Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2001
gepubliceerd op 18 mei 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de beroepsloopbaanonderbreking

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012252
pub.
18/05/2001
prom.
02/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/02/2001012252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de beroepsloopbaanonderbreking (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende de beroepsloopbaanonderbreking.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het adminsitratief arrondissement Verviers Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999 Beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51811/CO/123) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is, rekening houdend met § 2 hierna, van toepassing op de werklieden en werksters die zijn tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst en die zijn bedoeld in artikel 99, eerste lid van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen en die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers. § 2. Worden uitgesloten van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de werklieden en werksters bedoeld in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectoren van 's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet op de arbeidsduur. HOOFDSTUK II. - Beperkt recht op onderbreking van de beroepsloopbaan

Art. 2.§ 1. Bovenop het wettelijk recht op loopbaanonderbreking van 3 pct. van het gemiddeld aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming uitgedrukt in voltijdse equivalenten, toegekend door het koninklijk besluit van 10 augustus 1998, wordt een bijkomend conventioneel recht op loopbaanonderbreking toegekend aan de werklieden (werksters) op basis van 1 pct. van het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming. § 2. Bovenop het bijkomend recht van 1 pct., waarvan sprake in § 1 hierboven, wordt voorzien in een uitbreiding van dit recht op volledige loopbaanonderbreking van 1 pct. voor de werklieden (werksters) van meer dan 50 jaar. § 3. Voor de werknemers bedoeld in § 2, ongeacht de datum waarop de werkman (werkster) in het stelsel van volledige loopbaanonderbreking treedt, voor zover deze datum zich bevindt binnen de geldigheidsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst, namelijk van 1 januari 1999 tot 31 december 2000, wordt de onderbrekingsperiode vastgelegd op minimum een jaar, dit wil zeggen 12 opeenvolgende maanden van datum tot datum.

Een verlenging is mogelijk; in dat geval wordt de duur van de onderbreking eveneens vastgelegd op een jaar.

Art. 3.Onder "onderneming" wordt verstaan de juridische entiteit.

Het gemiddelde aantal werknemers in de onderneming wordt bereikt door toepassing van de berekeningsmethode bepaald in artikel 4 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, preventie en bescherming op het werk.

Art. 4.De regels die bovenvermeld recht regelen worden vastgesteld door de ondernemingsraad overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad worden die regels vastgesteld in gemeen overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging van de onderneming of, bij ontstentenis daarvan, in gemeen overleg tussen de werkgever en de betrokken werknemers.

Tijdens de bespreking van de parameters zal eventueel rekening gehouden worden met het sociaal motief en de anciënniteit van de werknemer.

De betrokken werknemers zijn de werknemers tewerkgesteld in de technische bedrijfseenheid in de zin van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven. HOOFDSTUK III. - Formaliteiten

Art. 5.De werkman (werkster) bedoeld in artikel 2, § 2, die gebruik wil maken van het voordeel van deze overeenkomst verwittigt zijn (haar) werkgevers een maand op voorhand.

Hij (zij) deelt hem de datum mee waarop de volledige onderbreking van de beroepsloopbaan voor een ononderbroken periode van 12 maanden ingaat.

De termijn van een maand kan in gemeenschappelijk overleg tussen de werkgevers en de werkman (werkster) worden verminderd.

Dezelfde procedure geldt wanneer het om een verlenging gaat. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze overeenkomst wordt gesloten in het kader van de wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid.

Zij treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^