Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 oktober 2003
gepubliceerd op 08 december 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003200976
pub.
08/12/2003
prom.
01/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/01/2003200976/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 oktober 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juli 2003 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 29 juli 2003 onder het nummer 67028/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Algemene principes

Art. 2.De in artikel 6 bepaalde ondernemingen kennen aan hun arbeiders die lid zijn van één van de ondertekenende werknemersorganisaties het recht toe zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een syndicale afvaardiging, waarvan het statuut bepaald wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.De ondernemingshoofden verbinden zich ertoe de syndicale afvaardiging van de arbeiders te ontvangen. Zij zullen geen enkele druk uitoefenen op het personeel om hen te beletten zich aan te sluiten bij een vakvereniging en zullen de niet-georganiseerde arbeiders geen andere voorrechten verlenen dan de georganiseerde arbeiders.

Art. 4.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe hun leden aan te bevelen : a) blijk te geven van een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening;b) de sociale wetgeving, het arbeidsreglement en de collectieve arbeidsovereenkomsten na te leven;c) hun inspanningen te bundelen met het oog op het scheppen van goede sociale verhoudingen in de onderneming.

Art. 5.De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, door eerbiediging van de vrijheid van vereniging, er over te waken dat hun leden uit hun syndicale propaganda de methodes zouden weren die in tegenstrijd zijn met de geest van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen en van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Instelling en samenstelling van de syndicale afvaardiging "arbeiders"

Art. 6.Een syndicale afvaardiging kan opgericht worden in de ondernemingen die 25 werknemers tewerk stellen.

In de ondernemingen die tussen de 20 en 75 arbeiders tewerkstellen, dient minstens de helft van de arbeiders aangesloten te zijn bij een van de representatieve werknemersorganisaties.

In de ondernemingen die meer dan 75 arbeiders tewerkstellen, dient minstens 1/3e van de arbeiders aangesloten te zijn bij een van de representatieve werknemersorganisaties.

De drempel van 25 werknemers wordt berekend aan de hand van de gemiddelde tewerkstelling van werknemers en interim-werknemers over de vier laatste trimesters die de aanvraag tot instelling van de vakbondsafvaardiging voorafgaan en dat in functie van het aantal werkdagen dat elke werknemer of interim-werknemer in de loop van het refertejaar in dienst is geweest.

De tewerkstelling wordt berekend in voltijds equivalenten, waarbij een deeltijdse werknemer met een uurregeling van 75 pct. of meer voor een voltijdse telt en een werknemer met een uurregeling van minder dan 75 pct. voor een halftijdse telt.

Langdurige zieken, dit zijn de werknemers die meer dan 3 maanden ziek zijn en werknemers in volledige onderbreking van hun prestaties tellen niet mee in deze berekening.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder "onderneming" : de technische bedrijfseenheid, in de zin van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.

Art. 7.De vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging moet per aangetekende brief ingediend worden bij de ondernemingshoofden door minstens één werknemersorganisatie, na overleg met de andere werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité van de voedingsnijverheid.

Kopie van de aanvraag dient bezorgd te worden aan de representatieve werkgeversorganisaties die in het paritair comité zetelen.

In de aanvraag moet verklaard worden, dat het aantal georganiseerden het niveau bereikt, voorzien bij artikel 6.

Ingeval er geen akkoord bestaat tussen de werknemersorganisaties en de ondernemingen doet men beroep op de voorzitter van het paritair comité teneinde het aantal georganiseerde arbeiders na te gaan.

Art. 8.Het aantal mandaten bedraagt, in functie van het aantal arbeiders van de onderneming, ongeacht het totaal aantal werknemers : - 20 à 75 arbeiders : 2 afgevaardigden; - 76 à 150 arbeiders : 3 afgevaardigden; - 151 à 300 arbeiders : 4 afgevaardigden; - 301 à 500 arbeiders : 5 afgevaardigden; - 501 à 1000 arbeiders : 6 afgevaardigden; - 1001 à 2000 arbeiders : 8 afgevaardigden; - 2001 en meer arbeiders : 10 afgevaardigden.

Art. 9.§ 1. In de ondernemingen die tussen de 20 en 30 arbeiders tewerkstellen, is de syndicale afvaardiging uitsluitend samengesteld uit effectieve afgevaardigden.

In de ondernemingen die meer dan 30 arbeiders tewerkstellen, is de syndicale afvaardiging samengesteld uit effectieve afgevaardigden en uit plaatsvervangende afgevaardigden. Er zijn evenveel plaatsvervangers als effectieven. § 2. In afwijking op de bepalingen in paragraaf 1, gelden de bepalingen uit deze paragraaf voor de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

In de ondernemingen die tussen de 20 en 39 arbeiders tewerkstellen, is de syndicale afvaardiging uitsluitend samengesteld uit effectieve afgevaardigden.

In de ondernemingen die meer dan 39 arbeiders tewerkstellen, is de syndicale afvaardiging samengesteld uit effectieve afgevaardigden en uit plaatsvervangende afgevaardigden. Er zijn evenveel plaatsvervangers als effectieven.

Art. 10.Het aantal mandaten wordt bepaald op basis van het aantal arbeiders (voltijdsen en deeltijdsen, in hoofden uitgedrukt) in dienst van de onderneming op het ogenblik van de aanvraag tot instelling van de syndicale afvaardiging of van de herziening van het aantal mandaten.

Langdurige zieken, dit zijn de arbeiders die meer dan 3 maanden ziek zijn en arbeiders in volledige onderbreking van hun prestaties tellen niet mee in deze berekening.

Het aantal mandaten wordt in principe per 4 jaar vastgesteld, binnen de zes maanden na het afsluiten van de sociale verkiezingen. In ondernemingen zonder syndicale afvaardiging kan de instelling van een afvaardiging evenwel op elk ogenblik gebeuren.

In geval van betwisting omtrent het aantal arbeiders tewerkgesteld in een onderneming, wordt beroep gedaan op de tussenkomst van de voorzitter van het paritair comité.

Art. 11.Om de functies van effectief of plaatsvervangend afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de arbeiders voldoen aan de volgende voorwaarden : a) van Belgische nationaliteit of een onderdaan van een lid-Staat van de Europese Unie zijn, of houder van een arbeidsvergunning A;b) de leeftijd van ten volle 18 jaar bereikt hebben;c) sedert minstens drie jaren als arbeider gewerkt hebben en minstens twaalf opeenvolgende maanden aanwezigheid tellen in de onderneming;d) niet in opzeggingstermijn zijn op het ogenblik van de aanwijzing;e) aangesloten zijn bij één der ondertekenende werknemersorganisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.De syndicale afgevaardigden worden door de werknemersorganisaties aangeduid, rekening houdend met het gezag waarover zijn moeten beschikken bij de uitoefening van hun delicate functies en met hun bevoegdheid die een goede kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat.

Art. 13.De ondertekenende werknemersorganisaties verbinden zich ertoe zich onderling akkoord te stellen, eventueel door beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité voor de aanwijzing in de ondernemingen van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, rekening houdend met het aantal afgevaardigden dat zij moeten omvatten en van het aan iedere vertegenwoordigde werknemersorganisatie toekomend aantal in verhouding tot zijn aantal aangesloten leden.

De werknemersorganisaties die te dien einde, na een tweede oproep door de voorzitter van het paritair comité, verstek laten gaan of de nodige documenten niet kunnen voorleggen, worden geacht geen kandidaten voor te dragen.

De ondertekenende werknemersorganisaties maken aan het ondernemingshoofd een lijst over van de voorgestelde effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden en dit ten laatste binnen 30 dagen die volgen op de aanvraag voorzien bij artikel 7.

Art. 14.De plaatsvervangende afgevaardigden worden geroepen om te zetelen in vervanging van een overleden, een ontslagnemend lid, of een lid dat de voorwaarden, vastgesteld bij artikel 11, niet meer vervult, of waarvan het mandaat beëindigd is krachtens de bepalingen voorzien bij artikel 24.

Zij kunnen eveneens zetelen in vervanging van een effectief lid met instemming van deze laatste.

Art. 15.Het ondernemingshoofd mag zich steeds verzetten, uit hoofde van ernstige redenen, tegen de aanwijzing of het behoud van een afgevaardigde.

In het eerste geval laat het ondernemingshoofd aan de werknemersorganisaties de reden kennen van zijn verzet en dit binnen de veertien werkdagen die volgen op de mededeling van de lijst voorzien bij alinea drie van artikel 13.

Ingeval tussen de partijen geen akkoord bereikt wordt, wordt de zaak aan het verzoeningsbureau van het paritair comité voorgelegd dat terzake zal adviseren na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord.

Art. 16.Iedere werknemersorganisatie zal tijdig en dit volgens de modaliteiten voorzien bij de artikelen 13 en 15 van dit statuut, voorzien in de vervanging van de afgevaardigden die hun functies stopzetten. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 17.De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging heeft onder meer, samen met deze van de gewestelijke vakbondssecretarissen, betrekking op : 1) de arbeidsverhoudingen;2) de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden gesloten op andere vlakken;3) de toepassing, in de onderneming, van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;4) het eerbiedigen van de algemene principes, vastgelegd bij de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971 van de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen;5) het arbeidstempo en -ritme.

Art. 18.De syndicale afvaardiging is niet bevoegd kwesties te behandelen die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire organen, die op het vlak van de onderneming opgericht zijn of worden krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling, namelijk de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Bovengenoemde afvaardiging mag evenwel waken over de oprichting en de werking van deze organismen, en over de toepassing van de beslissingen die deze voor de arbeiders zouden genomen hebben.

Art. 19.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen, naar aanleiding van ieder geschil of betwisting van collectieve aard, die in de onderneming voorkomt.

Hetzelfde recht komt haar toe, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen uit te breken.

Art. 20.Iedere individuele klacht wordt door de betrokken arbeider, op zijn aanvraag bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd.

De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van alle geschillen of betwistingen van individuele aard, die niet langs deze weg konden opgelost worden.

Art. 21.Teneinde de geschillen of betwistingen bedoeld bij de artikelen 19 en 20 hierboven te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door het ondernemingshoofd ingelicht worden over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden zouden kunnen wijzigen, met uitsluiting van de inlichtingen van individuele aard.

Zij wordt met name ingelicht over de wijzigingen die voortspruiten uit de wet, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van algemene aard, die in de individuele contracten voorkomen en in het bijzonder over de bepalingen die een weerslag hebben op het gedrag van de bezoldiging en de regels van de beroepenclassificatie.

Art. 22.Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger ontvangt de syndicale afvaardiging ten laatste binnen de acht dagen die volgen op het indienen van de aanvraag. HOOFDSTUK V. - Statuut van de leden der syndicale afvaardiging

Art. 23.Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt vier jaar; het is stilzwijgend hernieuwbaar, voorzover de voorwaarden voorzien bij hoofdstuk III van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog steeds vervuld zijn.

Art. 24.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde neemt een einde : a) behoudens stilzwijgende hernieuwing, bij zijn normale verstrijking;b) bij schriftelijk betekend ontslag van de afgevaardigde;c) wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel van de onderneming;d) door overplaatsing van de ene technische bedrijfseenheid naar een andere;e) wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van de werknemersorganisatie waarvan hij lid was op het ogenblik van zijn aanwijzing;f) wanneer zijn mandaat hem door zijn werknemersorganisatie wordt ontnomen. In het geval bedoeld onder d) hierboven, geniet de betrokkene nochtans, vanaf de datum van zijn overplaatsing, van de beschermingsperiode voorzien bij de artikelen 26 tot 28 van dit statuut.

In de gevallen bedoeld onder e) en f) hierboven, verwittigt de betrokken werknemersorganisatie het ondernemingshoofd per aangetekend schrijven en stelt indien nodig de plaatsvervanger voor met inachtneming van de procedure voorzien bij de artikelen 12 tot 15 van dit statuut.

Art. 25.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel noch tot speciale voordelen voor degene die het uitoefent. Dit betekent dat de syndicale afgevaardigden genieten van de normale promoties en bevorderingen van de categorie van arbeiders waartoe zij behoren.

Art. 26.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet afgedankt worden om redenen die verband houden met de normale uitoefening van hun mandaat en die stroken met deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De werkgever die overweegt een syndicale afgevaardigde af te danken om welke reden ook, dringende reden uitgezonderd, moet hiervan de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk in kennis stellen evenals de werknemersorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde ingediend heeft.

Deze kennisgeving wordt betekend per aangetekend schrijven dat slechts van kracht wordt op de derde dag na de afgifte ter post.

De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van 7 dagen om zijn gemotiveerde weigering voor het erkennen van de geldigheid van het voorgenomen ontslag te betekenen.

Deze betekening gebeurt bij aangetekend schrijven; de periode van 7 dagen neemt een aanvang op de dag dat het schrijven toegezonden door de werkgever, van kracht wordt.

De ontstentenis van reactie vanwege de werknemersorganisatie wordt beschouwd als een erkenning van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te erkennen, staat het de meest gerede partij vrij het geval voor te leggen aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair comité; de uitvoering van de afdankingsmaatregel mag tijdens de duur van de procedure niet getroffen worden.

Indien het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing kan komen binnen de dertig dagen na het verzoek tot tussenkomst, mag het geschil inzake de geldigheid van de redenen door het ondernemingshoofd ingeroepen om de afdanking te rechtvaardigen, aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Art. 27.In geval van afdanking van een syndicaal afgevaardigde wegens dringende reden, wordt de syndicale afvaardiging hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht.

Art. 28.Het ondernemingshoofd is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1) indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt zonder de procedure te eerbiedigen voorzien bij artikel 26 hierboven;2) indien, bij het einde van deze procedure de geldigheid van de ontslagredenen, tegenover de bepalingen van artikel 26, door het verzoeningsbureau of door de Arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3) indien het ondernemingshoofd de afgevaardigde ontslagen heeft uit hoofde van dringende reden en de Arbeidsrechtbank het ontslag als ongegrond verklaard heeft;4) indien de arbeidsovereenkomst een einde genomen heeft uit hoofde van een ernstige fout van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden vormt voor onmiddellijke verbreking van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het normale loon van één jaar, onverminderd de toepassing van artikel 37 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde een vergoeding geniet voorzien bij hoofdstuk IV van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid en, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat personeelsafgevaardigden. HOOFDSTUK VI. - Uitoefeningsvoorwaarden van het mandaat van syndicale afgevaardigde

Art. 29.De syndicale afvaardiging wordt, naargelang de noodzaak, ontvangen door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger.

Art. 30.De syndicale afvaardiging, voltallig of gedeeltelijk, komt met de werkgever samen gedurende de normale werkuren.

Art. 31.De tijd die aan de vergaderingen van de syndicale afvaardiging met de werkgever besteed werd, wordt als arbeidsprestatie aanzien en wordt vergoed tegen het normale loon.

Art. 32.De leden van de syndicale afvaardiging beschikken over de nodige tijd en mogelijkheden - te bepalen in gemeenschappelijk overleg met het ondernemingshoofd en bezoldigd als werktijd - om collectief of individueel de syndicale opdrachten of activiteiten in de onderneming uit te oefenen, voorzien door dit statuut.

In het vooruitzicht van het gebruik van deze tijd en mogelijkheden, verwittigen de leden van de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk het ondernemingshoofd en waken erover in gemeenschappelijk overleg met hem, dat dit gebruik de goede werking van de diensten der onderneming niet in het gedrang brengt.

De onderneming stelt een lokaal ter beschikking van de syndicale afvaardiging - hetzij permanent, hetzij tijdelijk - teneinde haar in staat te stellen haar taak behoorlijk te vervullen.

Art. 33.De syndicale afvaardiging mag, voor de voorbereiding van de vergaderingen met de werkgever, samenkomen binnen de onderneming, mits het voorafgaandelijk akkoord van de werkgever.

Deze voorbereidende vergaderingen worden beschouwd als syndicale opdrachten en activiteiten, zoals bedoeld bij artikel 32, eerste alinea. HOOFDSTUK VII. - Voorlichting en raadpleging van het personeel

Art. 34.De syndicale afvaardiging mag, zonder dat hierdoor de werkorganisatie gestoord wordt, namelijk gedurende de rusturen, mondeling of schriftelijk alle nuttige mededelingen aan de arbeiders verschaffen.

Deze mededelingen moeten van beroeps- of syndicale aard zijn, verband houden met de onderneming en, indien zij schriftelijk gebeuren, voorafgaandelijk ter kennis gebracht worden van het ondernemingshoofd.

Mits gemotiveerde aanvraag, 48 uur op voorhand in te dienen door de syndicale afvaardiging en met het akkoord van het ondernemingshoofd, kunnen voorlichtingsvergaderingen voor de arbeiders van de onderneming ingericht worden door de syndicale afvaardiging op de plaats van de tewerkstelling en gedurende de werkuren.

Deze voorlichtingsvergaderingen moeten over welbepaald onderwerpen handelen en zich beperken tot het betrokken personeel.

De werkgever zal zijn akkoord hiervoor niet naar willekeur weigeren.

Hij is er in het bijzonder toe gehouden dit te verlenen bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die het geheel van de arbeiders der onderneming aanbelangen. HOOFDSTUK VIII. - Taak van de syndicale afvaardiging wanneer geen ondernemingsraad bestaat

Art. 35.In afwijking op artikel 18, zal de syndicale afvaardiging, wanneer geen ondernemingsraad bestaat, de taak, rechten en opdrachten vervullen die aan deze raad toevertrouwd worden bij de artikelen 4 tot 7 en 11 van sectie 1, hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad, tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 1972. HOOFDSTUK IX. - Tussenkomst van de vrijgestelden der werknemers- en werkgeversorganisaties

Art. 36.Wanneer er in de onderneming een geschil ontstaat met de directie, wendt de syndicale afvaardiging alle mogelijke middelen aan teneinde het geschil door onderhandeling te regelen.

Art. 37.Wanneer door tussenkomst van de syndicale afvaardiging geen vergelijk kan bekomen worden met het ondernemingshoofd voor het regelen van een geschil, kunnen de afgevaardigden beroep doen op de vrijgestelden van hun werknemersorganisaties teneinde deze zaak verder te onderzoeken.

In dit geval, kan het ondernemingshoofd zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van zijn beroepsvereniging.

Art. 38.Nadat alle middelen tot onderhandelingen uitgeput zijn, kunnen de partijen het geschil voor het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid brengen.

Art. 39.Ieder beroep op het verzoeningsbureau moet gebeuren door bemiddeling van een lid van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Art. 40.Een stakingsaanzegging mag slechts door een werknemersorganisatie gebeuren en dit schriftelijk, en nadat het verzoeningsbureau zich heeft uitgesproken.

Art. 41.De stakings- of lock-outaanzeg bedraagt minstens twee weken wanneer het een sector betreft en één week wanneer het een onderneming betreft. Deze gaat in de maandag die volgt op de week gedurende dewelke deze werd ingediend. HOOFDSTUK X. - Geldigheid

Art. 42.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 juli 2003 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende het Statuut van de syndicale afvaardiging, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 oktober 1980 (Belgisch Staatsblad van 3 december 1980). § 2. In afwijking op de bepalingen van § 1, treedt voor de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij, huidige collectieve arbeidsovereenkomst in werking op 31 december 2006.

Hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 1979 blijft tot die datum van toepassing op deze ondernemingen en wordt nadien ook voor deze ondernemingen vervangen door huidige collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door elk der ondertekenende partijen mits een opzegging van zes maanden, gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Art. 43.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de duur van de opzeggingstermijn, verbinden de partijen zich ertoe niet in staking noch tot een lock-out over te gaan zonder te hebben gebruik gemaakt van de bepalingen voorzien in hoofdstuk IX.

Art. 44.Speciale of onvoorziene gevallen worden door het beperkt comité van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid onderzocht, dat hiervan verslag uitbrengt bij het comité.

Art. 45.Andere overeenkomsten op ondernemingsvlak blijven mogelijk.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^