Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 03 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij brugpensioen voor de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteiten "zeevervoer" is

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202641
pub.
03/10/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij brugpensioen voor de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteiten "zeevervoer" is (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de koopvaardij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de koopvaardij, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij brugpensioen voor de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteiten "zeevervoer" is.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair comité voor de koopvaardij Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 Toekenning van een aanvullende vergoeding bij brugpensioen voor de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteiten "zeevervoer" is (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2005 onder het nummer 73945/CO/316)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : - de werkgevers van de ondernemingen die sleepboten exploiteren, waarvan de verrichte sleepactiviteit "zeevervoer" is en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de koopvaardij; - de werknemers tewerkgesteld in deze ondernemingen, verbonden met een arbeidsovereenkomst voor scheepsdienst, en ingeschreven in de Belgische Pool der zeelieden.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds voor de bestaanszekerheid zeesleepdiensten", recht op een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij aan de volgende voorwaarden voldoen : - onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden en gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), ontslagen zijn, behalve om dringende reden, vanaf de leeftijd van 58 jaar; - en bovendien recht hebben op werkloosheidsuitkeringen.

Art. 3.Het in artikel 2 bedoelde bedrag van de aanvullende vergoeding is gelijk aan het bedrag bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen (koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), zijnde de helft van het verschil tussen het netto- referentieloon en de werkloosheidsuitkering, gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn op de werkloosheidsuitkeringen, en verhoogd met een percentage dat gelijk is aan het verschil tussen de sectorale loonsaanpassingen ingevolge indexeringen en/of conventies en de verhoging ingevolge de aanpassingen van de sociale vergoedingen.

Het percentage dat overeenstemt met de conventionele loonsaanpassing wordt door de raad van bestuur vastgesteld.

Art. 4.Het nettoreferentieloon is begrensd tot het maandelijks brutoloon voorzien in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad, verminderd met de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding.

Deze grens is gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens modaliteiten die van toepassing zijn op de loongrenzen.

Art. 5.Het brutomaandloon omvat de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemers verrichte arbeidsprestaties waarop inhoudingen voor sociale zekerheid worden verricht en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt. Het omvat ook de voordelen in natura die aan inhoudingen voor sociale zekerheid zijn onderworpen. De premies of vergoedingen, daarentegen, die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden toegekend, worden niet in aanmerking genomen.

Voor de per maand betaalde werknemer wordt het loon verkregen tijdens de referentiemaand als brutoloon beschouwd.

Voor de werknemer die niet per maand wordt betaald, wordt het brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. Het normale uurloon wordt bekomen door het loon voor de normale arbeidsprestaties van de referentiemaand te delen door het aantal tijdens deze periode gewerkte normale arbeidsuren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren bepaald bij de wekelijkse arbeidsregeling van de werknemer, dat product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het maandloon.

Voor de per dag betaalde werknemer wordt het loon verkregen op basis van een gemiddelde dagvergoeding berekend op 5 zeedagen + 3 vrije dagen.

Het brutoloon van werknemers die gedurende de hele referentiemaand niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof zij aanwezig zijn geweest op alle arbeidsdagen die in de bedoelde maand vallen. Indien werknemers krachtens de bepalingen van hun arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst aan boord van zeeschepen, slechts gedurende een gedeelte van de referentiemaand moeten werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, wordt hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat in hun arbeidsovereenkomst is vastgesteld.

Het door de werkman of werkster verdiende brutoloon, ongeacht of het per maand of anders wordt betaald, wordt vermeerderd met één twaalfde van het totaal van de contractuele premies en van de veranderlijke beloning waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt en door deze werknemer in de loop van de twaalf maanden die aan het ontslag voorafgaan, afzonderlijk werden ontvangen. Naar aanleiding van het in artikel 7 bepaalde overleg, wordt in gemeen akkoord beslist met welke referentiemaand rekening moet worden gehouden. Indien geen referentiemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand die de datum van het ontslag voorafgaat in aanmerking genomen.

Art. 6.De aanvullende vergoeding mag niet worden gecumuleerd met andere wegens ontslag toegekende speciale vergoedingen of toeslagen, krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen.

De werknemer, die onder de in artikel 2 bepaalde voorwaarden wordt ontslagen, moet eerst de uit deze bepalingen voortvloeiende rechten uitputten, alvorens aanspraak te kunnen maken op de in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding. Het in het voorgaande lid geformuleerde verbod van cumulatie is niet van toepassing op de sluitingsvergoedingen bepaald in de Wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1966), de wegens ontslag toegekende speciale vergoedingen of voordelen, toegekend krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van de sector of op andere niveaus.

Art. 7.Vooraleer één of meerdere bij artikel 1 bedoelde werknemers te ontslaan, pleegt de werkgever overleg met de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, met de vakbondsafvaardiging, onverminderd de bepalingen van de collectieve overeenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten.

Art. 8.Ter financiering van deze aanvullende vergoeding zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers een bijdrage verschuldigd aan het "Fonds voor bestaanszekerheid zeesleepdiensten" : - van 2,48 EUR, per gewerkte of hiermee gelijkgestelde dag en per tewerkgestelde werknemer; - en een bijdrage gelijk aan 0,63 pct., berekend op het brutoloon dat door de werknemer werd verdiend tijdens het overeenstemmend kwartaal.

De bepalingen inzake wijze en tijdstip van betaling en alle maatregelen van wanbetaling zoals voorzien in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zeesleepdiensten" zijn van kracht.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2007.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de koopvaardij en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^