Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 29 september 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, met betrekking tot de theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing binnen de sector voor het loontrekkend personeel van de bewakingsondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202215
pub.
29/09/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, met betrekking tot de theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing binnen de sector voor het loontrekkend personeel van de bewakingsondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, met betrekking tot de theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing binnen de sector voor het loontrekkend personeel van de bewakingsondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2004 Theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing binnen de sector voor het loontrekkend personeel van de bewakingsondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2004 onder het nummer 72143/CO/317)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de tewerkgestelde loontrekkende werknemers van de bewakingsondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten en die de hiernavolgende cursussen volgen, cursussen die gegeven worden door een door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en door het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten erkend opleidingsorganisme.

Art. 2.Onder "loontrekkende werknemers" wordt verstaan : de werknemers (mannelijk, vrouwelijk) die een arbeidscontract hebben als arbeider(ster) of bediende, zoals voorzien door de wet van 3 juli 1978 met betrekking tot de arbeidscontracten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Art. 3.De individuele rechten van de werknemers voor het systeem van educatief verlof in het algemeen mogen niet beïnvloed worden door de hiernavolgende bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De ondertekenende partijen komen overeen om het programma van de hiernavolgende cursussen, op te nemen in het kader van de reglementering op het betaald educatief verlof, onder de hierna genoemde voorwaarden : § 1. De theoretische, praktische en stagecursussen van beroepsopleiding (algemene en bijzondere) en herscholingen, voorzien in de wetgeving (wet en uitvoeringsbesluiten) tot regeling van de private veiligheid. § 2. De permanente opleiding van de geld- en/of waardetransporteur zoals voorzien onder artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 1998 en 16 maart 1998 met betrekking tot de geld- en/of waardetransporteurs.

Deze omvat 40 uren onderverdeeld als volgt : - Weggedrag - Defensief rijden - Ongevalaangifte (4-5 uur). - Technische veiligheidsmiddelen (4-6 uur). - Communicatie en rapportering (4-5 uur). - Observatietechnieken en opstelling op het terrein (6-8 uur). - Gebruik en procedures met betrekking tot werkdocumenten (2-4 uur). - Manipulatie van goederen (2-4 uur). - Opvangen van crisissituaties - Stressbeheersing - Opvang van anomalieën en verdachte situaties (6-8 uur). - Facultatief : bijkomende opleiding in functie van de specificiteiten van het bedrijf (max. 12 uur). § 3. De permanente opleiding van de bewakingsagenten (anderen dan waardetransporteurs) en van de operationele bedienden die functies, identiek aan dezen, uitvoeren. Deze omvat : Alinea 1. Een verplichte opleiding eerste hulp bij ongeval, voor zover nog niet vervat in de basisopleiding, en de bijscholingen noodzakelijk voor het behoud van het brevet : 20 uur.

Alinea 2. De hiernavolgende sectoriele cursussen (facultatief programma) : 1. Veiligheidsbekwaamheden a.Brandbestrijding I. Ploeglid : 8u II. Ploegleider : 24u b. VCA : 16u c.Brand- en tankwacht : 32u d. Beëdigd wachter munitietransport : 8u e.Coördinator veiligheid en gezondheid van mobiele en tijdelijke werkplaatsen : 32u f. Toxitrainer : 16u g.ADR I. Initiële opleiding : 40u II. Vervolmakingsopleiding : 36u h. Algemene veiligheidsrichtlijnen : 8u i.Opleiding heftruck/reachtruck (beginners) : 42u 2. Luchthavenbewaking a.Basisopleiding luchthavenbewaking : 16u b. X-ray : 10u c.Fouille : 24u d. Gevaarlijke goederen : 4u e.Rijbewijs tarmac : 4u f. US-carriers : 16u 3.Havenbewaking (ISPS) a. Port Facility Security Guard : 20u b.Port Facility Security Officer : 32u 4. Receptie, onthaal en PC a.Telefonie en onthaal : 12u b. Klachtenbeheer : 8u c.PC : 32u d. Onthaal van patiënten en omgaan met agressie : 16u 5.Andere beveiligingsopleidingen a. Slachtofferhulp : 16u b.Hondengeleider : 32u c. Security driver : 8u d.Counter terrorism : 32u e. Bankbeveiliging : 16u 6.Beveiliging : beheer van technische installaties : 32u Alinea 3. Aan de werknemers verwezen onder § 3 wordt een opleidingskrediet gewaarborgd ten belope van 32 uur per periode van 5 jaar, gebracht op 40 uur voor de werknemers ouder dan 50 jaar.

Dit krediet zal gebruikt worden, in gemeenschappelijk overleg tussen de werkgever en de werknemer, in functie van de onder § 1 en § 3 en alinea 1 en alinea 2 voorziene cursussen.

Art. 4.Onder "theoretische cursussen" wordt verstaan : de beroepsopleidingen en herscholingen gegeven in de opleidingsinstellingen zelf, en onder praktische cursussen, deze gegeven bij andere instellingen, hetzij door hun specifiek karakter (brandbestrijding, E.H.B.O., africhting hond, enz.), hetzij in naleving van een wet (bijvoorbeeld de schietoefeningen), of op de werf, omdat dit de enige plaats is waar zich de materialen bevinden die door de klanten ter beschikking gesteld worden van de werknemers.

Art. 5.Voor de praktische cursussen zijn de betrokken werknemers onderworpen aan dezelfde regels als deze voorzien in de opleidingsinstellingen. Deze laatste dienen met name deze specifieke cursussen te bevatten binnen het geheel van de wettelijke voorziene cursussen.

De evaluatie van de behaalde resultaten wordt door de opleidingsinstellingen in overweging genomen voor het behalen van het attest voorzien in artikel 7 hieronder.

Art. 6.De kosten die gepaard gaan met de onder artikel 3 beschreven cursussen kunnen niet teruggevorderd worden ten laste van deze laatsten in geval van voortijdig ontslag, of op het ogenblik dat zij de firma verlaten.

Art. 7.De scholen die de onder artikel 3 beschreven cursussen geven aan de werknemers, leveren aan deze laatsten, op het einde van de opleiding en nadat zij geslaagd zijn voor de wettelijke examens, onder de voorwaarden voorgeschreven door de Minister van Binnenlandse Zaken, een attest af, waaruit blijkt dat de cursussen gevolgd werden door de betrokken loontrekkende werknemers.

Art. 8.De opleidingsinstellingen die in aanmerking komen, zijn deze die genieten van een dubbele erkenning : deze van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, krachtens de wet van 10 april 1990 en van haar uitvoeringsbesluiten en deze van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten. Te dien einde moeten zij aan de voorzitter van het Paritair Comité een verzoek tot erkenning indienen.

Art. 9.De Beroepsverening van Bewakingsondernemingen verbindt zich ertoe ervoor te zorgen dat de loontrekkende werknemers die lesgeven, met een voltijds of deeltijds contract, en waarvan de voornaamste functie bestaat in het lesgeven, een arbeidscontract als bediende hebben.

Art. 10.Daar de verschillende terugbetalingen voorzien door de Dienst Betaald Educatief Verlof enkel ten gunste van de werkgevers zijn, worden de betrokken loontrekkende werknemers normaal bezoldigd tijdens de theoretische en praktische cursussen van beroepsopleiding en herscholing, volgens de criteria vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomsten van kracht in de bewakingssector en dus onafhankelijk van het plafond dat door de wet voorzien is in het kader van deze terugbetalingen.

Art. 11.In naleving van de maatregelen voorzien door het koninklijk besluit van 28 maart 1995, tot wijziging van bepaalde artikels van de herstelwet van 22 januari 1985, waarin sociale maatregelen voorzien werden, zijn meer bepaald de volgende criteria van toepassing : - voor de uren van de cursussen van beroepsopleiding en herscholing, gevolgd buiten de normale werkuren, is het jaarlijkse maximumplafond vastgesteld op 120 uur; - voor de uren van de cursussen van beroepsopleiding en herscholing, gevolgd tijdens de normale werkuren, is het jaarlijks maximumplafond vastgesteld op 180 uur.

In dit geval vermeldt de werkgever onder punt 5 van de individuele fiche van de werknemer (arbeidsstelsel en uurrooster), naast het arbeidsregime binnen de sector, de exacte uren van de werktijd.

Art. 12.Enkel het aantal uren van daadwerkelijke aanwezigheid tijdens de theoretische en praktische cursussen van beroepsopleiding en herscholing, wordt in aanmerking genomen voor de bepaling van het aandeel van betaald educatief verlof toe te kennen aan de werknemers, aangezien de plafonds van 120 en 180 uren betaald educatief verlof in geen geval mogen overschreden worden.

Art. 13.Het aandeel van de uren betaald educatief verlof, bepaald in artikel 14, wordt vastgesteld tussen 1 september en 31 augustus van het volgende jaar, aangezien het betaald educatief verlof steeds genomen wordt tussen de eerste en de laatste dag van de opleiding.

Art. 14.Gezien de vereisten van de wet van 10 april 1990 en van haar uitvoeringsbesluiten, omvat een schooljaar, ingaand op 1 september en eindigend op 31 augustus, zoveel leergangen als nodig, in strikte naleving van de voornoemde wet.

Art. 15.§ 1. Voor alle theoretische en praktische leergangen van beroepsopleiding en herscholing, zijn de werkgevers er uitdrukkelijk toe gehouden de Dienst Betaald Educatief Verlof, voor de aanvang van elke leergang, in het bezit te stellen van : - de naam en voornaam van alle begunstigden van het betaald educatief verlof; - het bedrag van hun uurloon; - de aard van de gevolgde cursussen.

De standaarddocumenten voor de kennisgeving kunnen verkregen worden bij de Dienst "Betaald Educatief Verlof".

Het laattijdig doorsturen van deze samenvattende lijst zal een vermindering van de terugbetaling van 5 pct. tot gevolg hebben, met uitzondering van de buitengewone gevallen, aanvaard door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, op voorstel van de Dienst "Betaald Educatief Verlof". § 2. Bovendien zijn de werkgevers, éénmaal per jaar, ertoe gehouden de lijst van de personen die de opleidingen voorzien onder artikel 3, § 2 en § 3, alinea 1 en alinea 2, over te maken aan de ondernemingsraad (bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging of bij ontstentenis aan de regionale bestendige syndicale secretarissen) met inbegrip van de specifiek gevolgde modulen.

Art. 16.Vermits de verjaringstermijn van de schuldvorderingen twee jaar is, kan de werkgever zijn aanvraag tot terugbetaling op een geldige manier indienen, gedurende een periode van twee jaar.

Art. 17.Het percentage (10 pct.) van de ongerechtvaardigde afwezigheden van een werknemer tijdens de beroepsopleidingen en herscholingen, dat resulteert in de opschorting van het recht op betaald educatief verlof voor een periode van 6 maanden, wordt bepaald op basis van de daadwerkelijk gegeven lesuren en niet op basis van de theoretische uren van het trimester.

Art. 18.In geval van opschorting omwille van het onregelmatig bijwonen van de cursussen of ingeval de werknemer de cursussen opgeeft, wordt het aantal uren betaald educatief verlof dat in aanmerking moet worden genomen, bepaald op basis van de daadwerkelijke aanwezigheden van de werknemer, voor de eerste dag van de opschorting of de opgave.

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2004 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001.

Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^