Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2002
gepubliceerd op 26 juli 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 1999/2000

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012459
pub.
26/07/2002
prom.
02/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/02/2002012459/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 1999/2000 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, betreffende de bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 1999/2000, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 2 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 Bevordering van de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden 1999/2000 (Overeenkomst geregistreerd op 14 juli 1999 onder het nummer 51479/COF/106.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten ressorteren.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd genomen in toepassing van de afdeling IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998.

Art. 2.Het recht op loopbaanonderbreking dat door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 op 2 pct. werd gebracht wordt op 3 pct. gebracht.

Dit recht wordt opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 tot verruiming van het recht op onderbreking van de beroepsloopbaan voor 1999-2000.

Art. 3.Er wordt voor de periode 1999-2000 een vermindering van de arbeidsprestaties mogelijk in het kader van het halftijds brugpensioen en dat vanaf 55 jaar, in toepassing van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen met betrekking tot het halftijds brugpensioen.

Deze maatregel wordt opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 houdende de instelling van een stelsel van aanvullende vergoeding voor werknemers vanaf 55 jaar in geval van vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (halftijds brugpensioen).

Art. 4.Het brugpensioen op 58 jaar en onder bepaalde voorwaarden op 56 jaar, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 1997-1998, wordt verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 1999 betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding bij vervroegd brugpensioen.

Art. 5.De bijdragen aan het Sociaal Fonds van de betonindustrie worden opgetrokken, dit ter bijkomende financiering van de permanente vorming. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het stressbeleid, het omgaan met gevaarlijke stoffen en de voorkoming van rugklachten.

Art. 6.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^