Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 26 maart 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende het tijdskrediet

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009200505
pub.
26/03/2009
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MAART 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende het tijdskrediet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende het tijdskrediet.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 1 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mme J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2008 onder het nummer 88931/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Inleiding Toepassingsgebied

Art. 2.De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die afhangen van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken (106.1).

Met "arbeiders" worden zowel : arbeidsters als arbeiders geviseerd.

Betreft

Art. 3.De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst 77ter van 10 juli 2002 en 77quater van 30 maart 2007.

Art. 4.De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003, betreffende het stelsel van tijdskrediet, de loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 2004.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008 en is afgesloten voor onbepaalde duur.

Elk van de partijen kan haar opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt nageleefd; deze opzegging wordt per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité van de cementfabrieken en aan elk der ondertekenende partijen bekend- gemaakt. HOOFDSTUK II. - Duur van het tijdskrediet

Art. 6.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001, wordt de duur van uitoefening van het recht op tijdskrediet krachtens artikel 3, § 2 verlengd. a) Volledig tijdskrediet voor werknemers onder de 50 jaar De duur wordt met 1 jaar verlengd en wordt verhoogd van 1 naar 2 jaar over de gehele loopbaan voor werknemers onder de 50 jaar die hun arbeidsprestaties volledig onderbreken. De minimale periode van volledige werkonderbreking is 3 maanden overeenkomstig artikel 3, § 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001. b) Halftijdstijdskrediet voor werknemers onder de 50 jaar. De duur wordt met 4 jaar verlengd en wordt verhoogd van 1 naar maximum 5 jaar over de gehele loopbaan voor werknemers onder de 50 jaar die hun arbeidsprestaties verminderen naar een halftijdse betrekking.

De minimale periode van halftijdse werkonderbreking is 3 maanden overeenkomstig artikel 3, § 2, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001. c) 1/5 tijdskrediet voor werknemers onder de 50 jaar De maximum duur, berekend over de gehele loopbaan zoals vastgelegd in artikel 6, § 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001 bedraagt maximaal 5 jaar voor werknemers onder de 50 jaar die 1/5e van hun arbeidsprestaties inleveren. De minimale periode van 1/5e werkonderbreking is 6 maanden overeenkomstig artikel 6, § 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001. d) Volledig tijdskrediet voor werknemers van 50 jaar en meer Overeenkomstig artikel 3, § 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001 kan dit recht worden uitgeoefend.De duur wordt verlengd met 4 jaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2, en wordt verhoogd van 1 naar maximum 5 jaar over de gehele loopbaan voor werknemers boven de 50 jaar die hun arbeidsprestaties volledig onderbreken.

Zoals bepaald in artikel 3, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001, dient dit recht te worden uitgeoefend in periodes van minimum 3 maanden. e) Halftijdstijdskrediet voor werknemers van 50 jaar en meer Overeenkomstig artikel 9, § 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001, kan dit recht worden uitgeoefend zonder maximumduur en tot één dag voor het onderhoud voorafgaand aan het ontslagplan in het kader van het conventionele brugpensioen of tot aan de dag van de kennisgeving van de wettelijke opzegging voor het wettelijk pensioen. Zoals bepaald in artikel 9, § 1, 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001 dient dit recht te worden uitgeoefend in periodes van minimum 3 maanden. f) 1/5 tijdskrediet voor werknemers van 50 jaar en meer Overeenkomstig artikel 9, paragraaf 1, van collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001, kan dit recht worden uitgeoefend zonder maximumduur en tot één dag voor het onderhoud voorafgaand aan het ontslagplan in het kader van het conventionele brugpensioen of tot aan de dag van de kennisgeving van de wettelijke opzegging voor het wettelijk pensioen. Zoals bepaald in artikel 9, § 1, 1°, van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001, dient dit recht te worden uitgeoefend in periodes van minimum 6 maanden.

HOORDSTUK III. - Organisatie van de ploegen- en continudiensten

Art. 7.De werknemers bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad, die, in uitvoering van artikel 6, § 2 voor de groep onder de 50 jaar en van artikel 9, § 2, voor de groep boven de 50 jaar uit voorgenoemde overeenkomst tewerkgesteld zijn, in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen, dienen hun recht op loopbaanvermindering van 50 pct. of 1/5e uit te oefenen : Per hele dag, evenredig verdeeld over de ochtend, de middag, de nacht en het weekend.

De werkindeling in cycli en ploegendiensten moet blijvend toegepast kunnen worden. HOOFDSTUK IV. - Praktische aanvaardingsvoorwaarden

Art. 8.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen van tijdskrediet zoals in bovenvermelde artikels bepaald, verbinden de ondertekenende partijen zich er toe om in overleg en bij consensus naar regelingen te zoeken die de continuïteit van het bedrijf garanderen.

Het aanvaarden van een aanvraag van tijdskrediet is onderworpen aan het principe van de continuïteit van de dienst en van de continuïteit van de toepasbaarheid van de arbeidscycli en ploegendiensten.

De praktische uitvoering wordt door de fabriek zelf geregeld.

In dit kader wordt de mogelijkheid onderzocht om over te gaan tot dagdiensten, zonder de bepalingen uit de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties, te benadelen. HOOFDSTUK V. - Gelijkstelling van het tijdskrediet

Art. 9.Om de overgang van het tijdskrediet naar het brugpensioen te vergemakkelijken en voor zover het tijdskrediet vooraf gaat aan het brugpensioen, wordt deze periode van schorsing van het kontrakt gelijkgesteld aan een voltijdse betrekking voor de berekening van de aanvullende vergoeding van het brugpensioen in het voordeel van de werknemer die voltijds tewerkgesteld is geweest in de onderneming.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^