Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 17 september 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen ressorteren (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012277
pub.
17/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012277/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen (P.S.C. 301.01) ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er, in het belang van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen ressorteren, aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen zonder uitstel te wijzigen om economische en sociale redenen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden met een erkenning als havenarbeider van het logistiek contingent en de werklieden tewerkgesteld als vaklui die onder het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen ressorteren.

Art. 2.- In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt de bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van de bij artikel 1 bedoelde werklieden na te leven opzeggingstermijn, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, vastgesteld op : -achtentwintig dagen, wat de werklieden betreft die tussen één dag en minder dan zes maanden ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - vijfendertig dagen, wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - tweeënveertig dagen, wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - zesenvijftig dagen, wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - vierentachtig dagen, wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - honderdentwaalf dagen, wat de werklieden betreft die twintig jaren of meer ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.

Art. 3.- De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 4.- Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.- Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^