Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 18 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vormingsfonds gezinszorg Vlaamse Gemeenschap" en tot vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202431
pub.
18/10/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vormingsfonds gezinszorg Vlaamse Gemeenschap" en tot vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vormingsfonds gezinszorg Vlaamse Gemeenschap" en tot vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2002 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Vormingsfonds gezinszorg Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 28 maart 2003 onder het nummer 65820/CO/318.02) A. Oprichting

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1, alinea 1, punt 1, van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958) richt het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werkgevers" wordt verstaan : de werkgevers die hun voornaamste activiteit uitoefenen in een van de activiteiten omschreven in artikel 1, punt 1, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) en die georganiseerd zijn als verenigingen zonder winstoogmerk of als vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het vrouwelijk en mannelijk werklieden- en bediendepersoneel van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 december 2002 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd ten laatste op 31 december van ieder jaar met uitwerking vanaf 1 juli van het daaropvolgend jaar.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

De voorzitter laat een kopie van de opzegging aan iedere ondertekenende partij geworden alsook aan de Minister van Werk alsook aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

B. Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Met ingang van 1 december 2002 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Vormingsfonds gezinszorg Vlaamse Gemeenschap", hierna "het fonds" genoemd.

De maatschappelijke en administratieve zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Sint-Jansstraat 32-38. Deze zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het fonds, voorzien bij artikel 12, elders worden overgeplaatst. De raad van beheer betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de federale Minister van Werk. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds, opgericht door deze collectieve arbeidsovereenkomst, verzekert de financiering van vormingsinitiatieven en bevordering van de werkgelegenheid. Hiertoe ontvangt en beheert het fonds de sommen van de bijdragevermindering komende uit de "niet-recurrente" reserves van het "Fonds Sociale Maribel voor de gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap", zoals opgericht door het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, en aan het fonds gestort door het "Federaal terugvorderingsfonds" opgericht bij artikel 71 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse sociale bepalingen. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De geldmiddelen van het fonds bestaan uit de som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5 van deze overeenkomst, met inbegrip van de renten.

Art. 7.Voorzover de revisor, aangeduid bij toepassing van artikel 16 van deze overeenkomst, een bedrijfsrevisor is, kunnen de kosten met betrekking tot de tussenkomst van de revisor aangerekend worden op de renten waarvan sprake in artikel 6 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - Raad van beheer

Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een paritair samengestelde raad van beheer die op dezelfde wijze is samengesteld als de raad van beheer van het "Fonds Sociale Maribel voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap".

Art. 9.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor dezelfde periode als deze van hun mandaat van lid van het paritair subcomité.

Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door het ontslag of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat is verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft. Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.

Art. 10.De leden van de raad van beheer verbinden zich niet persoonlijk bij de verbintenissen aangegaan door het fonds. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.

Art. 11.De raad van beheer kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en de werkgeversafvaardiging. De voorzitter en de ondervoorzitter zijn steeds uit een verschillende afvaardiging.

Art. 12.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds.

Tijdens de maand juni van elk jaar maakt de raad van beheer een schriftelijk verslag over aan het paritair subcomité over de vervulling van zijn opdrachten.

Art. 13.De raad van beheer vergadert minstens tweemaal per jaar. De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van zijn leden, hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties. De uitnodigingen bevatten de dagorde. De notulen van de vergadering worden opgemaakt door de secretaris aangeduid door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Art. 14.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.

Art. 15.Behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer en goedgekeurd bij unanimiteit, worden de beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 16.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het paritair subcomité een bedrijfsrevisor aan ter controle van het beheer van het fonds. Deze moet minstens eenmaal per jaar verslag uitbrengen bij het paritair subcomité. Bovendien licht hij de raad van beheer regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 17.Elk jaar worden op 31 december de balans en de rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten en een eerste maal op 31 december 2003. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening

Art. 18.Het fonds is opgericht voor een onbepaalde duur.

Art. 19.Het wordt ontbonden volgens de modaliteiten opgenomen in artikel 3 van deze overeenkomst door het paritair subcomité.

Art. 20.Na de betaling van het passief bepaalt het paritair subcomité de bestemming van de goederen en de waarden van het fonds. Het paritair subcomité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het fonds.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^