Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2000
gepubliceerd op 04 maart 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022172
pub.
04/03/2000
prom.
01/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/01/2000022172/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37 § 2, gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 september 1992, 11 april 1994, 9 januari 1998 en 2 december 1998;

Gelet op de voorstellen, uitgebracht op 14 oktober 1999 door de Technische Raad voor Farmaceutische Specialiteiten;

Gelet op het advies, uitgebracht op 29 oktober 1999 door de Overeenkomstencommissie Apothekers - Verzekeringsinstellingen;

Gelet op het advies, uitgebracht op 27 oktober 1999 door het Commissie voor Begrotingscontrole;

Gelet op de beslissing, genomen op 8 november 1999 door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 21 december 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 22 februari 2000;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, meer bepaald gemotiveerd door het feit dat : - het besluit deel uitmaakt van de maatregelen die door de Ministerraad zijn getroffen met het oog op het vastleggen van de begroting van het jaar 2000 in de sector van de gezondheidszorg; dat het om die reden ten laatste op 1 april 2000 moet van kracht zijn; - het besluit moet toelaten een besparing te verwezenlijken van een bedrag van 110 miljoen BEF; dat deze, met de andere maatregelen die werden getroffen, onontbeerlijk is om een evenwichtige begroting te bereiken in de sector van de gezondheidszorg; - de economische operatoren ten spoedigste dienen verwittigd te worden van deze maatregel, meer bepaald om hen toe te laten de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen aan de betrokken verpakkingen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, a) van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 september 1992, 11 april 1994 en 9 januari 1998, worden de leden met betrekking tot de categorieën B en C vervangen als volgt : « - Categorie B : - voor de farmaceutische specialiteit waarvan het generisch statuut is vastgesteld volgens de beschikkingen van artikel 2, 8° b), derde tot en met het zevende lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen of de farmaceutische specialiteit die geregistreerd is volgens het tweede streepje van artikel 2, 8° a) van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1969 en welke niet het statuut van een generisch geneesmiddel bezit, wordt het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden vastgesteld op 10 % van de prijs van de farmaceutische specialiteit die als vergoedingsbasis geldt, met een maximum van 210 BEF, voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid en § 19 van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en op 20 % van de prijs van de farmaceutische specialiteit met een maximum van 315 BEF, voor de overige rechthebbenden; - voor de farmaceutische specialiteit die niet beoogd wordt in het vorige lid, wordt het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden vastgesteld op 15 % van de prijs van de farmaceutische specialiteit die als vergoedingsbasis geldt, met een maximum van 250 BEF, voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid en § 19 van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en op 25 % van de prijs van de farmaceutische specialiteit met een maximum van 375 BEF, voor de overige rechthebbenden; - Categorie C : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 50 % van de prijs van de farmaceutische specialiteit die als vergoedingsbasis geldt, met : - voor de farmaceutische specialiteit waarvan het generisch statuut is vastgesteld volgens de beschikkingen van artikel 2, 8° b), derde tot en met het zevende lid van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1969 of de farmaceutische specialiteit die geregistreerd is volgens het tweede streepje van artikel 2, 8° a) van het voormelde koninklijk besluit van 3 juli 1969 en welke niet het statuut van een generisch geneesmiddel bezit, een maximum van 315 BEF, voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid en § 19 van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en een maximum van 525 BEF, voor de overige rechthebbenden; - voor de farmaceutische specialiteit die niet beoogd wordt in het vorige lid, een maximum van 375 BEF, voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid en § 19 van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en een maximum van 625 BEF, voor de overige rechthebbenden;"

Art. 2.Artikel 2bis van het voornoemde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 september 1992, 11 april 1994, 9 januari 1998, 2 december 1998 en 20 december 1999, wordt vervangen als volgt : « Art. 2bis - De basisbedragen bedoeld in artikel 2, a), zijn gekoppeld aan het indexcijfer 103,56 (gezondheidsindex basis 1996 = 100) van de consumptieprijzen.Zij worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de hoegrootheid die het indexcijfer van de consumptieprijzen heeft bereikt op 30 juni van het voorgaande jaar.

De aangepaste bedragen worden uitgedrukt in gehele getallen en afgerond tot het dichtbijgelegen en door vijf deelbare geheel getal.

De koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2000. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2000.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Château-de-Grasse, 1 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^