Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2001
gepubliceerd op 17 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012236
pub.
17/05/2001
prom.
02/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/02/2001012236/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1994, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de arbeidsduur voor deeltijds tewerkgestelde werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995, inzonderheid de artikelen 2 en 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 18 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 20 april 1995.

Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1999 Arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51846/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de fitness- en afslankingscentra die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de werknemers van de categorie "specialisten" (artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1992 geregistreerd onder het nummer 31158/CO/314). HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 1994 (koninklijk besluit van 18 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 20 april 1995) betreffende de arbeidsduur voor deeltijds tewerkgestelde werknemers, artikelen 2 en 3, wordt de minimale wekelijkse duur teruggebracht tot minimaal 4 uur met een minimum van 2 uur per prestatie.

Art. 3.De ondernemingen die willen afwijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten, goedgekeurd door de gewestelijke secretarissen van minstens twee vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het paritair comité.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan het paritair comité. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Zij treedt in werking vanaf 1 januari 1999 en kan worden opgezegd door elk van de ondertekenende partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden. De opzegging wordt gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^