteld en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De personen bedoeld in het eerste lid verbinden zich schriftelijk de veiligheid van de verwerking en de vertrouwelijkheid van de gegevens van het Rijksregister waartoe ze toegang hebben te waarborgen.

Art. 3.De met toepassing van artikel 1 verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in dat artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet medegedeeld worden aan derden.

Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd : 1° de natuurlijke personen op wie die informatiegegevens betrekking hebben, of hun wettelijke vertegenwoordigers; 2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen medegedeeld worden op basis van deze aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1 vermelde doeleinden met de V.Z.W. Braille-Liga onderhouden, bij de vervulling van hun wettelijke en reglementaire taken.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^