Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2006
gepubliceerd op 20 september 2006

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 mei 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011393
pub.
20/09/2006
prom.
01/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/01/2006011393/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 mei 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op het arrest nr. 139.956 van 31 januari 2005 van de Raad van State, waardoor het koninklijk besluit van 12 april 1999 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, vernietigd wordt in zoverre het ten aanzien van derden bindend verklaart artikel 18 van voormelde beslissing van 10 november 1998;

Overwegende dat in het bedoelde arrest nr. 139.956 van de Raad van State enerzijds wordt aangegeven dat het principe van het betalen van een billijke vergoeding op 8 juli 1996 van kracht werd; dat echter anderzijds wordt aangegeven dat het bestaan van dat principe zonder concrete invulling ervan niet volstaat opdat terugwerkende kracht zou kunnen worden verleend aan de regels waardoor de precieze omvang van de verplichting tot het betalen van die billijke vergoeding kan worden bepaald;

Overwegende dat de Commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten op 5 mei 2006 een beslissing genomen heeft omtrent de wijze waarop aan het voormelde arrest nr. 139.956 van de Raad van State op een praktische wijze invulling wordt gegeven;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 5 mei 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Bijlage Beslissing van 5 mei 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Enig artikel. Artikel 18 van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 18.De uitbaters die voor het geheel of een deel van de periode van 8 juli 1996 tot 30 juni 1999 de billijke vergoeding betaald hebben, kunnen van de beheersvennootschappen in 2007 het bedrag vermeld in de hierna gevoegde tabel recupereren.

Tabel houdende vaststelling van de te recupereren bedragen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de uitbaters die in 2007 nog steeds billijke vergoeding verschuldigd zijn en die aanspraak kunnen maken op een recuperatie krachtens het vorige lid, wordt het krachtens het vorige lid berekende te recupereren bedrag afgetrokken van het bedrag dat normalerwijze zou geïnd worden in 2007. Indien het te recupereren bedrag groter is dan het bedrag dat normalerwijze zou geïnd worden in 2007, wordt het positieve saldo door de beheersvennootschappen afgetrokken van het bedrag dat normalerwijze zou geïnd worden in 2008.

De uitbaters die in 2007 geen billijke vergoeding verschuldigd zijn, en die krachtens het eerste lid aanspraak kunnen maken op een recuperatie, kunnen het te recupereren bedrag terugvorderen van de beheersvennootschappen. Zij richten daartoe een aanvraag aan de beheersvennootschappen met opgave van volgende gegevens : - de factuur voor de betrokken periode; - de naam, het adres en het ondernemingsnummer van de onderneming; - het rekeningnummer waarop het bedrag mag gestort worden en de titularis van de rekening.

De uitbater die slechts gedurende een gedeelte van een van de drie periodes bepaald in de tabel (8/7/1996 - 31/12/1997; 1/1/1998 - 31/12/1998; 1/1/1999 - 30/06/1999) een publieke mededeling van fonogrammen heeft verricht, heeft slechts recht op de recuperatie van het bedrag van de billijke vergoeding bepaald in de tabel dat betrekking heeft op de periode gedurende de welke hij die publieke mededeling van fonogrammen verricht heeft.

Voor de uitbaters bedoeld in het vorige lid wordt de recuperatie van het gedeelte van de billijke vergoeding berekend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het begin van de publieke mededeling van fonogrammen en tot de laatste dag van de maand gedurende dewelke hij de publieke mededeling van fonogrammen definitief en onherroepelijk heeft stopgezet. » Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 septembre 2006 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 5 mei 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

^