Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 mei 2006
gepubliceerd op 17 mei 2006

Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling van de Adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie alsook van de administratieve en financiële middelen die haar worden toegekend

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009262
pub.
17/05/2006
prom.
01/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/01/2006009262/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling van de Adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie alsook van de administratieve en financiële middelen die haar worden toegekend


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 478bis, § 2, tweede lid, en § 8, ingevoegd bij de wet van 6 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 februari 2006;

Gelet op het advies 39.892/2 van de Raad van State, gegeven op 8 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vacatures voor een mandaat van werkend of plaatsvervangend lid van de adviescommissie voor de benoemingen van advocaten bij het Hof van Cassatie, in dit besluit « de commissie » genoemd, worden ten laatste zes maanden voor het verstrijken van het mandaat van de uittredende leden, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Indien een mandaat voortijdig openvalt, geschiedt de bekendmaking van de vacature voor een mandaat van plaatsvervangend lid binnen de maand na het ontslag, het overlijden of de vaststelling van de beëindiging van het mandaat van het werkend of plaatsvervangend lid.

In afwijking van het eerste lid, wordt de eerste oproep tot de kandidaten bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad binnen een termijn van een maand na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 2.De kandidaturen voor een mandaat van lid van de commissie, als houder van een leeropdracht of hoogleraar rechten in een universiteit, worden gericht aan de Minister van Justitie bij een ter post aangetekende brief, binnen de maand na de oproep tot de kandidaten bedoeld in artikel 1.

Art. 3.De instanties die, overeenkomstig artikel 478bis, § 2, eerste lid van het Gerechtelijk Wetboek, belast zijn met de aanwijzing van de andere leden van de commissie dan diegenen bedoeld in artikel 2, maken hun aanwijzingen over aan de Minister van Justitie binnen de twee maanden na de oproep tot de kandidaten

Art. 4.De Minister van Justitie maakt de samenstelling van de commissie bekend in het Belgisch Staatsblad. Deze bekendmaking geldt als installatie.

De uittredende leden houden zitting tot het verstrijken van de mandaattermijn en in ieder geval tot de bekendmaking bedoeld in het eerste lid.

Art. 5.Indien voor het verstrijken van het mandaat nieuwe werkende of plaatsvervangende leden worden aangewezen, geldt deze aanwijzing voor de nog resterende duur van het mandaat. Hun mandaat neemt een aanvang de dag van hun installatie, die gebeurt overeenkomstig artikel 4, eerste lid.

Art. 6.De Minister van Justitie stelt het lokaal en het materiaal ter beschikking van de commissie, die nodig zijn voor het vervullen van haar opdracht. Haar secretariaat wordt verzorgd door de Federale Overheidsdienst Justitie.

Art. 7.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^