Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 28 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202619
pub.
28/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004202619/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 Statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67402/CO/121) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen ressorteren welke gemiddeld 20 werklieden en werksters tewerkstellen.

Onverminderd de bevoegdheden van de Hoven en Rechtbanken, kunnen de betwistingen welke ontstaan wegens de aan bepalingen van dit artikel te geven interpretatie, door het paritair comité worden beslecht.

Rekening gehouden met de verscheidenheid van de feitelijke toestanden welke kunnen aangetroffen worden, betaamt het in elk geval te beoordelen of er wegens de eigenlijke structuren aanleiding toe bestaat in een syndicale afvaardiging te voorzien, waarin representatieve leden van de verschillende structuren der onderneming gegroepeerd zijn. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de afvaardiging

Art. 2.Het aantal syndicale afgevaardigden wordt als volgt vastgesteld : van 20 tot 40 werklieden(sters) : 1 tot 2 afgevaardigden; van 41 tot 100 werklieden(sters) : 2 tot 4 afgevaardigden; van 101 tot 250 werklieden(sters) : 4 tot 6 afgevaardigden; van 251 tot 400 werklieden(sters) : 6 tot 8 afgevaardigden; van 401 tot 1000 werklieden(sters) : 8 tot 10 afgevaardigden; meer dan 1000 werklieden(sters) : 1 pct. van het werkliedenpersoneel.

In het geval de vakverenigingen het onontbeerlijk oordelen om verscheidene syndicale afvaardigingen in de onderneming in te stellen verdelen zij het aantal syndicale afgevaardigden over deze laatsten.

De grenzen en getallen, die hierboven vastgesteld worden, kunnen het voorwerp uitmaken van gunstiger akkoorden, gesloten op het vlak van de ondernemingen, rekening gehouden bijvoorbeeld met de geografische spreiding van de werven of de structuur van de onderneming.

Bij gebreke van akkoord, worden de betwiste gevallen ter verzoening voorgelegd aan het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen door de meest gerede partij.

De partijen verbinden er zich toe, bij deze verzoening, de oplossingen te zoeken die het best zijn aangepast aan de bijzondere omstandigheden in de ondernemingen, en, in functie van de feitelijke omstandigheden, het onderstaande schema als maximum referentie toe te passen : van 400 tot 600 werklieden(sters) : 8 tot 10 afgevaardigden; van 601 tot 800 werklieden(sters) : 10 tot 12 afgevaardigden; van 801 tot 1 000 werklieden(sters) : 12 tot 14 afgevaardigden; meer dan 1 000 werklieden(sters) : 1 pct. van het werkliedenpersoneel, met een minimum van 14 afgevaardigden.

De werkgevers die geen 20 werklieden of werksters tewerkstellen, verbinden er zich toe de dialoog aan te vatten met de regionale vakbondssecretarissen verantwoordelijk voor de bedrijfstak, en zullen aan deze laatste toelaten het personeel van de onderneming te ontmoeten.

Art. 3.In de ondernemingen die volgens de wet van 20 september 1948 gehouden zijn sociale verkiezingen te organiseren en teneinde de vervanging van niet beschikbare syndicale afgevaardigden mogelijk te maken, zullen de in het paritair comité vertegenwoordigde syndicale organisaties, plaatsvervangers syndicale afgevaardigden kunnen aanduiden.

Hun getalsterkte zal maximum gelijk zijn aan het aantal effectieve syndicale afgevaardigden en zij zullen eerst worden gekozen tussen de, omwille van hun kandidatuur voor de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming, beschermde werknemers, zonder het aantal beschermden op datum van de laatste sociale verkiezingen te overschrijden.

De schoonmaakondernemingen ontvangen hieromtrent een schriftelijk bericht vanwege de bevoegde gewestelijke vakbondssecretarissen. HOOFDSTUK III. - Aanduiding van de afgevaardigden

Art. 4.De syndicale afvaardiging wordt ingesteld op initiatief van een der in het paritair comité vertegenwoordigde vakverenigingen.

De in het paritair comité vertegenwoordigde vakverenigingen zullen het onderling eens worden om de syndicale afgevaardigden aan te wijzen, van wie de naam schriftelijk aan het ondernemingshoofd wordt medegedeeld.

Het ondernemingshoofd bericht binnen acht dagen ontvangst van deze mededeling, waardoor aldus de erkenning van de voorgedragen syndicale afvaardiging wordt bevestigd.

Bij ontstentenis van een akkoord tussen de vakverenigingen, zullen de syndicale afgevaardigden door middel van verkiezingen worden aangewezen. De verkiezingsprocedure zal in overleg met werkgevers en vakbonden worden vastgesteld.

Art. 5.De syndicale afgevaardigden zullen gekozen worden voor het gezag waarover zij moeten beschikken bij de uitoefening van hun kiese functies en voor hun bevoegdheid, welke een goede kennis van de onderneming en van de bedrijfstak vergt.

Art. 6.Om de opdracht van syndicale afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de betrokkenen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1. tenminste 18 jaar op 31 december van het jaar dat de aanwijzing of de verkiezing voorafgaat;2. minstens sedert zes maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn;3. aangewezen of voorgedragen zijn door een vakorganisatie welke is vertegenwoordigd in het paritair comité. Wanneer de werf waar een syndicaal afgevaardigde gewoonlijk arbeidt, wordt overgenomen door een andere werkgever, samen met het personeel waaronder de afgevaardigde, wordt voorwaarde 2 niet gesteld. In dit geval, zal de betrokken vakorganisatie de afgevaardigde mogen voorstellen bij de nieuwe werkgever, binnen de grenzen welke zijn bepaald bij artikel 2.

Art. 7.Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt in principe 4 jaar, het is stilzwijgend hernieuwbaar, telkens voor een nieuwe periode van 4 jaar.

Om administratieve redenen en naar aanleiding van de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen, worden de syndicale organisaties verzocht de lijst van hun syndicale afgevaardigden te actualiseren.

Art. 8.Het mandaat van syndicale afgevaardigde neemt een einde : 1° zodra de syndicale afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het werkliedenpersoneel dat hij moest vertegenwoordigen;2° wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van de vakorganisatie waartoe hij behoorde bij zijn aanstelling;3° in geval van ontslag om dringende reden;4° wanneer de bij artikel 6 vastgestelde voorwaarden niet meer zijn vervuld. HOOFDSTUK IV. - Statuut van de syndicale afgevaardigden

Art. 9.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt, behoudens om dringende reden of behoudens om economische of technische redenen, voorafgaandelijk voor te leggen aan het paritair comité.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde af te danken om economische of technische reden, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag, volgend op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven; de periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Bij gebreke aan een akkoord binnen de zeven dagen, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, zal het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Art. 10.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens dringende reden, moet de syndicale organisatie daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.

Art. 11.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever, die de syndicale afgevaardigde heeft, verschuldigd in navolgende gevallen en voorzover de werknemer of de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie niet heeft aangevraagd binnen de in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde termijnen : 1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt zonder in voornoemd artikel 9 bepaalde procedure na te leven;2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 9, lid 1, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;behoudens in geval van een schriftelijk akkoord tussen de werknemersorganisatie en de werkgever; 3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. Onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juni 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), is de forfaitaire vergoeding gelijk aan de brutobezoldiging van : - twee jaar zo de afgevaardigde minder dan tien dienstjaren in de onderneming telt; - drie jaar zo de afgevaardigde tien doch minder dan twintig dienstjaren in de onderneming telt; - vier jaar zo de afgevaardigde twintig of meer dienstjaren in de onderneming telt.

Deze vergoeding is niet verschuldigd, wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt bepaald in artikel 16 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat personeelsafgevaardigden.

Art. 12.Wanneer de werkgever een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst zonder de bij de artikelen 9 en 10 bedoelde voorwaarden en procedures na te leven, kan de werknemer of de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie in de onderneming aanvragen onder dezelfde voorwaarden als die welke hij voor de beëindiging van de overeenkomst genoot, op voorwaarde dat bij een ter post aangetekende brief hiertoe een aanvraag wordt ingediend binnen de dertig dagen volgend op de datum van de betekening van de opzegging of de datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder opzegging.

Art. 13.Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 12, moet de werkgever, die de werknemer reïntegreert, het gederfde loon en de uit hoofde van dat loon verschuldigde werkgevers- en werknemersbijdragen voor sociale zekerheid storten.

Art. 14.Wanneer de werknemer of de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen zijn reïntegratie heeft aangevraagd en deze door de werkgever niet werd aanvaard binnen dertig dagen na de dag waarop het verzoek hem bij een ter post aangetekende brief werd verzonden, moet de werkgever aan de werknemer de bij artikel 11 bedoelde vergoeding betalen, evenals het loon voor het nog resterende gedeelte van de periode tot het einde van het mandaat van 4 jaar.

Art. 15.De vergoedingen voorzien bij de artikelen 11 en 14 zijn niet verschuldigd in het geval dat, in het kader van personeelsovername in geval van contractwisseling op werven van dagelijks onderhoud of als gevolg van de Europese wetgeving, de syndicale afgevaardigde wordt overgenomen door het bedrijf dat het contract verwerft.

Art. 16.Een afgevaardigde wiens mandaat door zijn organisatie wordt ingetrokken, geniet evenwel de in deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogde bescherming niet meer vanaf de dag dezer intrekking. HOOFDSTUK V. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 17.De syndicale afvaardiging is bevoegd inzake : a) het tornen aan de fundamentele beginselen van de nationale overeenkomst van 16-17 juni 1947 betreffende de algemene principes van het statuut der syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen;b) de toepassing van de sociale wetgeving, van de huishoudelijke reglementen der onderneming, van de collectieve overeenkomsten en van de individuele arbeidscontracten;c) de toepassing op het personeel van de onderneming van de loonsbedragen en van de regelen van indeling binnen het raam van de vigerende wettelijke of bedongen bepalingen;d) in het raam van de handhaving van de stabiliteit van de werkgelegenheid zullen besprekingen in de syndicale afvaardiging rekening houden met de volgende principes : - de werkgever tracht de continuïteit en de stabiliteit van de arbeidscontracten binnen de onderneming te verwezenlijken, met inachtname van de collectieve arbeidsovereenkomsten die afgesloten werden in het raam van de programmawet van 22 december 1989 betreffende minimumprestaties en dergelijke; - in geval van verlies van een werf of van vermindering van prestaties bij de cliënt, zal de werkgever alle mogelijkheden van nieuwe affectaties van het getroffen personeel onderzoeken; - de werkgever zal zo mogelijk arbeidsplaatsen aanbieden van minimum 18 uur per week; - als er problemen rijzen, zal de werkgever de organisatie van bepaalde werven verantwoorden in functie van toegepaste technieken, meer in het bijzonder bij reorganisaties of bij overname van werven.

Deze principes zullen gelden in de discussies met de syndicale afvaardiging, en meer in het bijzonder in het speciale geval van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003 betreffende personeelsovername ten gevolge van hergunning van een onderhoudscontract. HOOFDSTUK VI. - Werking van de syndicale afvaardiging

Art. 18.De leden van de syndicale afvaardiging vergaderen minstens om de twee maanden met het ondernemingshoofd of met zijn afgevaardigde.

Op verzoek van de helft der afvaardiging mogen er buitengewone vergaderingen worden gehouden. In dit geval wordt de voorgestelde agenda bij het aan het ondernemingshoofd gericht verzoek gevoegd. De buitengewone vergadering zal worden gehouden binnen acht dagen volgende op de indiening van het verzoek.

De vergaderingen worden tijdens de arbeidsuren gehouden. De er aan gewijde tijd wordt als effectieve werktijd betaald. De gebeurlijke reiskosten vallen ten laste van de werkgever.

Art. 19.De afgevaardigden kunnen in de loop van de vergadering worden aangewezen om binnen de maand hun opgedragen taken te verrichten.

De aldus aangewezen afgevaardigden hebben het recht gedurende elk kwartaal te beschikken over dertig kredieturen, om hen toe te laten hun functie uit te oefenen.

Rekening houdend met de verscheidenheid van de feitelijke toestanden welke kunnen ontstaan, dient in elk geval geoordeeld of er wegens de werkelijke aanwezige structuren een aanleiding bestaat voor een verschillend urenkrediet, waarbij men zich zal laten leiden door het begrip benodigde tijd voor de uitoefening van de functie.

De kredieturen zijn in principe niet overdraagbaar van een afgevaardigde op een andere. Op niveau van het bedrijf kan echter een kredieturenpot worden samengesteld, voorzover de zestig kredieturen per trimester per afgevaardigde niet worden overschreden.

De door de syndicale afgevaardigden aan deze verschillende prestaties gewijde tijd wordt, wat de bezoldiging betreft, met effectieve arbeidstijd gelijkgesteld.

De eventuele verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever.

De syndicale afvaardiging mag op de zetels van de ondernemingen over een lokaal beschikken dat ten dienste staat van de syndicale afvaardiging op overeengekomen uren.

Bezoeken aan werven door de afgevaardigden zijn toegelaten, inbegrepen deze waar zij gewoonlijk niet tewerkgesteld zijn.

De werkgevers zullen de syndicale werkzaamheden mogelijk maken en zullen de modaliteiten hieromtrent paritair vastleggen op bedrijfsniveau.

Commentaar De procedure voor werfbezoeken door syndicale afgevaardigden is bijgevoegd aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.Het urenkrediet, gewoonlijk toegekend aan de niet beschikbare syndicale afgevaardigde, zal kunnen overgedragen worden naar zijn vervanger en alleen in geval van onbeschikbaarheid. HOOFDSTUK VII. - Beslechting van een geschil

Art. 21.Wanneer er niettegenstaande de bemiddeling van een syndicale afvaardiging geen akkoord kon worden bereikt om een geschil te beslechten, wordt het onderzoek van de betrokken kwesties voortgezet door beroep te doen op de plaatselijke vertegenwoordigers van de betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties.

Zo het geschil niet kan worden beslecht, wordt het door de meest gerede partij ter kennis van de voorzitter van het paritair comité gebracht.

De voorzitter treft alle praktische maatregelen om de betrokken partijen in verzoening te brengen, door ze eventueel op te roepen in een vergadering van een beperkt comité van het paritair comité. HOOFDSTUK VIII. - Duur van de overeenkomst

Art. 22.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 mei 2003 en is aangegaan voor onbepaalde duur.

Elke van de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties heeft steeds het recht wijzigingen in de bepalingen van de overeenkomst voor te stellen.

De overeenkomst mag worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden te richten aan de voorzitter van het paritair comité voor de 1ste januari welke de datum van de verkiezing voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18 april 1968 alsook deze die haar wijzigen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1969, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 1969.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen Werfbezoeken Principe Artikel 19 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 : Bezoeken aan werven door de afgevaardigden zijn toegelaten, inbegrepen deze waar zij gewoonlijk niet tewerkgesteld zijn. 1. De werkgevers erkennen de mogelijkheid voor de syndicale afgevaardigden om werven te bezoeken in het kader van hun syndicale opdracht.2. De werkgevers verbinden zich ertoe de nuttige informatie zoals naam van de werf, aantal tewerkgestelde personen, uurrooster alsook de eventueel bijzondere procedure die dient gevolgd te worden om toegang te krijgen tot de werf, aan de syndicale afgevaardigden te bezorgen.3. De syndicale afgevaardigden verbinden zich ertoe de confidentialiteit van de door de werkgevers verstrekte informatie te waarborgen. Procedure 1. De werkgevers bezorgen de identiteit van de syndicale afgevaardigden, die toestemming hebben om de werf te bezoeken, aan de klant.2. De werkgevers overhandigen, aan de syndicale afgevaardigden die toestemming hebben om de werven te bezoeken, een identificatiebadge met de naam van de onderneming.3. De syndicale afgevaardigden verbinden zich ertoe de werkgever te informeren van de datum van het werfbezoek en dit uit te voeren, in samenspraak met de werkgever, op een moment dat de arbeidsorganisatie niet in de war brengt.4. De werkgevers verbinden zich ertoe aan de syndicale afgevaardigden de faciliteiten en de nodige tijd te verlenen om hen toe te laten hun opdracht onder goede omstandigheden te vervullen.De uren werfbezoeken uitgevoerd door de syndicale afgevaardigden worden betaald als uren prestatie en de verplaatsingskosten worden integraal terugbetaald door de werkgevers, in het kader van artikel 19 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen. 5. In voorkomend geval, kunnen de toepassingsmodaliteiten op vlak van de onderneming vastgesteld worden in samenspraak met de regionale secretarissen van de vertegenwoordigde vakbonden.In geval van geschil, kan de meest gerede partij het verzoeningsbureau van het paritair comité vatten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^