Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 01 oktober 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het tijdskrediet

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012203
pub.
01/10/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012203/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het tijdskrediet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende het tijdskrediet.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68013/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202) met uitsluiting van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01).

Art. 2.De hieronder vastgestelde bepalingen worden toegevoegd aan de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 3.Het uitvoerend personeel heeft recht op alle vormen van tijdskrediet voorzien in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Art. 4.Het niet-uitvoerend personeel heeft recht op de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst, in toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Art. 5.Het niet-uitvoerend personeel van vijftig jaar of meer, heeft recht op een loopbaanvermindering met een vijfde zoals voorzien in artikel 9, § 1, 1°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en op een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking zoals voorzien in artikel 9, § 1, 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, mits instemming van de werkgever met de individuele aanvraag.

Art. 6.Het niet-uitvoerend personeel jonger dan vijftig jaar heeft in toepassing van artikel 2, § 3, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis geen recht op vermindering van arbeidsprestaties, zoals voorzien in artikel 3, § 1, 2° (vermindering tot een halftijdse betrekking beneden vijftig jaar) en artikel 6 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst (vermindering van de prestaties met een vijfde beneden vijftig jaar). HOOFDSTUK III. - Duur Afdeling 1. - Maximumduur

Art. 7.Het recht op voltijds tijdskrediet, zoals voorzien in artikel 3, § 1, 1° en 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, wordt in toepassing van § 2 van hetzelfde artikel verlengd van één tot vijf jaar over de gehele loopbaan.

Art. 8.Het recht op de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking zoals voorzien in artikel 9, § 1, 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, wordt in toepassing van § 2 van hetzelfde artikel verlengd van 1 tot 5 jaar over de gehele loopbaan. Afdeling 2. - Verlengingen na een jaar

Art. 9.Verlengingen van het recht op voltijds of halftijds tijdskrediet, zoals voorzien in artikel 3, § 1, 1° en 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, boven de termijn van een jaar, dienen minstens twaalf maanden te bedragen.

Op vraag van de werknemer, zal gedurende de vier jaren volgend op het eerste jaar tijdskrediet, doch ten hoogste tweemaal een verlenging met zes maanden toegestaan worden.

Art. 10.De aanvraag om het recht op tijdskrediet te verlengen dient drie maanden vooraf schriftelijk te gebeuren. HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels Afdeling 1. - Percentage tijdskrediet

Art. 11.De werknemers van vijftig jaar of ouder hebben, zonder beperking in het percentage voorzien in artikel 15, § 1, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties zoals voorzien in artikel 9, § 1, 1° (vermindering van de prestaties met één vijfde) en 2° (vermindering van de prestatie tot een halftijdse betrekking) van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis.

Art. 12.Werknemers van 50 jaar of ouder, die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5e of tot een halftijdse betrekking, worden niet meegerekend voor de vaststelling van het percentage, vermeld in artikel 15, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis (5 pct.).

Art. 13.De werknemers die op 31 december 2001 in loopbaanonderbreking zijn, worden in de ondernemingen die op die datum meer dan 5 pct. loopbaanonderbrekers hebben, niet in aanmerking genomen voor de berekening van de limiet van 5 pct. voor tijdskrediet. Vanaf 1 januari 2002 wordt aldus in die ondernemingen een nieuwe telling vanaf nul geactiveerd voor het bereiken van de limiet van 5 pct. tijdskrediet. Afdeling 2. - Vervangers in het stelsel

van de loopbaanonderbreking

Art. 14.De duur van de contracten zal behouden blijven voor de vervangers van de werknemers die in toepassing van de reglementering op de loopbaanonderbreking hun loopbaan geheel of gedeeltelijk hebben onderbroken en waarvan de onderbreking nog doorloopt in 2002. Afdeling 3. - Reïntegratie

Art. 15.Na afloop van de periode van uitoefening van de rechten zoals bepaald in de artikelen 3, 6 en 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, heeft de werknemer in toepassing van artikel 20, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis het recht terug te keren naar zijn functie of, wanneer dit niet mogelijk is, naar een gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform zijn arbeidsovereenkomst. Ook de plaats van tewerkstelling kan verschillend zijn. HOOFDSTUK V. - Toeslag van het sociaal fonds

Art. 16.In geval van vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking door de werknemers van 50 jaar of meer, zoals voorzien bij artikel 9, § 1, 2°, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, zal door het "Sociaal Fonds voor de levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen", een toeslag betaald worden, binnen de volgende voorwaarden : a) De toeslag bedraagt 148,74 EUR per maand.b) De betrokken werknemers moeten gedurende hun loopbaan in de onderneming minstens vijf jaar anciënniteit hebben in een arbeidsregime van 27 uur per week of meer (waaronder de volledige periode van de twaalf maanden voorafgaand aan het begin van het tijdskrediet).c) Het tijdskrediet moet definitief zijn.d) De betrokken werknemer moet zich ertoe verbinden zijn pensioen ten laatste te nemen op de wettelijke minimumleeftijd.e) De betrokken werknemer moet een variabel uurrooster aanvaarden.f) De deeltijdse werknemers, die in het kader van het stelsel van het tijdskrediet hun prestaties verminderen tot een halftijdse betrekking, hebben recht op de toeslag van 148,74 EUR naar verhouding van hun prestaties volgens het volgende systeem : 148,74 EUR x [(aantal uren per week voorzien in de arbeidsovereenkomst - 17,5) / 17,5]. Voorbeeld : een werknemer met een arbeidsduur van 30 uur per week, ontvangt een toeslag van 148,74 EUR x [(30-17,5) / 17,5] = 106,24 EUR per maand. g) De verbintenis tot het betalen van een toeslag vervalt, wanneer er een bijdrage (sociale zekerheidsbijdrage of andere) op zou verschuldigd zijn.h) De financiering en de praktische organisatie van de betaling van deze toeslagen via het sociaal fonds wordt behouden.De opbrengst van de bijdrage ten voordele van de tewerkstelling wordt bij voorrang voor dit initiatief aangewend. HOOFDSTUK VI. - Informatie en overleg inzake tewerkstelling

Art. 17.Met respect van de bevoegdheden van de syndicale afvaardiging zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 en de verschillende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, wordt in het kader van de discussie en het overleg over de evolutie van de tewerkstelling, per trimester, een dubbele informatie per zetel overgemaakt door de ondernemingen aan de ondernemingsraden : - het aantal personen die tijdskrediet nemen en het volume uren dat dit voorstelt voor de globale onderneming; - het aantal deeltijdse werknemers met een wekelijkse arbeidsduur van 18 uur die een arbeidsduurverhoging genieten en het volume uren dat dit voorstelt voor de globale onderneming.

Deze beide inlichtingen zullen globaal en voor elke zetel afzonderlijk gegeven worden. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 18.De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2002 betreffende het tijdskrediet (koninklijk besluit van 14 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 2 juli 2003) wordt opgeheven.

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003. Zij houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2005.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^