Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 29 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012295
pub.
29/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Besluit :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid".

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2001 Wijziging van artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 7 mei 2001 onder het nummer 57081/CO/118.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de groenteverwerkende nijverheid binnen het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bijdragen

Art. 2.Het artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid", geregistreerd onder het nummer 54545/CO/118.09, wordt vervangen door hetgeen volgt : « § 1. Vanaf 1 januari 2001 en voor onbepaalde duur is de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 0,40 pct. van de lonen aangegeven aan de "Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het Waarborg en Sociaal Fonds van de arbeiders van de groenteconservennijverheid". § 2. Vanaf 1 januari 2001 tot 30 juni 2003 wordt er een bijkomende bijdrage ten laste van de werkgever geheven. Deze wordt vastgesteld op 0,10 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en is bestemd voor de financiering van een bijkomende vergoeding bovenop de ziekteuitkering volgens de modaliteiten die bepaald worden door de raad van beheer van het betrokken fonds. § 3. De volgende bijdragen worden geïnd voor het Instituut voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid, hierna genoemd "IPV".

Vanaf 1 januari 2001 tot 30 juni 2001 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijnde 0,10 pct. voor de financiering van het IPV en 0,10 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen.

Vanaf 1 juli 2001 tot 31 maart 2003 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,10 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen.

Vanaf 1 april 2003 tot 30 juni 2003 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijnde 0,10 pct. voor de financiering van het IPV en 0,10 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen. § 4. Vanaf 1 januari 2002 tot 31 december 2002 wordt een bijdrage van 0,05 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geheven voor de financiering van ontwikkelingsprojecten in de derde wereld. De projecten zullen betrekking hebben tot de verbetering van de voedselketen. De projecten dienen ingediend te worden door Belgische organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. De modaliteiten van deze financiering zullen vastgelegd worden door de raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid. » .

Art. 3.Het artikel 14 alinea 2 van statuten van het "Waarborg- en Sociaal fonds van de groenteconservennijverheid" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 en geregistreerd onder het nummer 54545/CO/118.09, laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2001 (registratienummer 56525/CO/118), wordt vervangen door hetgeen volgt : De bijdragen vermeld in artikel 2, § 2, 3 en 4 worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en worden overgemaakt aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de groenteconservennijverheid". Deze maakt de bijdrage bepaald in § 3 over aan het IPV. ». HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij treedt in werking op 1 januari 2001. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de organisaties erin vertegenwoordigd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004, De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^