Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2019
gepubliceerd op 18 maart 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019040730
pub.
18/03/2019
prom.
01/03/2019
ELI
eli/besluit/2019/03/01/2019040730/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging (hierna "koninklijk besluit van 23 september 1992" genoemd).

In punt 4.4.2. van het verslag van de Commissie Optima wordt aanbevolen om de opgave in de jaarrekening van de Belgische banken van informatie over transacties met verbonden partijen te verbeteren. In het verslag wordt meer bepaald aanbevolen in dit verband de IFRS-boekhoudnormen als uitgangspunt te nemen (in casu: de IAS 24, Informatieverschaffing over verbonden partijen).

De informatie die de betrokken instellingen in de toelichting bij hun statutaire jaarrekening moeten opnemen over transacties met verbonden partijen wordt opgesomd in de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 23 september 1992.

Punt XXVIII.E van hoofdstuk 1, afdeling III, van die bijlage betreft de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen die voortvloeien uit transacties met verbonden partijen. Deze bepaling biedt de mogelijkheid om ervoor te kiezen deze informatie, in tegenstelling tot de andere informatie die in de toelichting van de jaarrekening moet worden opgenomen over transacties met verbonden partijen, niet op te nemen indien zij betrekking heeft op transacties (a) die onder de normale marktvoorwaarden werden verricht of (b) tussen twee of meer leden van een groep.Deze vrijstellingen worden vermeld in het verslag van de Commissie Optima en zijn niet toegestaan door de bovengenoemde IAS 24-norm. Derhalve wordt voorgesteld deze twee vrijstellingen te schrappen om de transparantie te versterken zoals gewenst.

Er zij opgemerkt dat de mogelijkheid om gebruik te maken van deze vrijstellingen een optie was die aan de lidstaten werd geboden in Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad. Deze vrijstellingen werden zowel opgenomen in het gemeen boekhoudrecht ( koninklijk besluit van 30 januari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/01/2001 pub. 06/02/2001 numac 2001009091 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen) als in het bancair boekhoudrecht (koninklijk besluit van 23 september 1992).

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1.Dit artikel voorziet in de opheffing van de twee vrijstellingen van de verplichting tot opname in de toelichting bij de jaarrekening van transacties (a) die onder de normale marktvoorwaarden werden verricht of (b) tussen twee of meer leden van een groep.

Art. 2.In dit artikel wordt bepaald dat de nieuwe bepalingen voor het eerst van toepassing zullen zijn voor de jaarrekening over het boekjaar 2019 (dat aanvangt op of na 1 januari 2019).

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

Advies 65.342/2 van 27 februari 2019 over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging" Op 4 februari 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eersteminister en Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging".

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 27 februari 2019. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Luc Detroux en Patrick Ronvaux, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Jacques Englebert, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 27 februari 2019 .

Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de Regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de Regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° , van de wetten "op de Raad van State", gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten, haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft behoeft over het ontwerp geen enkele opmerking te worden gemaakt.

Le greffier, B. Drapier Le président, P. Vandernoot

1 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggings-ondernemingen en de beheer-vennootschappen van instellingen voor collectieve belegging FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, artikel 106, § 1, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 30 oktober 2018;

Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen;

Gelet op het advies 65.342/2 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2019;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In punt XXVIII.E van hoofdstuk 1, afdeling III, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "die niet werden verricht onder de normale marktvoorwaarden" geschrapt;2° het vierde lid wordt opgeheven.

Art. 2.Dit besluit is voor het eerst van toepassing op het boekjaar dat begint op 1 januari 2019 of gedurende het kalenderjaar 2019.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Art. 4.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 maart 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

^