Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2001
gepubliceerd op 12 april 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012224
pub.
12/04/2001
prom.
02/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/02/2001012224/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 mei 1992;

Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 14 juni 2000 bekendgemaakte bericht;

Gelet op het advies 30.784/1 van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 21 februari 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 mei 1992, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de inleidende zin wordt vervangen als volgt : « Het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en de varende werknemers in het algemeen en hun werkgevers, waarvan de ondernemingen door hun activiteiten behoren tot minstens één van de volgende bedrijfstakken, ongeacht of de activiteiten zich voordoen op de rijkswaterwegen of andere waterwegen;» b) de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : « 6° de pleziervaart, zowel voor sport- als vrijetijdsdoeleinden, en de pleziervaart aan de kust binnen de territoriale wateren;» c) dezelfde paragraaf wordt aangevuld als volgt : « 11° de rivier-en kanaalarbeid, met uitzondering van de arbeid verricht in de havengebieden ressorterend onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf en de bagger-, zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken.»

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 21 februari 1973, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1973.

Koninklijk besluit van 4 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1992.

^